Climate change and transport policy

advertisement
CONCEPT 25 februari 2009
Michael Earle, Martin Koehler, Claire Kwan; goedgekeurd door coördinatoren en
bureau
13 511 karakters (zonder verwijzingen)
Hoofdstuk 9:
Het bevorderen van de mensenrechten in en buiten de EU
Inleiding
De EU is gegrondvest op een gemeenschap van waarden en grondrechten. Zowel het
interne als het externe beleid van de EU is geïnspireerd op de eerbiediging van
democratische beginselen en fundamentele vrijheden zoals vastgelegd in de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarom is een van de
hoofddoelstellingen van de EU de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid,
veiligheid en rechtvaardigheid en de toepassing van de beginselen van vrijheid,
democratie en eerbiediging van de grondrechten en de rechtsstaat.
De ervaring en praktijk hebben echter geleerd dat er een duidelijke discrepantie
bestaat tussen enerzijds hetgeen waartoe de EU zich heeft verplicht op het gebied van
de mensenrechten, en anderzijds haar interne en externe beleid en praktijk. Daarnaast
heeft het gebrek aan samenhang en consistentie tussen het interne en het externe
beleid van de EU in sommige gevallen geleid tot dubbele normen.
Als direct gekozen vertegenwoordiging van de Europese burgers heeft het Europees
Parlement een duidelijke verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de
grondrechten. De Groenen betreuren dat de lidstaten onverminderd gekant zijn tegen
een toetsing van hun beleid en praktijken op het gebied van de mensenrechten door de
EU en zodoende de actieve rol van de EU in de wereld als “voorvechter van de
mensenrechten” ondermijnt en schade berokkent aan de geloofwaardigheid van haar
externe beleid voor wat betreft de bescherming van de grondrechten.
Essentiële feiten en de gevolgen van non-actie
Sinds 11 september 2001 wordt internationale samenwerking op het gebied van
terrorismebestrijding vaak gebruikt als voorwendsel om het beschermingsniveau van
de fundamentele vrijheden te verlagen. De afkalving van de burgerrechten die in de
EU heeft plaatsgevonden onder het mom van terrorismebestrijding, zoals het gebruik
door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van
gevangenen, is zorgwekkend. Buitengewone uitlevering, een praktijk die het VNVerdrag tegen foltering verbiedt, moet worden afgekeurd en het gebruik van
diplomatieke garanties moet worden afgewezen. De EU moet op internationaal niveau
met meer vastberadenheid optreden om te komen tot een echte
terrorismebestrijdingsstrategie die volledig voldoet aan internationale normen en
verplichtingen op het gebied van mensenrechten. De lidstaten moeten zich bewust zijn
van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van illegale praktijken op het gebied van
buitengewone uitleveringen en dienen alles, inclusief diepgaand onderzoek, in het
werk te stellen om ervoor te zorgen dat de EU en de lidstaten nooit weer betrokken
raken bij dit soort inbreuken op mensenrechtenschendingen.
1
Gelijke kansen zijn een grondrecht voor elk individu. We moeten alle vormen van
discriminatie bestrijden. Daarbij moet vooral aandacht worden besteed aan etnische
en taalkundige minderheden en aan staatlozen met een vaste woonplaats in een van de
lidstaten. Met name de Roma-gemeenschap vereist bijzondere aandacht.
