Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector Looptijd : oktober 2004 – maart 2005 Arbeidsinspectie, Den Haag Projectnummer Status projectrapportage Inspectieonderwerpen AI-bedrijfstakdirectie(s) Landelijk Projectleider Voor vragen van de pers Looptijd project Correspondentieadres 03-01-2007 A 654 Definitief Lichamelijke belasting Geluid Directie Industrie Michiel Staal Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Afdeling Persvoorlichting, tel. (070) 333 44 44 Oktober 2004– Maart 2005 Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem T.a.v. mw. C. de Caluwé Postbus 9018 6800 DX Arnhem Inhoudsopgave 1 2 3 Voorwoord Algemeen directeur ...................................................................................................... 3 Samenvatting inspectieproject........................................................................................................ 4 Inleiding, aanleiding, analyse en doelstelling inspectieproject ....................................................... 5 3.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 5 3.2 Aanleiding................................................................................................................................... 5 3.3 Doelstelling ................................................................................................................................. 5 4 Omvang en opzet inspectieproject ................................................................................................. 6 4.1 Werkterrein/BIK-codes ............................................................................................................... 6 4.2 Looptijd en aantallen bezoeken.................................................................................................. 6 4.3 Generaliseerbaarheid ................................................................................................................. 6 4.4 Opzet van het inspectieproject ................................................................................................... 7 4.5 Inspectieonderwerpen ................................................................................................................ 7 4.6 Convenanten .............................................................................................................................. 7 4.7 Publiciteit .................................................................................................................................... 8 5 Projectresultaten ............................................................................................................................. 9 5.1 Totaaloverzicht ........................................................................................................................... 9 5.2 Handhavingsinstrumenten........................................................................................................ 10 5.3 Lichamelijke belasting .............................................................................................................. 11 5.4 Geluid ....................................................................................................................................... 12 5.5 Arbobeleid ................................................................................................................................ 13 5.6 Machineveiligheid ..................................................................................................................... 14 5.7 Overig ....................................................................................................................................... 15 6 Conclusies en aanbevelingen inspectieproject............................................................................. 16 6.1 Algemene conclusies................................................................................................................ 16 6.2 Conclusie / aanbevelingen per inspectiepunt........................................................................... 16 2 van 17 1 Voorwoord De Arbeidsinspectie hanteert bij de inspectieactiviteiten steeds meer het criterium van het daadwerkelijk verbeteren van arbeidsomstandigheden in een sector. Dat houdt in dat de ambitie niet ophoudt bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van alleen de bezochte bedrijven. Door knelpunten te signaleren en anderen te stimuleren en zonodig te ondersteunen bij het vinden van oplossingen, wordt er naar gestreefd om de kwaliteit van de werkomstandigheden in de gehele sector naar een hoger peil te tillen. Het in de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 uitgevoerde inspectieproject in de voeding en genotmiddelen is hiervan een goed voorbeeld. Zo heeft de branche vereniging van diervoeder bedrijven tijdens de looptijd van het project haar informatie voorziening over ATEX vergroot richting bedrijven. Het Productschap Wijnen heeft ondermeer naar aanleiding van de besproken resultaten een tilwijzer ontwikkeld t.b.v. medewerkers in de sector. Gezien de problematiek in de sector, had dit project als onderwerpen de lichamelijke belasting, geluid en arbobeleid. Volledig inzicht in de risico’s van lichamelijke overbelasting, blootstelling aan geluid en zeker niet te vergeten machineveiligheid vormen de basis om schade en nare ongevallen te voorkomen. Het blijkt dat in de geïnspecteerde bedrijven slechts matig inzicht is in hoeverre er sprake is van zware lichamelijke arbeid en van blootstelling aan schadelijke geluidsniveaus. Langdurige zware lichamelijke arbeid kan gezondheidsschade geven bij werknemers. Overmatige zware lichamelijk