leerling

advertisement
(On)Zichtbaar
Naam:
Klas:
(On)zichtbaar!
Een module uit het Food and Health Project
Gemaakt in opdracht van het Citadel College te Lent
Ontworpen voor tweede jaar HAVO/VWO
2009
Ontwikkeld door:
Citadel College te Lent
J. van den Broek
K. Swinkels
Studenten van Wageningen Universiteit
N. Aarts
M. Boetje
R. van den Breemer
Y. Peters
J. Schoufour
P. van Straten
2
Inhoudsopgave
Inleiding
Veiligheidsregels
Les 1 Van Begin Af Aan
Les 2 Microscopisch klein
Les 3 Oei ’t Groeit
Les 4 Plaat je Agar
Les 5 Eigen Onderzoek I
Les 6 Eigen Onderzoek II
Les 7 Werk in Uitvoering I
Les 8 Werk in Uitvoering II
Les 9 Poster Presentatie
Les 10 Keuring
Les 11 Excursie
Bronnen
4
5
6
11
19
25
32
32
38
38
44
49
54
57
3
Introductie
Deze module ‘(On)zichtbaar’ gaat over bacteriën en schimmels. Vaak
zijn deze kleine organismen onzichtbaar. In deze module ga je ze
zichtbaar maken. Bacteriën en schimmels spelen een hele belangrijke rol
in ons leven. In de komende lessen zul je er achter komen waar ze
allemaal voorkomen, hoe ze overleven, waarom ze nuttig zijn en waarom
ze soms juist heel gevaarlijk zijn. Je gaat de komende weken ook je
eigen onderzoek opzetten! Je mag zelf bedenken hoe je de volgende
vraag gaat beantwoorden:
Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks
leven tegen?
4
Veiligheidsregels
In deze module ga je werken met bacteriën en schimmels. Deze microorganismen kunnen schadelijk zijn voor je gezondheid als je ermee
besmet raakt. Als je je goed aan de veiligheidsregels houdt, kan dit niet
gebeuren. Kijk daarom bij elke les terug naar deze veiligheidsregels en
houdt je hier goed aan [2, 3]:
1. Begin het practicum met schone handen en korte nagels.
2. De werkplek moet zo weinig mogelijk voorwerpen bevatten. Dus
geen tassen, kledingstukken, boeken, etenswaar etc.
3. Niet eten en drinken in het practicumlokaal.
4. Draag altijd handschoenen en een labjas als je met bacteriën en
schimmels werkt.
5. Raak de bacteriën en schimmels niet (of zo min mogelijk) met de
handschoenen aan.
6. Ruik of proef nooit aan de bacteriën en schimmels.
7. Houdt bacteriën en schimmels altijd zo ver mogelijk van je gezicht.
(minimaal 50 cm)
8. Vraag aan de docent waar je de materialen kunt opruimen.
9. Was na afloop altijd goed je handen en ontsmet de tafels met
alcohol.
5
Oriëntatiefase
Les 1
Van Begin Af Aan
Oriënteren
Er is al 13.7 miljard jaar leven op aarde. De evolutietheorie veronderstelt
dat door de oerknal de eerste organismen op aarde zijn ontstaan. Deze
organismen waren eencellige micro-organismen, genaamd bacteriën.
Vanuit deze organismen zijn meercellige organismen geëvolueerd, zoals
bijvoorbeeld schimmels. Uiteindelijk is ook de mens daaruit geëvolueerd.
Volgens de evolutietheorie hebben bacteriën dus een hele belangrijke rol
gespeeld in het ontstaan van de mensheid. Maar ook in het dagelijks
leven spelen bacteriën nog een grote rol.
Voorbereiden
Je gaat samen met 2 klasgenoten op zoek naar informatie over bacteriën
en schimmels. Met deze informatie ga je antwoorden op de vragen
geven. Er zijn verschillende manieren om informatie te verzamelen. Je
gaat zelf een manier kiezen die jou het beste lijkt om de vragen vandaag
te beantwoorden.
Vraagstelling
Wat zijn de algemene kenmerken van bacteriën en schimmels?
Verwachting
Materiaal
 Computer
 Literatuur
Werkwijze
www.navonne.nl
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. De leraar plaatst je met 2 andere klasgenoten in een groep. Hier
ga je vandaag en de rest van de module mee samenwerken.
2. Lees de vragen door die onder resultaten staan.
6
3. Kies de beste manier om informatie te verzamelen over deze
onderwerpen. Je kan kiezen uit:
 Een interview
 Bibliotheekboeken
 Internet
 Filmpje van een expert
 Lesboek
Noteer je keuzes bij vraag 1 van de resultaten.
4. Beantwoord alle vragen, het liefst met behulp van je eerste keus
informatiebron of anders met behulp van je andere
informatiebronnen.
Uitvoeren
Resultaten
1. Welke manier van informatie zoeken ga je gebruiken om de vragen te
beantwoorden?
1e keus:
2e keus:
3e keus:
Leg je keuzes uit:
2. Benoem de belangrijkste uiterlijke kenmerken van bacteriën en
schimmels. Denk hierbij aan de kern, de celwand en de vorm.
Bacterie:
Schimmel:
7
3. Zoek een (schematische) afbeelding van een bacterie en een
schimmel. Plak of teken deze afbeelding hieronder. Benoem waar
mogelijk de volgende begrippen: Celwand, flagel, pilus, hyfen,
mycelium en celkern.
Bacterie
Schimmel
4. Beschrijf hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten.
5. Bacteriën en schimmels worden ook wel reducenten genoemd.
Beschrijf wat hun rol is als reducenten. Geef ook 2 voorbeelden hoe
mensen gebruik maken van deze functie.
