Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de

advertisement
Inspectieverslag project
lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector
Looptijd : oktober 2004 – maart 2005
Arbeidsinspectie, Den Haag
Projectnummer
Status projectrapportage
Inspectieonderwerpen
AI-bedrijfstakdirectie(s)
Landelijk Projectleider
Voor vragen van de pers
Looptijd project
Correspondentieadres
03-01-2007
A 654
Definitief
Lichamelijke belasting
Geluid
Directie Industrie
Michiel Staal
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Afdeling Persvoorlichting, tel. (070) 333 44 44
Oktober 2004– Maart 2005
Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem
T.a.v. mw. C. de Caluwé
Postbus 9018
6800 DX Arnhem
Inhoudsopgave
1
2
3
Voorwoord Algemeen directeur ...................................................................................................... 3
Samenvatting inspectieproject........................................................................................................ 4
Inleiding, aanleiding, analyse en doelstelling inspectieproject ....................................................... 5
3.1 Inleiding ...................................................................................................................................... 5
3.2 Aanleiding................................................................................................................................... 5
3.3 Doelstelling ................................................................................................................................. 5
4
Omvang en opzet inspectieproject ................................................................................................. 6
4.1 Werkterrein/BIK-codes ............................................................................................................... 6
4.2 Looptijd en aantallen bezoeken.................................................................................................. 6
4.3 Generaliseerbaarheid ................................................................................................................. 6
4.4 Opzet van het inspectieproject ................................................................................................... 7
4.5 Inspectieonderwerpen ................................................................................................................ 7
4.6 Convenanten .............................................................................................................................. 7
4.7 Publiciteit .................................................................................................................................... 8
5
Projectresultaten ............................................................................................................................. 9
5.1 Totaaloverzicht ........................................................................................................................... 9
5.2 Handhavingsinstrumenten........................................................................................................ 10
5.3 Lichamelijke belasting .............................................................................................................. 11
5.4 Geluid ....................................................................................................................................... 12
5.5 Arbobeleid ................................................................................................................................ 13
5.6 Machineveiligheid ..................................................................................................................... 14
5.7 Overig ....................................................................................................................................... 15
6
Conclusies en aanbevelingen inspectieproject............................................................................. 16
6.1 Algemene conclusies................................................................................................................ 16
6.2 Conclusie / aanbevelingen per inspectiepunt........................................................................... 16
2 van 17
1
Voorwoord
De Arbeidsinspectie hanteert bij de inspectieactiviteiten steeds meer het criterium van het
daadwerkelijk verbeteren van arbeidsomstandigheden in een sector. Dat houdt in dat de ambitie
niet ophoudt bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van alleen de bezochte bedrijven.
Door knelpunten te signaleren en anderen te stimuleren en zonodig te ondersteunen bij het vinden
van oplossingen, wordt er naar gestreefd om de kwaliteit van de werkomstandigheden in de
gehele sector naar een hoger peil te tillen.
Het in de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 uitgevoerde inspectieproject in de voeding
en genotmiddelen is hiervan een goed voorbeeld. Zo heeft de branche vereniging van diervoeder
bedrijven tijdens de looptijd van het project haar informatie voorziening over ATEX vergroot
richting bedrijven. Het Productschap Wijnen heeft ondermeer naar aanleiding van de besproken
resultaten een tilwijzer ontwikkeld t.b.v. medewerkers in de sector.
Gezien de problematiek in de sector, had dit project als onderwerpen de lichamelijke belasting,
geluid en arbobeleid.
Volledig inzicht in de risico’s van lichamelijke overbelasting, blootstelling aan geluid en zeker niet
te vergeten machineveiligheid vormen de basis om schade en nare ongevallen te voorkomen.
Het blijkt dat in de geïnspecteerde bedrijven slechts matig inzicht is in hoeverre er sprake is van
zware lichamelijke arbeid en van blootstelling aan schadelijke geluidsniveaus.
Langdurige zware lichamelijke arbeid kan gezondheidsschade geven bij werknemers. Overmatige
zware lichamelijk inspanning is te voorkomen door gebruik te maken van veelal eenvoudige
hulpmiddelen, dan wel aanpassing van werkmethodes.