inspanning is te voorkomen door gebruik te maken van veelal eenvoudige hulpmiddelen, dan wel aanpassing van werkmethodes. Te veel lawaai veroorzaakt, boven het normale gehoorverlies als gevolg van ouderdom, een niet te genezen gehoorschade en een slechte spraakverstaanbaarheid. Dit kan leiden tot een sociaal isolement van werknemers. Ondanks dat machineveiligheid geen inspectieonderwerp was, was het opvallend dat juist op dat gebied ook het nodige is te verbeteren. Inspecteurs hebben geconstateerd dat vooral beveiligingen vaak niet zijn aangepast aan de eisen die daaraan tegenwoordig zijn gesteld. Nieuwe inzichten en nieuwe mogelijkheden om machines te beveiligen worden onvoldoende toegepast. Daarnaast komt het voor dat beveiligingen bijvoorbeeld vanwege onderhoud of reparatie zijn verwijderd maar niet meer terug geplaatst zijn. Ook zijn inspecteurs situaties tegen gekomen dat beveiligingen waren uitgeschakeld om sneller te kunnen werken. Behalve technische aspecten is dus ook het menselijke gedrag een factor van betekenis. De resultaten zijn representatief voor de geïnspecteerde bedrijven. De bevindingen dienen de ondernemers zich ter harte te nemen. Het gaat hier om de veiligheid van de eigen werknemers. Naast de morele verplichting om voor een verantwoord veiligheidsniveau te zorgen, zijn er ook financiële argumenten, zowel in de sfeer van uitkeringslasten bij arbeidsongeschiktheid als aansprakelijkheid in verband met letselschade. Het realiseren van tenminste het wettelijk vereiste niveau van veiligheid en gezondheid en het beïnvloeden van de zelfwerkzaamheid van werkgevers en werknemers bij de verbetering van arbeidsomstandigheden is het uitgangspunt van de handhaving. De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie, Dr. J.J.M. Uijlenbroek 3 van 17 2 Samenvatting inspectieproject In de periode van oktober 2004 tot en met maart 2005 zijn in totaal 571 inspecties uitgevoerd op de onderwerpen lichamelijke belasting en geluid in delen van de voeding- en genotmiddelensector. Daarnaast is tijdens de inspectie voorlichting gegeven en informatie verstrekt over de ATEX-richtlijn in die bedrijven waar dit relevant was. De doelstelling van de inspecties was te komen tot een betere naleving van de regelgeving die geldt voor risico’s op het gebied van lichamelijke belasting en geluid. Enerzijds door overtredingen op bedrijfsniveau weg te laten nemen en anderzijds door de resultaten onder de aandacht te brengen van de betreffende brancheorganisaties, met het verzoek er rekening mee te houden bij hun activiteiten voor betere arbeidsomstandigheden. Bijna 70 procent van de geïnspecteerde bedrijven gaf aan inhoudelijk op de hoogte te zijn van de ATEX-regelgeving of van “Veilig werken in een explosieve atmosfeer”. Van deze bedrijven bleek ruim 90 % bezig te zijn te voldoen aan de nieuwe wetgeving op het gebied van ATEX, door aantoonbare maatregelen te hebben genomen om explosiegevaar te voorkomen in de vorm van risico-analyse (invoering van gevarenzones, ed.), technische risicobeperking ( afzuiging, explosieveilig materiaal ed.) of organisatorische risicobeperkingen (werkinstructies ed.). Tijdens de inspecties zijn bij ruim 54% van de geïnspecteerde bedrijven één of meer overtredingen vastgesteld. Wanneer overtredingen op het gebied van lichamelijke belasting of van geluid worden vastgesteld wordt in de regel een eis gesteld of een waarschuwing gegeven. Op deze twee genoemde aandachtvelden zijn 52 eisen gesteld, 375 waarschuwingen gegeven, maar ook 5 boetes aangezegd. Wanneer overtredingen worden vastgesteld die een aanzienlijk risico inhouden voor de veiligheid van de werknemer(s), wordt de werkgever bevolen om de werkzaamheden te staken en/of wordt een boete aangezegd. Deze zware handhavinginstrumenten werden slechts 36 keer ingezet, ofwel bij 6,3% van het totale aantal geconstateerde overtredingen. Hiermee ligt de inzet van het aantal zware handhavinginstrumenten lager dan gemiddeld. Dat laatste is verklaarbaar, want wanneer wordt gekeken naar de inspectie onderwerpen dan gaat het vooral om het ontbreken van de wettelijk verplichte beoordeling van de mate van lichamelijke belasting en geluid. Dit soort overtredingen leiden tot een waarschuwing. Bij ruim 21% van de bedrijven betreft het het ontbreken van inzicht in blootstelling aan schadelijk geluid. Hiermee ligt het percentage bedrijven dat geen of onvoldoende inzicht heeft in de geluidsblootstelling, aanzienlijk hoger dan gemiddeld (13%) in Nederland. Blootstelling aan schadelijk geluid kan leiden tot doofheid, met alle (sociale) gevolgen van dien. Het is opvallend dat bij 31% van de bedrijven, het bedrijf geen of onvoldoende inzicht had in de mate van zware lichamelijke belasting. Waarmee het percentage bedrijven duidelijk hoger ligt dan gemiddeld (11%) in Nederland. Schade als gevolg van overmatige lichamelijke belasting leidt tot ziekteverzuim en langdurig ziekteverzuim leidt tot arbeidsongeschiktheid voor die werkzaamheden. De totaal-uitkomsten komen overeen met de resultaten van de arbomonitor 2003. Uit de arbomonitor 2003 komt op basis van een a-selecte steekproef van bedrijven naar voren dat in de industrie gemiddeld 50% van de bedrijven een of meerdere regels van de arbeidsomstandighedenwet overtreedt.1 Zoals gezegd wijken de uitkomsten op de onderwerpen fysieke overbelasting en geluid in negatieve zin af van het landelijke gemiddelde. De aanbeveling die op basis van dit inspectieproject kan worden gegeven is dan ook, dat de onderwerpen lichamelijke belasting en geluid meer aandacht blijven vragen van de industriële bedrijven in de onderzochte sectoren. Dit zal in nog te voeren overleg met de betrokken brancheverenigingen sterk worden benadrukt. 