De EU heeft aangetoond dat zij de mensenrechten wil bevorderen door het opnemen
van een mensenrechtenclausule in alle kaderovereenkomsten van de EU met derde
landen. Hiervan uitgezonderd zijn alleen overeenkomsten op het gebied van
landbouw, textiel en visserij. Deze clausule moet in alle nieuwe overeenkomsten
worden opgenomen, inclusief sectorale overeenkomsten. Hoewel de
mensenrechtenclausule een essentieel bestanddeel van de overeenkomsten vormt,
heeft
schending
van
deze
clausule
door
ernstige,
aanhoudende
mensenrechtenschendingen tot dusver maar zelden geleid tot herroeping van een
overeenkomst. Enige uitzondering is de Overeenkomst van Cotonou, die een
duidelijke regeling bevat voor het geval het vermoeden bestaat dat de overeenkomst
wordt geschonden. Een dergelijke regeling zou eigenlijk voor alle EUovereenkomsten moeten gelden om te waarborgen dat de clausule consequent wordt
toegepast.
Het Europees Parlement, met name de Groenen, wijst allang op de noodzaak van een
effectief en transparant proces van toezicht op en toepassing van alle
mensenrechteninstrumenten – we hebben de instrumenten wel, maar het ontbreekt aan
een correcte toepassing. De toetredingsprocedure met de duidelijk omschreven criteria
van Kopenhagen is een goed voorbeeld van hoe duidelijke procedures voor het
toezicht en de toepassing de effectiviteit van mensenrechteninstrumenten kunnen
verbeteren. Onderhandelingen over en evaluatie van bilaterale actieplannen in het
kader van het Europees nabuurschapsbeleid bieden wellicht ook mogelijkheden voor
het invoeren van nog meer verbintenissen inzake de mensenrechten.
Haalbaarheid binnen het EU-kader
De EU is gebaseerd op en gedefinieerd door de universele beginselen van vrijheid en
democratie en eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten zoals
gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de
Mens. Ter aanvulling van de artikelen 6 en 7 van het EU-Verdrag heeft de Unie in
2002 het Handvest van de Grondrechten aangenomen. Ongeacht zijn rechtsvorm is
het Handvest sindsdien uitgegroeid tot referentie voor de rechtspraak van Europese
rechtbanken. Mits het Verdrag van Lissabon wordt geratificeerd, zal het Handvest
langs deze weg een juridisch bindende status krijgen en moet de EU toetreden tot het
EVRM.
Het EU-Verdrag bepaalt dat het bevorderen van de mensenrechten een doelstelling is
van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en dat deze
rechten worden versterkt door het Handvest van de Grondrechten. Artikel 21 van het
Verdrag van Lissabon benadrukt heel duidelijk de onderlinge afhankelijkheid van de
interne en externe dimensies van het mensenrechtenbeleid van de EU door te stellen
dat “het internationaal optreden van de Unie berust en is gericht op de wereldwijde
verspreiding van de beginselen die aan de oprichting, de ontwikkeling en de
uitbreiding van de Unie ten grondslag liggen”.
2
De EU is ook verantwoordelijk voor maatregelen ter bestrijding van discriminatie op
grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap,
leeftijd of seksuele geaardheid.
Daarnaast maakt het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) deel uit van
de Lissabon-strategie en duurzame ontwikkeling en werkt de Commissie aan de
integratie van MVO in de ontwikkeling en het bevorderen van de mensenrechten.
Groene successen 2004-2009