Te veel lawaai veroorzaakt, boven het normale gehoorverlies als gevolg van ouderdom, een niet
te genezen gehoorschade en een slechte spraakverstaanbaarheid. Dit kan leiden tot een sociaal
isolement van werknemers.
Ondanks dat machineveiligheid geen inspectieonderwerp was, was het opvallend dat juist op dat
gebied ook het nodige is te verbeteren. Inspecteurs hebben geconstateerd dat vooral
beveiligingen vaak niet zijn aangepast aan de eisen die daaraan tegenwoordig zijn gesteld.
Nieuwe inzichten en nieuwe mogelijkheden om machines te beveiligen worden onvoldoende
toegepast. Daarnaast komt het voor dat beveiligingen bijvoorbeeld vanwege onderhoud of
reparatie zijn verwijderd maar niet meer terug geplaatst zijn. Ook zijn inspecteurs situaties tegen
gekomen dat beveiligingen waren uitgeschakeld om sneller te kunnen werken. Behalve
technische aspecten is dus ook het menselijke gedrag een factor van betekenis.
De resultaten zijn representatief voor de geïnspecteerde bedrijven. De bevindingen dienen de
ondernemers zich ter harte te nemen. Het gaat hier om de veiligheid van de eigen werknemers.
Naast de morele verplichting om voor een verantwoord veiligheidsniveau te zorgen, zijn er ook
financiële argumenten, zowel in de sfeer van uitkeringslasten bij arbeidsongeschiktheid als
aansprakelijkheid in verband met letselschade.
Het realiseren van tenminste het wettelijk vereiste niveau van veiligheid en gezondheid en het
beïnvloeden van de zelfwerkzaamheid van werkgevers en werknemers bij de verbetering van
arbeidsomstandigheden is het uitgangspunt van de handhaving.
De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie,
Dr. J.J.M. Uijlenbroek
3 van 17
2
Samenvatting inspectieproject
In de periode van oktober 2004 tot en met maart 2005 zijn in totaal 571 inspecties uitgevoerd op
de onderwerpen lichamelijke belasting en geluid in delen van de voeding- en
genotmiddelensector. Daarnaast is tijdens de inspectie voorlichting gegeven en informatie
verstrekt over de ATEX-richtlijn in die bedrijven waar dit relevant was.
De doelstelling van de inspecties was te komen tot een betere naleving van de regelgeving die
geldt voor risico’s op het gebied van lichamelijke belasting en geluid. Enerzijds door overtredingen
op bedrijfsniveau weg te laten nemen en anderzijds door de resultaten onder de aandacht te
brengen van de betreffende brancheorganisaties, met het verzoek er rekening mee te houden bij
hun activiteiten voor betere arbeidsomstandigheden.
Bijna 70 procent van de geïnspecteerde bedrijven gaf aan inhoudelijk op de hoogte te zijn van de
ATEX-regelgeving of van “Veilig werken in een explosieve atmosfeer”.
Van deze bedrijven bleek ruim 90 % bezig te zijn te voldoen aan de nieuwe wetgeving op het
gebied van ATEX, door aantoonbare maatregelen te hebben genomen om explosiegevaar te
voorkomen in de vorm van risico-analyse (invoering van gevarenzones, ed.), technische
risicobeperking ( afzuiging, explosieveilig materiaal ed.) of organisatorische risicobeperkingen
(werkinstructies ed.).
Tijdens de inspecties zijn bij ruim 54% van de geïnspecteerde bedrijven één of meer
overtredingen vastgesteld.
Wanneer overtredingen op het gebied van lichamelijke belasting of van geluid worden vastgesteld
wordt in de regel een eis gesteld of een waarschuwing gegeven. Op deze twee genoemde
aandachtvelden zijn 52 eisen gesteld, 375 waarschuwingen gegeven, maar ook 5 boetes
aangezegd.