8
6. Bacteriën en schimmels zijn niet geheel onschadelijk. Sommige
kunnen best gevaarlijk zijn. Beschrijf de mogelijke effecten voor jezelf
van deze schadelijke bacteriën en schimmels. Geef ook een
voorbeeld van zo’n bacterie of schimmel.
7. Bacteriën en schimmels hebben nog een andere belangrijke functie.
Een functie die ook jij in het dagelijks leven tegenkomt. Beschrijf deze
functie in je dagelijks leven.
8. Som hier kort de beschreven rollen van bacteriën en schimmels op in
ons leven.
9
Conclusie
Afsluiten
Zorg dat je alle vragen ingevuld hebt. Deze informatie heb je voor de rest
van de module nodig.
Reflecteren
1. Vind je dat je de goede informatiebronnen hebt gebruikt bij het
beantwoorden van de vragen? Leg uit.
2. Heb je bij het verzamelen van informatie de taken verdeeld? Zou je
het de volgende keer weer zo aanpakken met je groepje? Leg uit.
10
Les 2
Microscopisch Klein
Oriënteren
Schimmels houden van vochtige, donkere en
warme plekken. Je hebt zelf vast wel eens iets
per ongeluk laten beschimmelen. Deze schimmel
wordt dan bederfschimmel genoemd. Maar niet
alle schimmel is bederf! Schimmels worden ook
vaak gebruikt in voedingsmiddelen. Denk maar
aan schimmelkaas of champignons.
Met het blote oog kan je soms al zien dat een
schimmel bestaat uit verschillende draden. Door
de schimmel onder de microscoop te bekijken
kan je nog beter zien hoe een schimmel is
opgebouwd.
Bacteriën kom je ook overal tegen. Vaak zijn
Bron: www.koishop-almelo.nl
bacteriën veel te klein om met het blote oog te
zien. Vandaag ga je daarom bacteriën en schimmels bekijken onder de
microscoop.
Voorbereiden
Vraagstelling
Wat zijn de uiterlijke kenmerken van bacteriën en schimmels wanneer je
ze onder een microscoop bekijkt?
Verwachting
Materiaal
 Lichtmicroscoop
 Stereomicroscoop
 Petrischaaltje met Cyanobacteriën
 2 objectglaasjes
 Plastic pipet
 Druppel yoghurt
11





Kookplaat
1 druppel Methyleenblauw
Immersie olie
Champignon
Pincet
Werkwijze [4]
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. Pak een microscoop en zet deze klaar op tafel.
2. Controleer of de microscoop werkt! Doet het licht het? Is hij
schoon? Werken alle vergrotingen?
3. Pak het objectglaasje met Cyanobacteriën. Bekijk de bacteriën
eerst op de laagste vergroting. Maak bij de resultaten een
tekening van wat je ziet. Gebruik de tekenregels!
4. Bekijk de bacteriën daarna op de tweede vergroting en
vervolgens op de sterkste vergroting. Maak bij de resultaten een
tekening van wat je ziet.
5. Beschrijf wat voor vorm de bacteriën hebben.
Voer nu eerst de stappen 1 tot en met 5 uit, voordat je verder leest.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Pak een schoon objectglaasje. Doe 1 druppel yoghurt, met een
plastic pipet op het objectglaasje.
Laat de yoghurt opdrogen op het objectglaasje, door het
objectglaasje op een kookplaat te leggen.
Haal het objectglaasje voorzichtig van de kookplaat af. Pas op het
is heet!
Druppel 1 druppel Methyleenblauw op de opgedroogde yoghurt.
Laat de kleuring 1 minuut drogen, en spoel daarna voorzichtig het
meeste blauw er met water af. Er blijft nu alleen nog een vage
blauwkleuring over.
Laat het objectglaasje drogen.
Doe een druppel immersie olie op de gekleurde yoghurt.
Je preparaat is nu klaar. Draai de microscooplens tot in de olie en
bekijk de bacteriën.
Bekijk de bacteriën eerst op de laagste vergroting. Maak bij de
resultaten een tekening van wat je ziet. Gebruik de tekenregels!
Bekijk de bacteriën daarna op de tweede vergroting en de
sterkste vergroting. Maak bij de resultaten een tekening van wat
je ziet.
Beschrijf wat voor vorm de bacteriën hebben.
Voer nu eerst de stappen 6 tot en met 16 uit, voordat je verder leest.
12
17. Pak een andere microscoop, namelijk een stereomicroscoop. Kijk
of alles werkt aan de microscoop.
18. Pak een draad van een champignon, doe dit met een pincet.
19. Leg de draad op een objectglaasje en doe er een druppel water
bij.
20. Dek het objectglaasje af met een dekglaasje.
21. Bekijk het objectglaasje met champignon draad onder de (Stereo)
microscoop.
22. Maak een tekening van de schimmels die je ziet bij de
verschillende vergrotingen. Gebruik de tekenregels!
23. Geef in je tekeningen van de schimmels de volgende begrippen
aan:
a. Celwand
b. Celkern
c. Zwamdraden of Hyfen
d. Zwamvlok
24. Let goed op de verschillen die je ziet tussen schimmels en
bacteriën.
25. Ruim alle spullen op.
26. Was na afloop zorgvuldig je handen!
13
Uitvoeren
Resultaten
1. Tekeningen bacteriën
Bacterie:
Vorm Bacterie:
Vergroting:
14
Bacterie:
Vorm bacterie:
Vergroting:
15
2. Tekening schimmel
Naam schimmel:
Vergroting:
3. Welke verschillen zie je bij het bekijken van de verschillende soorten
bacteriën?
