Memo van Cees Boon van Paswerk d.d. 9 februari 2015 De toekomst van Paswerk Eind 2014 is officieel een einde gekomen aan de W.S.W., daarmee houdt de instroom van nieuwe WSW medewerkers op. De huidige werknemers behouden hun rechten en mogen in de “oude regeling” door blijven werken. Landelijk zijn er momenteel nog 105.000 mensen in de WSW actief binnen de 85 regionale WSWbedrijven. De verwachting is dat er elk jaar 4 à 5% van het aantal mensen uit de regeling stroomt, dat betekent dat er jaarlijks ongeveer 5000 mensen uit de WSW regeling vertrekken. De WSW is dus een krimpende bedrijfstak geworden. In Zuid-Kennemerland wordt de WSW uitgevoerd door Paswerk. Per 1 januari 2015 waren er nog 970 WSW-ers in dienst van Paswerk. In de komende 3 jaar zal dit aantal afnemen met circa 130 WSW-ers tot zo’n 840 medewerkers. Als we tien jaar vooruit kijken (2025), zal het aantal WSW-ers verder zijn afgenomen tot ongeveer 500 omdat dan de grote pensioengolf heeft plaats gevonden. Een krimpend bedrijf zal zich op allerlei manieren moeten aanpassen. Dat stelt eisen aan het management en vraagt een zekere flexibiliteit bij de medewerkers. Iedereen dient zich goed te vergewissen wat dit voor de WSW medewerkers betekent. Zij mogen doorwerken onder de bekende WSW regeling. Dit betekent een arbeidscontract voor onbepaalde tijd, een CAO, een pensioenregeling en allerlei andere arbeidsvoorwaarden. Het belangrijkste is echter een fijne baan bij Paswerk. Velen zullen hun hele werkzame leven onder de vleugels van Paswerk doorbrengen, hetzij intern werkend of gedetacheerd bij een gewoon bedrijf De verantwoordelijkheid voor deze doelgroep ligt bij de gemeente, omdat de WSW-er juridisch” gesproken in dienst is bij het College. De kunst is om in de komende jaren een verantwoord krimpscenario te ontwikkelen wat voor alle betrokkenen een acceptabele uitkomst heeft. Zoals zo vaak voert de financiële component een rol in de discussies. Van groter belang is te erkennen dat er een sociale infrastructuur bestaat die een zinvol bestaat geeft aan bijna 1000 mensen in onze regio die anders in de bakken van de Sociale dienst zouden zitten. Deze infrastructuur wordt overigens voor een belangrijk deel ingezet ten nutte van taken die de gemeentes uitvoeren, denk aan groen en post activiteiten. De WSW is dan wel afgeschaft, maar die regeling was er niet voor niets. De WSW heeft ruim 40 jaar bestaan en heeft waarschijnlijk voor één miljoen arbeidsgehandicapten een volwaardige participatie in de samenleving mogelijk gemaakt. Deze doelgroep had anders geen baan gehad en was aangewezen op een uitkering. Dat was ook de reden waarom er weinig mensen (jaarlijks < 1%) vrijwillig de WSW regeling verlieten. De WSW was verworden tot een “gouden kooi”, eenmaal erin nooit meer eruit! Het succes van de regeling is ook meteen de reden waarom hij is afgeschaft! In onze huidige samenleving zijn andere ideeën over (arbeids)participatie de boventoon gaan voeren, vandaar dat we nu de Participatiewet hebben. De WSW loopt dus langzaam leeg en daar heeft het bestuur van Paswerk tijdig op geacteerd. Eind 2013 is besloten om alle niet WSW activiteiten onder te brengen in een apart bedrijf, Werkpas Holding BV. De aandelen zijn in het bezit van de gemeenten Haarlem en Zandvoort. De Gemeenschappelijke Regeling Paswerk blijft de verantwoordelijkheid van de vijf aangesloten gemeentes en blijft de WSW uitvoeren. 1 Voor beide bedrijven (Paswerk en Werkpas Holding BV) zijn er in september 2014 aparte begrotingen gemaakt. Het bestuur van Paswerk heeft aangedrongen op verdere bezuinigingen om de krimp en subsidieverlaging op te vangen. Het grootste financiële probleem van Paswerk is het subsidietekort. Via de Rijksoverheid krijgen de gemeentes per WSW-er een subsidie die doorgesluisd wordt naar Paswerk om de WSW uit te voeren. De loonkosten van de WSW (en de daarbij behorende andere arbeidskosten) zijn echter hoger. Dat heeft een oorzaak in het verleden, periode 1990 tot aan 2003. Isoleer je het WSW subsidie tekort, en kijk je naar het operationele resultaat van Paswerk dan is dat positief. Het bestuur van Paswerk heeft nu besloten om een strategisch plan op te stellen voor de komende jaren en daarnaast te kijken naar een reorganisatie van het management en de ondersteunende diensten en stafafdelingen van Paswerk. Dit plan bestrijkt de periode 2015 tot en met 2018. Dit is expres zo gekozen omdat deze periode qua tijdlijn en financiën te overzien is. We verwachten in deze periode ook geen nieuwe wetgeving, dus deze planningshorizon is duidelijk. Tevens correspondeert deze periode met de zittingsduur van het