Evenwicht aanbrengen tussen burgervrijheden en terrorismebestrijding. De
Groenen zijn erin geslaagd het Parlement zijn standpunt inzake de bestrijding van
terrorisme te laten bijstellen zodat nu ook rekening wordt gehouden met het feit
dat burgerrechten deel uitmaken van veiligheid. De Groenen hebben drie
hoofdbeginselen geïntegreerd: 1) het beginsel van noodzaak en evenredigheid: een
staat mag zijn macht nooit misbruiken. Wij weigeren in overweging te nemen dat de
strijd tegen het terrorisme gevoerd mag worden ten koste van grondrechten en
fundamentele vrijheden, 2) effectieve coherente maatregelen om te garanderen dat
we het eigenlijke doel van de wetten die we aannemen, niet ondermijnen, en ten
slotte 3) het beginsel dat binnen de samenwerking tussen politie en justitie gericht
onderzoek iets is waar de EU altijd naar moet streven bij het instellen van
maatregelen om misdaad te bestrijden.

Evenwicht aanbrengen tussen burgervrijheden en justitie. Op het gebied van
justitiële samenwerking in strafzaken hebben de Groenen het gebrek aan evenwicht
gehekeld tussen repressieve maatregelen, zoals het Europese aanhoudingsbevel,
het Kaderbesluit inzake terrorisme en de terroristenlijst, en de noodzakelijke
verbeteringen op het gebied van beschermende maatregelen, met name de rechten
van personen in justitiële stelsels. De Groenen waren verantwoordelijk voor een
verslag over minimumnormen voor het procesrecht, dat nog niet is goedgekeurd.
Dankzij de Groenen is de meerderheid van het Parlement nu overtuigd van de
noodzaak van het beschermen van burgerrechten.

Uitlevering door de CIA. De Groenen hebben een buitengewoon krachtig standpunt
ingenomen over buitengewone uitlevering door de CIA. De Raad en de Commissie
moeten deze praktijk veroordelen en het gebruik van diplomatieke garanties
verbieden. Bovendien kunnen de lidstaten niet langer hun verantwoordelijkheden
inzake deze onwettige praktijken naast zich neerleggen en moeten ze alle
noodzakelijke maatregelen nemen, waaronder een diepgaand onderzoek, om ervoor
te zorgen dat de EU en de lidstaten nooit meer betrokken raken bij dergelijke
mensenrechtenschendingen.

Privacy en gegevensbescherming. Het recht op privacy en met name het recht op
bescherming van persoonsgegevens zijn ook grondrechten. Na druk van de Groenen
is er een juridisch instrument aangenomen voor het verzekeren van de
bescherming van persoonsgegevens op het terrein van politiële en justitiële
samenwerking op EU-niveau. De Groenen hebben ook het initiatief genomen dat
volledige naleving van de vereisten inzake gegevensbescherming gegarandeerd
wordt bij de Europese volks- en huisvestingstellingen.

Antidiscriminatie. De Groenen hebben de Commissie gedwongen haar belofte uit
2004 na te komen, namelijk dat zij een voorstel zou indienen voor een horizontale
(brede) antidiscriminatierichtlijn. En mede als gevolg van ons lobbyen is het
Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten bezig met een verslag over de
discriminatie waarmee homoseksuelen in de EU te kampen hebben.
3

Pluralisme in de media. Dankzij onze inspanningen heeft het Europees Parlement
aanbevolen dat pluralisme in de media zeker gesteld moet worden middels een
juridisch kader zodat dat alle Europese burgers in de hele EU toegang hebben
tot vrije en gediversifieerde media. Ook heeft het EP het standpunt ingenomen dat
een pluralistisch systeem van essentieel belang is voor het voortbestaan van een
democratisch sociaal model. Daarnaast hebben wij ervoor gezorgd dat de EU een
Europese nieuwszender in het Farsi heeft gefinancierd teneinde bij te dragen tot
meer mediadiversiteit in Iran, zonder inmenging in de interne aangelegenheden van
dat land.

Huiselijk geweld bestrijden. De Groenen hebben het Europees Parlement zover
gekregen goedkeuring te geven aan de volgende ronde van DAPHNE (2007-2014),
een EU-programma voor het bestrijden van geweld jegens kinderen, jongeren
en vrouwen. Bovendien is aan onze niet-aflatende eis dat huiselijk geweld op EUniveau erkend moest worden, voldaan door de opname van een zin waarin de
Commissie gevraagd wordt “een juridische basis aan te geven binnen de huidige
Europese wetgeving om geweld jegens vrouwen te bestrijden”.

De Groenen hebben gezorgd voor hervatting van het jaarverslag over de
grondrechten in de EU, dat sinds 2004 gestaakt was. Voor de periode 2004-2008
wordt hieraan nu gewerkt. Dit verslag had en krijgt opnieuw een belangrijke rol bij het
beoordelen van de tenuitvoerlegging van grondrechten in Europa op basis van het
jaarverslag dat wordt opgesteld door het Bureau voor de grondrechten (FRA).
Bovendien hebben wij tijdens ons voorzitterschap van deze subcommissie ook de
structuur hervormd van het verslag over het externe mensenrechtenbeleid van de
EU, zodat dit zich nu vooral richt op de beoordeling van de tenuitvoerlegging van alle
mensenrechteninstrumenten en de rol die het EP speelt in plaats van alleen maar
een opsomming te geven van mensenrechtenschendingen.