16
4. Welke verschillen zie je tussen de bacteriën en de schimmels?
Conclusie
Discussie
1. Bacteriën vermenigvuldigen zich heel snel! Onder gunstige
omstandigheden kunnen bacteriën zich iedere 20 minuten
vermenigvuldigen [5]. Zo kunnen een paar bacteriën heel snel
uitgroeien tot heel veel bacteriën. Stel: je begint met 10 bacteriën die
zich elke 20 minuten vermenigvuldigen. Hoeveel bacteriën heb je
dan na 12 uur?
2.
Je hebt de bacteriën ook bekeken met kleinere vergrotingen. Vond je
dit nuttig? Gebruik in je antwoord de grote van de bacteriën (0.0050.001mm) [6].
17
Afsluiten
Zorg dat je alle vragen hebt ingevuld en alle spullen weer hebt
opgeruimd.
Reflecteren
1. Bekijk de tekeningen van je klasgenoten. Als je die van hen vergelijkt
met die van jou, vind je dan dat je nauwkeurig getekend hebt?
Je hebt les 2 nu afgerond. Je gaat nu alvast beginnen met het
voorbereiden van les 3.
Voorbereiden les 3
In de volgende les ga je kijken naar schimmels die groeien op
voedingsmiddelen. Schimmels groeien het best op donkere, vochtige,
warme ruimtes.
1. Je hebt als het goed is een restje van je avondeten of lunch
meegenomen in een bakje.
2. Schrijf je naam op het bakje en lever het in bij je docent.
3. Deze zal het voedsel op een donkere, vochtige en warme plek
bewaren.
4. Laat je voedingsmiddel hier minimaal een week liggen.
5. In de volgende les zal je de schimmels gaan bekijken.
18
Les 3
Oei ’t groeit
Oriënteren
Je hebt het vast wel een keer gehad: je bent vergeten je brood op te
ruimen en een paar dagen later zie je allemaal witte en blauwe haren op
je boterham… Dit zijn schimmels. In een paar dagen tijd zijn ze gaan
groeien door zich voort te planten met
een beschimmelde boterham als
resultaat. Schimmels groeien niet alleen
op brood. In deze les ga je kijken of er
ook schimmels zijn gegroeid op jouw
eigen etensresten.
In de vorige lessen heb je geleerd op
welke manieren schimmels zich kunnen
voortplanten.
Voordat
je
genoeg
schimmels kunt zien, zullen ze zich
eerst vaak genoeg moeten hebben
voortgeplant. Dit proces heet het
Bron: www.scienceprojectlab.com
‘kweken’ van schimmels. Een kweek is
een vermenigvuldiging van het aantal
oorspronkelijk aanwezige organismen [7].
Voorbereiden
Je gaat kijken naar de schimmels die groeien op je eigen etensresten.
Daarnaast ga je kijken naar beschimmelde etensresten van andere
klasgenoten.
Vraagstelling
Wat is belangrijk bij het kweken van schimmels?
Verwachting
Materiaal
 Jouw eigen etensresten
 Vergrootglas
19
 Potlood
 Gum
Bron: www.e-radiography.net
Werkwijze
Lees de werkwijze aandachtig door en houdt je aan de veiligheidsregels!
1. Pak de etensresten die je een week hebt weggezet.
2. Bekijk de etensresten en beantwoord vraag 1 tot en met 3 bij de
resultaten. Kijk eerst met het blote oog en later met een
vergrootglas.
3. Bekijk ook etensresten van drie klasgenoten en beantwoord vraag
4 en 5 bij de resultaten.
4. Ruim alles netjes op en maak de tafels goed schoon.
5. Was goed je handen als je klaar bent!
Uitvoeren
Resultaten
1. Zijn er schimmels zichtbaar op jouw eten?
2. Welke kleur hebben de schimmels op je eten?
20
3. Maak hieronder een tekening van je product en de schimmels die
erop zijn gaan groeien. Teken links de schimmels die je ziet met het
blote oog. Teken rechts de schimmels die je ziet met het vergrootglas.
Blote oog
Vergrootglas
4. Wat voor etensresten hebben de andere drie klasgenoten?
5. Wat zie je bij de andere etensresten? Welke kleur en vorm hebben de
schimmels daar?
21
Conclusie
Discussie
1. Welk etensresten hadden de meeste schimmels? Wat zou daarvoor
de reden kunnen zijn?
2. Je hebt de schimmels een week de tijd gegeven om te kunnen
voortplanten. Wat denk je dat er gebeurd zou zijn als je het product
maar een dag had weggezet? Of een maand?
3. Waarom denk je dat je het voedingsmiddel in het donker weg moest
zetten?
4. Je voedingsmiddel is nu bij kamertemperatuur bewaard. Wat denk je
dat er zou zijn gebeurd als je het in de vriezer had bewaard? Of bij 35
graden Celsius?
22
5. Aan welke eisen moet een omgeving dus voldoen voor optimale
schimmelgroei?
6. Zou je het voedingsmiddel nu nog willen eten? Wat zou er gebeuren
als je het zou eten?
7. Deze les heb je gekeken naar schimmels die voedsel bederven. Kun
je nog andere plekken (behalve voedsel) bedenken waar schimmel
op kan groeien?
Afsluiten
Zorg dat je alles netjes hebt opgeruimd en dat je je handen goed
gewassen hebt.
23
Reflecteren
1. Heb je nauwkeurig gewerkt? Wat zou je de volgende keer anders
doen?