Wanneer overtredingen worden vastgesteld die een aanzienlijk risico inhouden voor de veiligheid
van de werknemer(s), wordt de werkgever bevolen om de werkzaamheden te staken en/of wordt
een boete aangezegd. Deze zware handhavinginstrumenten werden slechts 36 keer ingezet,
ofwel bij 6,3% van het totale aantal geconstateerde overtredingen. Hiermee ligt de inzet van het
aantal zware handhavinginstrumenten lager dan gemiddeld.
Dat laatste is verklaarbaar, want wanneer wordt gekeken naar de inspectie onderwerpen dan gaat
het vooral om het ontbreken van de wettelijk verplichte beoordeling van de mate van lichamelijke
belasting en geluid. Dit soort overtredingen leiden tot een waarschuwing.
Bij ruim 21% van de bedrijven betreft het het ontbreken van inzicht in blootstelling aan schadelijk
geluid. Hiermee ligt het percentage bedrijven dat geen of onvoldoende inzicht heeft in de
geluidsblootstelling, aanzienlijk hoger dan gemiddeld (13%) in Nederland. Blootstelling aan
schadelijk geluid kan leiden tot doofheid, met alle (sociale) gevolgen van dien.
Het is opvallend dat bij 31% van de bedrijven, het bedrijf geen of onvoldoende inzicht had in de
mate van zware lichamelijke belasting. Waarmee het percentage bedrijven duidelijk hoger ligt dan
gemiddeld (11%) in Nederland. Schade als gevolg van overmatige lichamelijke belasting leidt tot
ziekteverzuim en langdurig ziekteverzuim leidt tot arbeidsongeschiktheid voor die
werkzaamheden.
De totaal-uitkomsten komen overeen met de resultaten van de arbomonitor 2003. Uit de
arbomonitor 2003 komt op basis van een a-selecte steekproef van bedrijven naar voren dat in de
industrie gemiddeld 50% van de bedrijven een of meerdere regels van de
arbeidsomstandighedenwet overtreedt.1 Zoals gezegd wijken de uitkomsten op de onderwerpen
fysieke overbelasting en geluid in negatieve zin af van het landelijke gemiddelde.
De aanbeveling die op basis van dit inspectieproject kan worden gegeven is dan ook, dat de
onderwerpen lichamelijke belasting en geluid meer aandacht blijven vragen van de industriële
bedrijven in de onderzochte sectoren. Dit zal in nog te voeren overleg met de betrokken
brancheverenigingen sterk worden benadrukt.
1
Arbeidsinspectie, Arbomonitor 2003, tabel 4.1, juli 2004
4 van 17
3
Inleiding, aanleiding, analyse en doelstelling inspectieproject
3.1 Inleiding
In de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 heeft de Arbeidsinspectie in een grootschalig
project, bedrijven in de voedings- en genotmiddelensector geïnspecteerd op de onderwerpen
lichamelijke belasting (tillen, duwen en trekken) en geluid.
Tijdens de inspectie is nagegaan op welke wijze het bedrijf (structureel) aandacht besteed aan
lichamelijke belasting en geluid. Daarnaast is voorlichting gegeven en informatie verzameld over
ATEX (Atmosphere Explosive).
3.2 Aanleiding
Het inspectieproject "lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector",
kwam voort uit de strategie van de directie Industrie 2004 - 2007. De voeding- en
genotmiddelensector is een prioritaire sector.
Binnen de voeding- en genotmiddelensector worden op grote schaal lasten verplaatst door tillen.
Bij deze activiteiten wordt veelvuldig gebruik gemaakt van zakken met grondstoffen en kratjes /
kisten met producten. De verwachting was dat in de geselecteerde branches deze activiteiten
vaak handmatig worden uitgevoerd.
Het gebruik van perslucht bij de schoonmaak van machines en soms voor aandrijving,
veroorzaakt veel geluid. Geluidsniveaus die veelal de schadelijke niveau’s bereiken.
Verwacht werd dat deze arboproblematiek in de branches omvangrijk zou zijn.
3.3 Doelstelling
De doelstelling van dit project vloeit logisch voort uit de strategische keuze om als
Arbeidsinspectie energie te steken in hoog risico sectoren en risico onderwerpen. In deze
sectoren betekent dit, het bewerkstellingen van een betere naleving van de regelgeving voor de
arbeidsrisico’s op het gebied van lichamelijke belasting en de blootstelling aan geluid.