De bescherming van mensenrechtenactivisten is een van de prioriteiten van de
Groenen. Wij waren sterke voorstanders van het introduceren van een formeel
netwerk van laureaten van de Sacharovprijs dat uiteindelijk zou moeten uitgroeien tot
een steunpunt voor mensenrechtenactivisten binnen het Europees Parlement.

Financiering van de bevordering van mensenrechten. Na druk vanuit de Groenen
heeft het Europees Parlement van de Commissie een specifiek en afzonderlijk
instrument gekregen voor het bevorderen van maatschappelijke organisaties zonder
toestemming te vragen van de autoriteiten van derde landen. Dit Europees initiatief
voor democratie en mensenrechten (EIDHR) omvat hernieuwbare financiële steun
die mensen die opkomen voor de mensenrechten, in staat stelt hun activiteiten
voort te zetten en juridische ondersteuning te financieren. Als medeopsteller van
dit verslag hebben wij de noodzaak benadrukt van flexibiliteit bij de tenuitvoerlegging
van dit instrument ten einde NGO's te financieren die niet erkend worden door
repressieve autoriteiten. De Groenen zijn er als co-rapporteur ook in geslaagd een
noodfonds op te zetten voor mensenrechtenactivisten die gevaar lopen.

Het
aangeven
van
en
voorstellen
doen
voor
acties
om
mensenrechtenschendingen tegen te gaan. De Groenen hebben met veel succes
diverse malen de aandacht op mensenrechtenschendingen gevestigd en
aanbevelingen gedaan voor acties in deze via urgente resoluties van het Europees
Parlement. Zo heeft bijvoorbeeld onze resolutie over de moorden op vrouwen in
Mexico en Midden-Amerika er sterk toe bijgedragen dat er meer aandacht kwam voor
dit probleem, terwijl er daarnaast ook praktische ondersteuning en expertise vanuit de
EU werd geboden en druk werd uitgeoefend op de overheden van deze landen om
aandacht te besteden aan deze kwestie.

EU-sancties. De Groenen hebben het verslag opgesteld over de beoordeling van
EU-sancties in het kader van de acties en het beleid van de EU op het gebied van de
mensenrechten. Er is een reeks concrete aanbevelingen gedaan, waaronder het
verwoorden van een duidelijke methodiek om een einde te maken aan de huidige ad-
4
hoc-aard van reacties. Dit moet gepaard gaan met een duidelijk
besluitvormingsproces, doelstellingen, benchmarks en toetsingsmechanismen. De
inrichting van een netwerk van zelfstandige experts dat periodieke verslagen over de
vorderingen publiceert, zou ook de transparantie en coherentie vergroten.
Wat de Groenen willen
Het begrip mensenrechten bestrijkt een zodanig breed gebied dat het raakvlakken heeft met
een groot aantal terreinen van de wetgeving. Het effect van wetgeving dient grondig
geanalyseerd te worden om er zeker van te zijn dat deze geen nadelige gevolgen voor de
mensenrechten heeft. De Groenen zullen voortdurend waakzaam blijven en actie
ondernemen om ervoor te zorgen dat de grondrechten zowel binnen als buiten de EU worden
beschermd. Het is uitsluitend door onze voortdurende waakzaamheid en vroegtijdig en
aanhoudend optreden dat we de uitholling van burgerlijke vrijheden hebben kunnen
voorkomen, en als we onze inspanningen nu zouden staken, zou een beperking van deze
rechten onvermijdelijk zijn.