24
Les 4
Plaat je Agar
Oriënteren
Bacteriën zijn erg klein (1–5 micrometer) [8]. Ze zijn daarom niet met het
blote oog te zien. Om bacteriën toch te kunnen bekijken, moet je zorgen
dat ze zich vermenigvuldigen tot zichtbare bacterie kolonies. Daarom ga
je eerst een bacteriekweek inzetten in een petrischaaltje. Dit wordt de
‘plaat’ genoemd.
Bacteriën hebben voedingsstoffen en een fijne omgeving nodig om zich
te kunnen voortplanten (delen). Je moet er dus eerst voor zorgen dat de
omgeving van de bacteriën zo gunstig mogelijk is. Als bacteriën op een
gunstige plek zitten gaan ze zich
voortplanten en vormen ze een
kolonie. Agar is een geleiachtige
stof die, samen met specifieke
voedingsstoffen, de belangrijkste
benodigdheden bevat waarop
veel bacteriën snel groeien. Agar
is gemaakt van algen. In deze
les ga je zelf een ‘agarplaat’
(voedingsbodem) maken.
Als
de
bacteriën
zich
vermenigvuldigd hebben, kun je
de kolonies van de bacteriën met
het blote oog zien. Ook kun je nu
onder de microscoop bekijken
Bron: bioinfo.bact.wisc.edu
welke soort bacterie het is.
Bij het maken van een kweek is
het erg belangrijk om ‘steriel’ te werken. Hiermee wordt bedoeld dat je
heel hygiënisch werkt en ervoor zorgt dat er geen andere ongewenste
organismen op je plaat terechtkomen (bijvoorbeeld van je handen of uit
de lucht). Je draagt daarom altijd handschoenen om te voorkomen dat
bacteriën van je hand overspringen op je plaat. Ook haal je zoveel
mogelijk je materialen door het vuur of gebruik je alcohol om ongewenste
bacteriën te doden.
25
Voorbereiden
Vraagstelling
Wat is belangrijk bij het maken een goede agarplaat voor het kweken
van bacterie kolonies?
Verwachting
Materiaal per drietal
 3 Petrischaaltjes
 3 Reageerbuizen met vloeibare warme voedingsbodem
 Fles 70 % alcohol
 Brander
 Reageerbuisknijper
 Wegwerp handschoenen
 Merkstift
 Vergrootglas
Bron: www.e-radiography.net
Werkwijze
Lees de werkwijze aandachtig door voordat je begint en houd je aan de
veiligheidsregels.
26
1. Voer de gehele werkwijze steriel uit zodat er geen ongewenste
bacteriën op je agarplaat komen! Dus was eerst je handen, doe
handschoenen aan en wrijf deze in met alcohol om alle
ongewenste bacteriën te doden.
2. Pak de 3 petrischaaltjes en zet jullie naam en het nummer
(1,2,3) op de onderkant.
3. Pak een reageerbuis met vloeibare voedingsbodem. Haal met
twee vingers de watten uit de reageerbuis, zorg dat de watten
nergens mee in aanraking komen.
4. Haal de opening van de reageerbuis kort door de blauwe vlam.
Door de reageerbuis kort door de vlam te houden doodt je
eventuele bacteriën die op de reageerbuis zouden kunnen
zitten.
5. Giet nu voorzichtig dit mengsel in de eerste petrischaal tot de
helft van het schaaltje gevuld is met voedingsbodem. Haal bij
het gieten de deksel van het petrischaaltje maar een klein beetje
er vanaf, zodat bacteriën geen kans krijgen erin te komen. Doe
dit ook bij het tweede en het derde petrischaaltje.
6. Haal de deksel van het petrischaaltje kort door de vlam en sluit
het petrischaaltje af.
7. Laat nu de agar stollen (hard worden).
8. Als de agar gestold is, kun je de agarplaten besmetten. In tabel
1 staat een overzicht wat je met welke agarplaat moet doen.
Tabel 1: Inhoud van de agarplaten
Inhoud
Plaat 1
Steriele plaat
Plaat 2
Bacteriën van je
hand.
Werkwijze Laat de
Haal de deksel
deksel op het eraf, strijk met je
petrischaaltje. vinger over de
agarplaat en
sluit het
petrischaaltje.
Plaat 3
Bacteriën uit de
lucht.
Haal de deksel 2
minuten van het
petrischaaltje.
Plaats
vervolgens de
deksel terug
9. Laat de 3 agarplaten een week in een warme omgeving op
school staan. De volgende les ga je kijken of er bacteriën op
jouw plaat gegroeid zijn.
10. Vraag aan de docent waar je de spullen kunt opruimen.
11. Was goed je handen!
12. Bekijk in les 5 de agarplaten met bacteriën met het blote oog.
27
Uitvoeren
Maak nu in drietallen eerst een agarplaat en voeg daarna de bacteriën
toe zoals beschreven in tabel 1.
JE BENT NU KLAAR MET LES 4.
De resultaten voer je pas tijdens les 5 in. De reden daarvoor is dat de
agarplaten met bacteriën een week op kweek gezet moeten worden.
28
Resultaten
1. Maak hieronder een tekening van het aantal bacteriekolonies dat te
zien is in de 3 petrischaaltjes.
Petrischaal 1: Steriele plaat
Petrischaal 2: Bacteriën hand
Petrischaal 3: Bacteriën uit de lucht
29
2. Op welke agarplaat zijn de meeste bacteriekolonies te zien?
Beredeneer waarom.
3. Op welke agarplaat zijn de minste bacterie kolonies te zien?
Beredeneer waarom.
