Hoofdstuk 2: Revolutie, razernij en reactie

advertisement
Kenmerk diachroon
Het conflict in de christelijke wereld over
de vraag de wereldlijke of de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben
Les 22: De Italiaanse stadstaten
1450
1500
• Belangrijkste stadstaat
1400
– Waarom?
1350
• Venetië als voorbeeld in deze presentatie
1300
• In het hb staat op p. 54 een fout: Kooplieden uit Genua en Venetië
werkten veelal niet samen, meestal juist het tegenovergestelde.
1250
– Tot grote economische bloei kwamen
– Enorm veel gebied in Italië en het Middellands-Zeegebied
veroverden
– Elkaars vijanden/concurrenten waren
1200
• Genua, Pisa, Venetië en Amalfi waren de stadstaten
(lees: republieken) die in de middeleeuwen (vanaf 10e
eeuw)
1150
De opkomst van de
Italiaanse stadstaten
1100
H3:§ 9:p54
1550
Venetië en omgeving
Italië omstreeks 1000
1
Al aan het eind van de tijd van het West-Romeinse
Rijk waren de inwoners van een stad nabij een lagune
(moeras) genoodzaakt naar de eilanden in de
ondiepte te vluchten door de invallen van de
400
•
300
Voor Venetië begon de bloeiperiode al vroeg, hetgeen
feitelijk een gevolg was van rampzalige
gebeurtenissen.
200
•
100
Een vlucht het moeras in
700
800
Visigothen (402 NC) en de
Hunnen van Atilla (452 NC)
500
–
–
900
Dit was eigenlijk het begin van een successtory
•
Waardoor?
1000
•
1
500
700
800
• Nog meer mensen van het vaste land vluchtten de lagune in
• De lagune-bewoners voelde niets meer voor overheersing door
wie dan ook. Wel behield Constantinopel haar invloed.
400
• In 540 werd de federatie echter onderworpen door Byzantium
(Justinianus)
• Echter, in 568 kwam deze overheersing tot een eind door de inval
van de Longobarden
– 2 gevolgen
300
– Vanuit een houten hutjes ging men zich toeleggen op visvangst en
zouthandel.
– De eilandjes bestuurden zichzelf en vormde een losse federatie
200
• In het moeras trachtte de mensen op de eilandjes een nieuw
bestaan op te bouwen
100
Venetië, een stad uit niets
900
1000
1
500
700
800
– hij mocht bijvoorbeeld
geen giften aannemen of
alleen onderhandelen
met vorsten
400
• Echter, zijn macht mocht
niet erfelijk worden
• Hij moest oud en wijs zijn
• Zijn doen en laten werd
constant gecontroleerd
300
– Deze zat het bestuur van
de republiek voor
200
• Als leider van de
Republiek Venetië werd
de Doge (hertog)
aangesteld (726)
100
Venetië, de republiek
900
1000
En zo nog 113 doges
Paleis van de Doge
1
–
Dit mislukte
•
Door haar ligging bleek de stad niet in te nemen
–
700
–
800
Kleine eilandjes werden aaneengesmeed m.b.v. houten
pijlers, waarop de stad ging rusten
Zij onthechtten zich van Constantinopel en werd op eigen
kracht een economische grootmacht en groeide uit tot de
belangrijkste zeevaartnatie in de Middellandse-Zee
500
Daarnaast groeide haar kracht en omvang met de
jaren
400
•
300
De Franken (Karel de Grote) trachtte vlak voor 800
Venetië in te nemen
200
•
100
Venetië wordt machtig
900
1000
1100
1500
1550
• Het Arsenaal; een scheepswerf die in tijd van politieke crisis meer dan
50 boten meer maand kon bouwen
• Men bouwde zowel handels- als oorlogsschepen
• Op haar hoogtepunt was het 46 hectaren groot en werkten er 16.000
mensen
• Zo kon men bij de Kruistochten en zeeoorlogen de grootste vloot te water
laten gaan
1450
– Om dit de baas te kunnen zijn, bouwden de Venetianen het grootste
industriële complex van de middeneeuwen (1104)
1400
• Haar welvaart leidde tot afgunst en rivaliteit
1350
– Marco Polo was bijvoorbeeld een van haar inwoners
1300
• Door haar banden met Byzantium kon men makkelijk aan allerlei
goederen uit het Oosten komen.
1250
– aan/in zee was scheepvaart normaal
– vormde ze een kruispunt tussen het Oosten en Westen
– Zij was (net als Genua) een goed vertrekpunt voor de kruistochten,
hetgeen handel betekende (1095 e.v.).
1200
• Door haar ligging
1150
Economische Kracht
Stads-“toegang”tot het Arsenaal
San Marcoplein en Doge paleis
1300
1350
1400
1450
1500
• Venetië eigende zich kleine, maar voor de handel belangrijke
gebieden/eilanden in het Oosten toe
• De goederen uit het Oosten stroomden weer massaal de stad
binnen (sinds de boycot sinds de 1e Kruistocht)
• De Venetiaanse taal zou de handelstaal voor het Oosten van de
Middellandse-Zee worden
• Met de Arabieren en later met de Turken werd in eerste instantie
goed handel gedreven
1250
– Zo werden de Venetianen in Constantinopel vervolgd
– Bij de Vierde Kruistocht (1202-1204) nam Venetië wraak,
werd de stad ingenomen en nam zij de handelspositie van de
Byzantijnen over.
1200
• Door haar bemoeienis met de Eerste Kruistocht
werden de relaties met Byzantium verpest
1150
in het Oosten
1100
Politieke Kracht
1550
Eugène Delacroix, De inname van Constantinopel door de kruisvaarders
1350
1400
1450
1500
– in de ban doen van de Doge
– afzetten van pausen
– Het onder controle worden gesteld van de katholieke clerici
door de Republiek
1300
• enerzijds als bemiddelaar kon optreden tussen Pausen en
stoute vorsten
• anderzijds geregeld in aanvaring kwamen met de Paus,
hetgeen soms leidde tot
1250
– In eerste instantie voer men onder invloed van
Constantinopel een eigen koers
– Daarna bleef men dit doen, waardoor ze
1200
• De relaties met de Paus waren niet al te best
1150
in Rome
1100
Politieke Kracht
1550
1250
1300
1350
1400
• Een aantal gewonnen oorlogen leidde er uiteindelijk
toe dat Venetië ook op land steeds machtiger werd
1200
• Door de lastige relatie met de paus en de vijandige
concurrentie met steden als Pisa, Verona en met
name Genua werd Venetië ook een aantal malen
vanaf het land aangevallen
1150
op het land
1100
Politieke Kracht
1450
1500
1550
Groei van de Venetiaanse macht
Handel in de middeleeuwen
11e eeuw en later
Download