G.I.P. Kennen en herkennen van ziekten en plagen hun bestrijding 1 DEEL 1: HERKENNEN VAN ZIEKTEN EN HUN BESTRIJDING Hoofsdstuk 1: BACTERIEN Algemene eigenschappen: Bacteriën zijn kleine ééncellige organismen, omgeven door een celwand, maar zonder echte celkern. De voortplanting vindt plaats door celdeling, dit kan onder vochtige, warme omstandigheden zeer snel gaan. Bacteriën die plantenziekten veroorzaken vormen geen sporen. Bacteriën zijn wijd verspreid, ze komen voor in lucht, water, grond en op / in mensen, dieren en planten. Bacteriën spelen een grote rol in de mineralen kringloop, ze breken organisch materiaal af; er zijn bacteriën die stikstof vastleggen. Een directe (chemische) bestrijding is vaak niet mogelijk. G.I.P. Kennen en herkennen van ziekten en plagen hun bestrijding 1.1 2 Agrobacterium tumefaciens. Herkenning: De bacterie veroorzaakt knolachtige gezwellen aan wortels, op entplaatsen, stengeldelen, bladeren en bladstelen van planten. De bacterie zet cellen van de plant aan tot onbeperkte celdeling, deze gezwellen kunnen groeiremming van de ganse plant geven. Foto A: verdikking op de entplaats van een roos Foto B: verdikkingen op een druivenrank Leefwijze: De bacterie heeft een wond nodig om de plant te infecteren, ze blijft in de grond achter. Is de plant eenmaal besmet dan kan de bacterie lang in de plant achterblijven. Voorkomen en beheersen: Gebruik maken van gezond plantmateriaal Aangetaste planten zo snel mogelijk verwijderen en ervoor zorgen dat men geen andere planten besmet Bedrijfshygiëne