De Groenen willen een echte ”grondrechtencultuur” vestigen in de EU door
middel van een uitgebreid controlesysteem voor de eerbiediging van deze rechten.
Om dit te bereiken, willen de Groenen samenwerkingsovereenkomsten sluiten met
internationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van
grondrechten, bijvoorbeeld het Bureau van de Hoge Commissaris voor de
mensenrechten (OHCHR) en het Bureau voor Democratische Instellingen en
Mensenrechten (ODIHR) om sterker te kunnen optreden als het gaat om
mensenrechtenkwesties, bijvoorbeeld door in nauwe samenwerking met het OHCHR
en ODIHR een steunpunt voor mensenrechtenactivisten op te richten in alle
instellingen van de EU. Daarnaast roepen de Groenen de EU op een
kaderovereenkomst met het OHCHR te sluiten, om de ratificatie en tenuitvoerlegging
van VN-Verdragen door alle lidstaten van de EU te bevorderen.

De Groenen willen dat alle lidstaten nauwkeurig toezicht van de EU toestaan over
de mensenrechten en praktijken binnen de eigen lidstaat, om het meten met twee
maten te voorkomen. Dit zal de actieve rol van de EU in de wereld als een ware
verdediger van de mensenrechten versterken. Er kan bijvoorbeeld een jaarverslag
over de stand van de grondrechten in de EU worden uitgebracht.

Breder mandaat voor het Bureau van de Europese Unie voor de Grondrechten:
op dit moment zijn de bevoegdheden van het Bureau beperkt tot de toepassing van
de EU-wetgeving (niet de wetgeving van de lidstaten), en hierdoor kunnen belangrijke
gebieden met betrekking tot het mensenrechtenbeleid in Europa buiten systematisch
toezicht worden gehouden, bijv. beleid op het gebied van terrorismebestrijding,
mishandeling en het gebruik van geweld door de politie, het recht op een eerlijk
proces, geweld tegen vrouwen en mensenhandel met het oog op seksuele
exploitatie. De Groenen zullen blijven pleiten voor een uitbreiding van de
bevoegdheden naar het externe beleid en zullen het belang van mensenrechten en
grondrechten opnieuw bekrachtigen in al hun overeenkomsten met derde landen.

Sterkere bevoegdheden om de eerbiediging van mensenrechten te waarborgen:
de ratificatie van het Verdrag van Lissabon zal de Europese Unie en daarmee het
Europees Parlement en de Groenen sterkere bevoegdheden geven om de
eerbiediging
van
mensenrechten,
bijvoorbeeld
op
het
gebied
van
gegevensbescherming, te waarborgen, en zal de kracht van het EU-Handvest van de
grondrechten vergroten.

Gegevensbescherming: zowel terrorisme als immigratie worden als een
voorwendsel gebruikt om databanken met persoonsgegevens samen te stellen ten
behoeve van de personencontrole (bijv. het visuminformatiesysteem, het
informatiesysteem van Europol, het Schengeninformatiesysteem, enz.). We willen de
5
toename van het aantal gegevensbanken en de uitbreiding van hun bevoegdheden
beperken, en we willen naar een strikte beperking van het gebruik van technologieën
zoals biometrie.

Immigrantenvrouwen moeten hun eigen wettelijke status krijgen. De Groenen
willen dat lidstaten alle immigrantenvrouwen een eigen verblijfsrecht verlenen.
Vrouwen komen vaak in de EU aan als de echtgenote of partner van een man met
een verblijfsvergunning. Als de relatie echter wordt beëindigd, heeft de vrouw geen
recht in de EU te blijven en geen wettelijke status.

Vrouwelijke genitale verminking (VGM). Het standpunt van het Europees
Parlement is dat VGM verboden moet worden. De Groenen willen dat lidstaten artsen
en verplegers het recht ontnemen hun beroep uit te oefenen als zij dergelijke
procedures uitvoeren.

