Bloedverlies in de laatste maanden van de zwangerschap Afdeling gynaecologie en verloskunde Inhoud 1. Wat is vaginaal bloedverlies? 2 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 Verschillende oorzaken Onbekende oorzaak Bloeding van een ader in de placenta Laagliggende placenta Een placenta die vóór de baarmoedermond ligt Placenta Praevia Totalis Vasa Praevia Gedeeltelijke of gehele loslating van de placenta 2 2 2 3 3 6 7 7 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Onderzoek bij bloedverlies vanaf 24 weken Lichamelijk onderzoek Cardiotocografie (CTG) Algemene controles Bloedonderzoek Echoscopisch onderzoek 9 9 9 9 9 4. Opname op afdeling OHC 10 5. Ontslagregels Vragen 1 In deze brochure vindt u informatie over vaginaal bloedverlies vanaf 24 weken zwangerschap en de verschillende oorzaken hiervan. 1 Wat is vaginaal bloedverlies? Vaginaal bloedverlies is bloed dat u verliest uit de vagina. Vaginaal bloedverlies tijdens de zwangerschap is te verdelen in 3 trimesters: • 1e trimester: 1 tot en met 3 maanden zwangerschap ( 0 tot 12 weken) • 2e trimester: 3 tot en met 6 maanden zwangerschap ( 12 tot 24 weken) • 3e trimester: 6 tot en met 9 maanden zwangerschap( 24 tot 40 weken) Bloedverlies in het tweede trimester en derde trimester is meestal afkomstig van bloedingen uit de placenta (moederkoek) of vanuit de bloedvaten die dicht bij de baarmoedermond liggen. 2 Verschillende oorzaken Er zijn verschillende oorzaken voor bloedingen vanuit de placenta en/of de bloedvaten dichtbij de baarmoedermond. We bespreken ze hieronder. 2.1 Onbekende oorzaak In de meeste gevallen is de oorzaak van het vaginaal bloedverlies niet duidelijk. Als de bloeding stopt, komt het ook vaak niet meer terug. 2.2 Bloeding van een ader in de placenta (randvenebloeding) Een randvenebloeding (of randsinusbloeding) is een bloeding van een kapot gesprongen adertje van de placenta. De oorzaak is onbekend. U kunt er dan ook niets aan doen om het te voorkomen. 2 Kenmerken • Periodiek pijnloos, vaginaal bloedverlies. • Soms vrij sterk bloedverlies. • Onschuldig van aard. • Komt vaak ook niet meer terug. 2.3 Laagliggende placenta Bij een laagliggende placenta ligt de placenta zeer laag in de baarmoeder, maar ligt niet over of tegen de rand van de baarmoedermond aan. Oorzaak De placenta ligt erg laag in de baarmoeder. De oorzaak van het bloedverlies is vaak niet bekend. Kenmerken • Pijnloos vaginaal bloedverlies. • Weinig vaginaal bloedverlies in de zwangerschap. • Vaak vaginaal bloedverlies tijdens de ontsluiting. 2.4 Een placenta die vóór de baarmoedermond ligt (placenta praevia) Men spreekt van een placenta praevia wanneer de placenta zich niet op de normale plaats in de baarmoedermond innestelt, maar voor de opening van de baarmoedermond. Hierdoor bedekt de placenta de opening van de baarmoedermond gedeeltelijk of zelfs helemaal. 3 Oorzaak De oorzaak van een placenta die voor de baarmoedermond ligt is onbekend. Het heeft te maken met de innesteling van het embryo in het baarmoederslijmvlies. De baarmoeder groeit tijdens de zwangerschap. Daardoor kan de baarmoedermond aan het eind van de zwangerschap weer vrij liggen. Als dat niet gebeurt, blijft de placenta de baarmoederhals bedekken. Door de groei van de baarmoeder wordt er aan de placenta getrokken, hierdoor kan vaginaal bloedverlies ontstaan. Dit is pijnloos. Als u een voorliggende placenta heeft en u heeft bloedverlies, dan nemen we u op in het ziekenhuis. Kenmerken • In de laatste maanden van de zwangerschap opent het bovenste deel van de baarmoedermond zich. Hierdoor kunnen bloedingen ontstaan. • Als u de bloedingen vroeg in de zwangerschap krijgt, zijn ze heviger dan later in de zwangerschap. • Steeds terugkerend pijnloos vaginaal bloedverlies. • Soms kan in korte tijd veel bloedverlies optreden. • Krampende onderbuikspijn. • Bloedverlies kan leiden tot contracties. • Liggingsafwijkingen van het kind, zoals stuit- of dwarsliggingen. • Het kindje kan niet indalen doordat de placenta voor de baarmoedermond ligt. Het volgende wordt met u afgesproken: • Lokalisatie van de placenta d.m.v. een echo. • Aanvullend bloedonderzoek. • Indien u een placenta praevia heeft, moet u in het ziekenhuis bevallen onder leiding van klinisch verloskundige, arts in opleiding tot gynaecoloog en/of gynaecoloog. 