Conclusie
Discussie
1. Zijn er verschillende soorten kolonies te zien op de verschillende
platen? Leg uit hoe dit kan.
2. Waarom denk je dat het belangrijk is om steriel te werken? Leg uit.
30
3. Waarom is het zo belangrijk om materialen door een vlam en/of een
alcoholoplossing te halen voordat je de agarplaat aanraakt?
4. Welke omstandigheden stimuleren bacteriegroei? Denk bijvoorbeeld
aan temperatuur. Geef nog 3 gunstige omstandigheden die van
belang zijn bij bacteriegroei.
5. Waarom denk je dat er in vacuüm verpakte voedingsmiddelen geen
bacteriën kunnen groeien? En hoe zit dat bij invriezen?
Afsluiten
Zorg dat je alle vragen hebt ingevuld.
Reflecteren
1. Hebben jullie steriel gewerkt? Leg uit.
31
Voorbereidingsfase
Les 5 & 6
Bezint eer ge Begint
Oriënteren
‘Bezint eer ge Begint’. Dit Nederlandse gezegde houdt in dat je, voordat
je aan iets begint altijd eerst goed moet nadenken over mogelijke
gevolgen. In deze les ga je je ook goed voorbereiden voordat je met een
onderzoek begint. Lees nu eerst de onderstaande tekst over het
onderzoek naar maagzweren.
Heb je wel eens gehoord van een maagzweer? Dit is een ontsteking van
het maagvlies. Vroeger werd deze ontsteking vaak geassocieerd met
stress. Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar het ontstaan
van een maagzweer. Onderzoekers zijn er nu achter dat de zweer wordt
veroorzaakt door een bacterie die Helicobacter pylori heet. Omdat ze
vroeger dachten dat een maagzweer ontstond door stress moesten de
patiënten in die tijd rust houden. Tegenwoordig wordt er bij een
maagzweer antibiotica voorgeschreven [9]. Antibiotica zijn speciale
medicijnen die bacteriën doden. Het voorbeeld van het ontdekken van de
Helicobacter pylori laat zien hoe belangrijk onderzoek doen is.
Voordat de onderzoekers erachter
kwamen dat Helicobacter pylori de
oorzaak was van een maagzweer,
moesten
ze
een
aantal
onderzoeksstappen doorlopen.
Zo zijn ze begonnen met de
vraagstelling: Wat veroorzaakt een
maagzweer bij mensen?
Vervolgens hebben de onderzoekers
een verwachting bedacht op de
vraagstelling. Deze zou bijvoorbeeld
kunnen zijn: een bacterie is
verantwoordelijk voor het ontstaan
van een maagzweer.
Bron:www.mediresource.com
De volgende stap is het bedenken van de werkwijze en de benodigde
materialen. De onderzoekers hebben maag slijmmonsters genomen van
mensen met een maagzweer en van mensen zonder maagzweer.
Voordat het onderzoek daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden moet eerst
32
heel duidelijk worden uit welke stappen het onderzoek bestaat, welk
materiaal er nodig is en welke resultaten er verkregen moeten worden.
Pas als deze voorbereidingsstap helemaal gedaan is, kan er worden
begonnen met de uitvoering. De onderzoekers in het voorbeeld van de
maagzweer vonden een bacterie die aanwezig was bij 95% van de
maagzweren, terwijl deze bacterie niet aanwezig was bij de mensen
zonder maagzweer. Later hebben de onderzoekers deze bacterie
Helicobacter pylori genoemd [10].
Vandaag ga je beginnen aan een eigen onderzoek. Je gaat alle stappen
van het onderzoek zelf ontwerpen en uitvoeren. De komende 5 lessen
zullen gaan over de voorbereiding, het uitvoeren en het afsluiten van je
eigen onderzoek.
Voorbereiden
De uiteindelijke hoofdvraag die je met dit onderzoek gaat beantwoorden
is:
Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks
leven tegen?
Dit onderzoek voer je uit in dezelfde drietallen als in voorgaande lessen.
Je gaat een keuze maken uit een aantal verschillende onderzoeken die
allemaal de hoofdvraag beantwoorden. Daarna ga je alle stappen van de
voorbereidingsfase zelf invullen.
Vraagstelling
Waar moet je aan denken in de voorbereidingsfase van een onderzoek?
Verwachting
Materiaal
 Informatiepagina over onderzoek naar keuze
Werkwijze
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. Maak met je drietal een keuze uit de 4 verschillende onderwerpen
genoemd onder ‘resultaten’. Omcirkel het
33
2.
3.
4.
5.
6.
7.
onderwerp naar keuze en beargumenteer jullie keuze. Kies ook
een deelvraag bij het onderzoek.
Vraag de docent om de informatiepagina van jullie onderwerp en
lees deze aandachtig door.
Start nu met de voorbereidingsfase van je eigen onderzoek.
Beschrijf nauwkeurig en uitgebreid de werkwijze van je onderzoek.
Maak een lijst met materialen die je volgens de werkwijze nodig
hebt.
Bedenk alvast hoe je de resultaten van je onderzoek wilt gaan
weergeven. Geef een voorbeeld van hoe je de resultaten gaat
weergeven (tabel, grafiek etc.)
Controleer jullie werkwijze aan de hand van de checklist die je
krijgt van je docent. Laat de producten van de voorbereidingsfase
(werkwijze, materiaallijst, resultaatweergave) later ook nog
controleren door je docent. Pas deze zo nodig nog aan.
Uitvoeren
Resultaten
1. Selecteer het onderwerp van je onderzoek.
1. Bacteriën beschermen
2. Bacteriën en schimmels zijn ziektemakers
3. Bacteriën en schimmels zijn overal
4. Bacteriën en schimmels bederven
2. Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Geef argumenten.