1 Arbeidsinspectie, Arbomonitor 2003, tabel 4.1, juli 2004 4 van 17 3 Inleiding, aanleiding, analyse en doelstelling inspectieproject 3.1 Inleiding In de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 heeft de Arbeidsinspectie in een grootschalig project, bedrijven in de voedings- en genotmiddelensector geïnspecteerd op de onderwerpen lichamelijke belasting (tillen, duwen en trekken) en geluid. Tijdens de inspectie is nagegaan op welke wijze het bedrijf (structureel) aandacht besteed aan lichamelijke belasting en geluid. Daarnaast is voorlichting gegeven en informatie verzameld over ATEX (Atmosphere Explosive). 3.2 Aanleiding Het inspectieproject "lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector", kwam voort uit de strategie van de directie Industrie 2004 - 2007. De voeding- en genotmiddelensector is een prioritaire sector. Binnen de voeding- en genotmiddelensector worden op grote schaal lasten verplaatst door tillen. Bij deze activiteiten wordt veelvuldig gebruik gemaakt van zakken met grondstoffen en kratjes / kisten met producten. De verwachting was dat in de geselecteerde branches deze activiteiten vaak handmatig worden uitgevoerd. Het gebruik van perslucht bij de schoonmaak van machines en soms voor aandrijving, veroorzaakt veel geluid. Geluidsniveaus die veelal de schadelijke niveau’s bereiken. Verwacht werd dat deze arboproblematiek in de branches omvangrijk zou zijn. 3.3 Doelstelling De doelstelling van dit project vloeit logisch voort uit de strategische keuze om als Arbeidsinspectie energie te steken in hoog risico sectoren en risico onderwerpen. In deze sectoren betekent dit, het bewerkstellingen van een betere naleving van de regelgeving voor de arbeidsrisico’s op het gebied van lichamelijke belasting en de blootstelling aan geluid. Naast beïnvloeding bij individuele bedrijven, is met dit project tevens beoogd een extra aanzet te geven in de branches tot het verbeteren van de arbeidsomstandigheden op het gebied van lichamelijke overbelasting en blootstelling aan hoge geluidsniveaus. Door het bezoeken van de voeding- en genotmiddelensector in Nederland wordt tevens het inzicht in het nalevingsniveau op het gebied van overmatige lichamelijke belasting en geluidblootstelling in deze sectoren geactualiseerd. De kwalitatieve doelstellingen van dit project waren: • Opheffen van situaties betreffende lichamelijke belasting en geluid, die niet voldoen aan de eisen zoals deze gesteld worden in de wetgeving. • Binnen de relevante branches aandacht vestigen op lichamelijke belasting en geluid gedurende de looptijd van het project. • Daarnaast niet bezochte bedrijven stimuleren om alle gevaarlijke situaties met betrekking tot lichamelijke belasting en geluid binnen het eigen bedrijf aan te pakken door de branche aan te zetten tot activiteiten op het gebied van voorlichting en instrumentontwikkeling • Voorlichting geven bij relevante bedrijven over ATEX2-richtlijn. • Inzicht krijgen in het aantal geïnspecteerde bedrijven die met de ATEX regelgeving zoals in juli 2003 is geïmplementeerd in de Arbeidsomstandighedenwetgeving, te maken hebben/krijgen. De Arbeidsinspectie gebruikt de inspectieresultaten voor nader overleg met de sociale partners in de branche. Overleg over de wijze waarop zij activiteiten kunnen opzetten of inbedden, om het bewustzijn te vergroten dat een (systeem)gerichte aanpak binnen de bedrijven belangrijk is. 2 ATEX staat voor ATmosphères EXplosives. Onder een explosieve atmosfeer wordt verstaan: een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels en stof, onder atmosferische omstandigheden, waarin de verbranding zich na ontsteking uitbreidt tot het gehele niet verbrande mengsel. 5 van 17 4 Omvang en opzet inspectieproject 4.1 Werkterrein/BIK-codes De bedrijfstak vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan producten en processen. Het varieert van het verwerken van aardappelen tot het slachten van zwanen of zwijnen. Iedere sector heeft zijn eigen netwerk en specifieke uitdagingen. De groothandel in de voedings- en genotmidden wordt ook tot de sector gerekend. In het kader van dit project zijn alleen bedrijven bezocht die vallen onder de BIK3-codes (inclusief onderliggende meercijferige BIK): 152 Visverwerking 153 Groente- en fruitverwerking 154 Vervaardiging van plantaardige- en dierlijke oliën en vetten 156 Productie van meel 157 Vervaardiging diervoeder 158 Vervaardiging overige voedingsmiddelen (met uitzondering van bedrijven die deel uitmaken van de groep die onder het convenant vallen en BIK 158102, BIK 158103 ) en 159 Vervaardiging van dranken. Tevens zijn bedrijven uit de BIK 513 (Groothandel in voedings- en genotmiddelen) geselecteerd. Verder zijn de bedrijfstakken waar ten tijde van de inspecties convenanten liepen uitgesloten voor dit inspectiepropject. 