1215 Bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap In deze folder vindt u informatie over mogelijke oorzaken van bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap. Ook vindt u informatie over de behandeling van bloedverlies. Bloedverlies tijdens de zwangerschap kan voor het verdere verloop van de zwangerschap en voor het kind gevolgen hebben. Daarom dient u bij bloedverlies altijd contact op te nemen met uw verloskundige of gynaecoloog, zodat er snel met behandeling kan worden begonnen. Oorzaken De meest voorkomende oorzaken van bloedverlies tijdens de zwangerschap zijn: Een bloedende baarmoedermond, contactbloedingen; Een laagliggende placenta (moederkoek); Het gedeeltelijk of geheel loslaten van de placenta; Begin van de baring (‘tekenen’); Ontsteking van de baarmoedermond of poliep op baarmoedermond; Onbekend. Het vaststellen van de oorzaak van bloedverlies vindt plaats met behulp van een echoscopie via de buik of soms via de vagina. Daarnaast wordt vaak eenmalig een inwendig onderzoek verricht. Bij bloedende baarmoedermond en/of laagliggende placenta Bloedende baarmoedermond De baarmoedermond is tijdens de zwangerschap veel meer doorbloed dan normaal. Hierdoor kan bij gemeenschap sneller bloedverlies optreden (contactbloeding). Dit is meestal een onschuldig verschijnsel en heeft geen gevolgen voor de zwangerschap. Is er sprake van een afwijking, bijvoorbeeld een poliep, dan zal behandeling na de bevalling plaatsvinden. Er wordt vaak een kweek afgenomen om te onderzoeken of u een infectie heeft en er wordt een uitstrijkje gemaakt voor onderzoek op baarmoederhalskanker. Laagliggende placenta Een laagliggende placenta (placenta praevia) is een veel voorkomende oorzaak van bloedverlies. Bloedverlies kan optreden wanneer de placenta vlakbij of over de baarmoedermond ligt. Meestal begint bloedverlies ’s nachts en treedt dit op zonder echte buikpijn. Behandeling Opname in het ziekenhuis is in de meeste gevallen noodzakelijk. Afhankelijk van de ernst en oorzaak van het bloedverlies krijgt strikte bedrust voorgeschreven of mag u op voor douche en toilet. Bij strikte bedrust betekent dit dat u niet kunt douchen of naar het toilet kunt gaan. U verzorgt uzelf op bed en gaat op de po. De verpleegkundige helpt u waar nodig. 20-6-2016 1-2 1215 Vanaf 25 weken zwangerschap wordt dagelijks minstens één registratie van de hartslag van uw baby gemaakt (CTG). Eveneens worden elke dag uw bloeddruk, pols en temperatuur gecontroleerd. Natuurlijk houden wij ook uw bloedverlies in de gaten. Mocht u zelf veranderingen bemerken, meldt dit dan altijd bij uw verpleegkundige. Wanneer u gedurende ongeveer 24 uur geen bloedverlies heeft gehad, mag u in overleg met de arts weer s. Langzamerhand kunt u uw activiteiten uitbreiden. Blijft het bloedverlies weg, dan kunt u naar huis. Indien opnieuw bloedverlies optreedt, neemt u weer onmiddellijk contact op met het ziekenhuis. Bij een zwangerschapsduur van meer dan 24 en minder dan 34 weken krijgt u waarschijnlijk een medicijn toegediend (Celestone Chronodose). Dit medicijn zorgt ervoor dat de longen van de baby zich sneller ontwikkelen, zodat de baby beter is voorbereid op een eventuele vroeggeboorte. Het medicijn wordt u toegediend via een injectie in het bovenbeen. U krijgt twee injecties met een tussentijd van 24 uur. Indien u weeën heeft krijgt u ook medicijnen om de weeën te remmen. Afhankelijk van de ligging van uw placenta, kan de bevalling via de natuurlijke weg plaatsvinden. Ligt de placenta geheel over de baarmoedermond, dan is een bevalling via de natuurlijke weg uitgesloten en zal een keizersnede worden verricht. Bij loslating van de placenta Bij een loslating van de placenta (solutio placentae) treedt bloedverlies op door het gedeeltelijk of geheel loslaten van de placenta. Dit gaat gepaard met hevige pijn in de onderbuik. De buik voelt gespannen aan. Behandeling Behandeling hangt af van de duur van de zwangerschap en de bevindingen van uw arts bij onderzoek. Meestal zal met spoed een keizersnede worden uitgevoerd. Tot slot Hebt u tenslotte na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze gerust stellen aan uw arts/verloskundige of verpleegkundige. Flevoziekenhuis afdeling verloskunde: (036) 868 9507 of 8852. Flevoziekenhuis polikliniek verloskunde: (036) 868 8700. . 2-2