Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben Les 3: De Italiaanse stadstaten 1450 1500 • Belangrijkste stadstaat 1400 – Waarom? 1350 • Venetië als voorbeeld in deze presentatie 1300 • In het hb staat op p. 54 een fout: Kooplieden uit Genua en Venetië werkten veelal niet samen, meestal juist het tegenovergestelde. 1250 – Tot grote economische bloei kwamen – Enorm veel gebied in Italië en het Middellands-Zeegebied veroverden – Elkaars vijanden/concurrenten waren 1200 • Genua, Pisa, Venetië en Amalfi waren de stadstaten (lees: republieken) die in de middeleeuwen (vanaf 10e eeuw) 1150 De opkomst van de Italiaanse stadstaten 1100 H3:§ 9:p54 1550 Venetië en omgeving Italië omstreeks 1000 1 Al aan het eind van de tijd van het West-Romeinse Rijk waren de inwoners van een stad nabij een lagune (moeras) genoodzaakt naar de eilanden in de ondiepte te vluchten door de invallen van de 400 • 300 Voor Venetië begon de bloeiperiode al vroeg, hetgeen feitelijk een gevolg was van rampzalige gebeurtenissen. 200 • 100 Een vlucht het moeras in 700 800 Visigothen (402 NC) en de Hunnen van Atilla (452 NC) 500 – – 900 Dit was eigenlijk het begin van een successtory • Waardoor? 1000 • 1 500 700 800 • Nog meer mensen van het vaste land vluchtten de lagune in • De lagune-bewoners voelde niets meer voor overheersing door wie dan ook. Wel behield Constantinopel haar invloed. 400 • In 540 werd de federatie echter onderworpen door Byzantium (Justinianus) • Echter, in 568 kwam deze overheersing tot een eind door de inval van de Longobarden – 2 gevolgen 300 – Vanuit een houten hutjes ging men zich toeleggen op visvangst en zouthandel. – De eilandjes bestuurden zichzelf en vormde een losse federatie 200 • In het moeras trachtte de mensen op de eilandjes een nieuw bestaan op te bouwen 100 Venetië, een stad uit niets 900 1000 1 500 700 800 – hij mocht bijvoorbeeld geen giften aannemen of alleen onderhandelen met vorsten 400 • Echter, zijn macht mocht niet erfelijk worden • Hij moest oud en wijs zijn • Zijn doen en laten werd constant gecontroleerd 300 – Deze zat het bestuur van de republiek voor 200 • Als leider van de Republiek Venetië werd de Doge (hertog) aangesteld (726) 100 Venetië, de republiek 900 1000 En zo nog 113 doges Paleis van de Doge 1 – Dit mislukte • Door haar ligging bleek de stad niet in te nemen – 700 – 800 Kleine eilandjes werden aaneengesmeed m.b.v. houten pijlers, waarop de stad ging rusten Zij onthechtten zich van Constantinopel en werd op eigen kracht een economische grootmacht en groeide uit tot de belangrijkste zeevaartnatie in de Middellandse-Zee 500 Daarnaast groeide haar kracht en omvang met de jaren 400 • 300 De Franken (Karel de Grote) trachtte vlak voor 800 Venetië in te nemen 200 • 100 Venetië wordt machtig 900 1000 1100 1500 1550 • Het Arsenaal; een scheepswerf die in tijd van politieke crisis meer dan 50 boten meer maand kon bouwen • Men bouwde zowel handels- als oorlogsschepen • Op haar hoogtepunt was het 46 hectaren groot en werkten er 16.000 mensen • Zo kon men bij de Kruistochten en zeeoorlogen de grootste vloot te water laten gaan 1450 – Om dit de baas te kunnen zijn, bouwden de Venetianen het grootste industriële complex van de middeneeuwen (1104) 1400 • Haar welvaart leidde tot afgunst en rivaliteit 1350 – Marco Polo was bijvoorbeeld een van haar inwoners 1300 • Door haar banden met Byzantium kon men makkelijk aan allerlei goederen uit het Oosten komen. 1250 – aan/in zee was scheepvaart normaal – vormde ze een kruispunt tussen het Oosten en Westen – Zij was (net als Genua) een goed vertrekpunt voor de kruistochten, hetgeen handel betekende (1095 e.v.). 1200 • Door haar ligging 1150 Economische Kracht Stads-“toegang”tot het Arsenaal San Marcoplein en Doge paleis 1300 1350 1400 1450 1500 • Venetië eigende zich kleine, maar voor de handel belangrijke gebieden/eilanden in het Oosten toe • De goederen uit het Oosten stroomden weer massaal de stad binnen (sinds de boycot sinds de 1e Kruistocht) • De Venetiaanse taal zou de handelstaal voor het Oosten van de Middellandse-Zee worden • Met de Arabieren en later met de Turken werd in eerste instantie goed handel gedreven 1250 – Zo werden de Venetianen in Constantinopel vervolgd – Bij de Vierde Kruistocht (1202-1204) nam Venetië wraak, werd de stad ingenomen en nam zij de handelspositie van de Byzantijnen over. 1200 • Door haar bemoeienis met de Eerste Kruistocht werden de relaties met Byzantium verpest 1150 in het Oosten 1100 Politieke Kracht 1550 Eugène Delacroix, De inname van Constantinopel door de kruisvaarders 1350 1400 1450 1500 – in de ban doen van de Doge – afzetten van pausen – Het onder controle worden gesteld van de katholieke clerici door de Republiek 1300 • enerzijds als bemiddelaar kon optreden tussen Pausen en stoute vorsten • anderzijds geregeld in aanvaring kwamen met de Paus, hetgeen soms leidde tot 1250 – In eerste instantie voer men onder invloed van Constantinopel een eigen koers – Daarna bleef men dit doen, waardoor ze 1200 • De relaties met de Paus waren niet al te best 1150 in Rome 1100 Politieke Kracht 1550 1250 1300 1350 1400 • Een aantal gewonnen oorlogen leidde er uiteindelijk toe dat Venetië ook op land steeds machtiger werd 1200 • Door de lastige relatie met de paus en de vijandige concurrentie met steden als Pisa, Verona en met name Genua werd Venetië ook een aantal malen vanaf het land aangevallen 1150 op het land 1100 Politieke Kracht 1450 1500 1550 Groei van de Venetiaanse macht Handel in de middeleeuwen 11e eeuw en later