4.2 Looptijd en aantallen bezoeken Het project is gestart op 1 oktober 2004. In maart 2005 zijn de laatste inspectiebezoeken gebracht. In totaal zijn 571 bedrijven bezocht. Hiervan behoorden 554 ondernemingen (97%) tot de voeding- en genotmiddelensector. Bij 17 bedrijven (3%) bleek tijdens de inspectie dat ze tot een andere BIK-code behoorden, maar dat de inspectie op de onderwerpen wel goed kon plaatsvinden. Zie tabel 1. Tabel 1: Aantal geïnspecteerde bedrijven per sector (o.b.v. BIK) Sector Aantal geïnspecteerde bedrijven BIK 152 Visverwerking BIK 153 Groente- en fruitverwerking BIK 154 Spijsoliën en vetten BIK 156 Vervaardiging van Meel BIK 157 Vervaardiging van Diervoeder BIK 158 Vervaardiging Overigen Voedingsmiddelen BIK 159 Vervaardiging van Dranken BIK 513 Groothandel in Voedings- en genotmiddelen Overig Totaal 26 45 8 19 60 145 30 221 17 571 % geïnspecteerde bedrijven t.o.v. het totaal geïnspecteerd 5 8 1 3 11 25 5 39 3 100 4.3 Generaliseerbaarheid Uit berekeningen kunnen alleen de resultaten van BIK 158 en 513 vertaald worden naar het niveau van hun eigen sector. Uitgaande van 95% betrouwbaarheid en 7% nauwkeurigheid zijn de resultaten van de BIK 158 (Vervaardiging van Overige Voedingsmiddelen)en de BIK 513 (Groothandel in voedingsmiddelen) representatief voor de sector. De resultaten zijn niet zonder meer representatief voor de overige sectoren per BIK-code, door de geringe aantallen inspecties ten opzichte van het aantal bedrijven in die verschillende sectoren. De inspectieresultaten geven voor die sectoren alleen een indicatie per sector 3 De BIK-code is opgebouwd via het systeem van de "Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel" (BIK-code). De Kamer van Koophandel kent een code toe aan iedere inschrijving in het Handelsregister. Met deze code wordt de activiteit van een bedrijf aangegeven. 6 van 17 4.4 Opzet van het inspectieproject De inspecties zijn niet aangekondigd bij de te inspecteren bedrijven. Dit om een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de normale bedrijfsgang te krijgen. Wél is het inspectieproject vooraf bekend gemaakt bij de verschillende branches. Ook is aandacht voor de start van het project geweest in de landelijke media. Tijdens de introductie van de inspectie heeft de inspecteur toegelicht dat lichamelijke belasting en geluid tijdens de inspectie centraal zouden staan. Tevens is benadrukt dat een steekproef van adressen is getrokken. Daarnaast is voorlichting gegeven bij de bedrijven waar dit relevant was, over de veranderde regelgeving inzake explosieve omgevingen ATEX. De indruk vooraf was dat arbodiensten nog weinig actief waren op dit vlak. Voor andere onderwerpen gold dat alléén wanneer door de inspecteur situaties zouden worden aangetroffen die een direct ernstig gevaar voor de werknemer(s) inhouden, op die onderwerpen zou worden gehandhaafd. Na de introductie is een rondgang door het bedrijf gemaakt. Indien er overtredingen tijdens deze ronde werden geconstateerd, is vervolgens naar de risico-inventarisatie en –evaluatie gevraagd. In het afsluitende gesprek zijn de inspectieresultaten en het vervolgtraject nader toegelicht. Wat dit laatste betreft zijn afspraken gemaakt over de termijnen waarbinnen de overtredingen moeten zijn opgeheven. Hierop wordt door de inspecteur gecontroleerd. 4.5 Inspectieonderwerpen Tijdens de inspectie is nagegaan of werknemers tijdens verschillende werkzaamheden in de productie en in magazijnen blootgesteld staan aan zware lichamelijke belasting. Hierbij is specifiek aandacht besteed aan tillen, duwen en trekken. Tevens is nagegaan of werknemers blootgesteld worden aan hoge geluidsniveaus. Specifiek is gekeken of dit het gevolg was van geluid geproduceerd door compressors, uitstromende perslucht of door intern transport. Indien dit het geval was, is nagegaan of het bedrijf de risico’s in kaart had gebracht en of op een verantwoorde wijze wordt omgegaan met de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. Daarnaast is daar waar relevant voorlichting gegeven over de veranderde regelgeving inzake explosieve omgevingen ATEX. Om in 2006 te kunnen voldoen aan de nieuwe regelgeving, dienen er door de bedrijven tijdig maatregelen genomen te worden. Dit geldt zeker voor de bedrijven waar stofexplosie gevaar aanwezig is. Naast het aanschrijven van werknemersorganisaties en relevante brancheorganisaties en Arbodiensten, is het onderwerp in de vorm van voorlichting en inventarisatie in dit inspectieproject meegenomen. 4.6 Convenanten Tijdens de looptijd van het project waren 3 convenanttrajecten te onderscheiden die verbonden zijn met de voedings- en genotmiddelensector. De convenanttrajecten zijn: - vleesindustrie - suikerverwerkende industrie (Koek en Snoep) - meelverwerkende sector Vanwege de vele activiteiten op de verschillende gebieden, welke binnen de verschillende convenantstrajecten werden uitgevoerd, is besloten deze sectoren uit te sluiten van inspecties binnen dit project. Eind 2005, begin 2006 is een apart inspectieproject uitgevoerd, gericht op deze convenantsectoren. De Koek en Snoep-sector was ten tijde van de inspecties bovendien druk bezig met het in de markt zetten van instrumenten met betrekking tot lichamelijke belasting. Inspecties kwamen dan te vroeg. Vlees In de vleessector zijn de convenantonderwerpen lichamelijke belasting en vroegtijdige reïntegratie. Speciaal voor de sector is een RSI-instrument ontwikkeld waarmee de individuele werkgevers de problemen in kaart kunnen brengen. Vervolgens kunnen ze hiermee aan de slag. Zie www.arboconvenantvlees.nl 7 van 17 Koek en Snoep Binnen de Suikerverwerkende industrie (Koek en Snoep), zijn het de sectoren chocolade en chocolade- en suikerverwerkende industrie, die aandacht besteden aan lichamelijke belasting en vroegtijdige reïntegratie. Zie www.datwerktwelzolekker.nl Meel Binnen de meelverwerkende industrie loopt een traject, gericht op het voorkómen van meelstofallergie bij medewerkers in die sector. Dit is geen onderwerp dat binnen de inspectieonderwerpen van dit project viel. Zie www.blijmetstofvrij.nl 4.7 Publiciteit De start van dit insectieproject is aangekondigd bij de bekende werkgevers- en werknemersorganisaties in de voedings- en genotmiddelensector. Daarnaast is tijdens de looptijd van het project, periodiek een nieuwsbrief aan belangstellenden toegezonden, waarin informatie over de voortgang werd gegeven. 