In alle overeenkomsten die met derde landen worden gesloten, moeten
systematisch bepalingen over mensenrechten worden opgenomen. De Groenen
willen ook een explicietere bepaling met als grondslag de ondeelbaarheid van de
mensenrechten (twee internationale mensenrechtenverdragen). Deze bepaling zou
bovendien vergezeld moeten gaan van een duidelijk implementatiemechanisme, dat
o.a. bestaat uit een werkelijke procedure van overleg tussen de partijen in de geest
van de Overeenkomst van Cotonou. Het EP dient een rol te spelen in het opstellen
van het onderhandelingsmandaat voor nieuwe overeenkomsten met derde landen,
met name ten aanzien van hun politieke doelstellingen en de bevordering van
mensenrechten.

De bescherming van mensenrechtenactivisten is een van de prioriteiten van de
Groenen en deze kan verbeterd worden door een steunpunt voor
mensenrechtenactivisten op te richten binnen het Europees Parlement.

Wetgeving voor EU-ondernemingen om echt maatschappelijk verantwoord
ondernemen in hun volledige leveringsketen te integreren. De Groenen willen
ook dat de Europese Commissie automatisch een onderzoek instelt na een melding
aan het toezichtmechanisme van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) door
partners van de IAO over lidstaten die zich stelselmatig niet aan de fundamentele
normen van de IAO houden.

De Groenen willen dat er regelmatig op deugdelijke wijze wordt onderzocht of
derde landen daadwerkelijk aan de voorwaarden voor het stelsel van algemene
preferenties (SAP+) voldoen. Deze regeling verleent preferentiële toegang tot EUmarkten aan ontwikkelingslanden en overgangseconomieën die belangrijke
internationale verdragen over fundamentele arbeidsnormen, mensenrechten,
duurzame ontwikkeling en goed bestuur hebben geratificeerd.
Referenties
EU-betrekkingen met derde landen
http://ec.europa.eu/external_relations/human_rights/intro/index.htm
Rechtsgrondslag voor de grondrechten in de EU
Verdrag betreffende de Europese Unie 2002, titel I, artikelen 6 en 7, titel V, artikel 11.1, titel VIII,
artikel 49 en artikel 11.
http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/dat/12002M/pdf/12002M_NL.pdf
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap 2002, eerste deel, artikel 13.1 en titel XX, artikel
177.2
http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/dat/12002E/pdf/12002E_NL.pdf
Handvest voor de Grondrechten van de EU
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2007:303:0001:0016:NL:PDF
6
Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van de rechten van de mens
http://conventions.coe.int/treaty/en/Treaties/Html/005.htm
Universele verklaring van de rechten van de mens van de VN
http://www.un.org/Overview/rights.html
Toezegging van de Commissie voor een horizontale antidiscriminatierichtlijn
http://ec.europa.eu/employment_social/fundamental_rights/org/imass_en.htm
Het Europees Parlement over pluralisme in de media
http://www.europarl.europa.eu/oeil/file.jsp?id=5564652
Resolutie van het Europees Parlement over vrouwenmoorden in Mexico en Midden-Amerika
http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P6-TA-20070431+0+DOC+XML+V0//NL
Nuttige websites
Europees Hof van Justitie
http://curia.europa.eu/en/instit/presentationfr/index_cje.htm
Raad van Europa
http://www.coe.int/
Bureau van de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN
www.ohchr.org
Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten van de VN
http://www.osce.org/odihr/
Contactpersonen in de Fractie van de Groenen/Vrije Europese Alliantie in het
Europees Parlement:
- Adviseur op het gebied van mensenrechten: Mychelle Rieu, tel.: 0032-2-2841668,
[email protected]
- Adviseurs op het gebied van burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken:
Christine Sidenius, tel.: 0032-2-2846526, [email protected] en
Jean-Luc Robert, tel.: 0032-2-2842052, [email protected]
- Adviseur op het gebied van ontwikkeling en EU/ACS-betrekkingen: Tsigereda Walelign, tel.: 0032-22843354, [email protected]
7
Download