Naast beïnvloeding bij individuele bedrijven, is met dit project tevens beoogd een extra aanzet te
geven in de branches tot het verbeteren van de arbeidsomstandigheden op het gebied van
lichamelijke overbelasting en blootstelling aan hoge geluidsniveaus.
Door het bezoeken van de voeding- en genotmiddelensector in Nederland wordt tevens het inzicht
in het nalevingsniveau op het gebied van overmatige lichamelijke belasting en geluidblootstelling
in deze sectoren geactualiseerd.
De kwalitatieve doelstellingen van dit project waren:
• Opheffen van situaties betreffende lichamelijke belasting en geluid, die niet voldoen aan
de eisen zoals deze gesteld worden in de wetgeving.
• Binnen de relevante branches aandacht vestigen op lichamelijke belasting en geluid
gedurende de looptijd van het project.
• Daarnaast niet bezochte bedrijven stimuleren om alle gevaarlijke situaties met betrekking
tot lichamelijke belasting en geluid binnen het eigen bedrijf aan te pakken door de
branche aan te zetten tot activiteiten op het gebied van voorlichting en
instrumentontwikkeling
• Voorlichting geven bij relevante bedrijven over ATEX2-richtlijn.
• Inzicht krijgen in het aantal geïnspecteerde bedrijven die met de ATEX regelgeving zoals
in juli 2003 is geïmplementeerd in de Arbeidsomstandighedenwetgeving, te maken
hebben/krijgen.
De Arbeidsinspectie gebruikt de inspectieresultaten voor nader overleg met de sociale partners in
de branche. Overleg over de wijze waarop zij activiteiten kunnen opzetten of inbedden, om het
bewustzijn te vergroten dat een (systeem)gerichte aanpak binnen de bedrijven belangrijk is.
2
ATEX staat voor ATmosphères EXplosives. Onder een explosieve atmosfeer wordt verstaan: een mengsel van brandbare
stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels en stof, onder atmosferische omstandigheden, waarin de verbranding zich na
ontsteking uitbreidt tot het gehele niet verbrande mengsel.
5 van 17
4
Omvang en opzet inspectieproject
4.1 Werkterrein/BIK-codes
De bedrijfstak vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken wordt gekenmerkt door een grote
verscheidenheid aan producten en processen. Het varieert van het verwerken van aardappelen tot
het slachten van zwanen of zwijnen.
Iedere sector heeft zijn eigen netwerk en specifieke uitdagingen.
De groothandel in de voedings- en genotmidden wordt ook tot de sector gerekend. In het kader
van dit project zijn alleen bedrijven bezocht die vallen onder de BIK3-codes (inclusief
onderliggende meercijferige BIK):
152 Visverwerking
153 Groente- en fruitverwerking
154 Vervaardiging van plantaardige- en dierlijke oliën en vetten
156 Productie van meel
157 Vervaardiging diervoeder
158 Vervaardiging overige voedingsmiddelen (met uitzondering van bedrijven die deel uitmaken
van de groep die onder het convenant vallen en BIK 158102, BIK 158103 ) en
159 Vervaardiging van dranken.
Tevens zijn bedrijven uit de BIK 513 (Groothandel in voedings- en genotmiddelen) geselecteerd.
Verder zijn de bedrijfstakken waar ten tijde van de inspecties convenanten liepen uitgesloten voor
dit inspectiepropject.
4.2 Looptijd en aantallen bezoeken
Het project is gestart op 1 oktober 2004. In maart 2005 zijn de laatste inspectiebezoeken
gebracht. In totaal zijn 571 bedrijven bezocht.
Hiervan behoorden 554 ondernemingen (97%) tot de voeding- en genotmiddelensector. Bij 17
bedrijven (3%) bleek tijdens de inspectie dat ze tot een andere BIK-code behoorden, maar dat de
inspectie op de onderwerpen wel goed kon plaatsvinden. Zie tabel 1.