8 van 17 5 Projectresultaten 5.1 Totaaloverzicht Binnen dit project zijn 571 bedrijven geïnspecteerd. Tijdens het eerste bezoek zijn bij 309 van hen in totaal 564 overtredingen geconstateerd. Dit betekent dat bij ruim 54% van de geïnspecteerde bedrijven één of meer overtredingen zijn geconstateerd. Bij navraag over de ATEX, bleek dat bijna 70 procent van de geïnspecteerde bedrijven aangaf inhoudelijk op de hoogte te zijn van de ATEX-regelgeving of van “Veilig werken in een explosieve atmosfeer”. Tijdens een inspectie kon een inspecteur meer dan één handhavinginstrument inzetten. Bijvoorbeeld: een waarschuwing voor het niet hebben van de blootstellingbeoordeling geluid of het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en daarnaast een stillegging met boete voor een onveilige machine. Hierdoor ligt het aantal ingezette handhavinginstrumenten hoger dan het totale aantal bedrijven met tenminste één overtreding. Afgezet tegen het aantal geïnspecteerde bedrijven met overtreding is in dit inspectieproject sprake van 1,8 overtreding per bedrijf. In figuur 1 zijn het aantal geconstateerde overtredingen naar onderwerp weergegeven. Figuur 1 250 Aantal overtredingen naar inspectieonderwerp 226 206 Fysieke belasting Geluid 200 Arbobeleid 150 Machineveiligheid Inrichting w erkplekken 100 71 Gevaarlijke stoffen 38 Overige 50 12 7 4 0 Totaal 40% van alle geconstateerde overtredingen heeft betrekking op lichamelijke belasting. Een groot deel (78%) van deze overtredingen (117) had betrekking op het ontbreken van een beoordeling van de veiligheid en gezondheidsaspecten op het gebied van lichamelijke belasting. Ruim 36% van de geconstateerde overtredingen (206) had betrekking op geluid. Ook hier betreft een groot deel (59%) van de geconstateerde overtredingen (123) het ontbreken van beoordelingen van de geluidsniveaus op de werkplek. Indien er geen beoordeling beschikbaar is, is geen of onvoldoende inzicht in de mate van overmatige lichamelijke belasting, of blootstelling aan geluid boven 85 dB(A). In die gevallen kan een werknemer schade oplopen. Lichamelijke schade als gevolg van een overmatige belasting leidt tot ziekteverzuim en in ernstige gevallen tot arbeidsongeschiktheid. Overmatige geluidsblootstelling kan tot lawaaidoofheid leiden, met alle sociale gevolgen van dien. In figuur 2 wordt een overzicht gegeven waarin het aantal bedrijven is uitgesplitst naar aantal overtredingen. Uit deze figuur blijkt dat bij ruim een kwart (28%) van de geïnspecteerde bedrijven 2 of meer overtredingen zijn geconstateerd. 9 van 17 Bij 3 bedrijven zijn 6 overtredingen geconstateerd en bij één bedrijf zelfs 7 overtredingen. Figuur 2 Aantal bedrijven uitgesplitst naar aantal geconstateerde overtredingen 300 262 0 250 1 2 200 147 3 150 99 4 100 >4 44 13 50 6 0 5.2 Handhavingsinstrumenten Figuur 3 geeft een overzicht van alle ingezette handhavinginstrumenten (564). Bij 52 (9,2%) van de overtredingen is een eis gesteld. Van de 564 ingezette handhavinginstrumenten resulteerde 476 in een waarschuwing Arbo, Arbeidstijden of WAW (Warenwet Besluit Machines). Dit is ruim 84,4% van de handhavinginstrumenten. Bij 19 overtredingen is een boete aangezegd en bij 17 overtredingen zijn de werkzaamheden stilgelegd. Hiervan is bij twee stilleggingen ook een boete aangezegd. Figuur 3 Inzet handhavingsinstrumenten 476 500 Eis Arbo Waarschuwing 400 Boeterapport 300 Stillegging Stillegging en Boeterapport 200 100 52 19 15 2 0 Boeterapporten, Stilleggingen (+boeterapporten). Figuur 4 geeft een overzicht op welke onderwerpen de zware handhavingsinstrumenten (boete, stillegging van de werkzaamheden, als dan niet met boete) zijn ingezet. In totaal vereisten 36 (6,4%) overtredingen de inzet van een zwaar handhavinginstrument. Het inzetten van zware handhavinginstrumenten (stillegging en/of boeterapport) geeft een indicatie van de ernst van het risico. In totaal zijn 17 onveilige situaties (machines en/of werkzaamheden) stilgelegd. In 2 situaties werd op het moment van de inspectie gewerkt met of in de onmiddellijke nabijheid van een machine, die direct gevaar betekende voor de werknemer. In deze gevallen zijn de werkzaamheden 10 van 17 stilgelegd en is tevens een boeterapport is opgemaakt. In een geval was de situatie ernstig, maar was er geen aanleiding om de machine stil te leggen. Dit bedrijf is een boete aangezegd vanwege het overbruggen (buiten werking stellen) van een veiligheidsvoorziening van de machine. De overige situaties (15) betreffen preventieve stilleggingen. Een preventieve stillegging vindt plaats als op het moment van inspectie geen werkzaamheden aan de betrokken machine worden verricht, of machines wel in werking zijn, maar op het moment van inspectie geen werknemers in de onmiddellijke nabijheid zijn van de knelplaats. Figuur 4 Boeterapporten, Stilleggingen (+ boeterapport) naar onderwerp 1 Val gevaar 13 RI&E 1 Machineveiligheid 14 2 Boeterapport 3 Geluid Stillegging 2 Fysieke belasting 0 Stillegging + Boeterapport 2 4 6 8 10 12 14 16 18 Nagenoeg alle stilleggingen hadden betrekking op onjuiste/ ontbreken van afscherming van draaiende delen van machines. Totaal zijn 21 boetes aangezegd. Hiervan zijn 19 situaties waarbij alleen een boete is aangezegd. Bij 2 overtredingen zijn boetes aangezegd, in combinatie met een stillegging. Nadat een overtreding op de werkplek is geconstateerd wordt ook naar de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)gekeken. Bij ruim 4 % (13) van de bedrijven (309) met overtreding was er geen RI&E beschikbaar. Hiervoor zijn boetes aangezegd. Vanwege het niet dragen van gehoorbescherming is een boete aangezegd aan één werknemer. De rest van de boetes zijn aangezegd op het gebied van lichamelijke belasting en geluid. 