Regionale bijeenkomst echoscopisten Casuistiek bespreking 23 oktober 2012 VUmc Nicole Burger (VUmc) Patty Zoetemeyer – Berkhout (Kennemer Gasthuis) Emmy van Houten (Kennemer Gasthuis) Casus Casus • • • • G4P2 AD20+1 AT 23-05-2012 BG A neg PNZ: Bolwerk, Kennemer Gasthuis CT 1:20.000 AVG: astma, coeliakie, eczeem OVG: – 2008 spontane abortus wv curettage – 2009 inleiding AD33+1 vw hypertensie/HELLP -> SSC ivm verdenking FN -> gezonde zoon 1685 gr – 2011 PPROM, SSC AD36+3 bij vasa praevia gezonde dochter 2230 gr Casus Casus • SEO AD20+1 – geen aanwijzingen voor structurele afwijkingen, EFW cf p10-50, TCD cf p40 – Placenta bilobata anterior/posterior: placenta ligt over ostium internum heen, lijkt op vasa praevia Casus Casus • Echo placenta lokalisatie AD32+2 – EFW < p10: HC p3, AC cf p3-10, FL cf p10-50 bij normale hoeveelheid vruchtwater – Vasa praevia: er lopen 2 bloedvaten voor het ostium internum Casus • GUO AD34+2 ter beoordeling vasa praevia – geen aanwijzingen voor structurele afwijkingen – EFW < p10: HC <p3, AC cf p10-50, FL cf p10-50 bij normale hoeveelheid vruchtwater – Cx 37mm – Placenta bilobata: grootste gedeelte anterior 1.3cm van het ostium internum, klein gedeelte posterior (hoog). Navelstreng (3 vaten, PI cf a. umbilicalis) ligt voor het ostium internum – -> invasieve niet gewenst, TORCHES en revisie 2 weken Casus • GUO AD36+2 • EFW ntb door gevorderde termijn/ligging • Placenta bilobata: grootste gedeelte placenta anterior (niet laag) met navelstreng voor het ostium internum en lijkt van anterior gelegen placenta naar posterior te lopen met velamenteuze/marginale insertie in posterior gelegen placenta Casus • Iom en medebeoordelen van staflid: indicatie voor primaire SC • AD 36+3: VBV-> geen contracties, NH • ‘s avonds retour met vaginaal vochtverlies: varentest + -> PPROM -> SC ongecompliceerd dochter AS 9/10 GG Definitie vasa praevia • Foetale vaten in de vliezen ter plekke van de ontsluitingsopening. Dit kunnen navelstrengvaten (of vertakkingen daarvan) zijn in geval van een velamenteuze navelstrenginsertie of verbindendende vaten in geval van een placenta bilobata. Incidentie vasa praevia • Incidentie 1 per 2500-6000 partus • Indien vasa praevia niet ante partum worden gediagnosticeerd -> perinatale sterfte 50-95%. • Indien de diagnose wel wordt vastgesteld ante partum, en een SC wordt verricht is perinatale overleving 97%. Risicofactoren vasa praevia • Laagliggende placenta of placenta bilobata • Het risico neemt toe indien er eerder in de zwangerschap aanvankelijk sprake was van een placentaslip over het ostium internum • Meerlingzwangerschap, zwangerschap ontstaan na IVF Symptomen vasa praevia • Meestal symptoomloos tot het moment van breken van de vliezen. • Bij het breken van de vliezen lacereert een vat -> VBV (kan ook vrij onopgemerkt verlopen) -> foetale verbloeding met als gevolg CTG-afwijkingen, asfyxie en foetale sterfte. Diagnostiek vasa praevia • Echografie en Color Doppler (foetale vaten?) bij patiënten met een verdenking op een placenta praevia • Indien de placenta in het 2e of 3e trimester laagliggend of praevia is -> transvaginale echoscopie eventuele vasa praevia (navelstrenginsertie) beoordelen. Beleid vasa praevia • Electieve SC AD35-37 na toedienen corticosteroïden • Indien durante partu verdenking vasa praevia -> spoedsectio