Tabel 1: Aantal geïnspecteerde bedrijven per sector (o.b.v. BIK)
Sector
Aantal
geïnspecteerde
bedrijven
BIK 152 Visverwerking
BIK 153 Groente- en fruitverwerking
BIK 154 Spijsoliën en vetten
BIK 156 Vervaardiging van Meel
BIK 157 Vervaardiging van Diervoeder
BIK 158 Vervaardiging Overigen Voedingsmiddelen
BIK 159 Vervaardiging van Dranken
BIK 513 Groothandel in Voedings- en genotmiddelen
Overig
Totaal
26
45
8
19
60
145
30
221
17
571
% geïnspecteerde
bedrijven t.o.v. het
totaal
geïnspecteerd
5
8
1
3
11
25
5
39
3
100
4.3 Generaliseerbaarheid
Uit berekeningen kunnen alleen de resultaten van BIK 158 en 513 vertaald worden naar het
niveau van hun eigen sector. Uitgaande van 95% betrouwbaarheid en 7% nauwkeurigheid zijn de
resultaten van de BIK 158 (Vervaardiging van Overige Voedingsmiddelen)en de BIK 513
(Groothandel in voedingsmiddelen) representatief voor de sector.
De resultaten zijn niet zonder meer representatief voor de overige sectoren per BIK-code, door de
geringe aantallen inspecties ten opzichte van het aantal bedrijven in die verschillende sectoren.
De inspectieresultaten geven voor die sectoren alleen een indicatie per sector
3
De BIK-code is opgebouwd via het systeem van de "Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel" (BIK-code). De Kamer van
Koophandel kent een code toe aan iedere inschrijving in het Handelsregister. Met deze code wordt de activiteit van een bedrijf
aangegeven.
6 van 17
4.4 Opzet van het inspectieproject
De inspecties zijn niet aangekondigd bij de te inspecteren bedrijven. Dit om een zo betrouwbaar
mogelijk beeld van de normale bedrijfsgang te krijgen. Wél is het inspectieproject vooraf bekend
gemaakt bij de verschillende branches. Ook is aandacht voor de start van het project geweest in
de landelijke media.
Tijdens de introductie van de inspectie heeft de inspecteur toegelicht dat lichamelijke belasting en
geluid tijdens de inspectie centraal zouden staan. Tevens is benadrukt dat een steekproef van
adressen is getrokken.
Daarnaast is voorlichting gegeven bij de bedrijven waar dit relevant was, over de veranderde
regelgeving inzake explosieve omgevingen ATEX.
De indruk vooraf was dat arbodiensten nog weinig actief waren op dit vlak.
Voor andere onderwerpen gold dat alléén wanneer door de inspecteur situaties zouden worden
aangetroffen die een direct ernstig gevaar voor de werknemer(s) inhouden, op die onderwerpen
zou worden gehandhaafd.
Na de introductie is een rondgang door het bedrijf gemaakt. Indien er overtredingen tijdens deze
ronde werden geconstateerd, is vervolgens naar de risico-inventarisatie en –evaluatie gevraagd.
In het afsluitende gesprek zijn de inspectieresultaten en het vervolgtraject nader toegelicht. Wat
dit laatste betreft zijn afspraken gemaakt over de termijnen waarbinnen de overtredingen moeten
zijn opgeheven. Hierop wordt door de inspecteur gecontroleerd.
4.5 Inspectieonderwerpen
Tijdens de inspectie is nagegaan of werknemers tijdens verschillende werkzaamheden in de
productie en in magazijnen blootgesteld staan aan zware lichamelijke belasting. Hierbij is specifiek
aandacht besteed aan tillen, duwen en trekken.
Tevens is nagegaan of werknemers blootgesteld worden aan hoge geluidsniveaus. Specifiek is
gekeken of dit het gevolg was van geluid geproduceerd door compressors, uitstromende perslucht
of door intern transport.
Indien dit het geval was, is nagegaan of het bedrijf de risico’s in kaart had gebracht en of op een
verantwoorde wijze wordt omgegaan met de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
Daarnaast is daar waar relevant voorlichting gegeven over de veranderde regelgeving inzake
explosieve omgevingen ATEX. Om in 2006 te kunnen voldoen aan de nieuwe regelgeving, dienen
er door de bedrijven tijdig maatregelen genomen te worden. Dit geldt zeker voor de bedrijven waar
stofexplosie gevaar aanwezig is.