4 Er zijn 3 verschillende soorten placenta praevia: 2.4.1 Placenta praevia marginalis De placenta reikt net tot de rand van de opening van de baarmoedermond. 2.4.2 Placenta praevia lateralis De placenta ligt tegen de opening van de baarmoedermond aan. 2.4.3 Placenta praevia totalis De placenta bedekt geheel de opening van de baarmoedermond. 2.4.1 Placenta praevia marginalis De placenta reikt net tot de rand van de opening van de baarmoedermond. Kenmerken: • Bloedingen zijn verschillend van aard. • Meestal zijn de bloedingen niet hevig. • Vaak treden ze op tijdens de bevalling. 2.4.2 Placenta Praevia Lateralis De placenta ligt tegen de opening van de baarmoedermond aan. Kenmerken: • Weinig tot matig vaginaal bloedverlies. • Tijdens de ontsluiting is er zeker vaginaal bloedverlies. 5 2.4.3 Placenta Praevia Totalis De placenta bedekt geheel de opening van de baarmoedermond. We spreken van placenta praevia totalis en ook de navelstreng centraal is ingenesteld boven de inwendige baarmoedermond. Kenmerken: • Vaginaal bloedverlies al vroeg in de zwangerschap • Komt regelmatig terug • Gaat vaak gepaard met stolsels • Indien veel vaginaal bloedverlies is het gevaarlijk voor moeder en kind Het volgende spreken we met u af: • Opname vaak tot aan de bevalling, als u bloedverlies heeft. • Er wordt regelmatig bloed bij u geprikt. Dit noemen we het placenta praevia protocol. Dan is er op het laboratorium ten alle tijden bloed aanwezig van u voor een eventuele bloedtransfusie. • U krijgt een infuus. Dit is nodig om u extra vocht toe te dienen indien u veel gaat vloeien. • Om de 2 weken maken we een echo groei bij u. • Tijdens de gehele opname houdt u bedrust met was- en toiletprivilege. • U krijgt een vragenlijst die u invult voor de anesthesist. • Indien u gaat bevallen, zal dit altijd een keizersnede worden. • We bereiden u voor op een keizersnede. 6 2.5 Placenta circum vallata Bij een placenta circum vallata zijn de vliezen niet aan de rand van de placenta aangehecht, maar op enige afstand daarvan. Zo kan een gedeelte van de vrije rand, die niet door de vliezen is bedekt, voortijdig loslaten van de baarmoederwand. Dit gaat gepaard met bloedverlies. Oorzaak De oorzaak is onbekend. Waarschijnlijk is de oorzaak een stoornis in de aanleg van de placenta en de vliezen. Kenmerken • Pijnloos bloedverlies. 2.6 Vasa praevia Een vasa praevia is een abnormaal verloop van navelstrengvaten in de vliezen. Na het kunstmatig breken van de vliezen of spontane vliesscheur kunnen dergelijke moederlijke vaten meescheuren. Oorzaak De oorzaak is onbekend, waarschijnlijk een stoornis in de aanleg van de placenta en de vliezen. Kenmerken • Zeer zeldzaam. • Pijnloos vaginaal bloedverlies. • Vaginaal bloedverlies na het breken van de vliezen of spontane vliesscheur. • Vaginaal bloedverlies is erg ruim. • Achteruitgang van de conditie van het kind. • CTG vertoont afwijkingen aan de hartslag van het kind. Behandeling • U krijgt een infuus. • U krijgt extra vocht toegediend. U krijgt zo snel mogelijk een spoedkeizersnede. 7 De conditie van moeder en kind is in deze situatie altijd zorgwekkend. 