3. Welke deelvraag hebben jullie gekozen bij dit onderwerp? Leg uit.
34
4. Schrijf hier de verwachting van jullie deelvraag op.
5. Beschrijf nauwkeurig en uitgebreid de werkwijze van je onderzoek.
Maak hierbij gebruik van de criteria en suggesties die op de
informatiepagina staan. Maak hieronder een kladversie en print de
goedgekeurde versie uit voor les 7&8.
35
6. Stel een materiaallijst samen met alle benodigdheden die nodig zijn
om de werkwijze uit te voeren. Maak hieronder een kladversie en print
de goedgekeurde versie uit.
7. Bedenk hoe je de resultaten van je onderzoek wilt weergeven. Maak
hieronder een blanco grafiek, tabel of diagram voor de resultaten.
Beargumenteer je keuze.
8. Waar wil je foto’s van maken tijdens je onderzoek?
36
9. Wat voor commentaar had de docent op je werk? Noteer de punten
hieronder en pas zo nodig de producten van de voorbereidingsfase
aan.
Conclusie
Afsluiten
Zorg dat je alle stappen van de voorbereidingsfase doorlopen hebt.
37
Uitvoeringsfase
Les 7 & 8
Werk in Uitvoering
Oriënteren
De onderzoekers die de oorzaak van de maagzweer wilden achterhalen,
hebben na het voorbereiden van hun onderzoek, het onderzoek ook
daadwerkelijk uitgevoerd. Ook bij het uitvoeren van onderzoek zijn een
aantal zaken belangrijk. Deze zaken
komen in deze les aan de orde.
Allereerst moet er nauwkeurig gewerkt
worden. Bij dit nauwkeurig werken
hoort ook steriel werken, als dit niet
gebeurd kunnen je metingen beïnvloed
worden. Als de onderzoekers van het
Helicobacter Pylori onderzoek niet
steriel hadden gewerkt, hadden ze
waarschijnlijk veel meer soorten
bacteriën ontdekt op hun platen en
was hun conclusie misschien wel
anders geweest. Hoe nauwkeuriger je
dus werkt, hoe zekerder je kunt zijn
van je conclusie.
Verder is het belangrijk om, voordat je
begint met het uitvoeren van een
onderzoek, de werkwijze goed door te
lezen. Zo weet je welke stappen er op
Bron:
elkaar volgen en of er eventuele
ontmoetingskerksgravendeel.nl
wachttijden zijn die je kunt opvullen
met het voorbereiden van volgende
stappen.
Voorbereiden
Vraagstelling
Hoofdvraag:
Welke rollen van bacteriën en schimmels komen we in het dagelijks
leven tegen?
38
Deelvragen: schrijf hier je deelvraag uit les 5 en 6 op.
Verwachting
Deelvraag
Hoofdvraag
Materiaal
Noteer hier nogmaals het materiaal dat jullie in les 5 en 6 hebben
bedacht voor jullie onderzoek.
39
Werkwijze
1. Voer het onderzoek uit volgens jullie werkwijze uit les 5 en 6.
2. Zorg ervoor dat je steriel werkt en je aan de veiligheidsregels
houdt!
Bron: rlv.zcache.com
Bron: www.epacking.be
3. Maak tijdens het uitvoeren van het onderzoek foto’s van elke stap.
Deze foto’s zul je gebruiken in les 9.
Uitvoeren
Resultaten
Nu is het tijd om de resultaten van jullie onderzoek overzichtelijk weer te
geven. Je hebt in les 5 en 6 besloten op welke manier je de resultaten
wil weergeven.
1. Hoe gaan jullie de resultaten weergeven? Leg uit.
40
2. Noteer in onderstaand vak de resultaten van het onderzoek (op de
manier waarvoor jullie gekozen hebben).
Conclusie
Deelvraag
Hoofdvraag
41
Discussie
1. Denken jullie dat jullie alle stappen (voorbereiden en uitvoeren) van
jullie onderzoek nauwkeurig hebben uitgevoerd? Leg uit.
2. Liep je tegen problemen aan bij het voorbereiden of uitvoeren van het
onderzoek? Zo ja, geef een voorbeeld.
3. Vond je de inhoud van het onderzoek makkelijk of moeilijk? Leg uit.
4. Ieder onderwerp geeft een ander antwoord op de hoofdvraag. Welk
antwoord kregen andere groepjes op hun hoofdvraag? (vraag rond)
5. Samenvatting van algehele antwoord op de hoofdvraag (klassikaal
behandeld).
42
Afsluiten
Zorg dat je alle stappen uit de uitvoeringsfase doorlopen hebt en dat er
foto’s van gemaakt zijn.
Reflecteren
1. Hoe ging de samenwerking met je klasgenoten in het hele
onderzoek? Schrijf tenminste 1 positief en 1 negatief punt op van jullie
samenwerking.
2. Hoe vond je het om je eigen onderzoek op te zetten en uit te voeren?
Noem tenminste 1 punt dat je makkelijk/leuk vond en 1 punt dat je
moeilijk/minder leuk vond.
3. Wat zou je de volgende keer anders willen doen bij het opzetten en
uitvoeren van je eigen onderzoek? Leg uit.
43
Afsluitingsfase
Les 9
Poster Presentatie
Oriënteren
Je hebt ze vast wel aan je muur hangen: posters. Waarschijnlijk staan er
mooie afbeeldingen op van bijvoorbeeld popsterren of filmsterren. Wat
maakt de ene poster nou zo mooi en de andere niet?