Naast het aanschrijven van werknemersorganisaties en relevante brancheorganisaties en
Arbodiensten, is het onderwerp in de vorm van voorlichting en inventarisatie in dit inspectieproject
meegenomen.
4.6 Convenanten
Tijdens de looptijd van het project waren 3 convenanttrajecten te onderscheiden die verbonden
zijn met de voedings- en genotmiddelensector. De convenanttrajecten zijn:
- vleesindustrie
- suikerverwerkende industrie (Koek en Snoep)
- meelverwerkende sector
Vanwege de vele activiteiten op de verschillende gebieden, welke binnen de verschillende
convenantstrajecten werden uitgevoerd, is besloten deze sectoren uit te sluiten van inspecties
binnen dit project. Eind 2005, begin 2006 is een apart inspectieproject uitgevoerd, gericht op deze
convenantsectoren.
De Koek en Snoep-sector was ten tijde van de inspecties bovendien druk bezig met het in de
markt zetten van instrumenten met betrekking tot lichamelijke belasting. Inspecties kwamen dan te
vroeg.
Vlees
In de vleessector zijn de convenantonderwerpen lichamelijke belasting en vroegtijdige
reïntegratie. Speciaal voor de sector is een RSI-instrument ontwikkeld waarmee de individuele
werkgevers de problemen in kaart kunnen brengen. Vervolgens kunnen ze hiermee aan de slag.
Zie www.arboconvenantvlees.nl
7 van 17
Koek en Snoep
Binnen de Suikerverwerkende industrie (Koek en Snoep), zijn het de sectoren chocolade en
chocolade- en suikerverwerkende industrie, die aandacht besteden aan lichamelijke belasting en
vroegtijdige reïntegratie.
Zie www.datwerktwelzolekker.nl
Meel
Binnen de meelverwerkende industrie loopt een traject, gericht op het voorkómen van
meelstofallergie bij medewerkers in die sector. Dit is geen onderwerp dat binnen de
inspectieonderwerpen van dit project viel.
Zie www.blijmetstofvrij.nl
4.7 Publiciteit
De start van dit insectieproject is aangekondigd bij de bekende werkgevers- en
werknemersorganisaties in de voedings- en genotmiddelensector. Daarnaast is tijdens de looptijd
van het project, periodiek een nieuwsbrief aan belangstellenden toegezonden, waarin informatie
over de voortgang werd gegeven.
8 van 17
5
Projectresultaten
5.1 Totaaloverzicht
Binnen dit project zijn 571 bedrijven geïnspecteerd. Tijdens het eerste bezoek zijn bij 309 van hen
in totaal 564 overtredingen geconstateerd.
Dit betekent dat bij ruim 54% van de geïnspecteerde bedrijven één of meer overtredingen zijn
geconstateerd.
Bij navraag over de ATEX, bleek dat bijna 70 procent van de geïnspecteerde bedrijven aangaf
inhoudelijk op de hoogte te zijn van de ATEX-regelgeving of van “Veilig werken in een explosieve
atmosfeer”.
Tijdens een inspectie kon een inspecteur meer dan één handhavinginstrument inzetten.
Bijvoorbeeld: een waarschuwing voor het niet hebben van de blootstellingbeoordeling geluid of het
niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en daarnaast een stillegging met boete voor
een onveilige machine.
Hierdoor ligt het aantal ingezette handhavinginstrumenten hoger dan het totale aantal bedrijven
met tenminste één overtreding.
Afgezet tegen het aantal geïnspecteerde bedrijven met overtreding is in dit inspectieproject
sprake van 1,8 overtreding per bedrijf.
In figuur 1 zijn het aantal geconstateerde overtredingen naar onderwerp weergegeven.