5.3 Lichamelijke belasting Tillen kan leiden tot gezondheidsklachten. Bijvoorbeeld omdat men moet bukken om zware dozen op of van een pallet te tillen of omdat dit vaak achtereen moet gebeuren. Het gaat hier met name om tillen waarbij een last zonder mechanische hulpmiddelen wordt verplaatst en de werknemer zichzelf onvoldoende verplaatst (doorstappen). Om de lichamelijke belasting door tillen terug te dringen of te voorkómen, zijn volop mogelijkheden. Hierbij kan men denken aan het gebruik van schaarheftafels of tilhulpmiddelen. Ook bij het duwen of trekken om een last over een langere afstand te verplaatsten zonder dat deze gedragen wordt, bestaat de kans op lichamelijke overbelasting. Voorbeelden hiervan zijn het verplaatsen van pallets met dozen of eindproducten met een handpompwagen, rolcontainers of veilingkarren. Duwen heeft de voorkeur boven trekken. Bij duwen ontstaat in het algemeen een lagere belasting op de onderrug dan bij trekken. Het gebruik van elektrische palletwagens kan overbelasting voorkomen. In figuur 5 staat de aard van de overtredingen op het gebied van lichamelijke belasting weergegeven. 11 van 17 De werkgever moet het werk zodanig organiseren dat gevaren voor de veiligheid en gezondheid door lichamelijke overbelasting worden voorkomen, of zoveel als mogelijk worden beperkt. Dit gebeurt met het gebruik van een RI&E op de specifieke werkplekken. Figuur 5 Aard overtredingen lichamelijke belasting 250 Voorkomen gevaren 175 200 Beperken gevaren Beoordeling 150 Voorlichting 100 50 25 25 1 0 Op het gebied van lichamelijke belasting zijn 226 overtredingen geconstateerd waarbij handhavingsinstrumenten zijn ingezet. In 50 situaties zijn overtredingen geconstateerd op het voorkómen, dan wel beperken van gevaren. In deze situaties waren geen of onvoldoende maatregelen genomen, ter voorkoming of beperking van het gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Het betrof hier in 44 situaties problemen met tilwerkzaamheden en in de overige 6 situaties duwen en trekken. Nadat de inspecteur een vermoeden had van zware lichamelijke belasting is gevraagd naar de beoordeling. Bij ruim driekwart van de overtredingen (175) ontbrak een beoordeling van de veiligheids- en gezondheidsaspecten van lichamelijke belasting als onderdeel van de RI&E. Bij één bedrijf is geconstateerd dat er onvoldoende voorlichting is gegeven over de wijze van en de gevaren bij het hanteren van lasten. 5.4 Geluid Geluid is een lastige problematiek. Blootstelling aan geluid lijkt in de voeding- en genotmiddelensector een geaccepteerd verschijnsel: “Lawaai hoort nu eenmaal bij industriële werkzaamheden.” Veelal wordt in eerste instantie gegrepen naar het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, terwijl aanschaf en gebruik van geluidsarme machines of geluidsreducerende maatregelen eerder overwogen en ingevoerd zouden moeten worden. Op het gebied van geluid zijn 206 overtredingen geconstateerd waarbij handhavingsinstrumenten zijn ingezet. Indicatieve metingen gaven aan dat geluidsniveaus de 80 dB(A) overschreden. Bij ruim 44% van de bedrijven (136) met één of meer overtredingen, ontbrak een beoordeling van de veiligheids- en gezondheidsaspecten van geluid als onderdeel van de RI&E. In 6 situaties zijn overtredingen geconstateerd waarbij geluidsniveaus duidelijk hoger dan 85 DB(A) voorkwamen. In figuur 6 staat de aard van de overtredingen op het gebied van geluid weergegeven. 12 van 17 Figuur 6 Aard overtredingen geluid 150 Beoordeling 136 Constructie, inrichting, opstelling, ondersteuning onderhoud Voorzieningen in PLvA Ter beschikking PBM 100 Gebruik PBM Afbakening 35 50 24 6 3 2 0 In 3 van deze situaties waren geen voorzieningen aanwezig/beschikbaar om te voorkomen dat het equivalent geluidsniveau4 op arbeidsplaatsen lager dan 85dB(A) bedraagt. Daarnaast waren die specifieke situaties ook niet vermeld in het Plan van Aanpak als onderdeel van de RI&E. Hiervoor zijn 6 eisen gesteld op het onderwerp geluid. Die hadden betrekking op arbeidsmiddelen die geluidsniveaus hoger dan 85dB(A) produceerden terwijl geen voorzieningen beschikbaar of aanwezig waren om het geluidsniveau onder de 85dB(A) te brengen, noch in het plan van aanpak waren opgenomen Opvallend was het dat het gebruik en ter beschikking stellen van gehoorbeschermingsmiddelen vaak een knelpunt (59) was. In twee situaties ontbrak een afbakening van het gebied waar geluidsniveaus van hoger dan 85 dB(A) voorkwamen. Er zijn 3 boetes aangezegd op het onderwerp geluid, waarvan 1 werknemersboete, voor het niet dragen van gehoorbescherming bij equivalent geluidsniveau hoger dan 85dB(A). Voor de resterende overtredingen zijn waarschuwingen (197) gegeven. 5.5 Arbobeleid Een bedrijf dient planmatig met arbeidsomstandigheden om te gaan door het voeren van een goed arbobeleid. Twee elementen spelen daarbij een hoofdrol: de RI&E en het Plan van aanpak. Met een RI&E brengt een werkgever alle arborisico’s van de eigen organisatie in kaart. In het Plan van aanpak geeft hij vervolgens aan wanneer (termijnen) deze arborisico’s worden aangepakt. Op deze wijze kunnen veel gevaren en risico’s voorkomen worden. Bij de handhaving door de Arbeidsinspectie is nadat een overtreding op de werkplek is geconstateerd ook naar de RI&E en het Plan van Aanpak gekeken. Totaal zijn 71 overtredingen geconstateerd op het gebied van Arbobeleid. In figuur 7 staat de aard van de overtredingen weergegeven. Bij 20 bedrijven (6%) van de 309 bedrijven waar één of meer overtredingen zijn geconstateerd, was geen, een onvolledige of een niet up-to-date RI&E beschikbaar. Hiervoor zijn bij 13 bedrijven boetes aangezegd. De resterende