Paswerk bestuur. In de periode na 2019 zal er, gegeven de krimp, opnieuw gekeken moeten worden naar Paswerk. Paswerk is, gezien het aantal medewerkers, een groot bedrijf met veel verschillende werksoorten. Dat is niet voor niets zo. Dé Wsw-er bestaat niet! De doelgroep bestaat uit een heel gevarieerd palet van mensen, die als overkoepelend probleem hebben dat ze niet zelfstandig een baan kunnen vinden en houden op de arbeidsmarkt. Daarom zijn er veel verschillende werksoorten nodig. Paswerk zal altijd beschut werk houden (Verpakken, Was, Montage) en ook de dienstverlenende werksoorten zullen gehandhaafd blijven zoals Groen, Post en Schoonmaak. Uiteraard zal individueel – en groepsdetacheren blijven. Het bedrijf kan in de periode 2015-2018 prima blijven draaien en er bestaat naast de gewenste aanpassingen geen grote noodzaak om het roer drastisch om te gooien. Het beleid van Paswerk is er al jaren opgericht om zoveel mogelijk mensen te detacheren of in bedrijfs gebonden activiteiten buiten te laten werken ( Groen, Schoonmaak, Post etc). Dat is ondanks de economische crisis tot nu goed gelukt. Wij merken dat bedrijven en instellingen wel mensen uit de Wsw willen hebben, maar er eigenlijk niet voor kunnen ( scholen) of willen( commerciële partijen) betalen, vandaar dat Paswerk nog een aantal activiteiten zelf organiseert. Zo zorgen we ervoor dat de opbrengst per Wsw-er maximaal wordt. In het strategisch plan zullen al deze keuzes en plannen nader uitgewerkt worden. De verwachting is dat dit plan eind april gereed zal zijn. Daarna zal het in het Dagelijks bestuur van Paswerk besproken worden en volgt het de gebruikelijke route binnen het gemeentelijke gremium. De bedoeling is om dan voor de zomer alles formeel besloten te hebben. Een onderdeel van het plan, wat naar voren gehaald is, hetgeen met de doorlooptijd te maken heeft, is de reorganisatie van het ambtelijk apparaat van Paswerk. Het Dagelijks bestuur heeft daarvoor al voorstellen ontvangen en die worden nu bekeken en besloten. Het moge duidelijk zijn dat de krimp van Paswerk in fases gaat. De eerste fase 2015 t/m 2018 is nu aan de orde. Het voorstel is om de ambtelijke formatie met 13 FTE's ( 82 in 2015 naar 69 per 1/1/2018) terug te brengen. Dit gaat gedeeltelijk door middel van natuurlijk verloop( pensionering), en in ongeveer 8 gevallen is gedwongen ontslag onvermijdelijk. Mede vanwege de ambtelijke status van een deel van deze medewerkers kunnen de kosten oplopen( conform CAO en aanvullende wettelijke wachtgelden). Natuurlijk zal er, waar mogelijk, een inspanning komen om mensen te herplaatsen of van werk naar werk te begeleiden. Wij dienen echter vanuit risico beheersing uit te gaan van een reorganisatie voorziening. 2 Voor de kosten van de reorganisatie dient over 2014 een voorziening te worden gevormd. De vorming van een voorziening is in deze situatie verplicht en vloeit voort uit de richtlijnen voor de jaarverslaggeving ( jaarrekening). Met de vorming van een voorziening worden de kosten van de reorganisatie ten laste van het resultaat over 2014 gebracht, waardoor het resultaat uiteraard lager uitkomt. De kosten die in de opvolgende periode voor de reorganisatie worden gemaakt worden dan ten laste van de voorziening geboekt. De kosten van de reorganisatie worden ruwweg geschat(2015) op 5 ton, en bestaan voornamelijk uit afvloeiingskosten van personeel. Een zorgvuldigere berekening komt bij het opstellen van de jaarrekening naar voren. De geprognotiseerde winst van Paswerk over 2014 komt overeen met dit bedrag (5 ton). Het tweede deel van de reorganisatie, zal in 2016 plaats vinden, de schatting is dat deze ronde maximaal 4 ton zal gaan kosten. Bij de jaarrekening over 2015 zal dan weer besloten moeten worden hoe de dekking voor deze kosten verantwoord moeten worden. Vanwege de beperkte omvang van deze reorganisatie is de OR van Paswerk de aangewezen gesprekspartner. Procedureel heeft de OR adviesrecht op de herinrichting van de organisatie. De wijze waarop het gehele proces wordt vormgegeven dient te worden vastgelegd in een reorganisatieplan. De OR heeft hierop recht van instemming. De relatie met de OR van Paswerk is goed , en we verwachten een constructieve bespreking met dito uitkomst. In 2019 zal dit proces waarschijnlijk herhaald moeten worden omdat er dan weer bekeken moet worden hoe de organisatie er dan voorstaat en welke prognose over de aantallen WSW'ers en benodigde management en staf organisatie, er op dat moment is, zodat opnieuw een plan gemaakt moet worden hoe Paswerk er in dat volgende tijdvak uit moet gaan zien en welke activiteiten doorgezet gaan worden. 3