Figuur 1
250
Aantal overtredingen naar inspectieonderwerp
226
206
Fysieke belasting
Geluid
200
Arbobeleid
150
Machineveiligheid
Inrichting w erkplekken
100
71
Gevaarlijke stoffen
38
Overige
50
12
7
4
0
Totaal 40% van alle geconstateerde overtredingen heeft betrekking op lichamelijke belasting.
Een groot deel (78%) van deze overtredingen (117) had betrekking op het ontbreken van een
beoordeling van de veiligheid en gezondheidsaspecten op het gebied van lichamelijke belasting.
Ruim 36% van de geconstateerde overtredingen (206) had betrekking op geluid.
Ook hier betreft een groot deel (59%) van de geconstateerde overtredingen (123) het ontbreken
van beoordelingen van de geluidsniveaus op de werkplek.
Indien er geen beoordeling beschikbaar is, is geen of onvoldoende inzicht in de mate van
overmatige lichamelijke belasting, of blootstelling aan geluid boven 85 dB(A). In die gevallen kan
een werknemer schade oplopen. Lichamelijke schade als gevolg van een overmatige belasting
leidt tot ziekteverzuim en in ernstige gevallen tot arbeidsongeschiktheid. Overmatige
geluidsblootstelling kan tot lawaaidoofheid leiden, met alle sociale gevolgen van dien.
In figuur 2 wordt een overzicht gegeven waarin het aantal bedrijven is uitgesplitst naar aantal
overtredingen.
Uit deze figuur blijkt dat bij ruim een kwart (28%) van de geïnspecteerde bedrijven 2 of meer
overtredingen zijn geconstateerd.
9 van 17
Bij 3 bedrijven zijn 6 overtredingen geconstateerd en bij één bedrijf zelfs 7 overtredingen.
Figuur 2
Aantal bedrijven uitgesplitst naar aantal geconstateerde overtredingen
300
262
0
250
1
2
200
147
3
150
99
4
100
>4
44
13
50
6
0
5.2 Handhavingsinstrumenten
Figuur 3 geeft een overzicht van alle ingezette handhavinginstrumenten (564).
Bij 52 (9,2%) van de overtredingen is een eis gesteld. Van de 564 ingezette
handhavinginstrumenten resulteerde 476 in een waarschuwing Arbo, Arbeidstijden of WAW
(Warenwet Besluit Machines). Dit is ruim 84,4% van de handhavinginstrumenten.
Bij 19 overtredingen is een boete aangezegd en bij 17 overtredingen zijn de werkzaamheden
stilgelegd. Hiervan is bij twee stilleggingen ook een boete aangezegd.
Figuur 3
Inzet handhavingsinstrumenten
476
500
Eis Arbo
Waarschuwing
400
Boeterapport
300
Stillegging
Stillegging en Boeterapport
200
100
52
19
15
2
0
Boeterapporten, Stilleggingen (+boeterapporten).
Figuur 4 geeft een overzicht op welke onderwerpen de zware handhavingsinstrumenten (boete,
stillegging van de werkzaamheden, als dan niet met boete) zijn ingezet.
In totaal vereisten 36 (6,4%) overtredingen de inzet van een zwaar handhavinginstrument. Het
inzetten van zware handhavinginstrumenten (stillegging en/of boeterapport) geeft een indicatie
van de ernst van het risico.
In totaal zijn 17 onveilige situaties (machines en/of werkzaamheden) stilgelegd. In 2 situaties werd
op het moment van de inspectie gewerkt met of in de onmiddellijke nabijheid van een machine,
die direct gevaar betekende voor de werknemer. In deze gevallen zijn de werkzaamheden
10 van 17
stilgelegd en is tevens een boeterapport is opgemaakt. In een geval was de situatie ernstig, maar
was er geen aanleiding om de machine stil te leggen. Dit bedrijf is een boete aangezegd vanwege
het overbruggen (buiten werking stellen) van een veiligheidsvoorziening van de machine.
De overige situaties (15) betreffen preventieve stilleggingen.
Een preventieve stillegging vindt plaats als op het moment van inspectie geen werkzaamheden
aan de betrokken machine worden verricht, of machines wel in werking zijn, maar op het moment
van inspectie geen werknemers in de onmiddellijke nabijheid zijn van de knelplaats.