bedrijven waren druk bezig met de RI&E; hiervoor zijn waarschuwingen gegeven. Bij 10 bedrijven is geconstateerd dat er geen volledige RI&E (2), dan wel een oude RI&E (8) aanwezig was. 4 Het equivalent geluidsniveau is de gemiddelde waarde van een wisselend geluidsniveau over een bepaalde tijd. 13 van 17 Figuur 7 Aard overtredingen arbobeleid Geen/onvolledige/oude RI&E 50 Geen Plan van Aanpak 40 Geen termijnen in Plan van Aanpak 30 Ondersteuning gecertificeerde dienst 30 28 Info werknemers 20 7 10 5 1 0 In 7 bedrijven was geen Plan van Aanpak aanwezig en bij 5 bedrijven waren geen termijnen genoemd in het Plan van Aanpak. Bij 28 bedrijven was geen gecertificeerde Arbodienst betrokken bij het opstellen van de RI&E5 en bij één bedrijf hadden de werknemers geen inzage in de RI&E. 5.6 Machineveiligheid Ondanks dat machineveiligheid niet als projectonderwerp was opgenomen in dit project blijkt dat in een aantal gevallen een ernstig veiligheidsrisico bestond. Het materiaal en de constructie van een machine moet deugdelijk zijn en voorzien zijn van goede afscherming tegen draaiende delen. Verder moet de machine zo geplaatst en beveiligd worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen, noch van knel- plet- of snijgevaar. In totaal zijn er 15 situaties preventief stilgelegd en 2 situaties stilgelegd waarbij tevens een boeterapport is opgemaakt. Figuur 8 Aard overtredingen machineveiligheid 50 Werkzaamheden aan draaiend arbeidsmiddel 32 40 30 Afscherming/beveiligsinrichtingen Overig 20 10 5 1 0 In 32 situaties betrof het overtredingen waarbij veilige afscherming en/of beveiligingen op plaatsen waar dit wel vereist was, ontbraken. In één situatie werd onderhoud gepleegd aan een draaiende machine, waarbij de werknemer grote risico’s liep. Deze werkzaamheden zijn onmiddellijk stilgelegd en er is een boeterapport opgemaakt. Machines moeten goed worden onderhouden. Ook onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moeten veilig worden uitgevoerd. 5 Half 2005 is er een ander beleid op het gebied van betrokkenheid en goedkeuring (toetsing) van de RI&E door een gecertificeerde arbodienst ingevoerd. Tijdens het inspectieproject betrof de handhaving op de oude wijze. 14 van 17 In de overige situaties (5) is geconstateerd dat de gebruikte machines niet deugdelijk van constructie waren en gevaar opleverden voor omvallen en kantelen. Het materiaal en de constructie moeten deugdelijk zijn. Verder moet de machine zo geplaatst worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen. 5.7 Overig De overige overtredingen, welke niet als speerpunt in het project hebben meegelopen, staan in figuur 9 aangegeven. Deze overtredingen zijn geconstateerd op het gebied van arbeidstijden, inrichting van de werkplekken en gevaarlijke stoffen. Figuur 9 Aard overige overtredingen 15 Arbeidstijden Inrichting werkplek Gevaarlijke stoffen overig 12 10 5 7 3 1 0 Totaal 3 overtredingen zijn geconstateerd op het gebied van Arbeidstijden. Van de 12 overtredingen op het gebied van inrichting van de werkplek, zijn 4 overtredingen geconstateerd op het gebied van stabiliteit en stevigheid van arbeidsplaatsen 15 van 17 6 Conclusies en aanbevelingen inspectieproject 6.1 Algemene conclusies De conclusies die in dit hoofdstuk staan beschreven en de aanbevelingen die worden gedaan, zijn gebaseerd op 571 inspecties. De inspecties, gericht op de onderwerpen geluid en lichamelijke belasting, zijn in de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 uitgevoerd in verschillende sectoren binnen de voeding- en genotmiddelensector. Bij 309 ondernemingen zijn 564 overtreding geconstateerd. Dit betekent dat bij 54% van het totaal aantal geïnspecteerde bedrijven, één of meer overtredingen zijn geconstateerd. Uit de arbomonitor 2003 komt op basis van een a-selecte steekproef van bedrijven naar voren dat in de industrie gemiddeld 50% van de bedrijven één of meerdere regels van de arbeidsomstandighedenwet overtreedt. Het percentage overtreders ligt in dit project dus nagenoeg gelijk aan het gemiddelde in de industrie, maar ligt nog te hoog. Ruim 55% van de geconstateerde overtredingen (311) hebben betrekking op het ontbreken van beoordelingen van situaties. Het betreft hier het ontbreken van beoordelingen op het gebied van geluid (136) en op het gebied van lichamelijke belasting (175) . Bij het ontbreken van een goede beoordeling is er geen of onvolledig zicht op de problematiek in het bedrijf. Hierdoor kunnen niet de juiste prioriteiten gesteld worden bij het op- en aanpakken van gevaren en risico’s voor werknemers op het gebied van arbeidsomstandigheden. Hiermee zou de verleiding kunnen ontstaan eenvoudige, in sommige gevallen minder risicovolle situaties, eerst op te lossen en de aandacht voor en aanpak en het oplossen van grote risico’s naar latere tijdstippen te schuiven. Dit is geen goede gang van zaken. Hoewel machineveiligheid geen inspectieonderwerp was, is het opvallend dat er 38 ernstige overtredingen zijn geconstateerd. Het betrof hier voornamelijk grote risico’s als gevolge van het ontbreken van afscherming van machines. Uit de controles is gebleken dat de overtredingen door de bedrijven zijn aangepakt en opgelost. De doelstelling om situaties betreffende lichamelijke belasting en geluid, die niet voldoen aan de eisen zoals deze gesteld worden in de wetgeving, op te heffen, is gerealiseerd. Ondanks dat ATEX als een relatief nieuw onderwerp werd gezien viel het op dat ruim 70% van de geïnspecteerde bedrijven aangaf inhoudelijk op de hoogte te zijn van de veranderende ATEXregelgeving of “Veilig werken in een explosieve atmosfeer”. Het is goed te kunnen constateren dat van de geïnspecteerde bedrijven ruim 90% al preventieve maatregelen had genomen of er druk mee bezig was ze in te voeren. Dit veelal met ondersteuning en hulp vanuit de brancheorganisaties. Hiermee onderkennen de geïnspecteerde bedrijven hun probleem op het gebied van ATEX. De conclusie die op basis van het voorgaande kan worden getrokken is, dat het bij te veel geïnspecteerde bedrijven nog ontbreekt aan inzicht in de problematiek op de terreinen van lichamelijke belasting en geluid. Er ontbreken blootstellingsbeoordelingen op deze terreinen. Dit is een slechte gang van zaken. De specifieke onderwerpen blijven dus veel aandacht vragen in de geïnspecteerde sectoren. 