Inleiding H4 Erfelijkheid

advertisement
3 KGT
Inleiding H4 Erfelijkheid
"Jij lijkt als twee druppels water op je moeder!” horen we wel
eens zeggen. Aan allerlei uiterlijke kenmerken kun je merken
dat personen familie van elkaar zijn. Dit valt te verklaren met
erfelijkheid. De chromosomen in je cellen bevatten de genen,
de genetische code waaruit jij bestaat. Die genen heb je van
je ouders geërfd. 23 chromosomen met genen uit je vaders
zaadcel en 23 uit je moeders eicel. Dat jij op zich uniek bent
komt doordat jij een mix bent van je vaders en moeders
eigenschappen. Je omgeving speelt echter ook een grote rol
in wie je bent. Daardoor is er geen mens hetzelfde! Zelfs bij
een tweeling zijn er wel afwijkende factoren in hun omgeving
te noemen (vriendjes, eigen keuzes, etc.).
Als je later zelf kinderen wil, is het goed om voor een eventuele
zwangerschap te weten of er in je familie (of die van je partner)
afwijkingen voorkomen. Je kunt dan uitrekenen hoe groot de kans is dat
jij of je partner deze afwijking doorgeeft aan je kind. Je kunt van te voren
bepalen of je het risico wilt nemen of dat je bepaalt dat je niet zelf
kinderen krijgt, maar na gaat denken over bijvoorbeeld adoptie. Met de
moderne prenataal-diagnostische methoden kunnen er ook tijdens een
vroeg stadium van de zwangerschap afwijkingen aan de embryo
opgespoord worden.
Gentherapie en genetische modificatie gaan nog een stapje verder. Met
deze methoden kun je gewenste eigenschappen inbouwen in (ongeboren)
organismen. Onderzoeken hieraan ondervinden hevige weerstand van de
publieke opinie. Mensen zijn bang voor de gevolgen, omdat er nog niet
veel over bekend is en wat voor schade het precies kan aanrichten.
2
Taak
Deze opdracht is bedoeld om jullie jezelf iets te leren over erfelijkheid. Om
dit te bereiken hebben we een hoofdvraag aangehouden en daaromheen
enkele deelvragen gesteld. Het is handig om eerst de deelvragen te
beantwoorden waardoor je voldoende kennis vergaard om de hoofdvraag
te beantwoorden. Deze opdracht is bedoeld voor klas 3 KGT nadat zij van
thema 4 Erfelijkheid in hun werkboek opdracht 1-2-3-4-5-6-7-11-12-1415-18-19 gemaakt hebben.
Hoofdvraag:
“Wat bepaald wie je bent?”
Deelvragen:
1. Wat betekenen de termen
genotype/fenotype, dominant/recessief,
heterozygoot/homozygoot, DNA?
2. Wat bepaald of je een jongen/meisje
wordt?
3. Welke tweeling lijkt meer op elkaar, een 1-eiige of 2-eiige tweeling?
Waarom?
4. Wat is een mutatie (in je DNA)? En waardoor kunnen ze ontstaan?
5. Wat is kanker? En hoe ontstaat het?
6. Welke vormen van prenataal onderzoek zijn er?
7. Waarom is er prenataal onderzoek?
8. Wat zijn de voordelen van genetische modificatie?
9. Wat zijn de nadelen van genetische modificatie?
10.
Wat is kloneren?
Het is de bedoeling dat je alle deelvragen beantwoord in de vorm van een
verslag. De hoofdvraag beantwoord je in de conclusie.
3
Proces
Het stappenplan om de opdracht te maken:
1. Maak een groepje van 2 of 3 personen.
2. Maak samen de opdrachten in je werkboek.
(niet overschrijven van elkaar!)
3. Lees de deelvragen aandachtig door.
4. Zoek in de hier vermelde bronnen de
informatie op die je nodig hebt om de
deelvragen te beantwoorden.
5. Overleg met je groepje welke informatie
geschikt is. (Probeer het niet te langdradig
te maken, en vermijd herhalingen, gebruik
je eigen woorden!)
6. Zoek plaatjes bij de informatie die je geeft.
7. Geef met behulp van de kennis die je
geleerd hebt een antwoord op de hoofdvraag.
8. Presenteer de gevonden informatie in de vorm van een verslag.
9. Je krijgt voor deze opdracht 4 lessen tijd. Geef jezelf ook huiswerk
op! (Bv.: de opdrachten in je werkboek kun je prima thuis maken en
de volgende les in je groepje nakijken.)
10.
Zorg per groepje voor 1 memory stick zodat je je verslag op
kunt slaan en er overal aan kunt werken!
4
Bronnen
Internet:
Nederlandstalig:
http://www.erfelijkheid.nl/
http://www.erfocentrum.nl/
http://erfelijkheid.startpagina.nl/
http://www.biotechnologie.net/
https://www.dokterdokter.nl/
http://www.xald.nl/artikelen/erfelijkheid.html
Engelstalig:
http://www.gdb.org/
http://www.yourgenome.org/
Je mag natuurlijk ook je biologieboek gebruiken.
Tip: Neem niet alles zomaar van internet over. Iedereen met een mening
of idee kan dat op internet zetten ook al klopt dit niet. Ben kritisch!
5
Beoordeling
Punten
Snelhechter (2 punten)
Titelblad (namen klas titel) (2 punten)
1. Wat betekenen de termen genotype/fenotype,
dominant/recessief, heterozygoot/homozygoot, DNA?(7 x 2
punten)
2. Wat bepaald of je een jongen/meisje wordt? (5 punten)
3. Welke tweeling lijkt meer op elkaar, een 1-eiige of 2-eiige
tweeling? (2 punten) Waarom? (5 punten)
4.Wat is een mutatie (in je DNA)? (5 punten)En waardoor
kunnen ze ontstaan? (5 punten)
5. Wat is kanker? (5 punten) En hoe ontstaat het? (5 punten)
6. Welke vormen van prenataal onderzoek zijn er? (6 punten)
7. Waarom is er prenataal onderzoek? (5 punten)
8. Wat zijn de voordelen van genetische modificatie? (5 punten)
9. Wat zijn de nadelen van genetische modificatie? (5 punten)
10. Wat is kloneren? (5 punten)
Conclusie met daarin antwoord hoofdvraag (10 punten)
Tekst in eigen woorden (dus niet letterlijk overgenomen) (5
punten)
Verzorging (5 punten)
Totaal aantal punten
(96 punten) Kader: aantal behaalde punten delen door 9
TG: aantal behaalde punten delen door 8
Tip: Controleer je verslag aan de hand van deze beoordeling voordat je
het inlevert!
6
Download