2.7 Gedeeltelijke of gehele loslating van de placenta (abruptio placentae) Een abruptio placentae is een gedeeltelijke (partiële) of gehele loslating van de placenta, terwijl het kind zich nog in de baarmoeder bevindt. Hierdoor krijgt het kind geen voeding en zuurstof meer via de placenta. Oorzaken: • Roken. • Pre-eclampsie. • Hoge bloeddruk. • Abruptio in de voorgeschiedenis. • Stomp buik trauma. De conditie van moeder en kind is in deze situatie altijd zorgwekkend. Kenmerken • Pijnlijk vaginaal bloedverlies. • Weinig vaginaal bloedverlies. Het bloed hoopt zich grotendeels op tussen de placenta en de baarmoederwand en loopt slechts voor een deel naar buiten. • Een acute plankharde buik (tgv peritoneale prikkeling). • Pijnlijke buik. • Slechte CTG (cardio toco grafie). De conditie van het kind verslechterd doordat het geen bloedtoevoer meer krijgt. • Bloeddrukdaling. • De conditie van de moeder gaat ook achteruit. • Shockverschijnselen t.g.v. ernstig bloedverlies, ernstige stollingsproblemen en nierinsufficiëntie. 8 Behandeling • Spoedkeizersnede. • Stabiliseren van de conditie van moeder. • U krijgt een infuus. • U krijgt extra vocht toegediend. 3 Onderzoek bij bloedverlies in de laatste maanden van de zwangerschap Als u vaginaal bloed verliest in de laatste maanden van de zwangerschap verwachten we u op de verloskamers. De verloskundige of arts onderzoekt u uitgebreid om achter de reden van het bloedverlies te komen. De verschillende onderzoeken die we kunnen doen, bespreken we hieronder. 3.1 Lichamelijk onderzoek De arts of verloskundige bekijkt uw baarmoedermond. Om uw baarmoedermond te kunnen zien, brengt hij/zij een spreider (speculum) in uw vagina. Dit instrument noemt men ook wel ‘eendenbek’. Eventueel volgt een inwendig onderzoek om te voelen of de baarmoedermond geopend is. 3.2 Cardiotocografie (CTG) Een cardiotocogram is een hartfilmpje van het hartje van uw baby. Hiermee kunnen we zien hoe de conditie van de baby is en registreren we de weeën. 3.3 Algemene controles We meten uw bloeddruk, temperatuur en pols. 3.4 Bloedonderzoek Wanneer u veel bloed verliest volgt bloedonderzoek om uw conditie beter te kunnen inschatten. Eventueel kunnen we dan starten met het voorbereiden van een bloedtransfusie. 9 3.5 Echoscopisch onderzoek Echoscopie is een techniek waarmee organen in het lichaam zichtbaar worden gemaakt. Dit onderzoek vindt inwendig (via de schede) of uitwendig (via de buik) plaats. De baarmoedermond en de zwangerschap worden zichtbaar. Hiermee kijken we of de oorzaak van uw bloedverlies kunnen achterhalen. 4 Opname op afdeling OHC Als de oorzaak van het onderzoek bekend is, wordt u opgenomen op de afdeling OHC (Obstetrische High Care). Hier houden we u en uw ongeboren kindje goed in de gaten. Voor meer informatie over de OHC verwijzen wij u naar de folder ‘Welkom op de OHC’. Het beleid wat met u afgesproken wordt is: • bedrust met was- en toiletprivilege. Dit is om te zorgen dat uw baarmoeder niet te veel geprikkeld wordt. Wanneer u dit niet doet, dan kan er meer bloedverlies optreden of er kunnen zich samentrekkingen van uw baarmoeder ontwikkelen de zogenoemde contracties. • CTG (CardioTocoGrafie) 1 maal daags. (Indien u zwanger bent onder de 24 weken worden er dagelijks harttonen geluisterd). • de temperatuur en de pols meten we 2 maal daags zolang als u vaginaal bloedverlies heeft. • als na 24 uur het vaginaal bloedverlies niet is teruggekeerd, breiden we het mobiliseren uit. • en uiteindelijk leidt dit tot ontslag. 5 Ontslagregels Indien u met ontslag gaat, is het belangrijk om met de volgende zaken rekening te houden; • Opbouwen mobiliseren. Neem thuis de eerste dagen de nodige rust. Breidt het mobiliseren langzaam uit. • De eerste dagen geen langdurig en/of zwaar lichamelijk werk (stofzuigen, poetsen, dweilen, was, bedden verschonen e.d.) • Bouw de werkzaamheden langzaam op. 10 • • Na 1 week komt u op controle op de poli gynaecologie. Na controle is het mogelijk dat u weer verder gezien mag worden door de verloskundige. De arts zal u hierover inlichten. Indien u opnieuw vers vaginaal bloedverlies heeft, neem dan contact op met het ziekenhuis of uw verloskundige. Vragen Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek gynaecologie (locatie Eindhoven en Veldhoven). Het telefoonnummer is (040) 888 83 80. 11 Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC. 210.268_12_13