6.2 Conclusie / aanbevelingen per inspectiepunt Lichamelijke belasting Het is opvallend dat van de 226 geconstateerde overtredingen op het gebied van lichamelijke belasting, het 175 overtredingen (77,4%) betrof waar bedrijven geen of onvoldoende inzicht hadden in de mate van zware lichamelijke belasting. Bij 175 bedrijven van de 571 geïnspecteerde bedrijven ontbrak het dus aan een beoordeling, als onderdeel van de RI&E, op het gebied van lichamelijke belasting. Hiermee ligt het percentage bedrijven dat geen of onvoldoende inzicht heeft in de lichamelijke belasting van haar werknemers met 30,6% duidelijk hoger dan gemiddeld (12%) in Nederland. Schade als gevolg van overmatige lichamelijke belasting leidt tot ziekteverzuim en langdurig ziekteverzuim kan leiden tot arbeidsongeschiktheid voor die werkzaamheden. 16 van 17 De branches zijn zich daarvan steeds meer bewust. De Koek- en Snoepsector en de Vleessector hebben in hun convenanten een speerpunt gemaakt van het tegengaan van fysieke overbelasting. Het Productschap Wijnen heeft ondermeer naar aanleiding van de besproken resultaten een tilwijzer ontwikkeld t.b.v. medewerkers in de sector. Dit past in de doelstelling van het project om binnen de relevante branches aandacht te vestigen op lichamelijke belasting en geluid gedurende de looptijd van het project. Vergroting van de aandacht voor het inventariseren en beoordelen van werkzaamheden met gevaar voor fysieke overbelasting is en blijft niettemin op ondernemingsniveau hard nodig. Geluid Tijdens de inspecties zijn ruim 206 overtredingen geconstateerd op het gebied van geluid. Hiervan zijn 136 overtredingen (66%) waar het situaties betrof van bedrijven die geen of onvoldoende inzicht hebben in de geluidsblootstelling. Hiermee ligt het percentage bedrijven (24%) dat geen of onvoldoende inzicht heeft in de geluidsblootstelling aanzienlijk hoger dan gemiddeld (13%) in Nederland. In die gevallen kan een werknemer schade oplopen. Blootstelling aan schadelijk geluid leidt tot lawaaidoofheid, met alle (sociale) gevolgen van dien. Er is te weinig aandacht in bedrijven voor de geluidproblematiek als het gaat om werknemersbescherming. De eerste stap die gezet wordt is het verstrekken van gehoorbescherming. Met name de beoordeling en de invoering van reducerende maatregelen laat te wensen over. Tevens valt op dat bij een aanzienlijk aantal bedrijven onvoldoende gehoorbeschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld, in situaties (hoger dan 80 DB(A) ) waar dit wel noodzakelijk is. Arbobeleid Om inzicht te krijgen in de risico’s van de werkzaamheden en een juiste inschatting te maken van prioriteiten binnen een bedrijf is het noodzakelijk de risico’s in kaart te brengen. Dit gebeurt aan de hand van een RI&E. Bij het niet hebben van een (volledige) RI&E ontbreekt een totaal overzicht waarmee het bedrijf juiste prioriteiten kan geven aan de oplossing ervan. Ondanks de verplichting van het hebben van een RI&E, is het opvallend dat bij de 309 bedrijven waar één of meer overtredingen zijn geconstateerd, slechts 20 bedrijven (6,5%) niet beschikten over een (actuele) RI&E. Gezien het aantal geconstateerde overtredingen lijkt het hebben van een (actuele) RI&E nog geen garantie voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Het bereiken en bestendigen van het in de RI&E beschreven veiligheid- en gezondheidniveau is zeker zo belangrijk. Hier moeten bedrijven méér energie steken. Bij 28 bedrijven was geen gecertificeerde Arbodienst betrokken bij het opstellen van de RI&E en bij één bedrijf hadden de werknemers geen inzage in de RI&E. Machineveiligheid Ondanks het feit dat machineveiligheid een speerpunt was tijdens de inspecties in dit project, is het opvallend dat er toch nog in 6% van de situaties boetes zijn aangezegd en werkzaamheden stilgelegd, al dan niet in combinatie met een boete. Wanneer overtredingen zijn vastgesteld die een aanzienlijk risico inhouden voor de veiligheid van de werknemer(s), dient de werkgever de werkzaamheden te staken en/of is een boete aangezegd. Het materiaal en de constructie moeten deugdelijk zijn. Verder moet de machine zo geplaatst worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen Stilleggingen, al dan niet met een boete, werden 36 maal ingezet, ofwel bij 6% van het totale aantal geconstateerde overtredingen. ATEX Van de geïnspecteerde bedrijven bleek ruim 90 % op de goede weg te zijn om te voldoen aan de nieuwe wetgeving op het gebied van ATEX. Zij hadden aantoonbare maatregelen genomen om explosiegevaar te voorkomen in de vorm van een risicoanalyse (invoering van gevarenzones, ed.), technische risicobeperking (afzuiging, explosieveilig materiaal ed.) of organisatorische risicobeperkingen (speciale werkinstructies ed.). Met de inspecties zijn de doelstellingen gerealiseerd om voorlichting te geven bij relevante bedrijven over de ATEX-richtlijn en inzicht te krijgen in het aantal geïnspecteerde bedrijven die met de ATEX regelgeving te maken hebben/krijgen. 17 van 17