Bron: www.newburycomics.com
Bron: www.actua-uitgeverij.nl
Voorbereiden
Probleem schetsen
Veel onderzoekers vinden het lastig om hun onderzoeksresultaten goed
te presenteren aan andere mensen. Er zijn verschillende manieren om je
resultaten te presenteren. Het kan via een mondelinge presentatie of op
de volgende verschillende schriftelijke manieren:
 Een verslag
 Een poster
 Op een website
 Een artikel voor een magazine
44
 Een fotoreportage
Jullie gaan in deze les jullie resultaten schriftelijk presenteren door een
poster te maken die later op de schoolwebsite wordt geplaatst.
Programma van eisen opstellen
Jullie poster moet de volgende onderdelen bevatten:
 Een dekkende titel
 Namen, datum, les etc.
 Introductie van het onderzoek
 Deelvraag en verwachting deelvraag
 Materiaallijst van het onderzoek
 Een instructie voor uitvoering van het onderzoek
 Foto’s ter illustratie van de werkwijze
 Resultaten
 Conclusie
 Reflectie (kies 2 antwoorden uit de reflectievragen van les 7 en 8)
 De hele poster moet overzichtelijk zijn
 De hele poster moet aantrekkelijk zijn
 De hele poster moet in eigen woorden verwoord worden
Materiaal
 De foto’s van les 5 tot en met 8
 Lijm
 A3 vel karton
 Stiften
 Schaar
 Fototoestel
Uitvoeren
Oplossingen zoeken
Bedenk nu individueel(!) voor de belangrijkste eisen uit het programma
van eisen 2 oplossingen.Later ga je de oplossingen met elkaar
bespreken.
Eis
Dekkende titel
Oplossing 1
Oplossing 2
Is de titel origineel en
dekt hij de lading?
45
Introductie
Hoe kan je de poster
aantrekkelijk maken
met je introductie?
Uitvoering (werkwijze)
Welke foto’s kun je
gebruiken voor je
instructie?
Resultaten
Hoe kun je je
resultaten het beste
overzichtelijk
weergeven?
Reflectie
Welke reflectievragen
uit les 7&8 kun je het
beste gebruiken?
Ontwerp kiezen
Bespreek nu met jullie drietal wat voor oplossingen er allemaal zijn
bedacht. Overleg en kies nu samen de beste oplossingen om zo goed
mogelijk aan de eisen van de poster te voldoen. Kies ook de beste foto’s
uit en bedenk bij welk onderschrift jullie hierbij willen plaatsen.
Prototype maken
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. Verzamel alle foto’s die jullie gemaakt hebben tijdens het
onderzoek (les 5 tot en met 8).
2. Verwerk de beste oplossingen uit tabel 1 in de poster.
3. Maak een duidelijke foto van jullie poster.
4. Lever de poster en de foto in bij de docent.
5. De docent zal de posterfoto op de schoolwebsite plaatsen.
Jullie hebben 30 minuten om de poster af te maken. Zorg ervoor dat
alles erin staat en dat de poster de aandacht trekt.
Afsluiten
46
Nu is het tijd om jullie poster aan de andere klasgenoten te laten zien.
Hang de poster op het bord naast de posters van alle andere drietallen.
1. Bekijk elkaars posters. Wat vind je mooi aan sommige posters? Leg
uit.
2. Wat vind je onduidelijk aan sommige posters? Leg uit.
3. Voldoet jullie poster aan alle eisen uit het programma van eisen?
4. Bespreek nu klassikaal wat een poster mooi en minder mooi maakt of
wat een poster duidelijk of onduidelijk maakt en schrijf hieronder de
belangrijkste punten op.
Reflecteren
1. Hoe ging de samenwerking met je drietal in het hele onderzoek? Leg
uit.
47
2. Welke dingen had je anders willen doen bij het ontwerpen van je
poster? Leg uit.
3. Waren jullie het altijd eens over de beste oplossing voor een eis? Of
hebben jullie ook compromissen gesloten?
4. Welke onderdelen moeten altijd op een poster van een onderzoek
staan?
5. Wat is belangrijk bij het ontwerpen van een poster?
48
Reflectiefase
Les 10
Keuring
Oriënteren
Waarom trekt die ene reclameposter je aandacht meer dan een andere
reclame poster? In les 9 zijn jullie bezig geweest met het ontwerpen van
jullie eigen poster. Waarschijnlijk vinden jullie hem zelf goed gelukt, maar
nu is het tijd dat de rest van de klas hem ook gaat beoordelen.
Bron: www.emgo.nl
Voorbereiden
Je gaat de posters van andere leerlingen beoordelen. Daarnaast ga je
reflecteren op je onderzoeksproces.
Vraagstelling
Wat zijn belangrijke aspecten bij het ontwerpen van een goede poster?
Verwachting
Materiaal
 Alle zelf ontworpen posters uit les 9
49
Werkwijze
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. Haal jullie poster op bij je docent.
2. Hang jullie poster op bij de andere posters. De plek wordt
aangewezen door je docent.
3. Kies een poster van een ander drietal uit die jullie het beste vinden.
Noteer bij resultaten welke poster dit is en waarom jullie deze het
beste vinden. Welke poster vind je daarna het beste?
4. Je docent zal jullie poster beoordelen. Noteer deze beoordeling in
tabel 1.
5. Bekijk een poster van een ander drietal. Beoordeel elkaars posters.
Geef cijfers voor de verschillende aspecten. Noteer jullie
beoordeling op hun werkblad.
6. Laat het andere drietal hun beoordeling noteren op tabel 1 van
jullie werkblad.
Uitvoeren
Resultaten
1. Nummer beste poster:
Een na beste poster:
2. Beargumenteer waarom deze posters het best zijn.
3. Noteer de waardering van de docent en van het andere tweetal in de
tabel.
Tabel 1: Beoordeling poster docent en klasgenoten
Aspect
Mooi
Overzichtelijk
Volledig
Opvallend
Gebruik foto’s
Algeheel cijfer
Cijfer docent
Cijfer ander tweetal
50
Conclusie
Discussie
1. Zijn er dingen die jullie aan je poster willen veranderen nadat jullie de
posters van klasgenoten hebben gezien? Leg uit.
2. Welk aspect vinden jullie het belangrijkst bij het ontwerpen van een
poster? Leg uit.
3. Beantwoord nogmaals de hoofdvraag uit les 5 en 6, maar nu aan de
hand van de informatie uit de andere posters. Zij hebben een ander
onderwerp, dus ook een ander antwoord op de hoofdvraag.
4. Is er maar één antwoord mogelijk op de hoofdvraag? Leg uit.
51
Afsluiten
Zorg dat alle vragen ingevuld zijn.
Reflecteren
1. Je hebt nu een heel eigen onderzoek uitgevoerd: van oriëntatiefase
tot presentatiefase. Hoe vond je het om dit te doen?
2. Wat vond je moeilijk aan het invullen van de verschillende stappen in
het onderzoek? Geef dit per stap aan.
Vraagstelling
Verwachting
Materiaal
Werkwijze
Resultaten
Conclusie
52
3. Zijn er dingen die je de volgende keer anders zou aanpakken? Leg
uit.
4. Werk je met verschillende klasgenoten anders aan een onderzoek?
Werk je met de ene klasgenoot meer nauwkeurig of efficiënter? Geef
een voorbeeld van een verschil in samenwerken.
5. Wat vond je leuk aan de module? Noem minimaal 2 aspecten en leg
ze uit.
6. Wat vond je minder leuk aan de module? Noem minimaal 2 aspecten
en leg ze uit.
7. Vind je jezelf al een echte onderzoeker? Waarom wel/niet?
53
Les 11
Excursie
Oriënteren
De koekjes die je moeder bakt (of die je zelf bakt) zijn altijd lekkerder dan
de koekjes uit de supermarkt. Dit is ook zo met vers gebakken brood. De
meeste mensen vinden dit brood lekkerder dan brood uit de fabriek. Van
sommige producten ben je het echter niet gewend om ze zelf te maken.
Hoe zou zelf gemaakte yoghurt of zuurkool smaken?
Bron: www.bakkerout.nl
Voorbereiden
Vandaag ga je op excursie naar de Hoge Agrarische School (HAS) in
Den Bosch. Dit is een Hogeschool waar ze veel met
voedingsmiddelentechnologie doen. Hier gaan jullie zelf yoghurt of
zuurkool maken met hulp van bacteriën. Succes!
Vraagstelling
Welke stappen zijn belangrijk bij het bereiden van een product met
micro-organismen?
Verwachting
54
Materiaal
 Vervoer +excursie HAS Den Bosch
Werkwijze
Lees de werkwijze aandachtig door.
1. Neem pen en papier mee tijdens je excursie.
2. Noteer de belangrijkste dingen die verteld worden tijdens de
excursie bij resultaten, zodat je daar later de vraagstelling mee kan
beantwoorden.
Uitvoeren
Resultaten
1. Noteer hieronder de belangrijkste dingen, met betrekking tot
voedselbereiding, die verteld worden tijdens de excursie.
Conclusie
Discussie
1. Zijn er nog onduidelijkheden? Bespreek deze dan met je klasgenoten
en beschrijf ze hier.
55
2. Hoe smaakte je eigen gemaakte product? Was het lekkerder dan uit
de supermarkt? Leg uit.
3. Beschrijf een stap uit het bereidingsproces die nieuw voor je was, of
beschrijf de meest onbekende stap.
Afsluiten
Zorg dat alle vragen ingevuld zijn.
Reflecteren
1. Hoe vond je het om je eigen product te maken? Leg uit.
2. Zou je nog een keer een eigen product willen maken? Zo ja, welk
product zou dat dan zijn? Leg uit.
3. Zou je een studie of beroep willen doen in de richting van
voedingsmiddelentechnologie? Leg uit.
56
Bronnen
Afbeeldingen voorkant
Achtergrond: http://www.vedicsciences.net/design/bacteria5.jpg
Rode bacterie:
http://thumbs.dreamstime.com/thumb_120/1171062161k69pUm.jp
g
Gele schimmel:
http://farm1.static.flickr.com/127/330633827_21de38888a.jpg
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Afbeelding voorkant: www.mppbiodesigns.com
Schraa, G., Handleiding microbiologie, Wageningen Universiteit.
2009.
Plaatje biological risk: www.stock-xpress.com.
Werkwijze les 2:
http://www.xs4all.nl/~gwillem/ConsTechniek/LevTech/Proeven.doc
#_Toc211784086.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Chapter 6
microbial Growth. Sixth ed. 2005: McGraw Hill.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, Part 1:
Introduction to Microbiology. sixth ed. 2005: McGraw Hill.
vanDale, Van Dale Woordenboek, www.vandale.nl
MicrosoftCorporation. Encarta Encyclopedia. 2000 [cited.
Kumar and Clark, Clinical Medicine. Sixth ed: W.B. Saunders.
Prescott, L.M., J.P. Harley, and D.A. Klein, Microbiology, chapter
39: Human Diseases Caused by Bacteria. Sixth ed. 2005: McGraw
Hill.
57
Download