Figuur 4
Boeterapporten, Stilleggingen (+ boeterapport) naar onderwerp
1
Val gevaar
13
RI&E
1
Machineveiligheid
14
2
Boeterapport
3
Geluid
Stillegging
2
Fysieke belasting
0
Stillegging + Boeterapport
2
4
6
8
10
12
14
16
18
Nagenoeg alle stilleggingen hadden betrekking op onjuiste/ ontbreken van afscherming van
draaiende delen van machines.
Totaal zijn 21 boetes aangezegd. Hiervan zijn 19 situaties waarbij alleen een boete is aangezegd.
Bij 2 overtredingen zijn boetes aangezegd, in combinatie met een stillegging.
Nadat een overtreding op de werkplek is geconstateerd wordt ook naar de risico-inventarisatie en
evaluatie (RI&E)gekeken. Bij ruim 4 % (13) van de bedrijven (309) met overtreding was er geen
RI&E beschikbaar. Hiervoor zijn boetes aangezegd.
Vanwege het niet dragen van gehoorbescherming is een boete aangezegd aan één werknemer.
De rest van de boetes zijn aangezegd op het gebied van lichamelijke belasting en geluid.
5.3 Lichamelijke belasting
Tillen kan leiden tot gezondheidsklachten. Bijvoorbeeld omdat men moet bukken om zware dozen
op of van een pallet te tillen of omdat dit vaak achtereen moet gebeuren. Het gaat hier met name
om tillen waarbij een last zonder mechanische hulpmiddelen wordt verplaatst en de werknemer
zichzelf onvoldoende verplaatst (doorstappen).
Om de lichamelijke belasting door tillen terug te dringen of te voorkómen, zijn volop
mogelijkheden. Hierbij kan men denken aan het gebruik van schaarheftafels of tilhulpmiddelen.
Ook bij het duwen of trekken om een last over een langere afstand te verplaatsten zonder dat deze
gedragen wordt, bestaat de kans op lichamelijke overbelasting. Voorbeelden hiervan zijn het
verplaatsen van pallets met dozen of eindproducten met een handpompwagen, rolcontainers of
veilingkarren. Duwen heeft de voorkeur boven trekken. Bij duwen ontstaat in het algemeen een
lagere belasting op de onderrug dan bij trekken. Het gebruik van elektrische palletwagens kan
overbelasting voorkomen.
In figuur 5 staat de aard van de overtredingen op het gebied van lichamelijke belasting
weergegeven.
11 van 17
De werkgever moet het werk zodanig organiseren dat gevaren voor de veiligheid en gezondheid
door lichamelijke overbelasting worden voorkomen, of zoveel als mogelijk worden beperkt. Dit
gebeurt met het gebruik van een RI&E op de specifieke werkplekken.
Figuur 5
Aard overtredingen lichamelijke belasting
250
Voorkomen gevaren
175
200
Beperken gevaren
Beoordeling
150
Voorlichting
100
50
25
25
1
0
Op het gebied van lichamelijke belasting zijn 226 overtredingen geconstateerd waarbij
handhavingsinstrumenten zijn ingezet.
In 50 situaties zijn overtredingen geconstateerd op het voorkómen, dan wel beperken van
gevaren. In deze situaties waren geen of onvoldoende maatregelen genomen, ter voorkoming of
beperking van het gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Het betrof hier in
44 situaties problemen met tilwerkzaamheden en in de overige 6 situaties duwen en trekken.
Nadat de inspecteur een vermoeden had van zware lichamelijke belasting is gevraagd naar de
beoordeling. Bij ruim driekwart van de overtredingen (175) ontbrak een beoordeling van de
veiligheids- en gezondheidsaspecten van lichamelijke belasting als onderdeel van de RI&E.
Bij één bedrijf is geconstateerd dat er onvoldoende voorlichting is gegeven over de wijze van en
de gevaren bij het hanteren van lasten.
5.4 Geluid
Geluid is een lastige problematiek. Blootstelling aan geluid lijkt in de voeding- en
genotmiddelensector een geaccepteerd verschijnsel: “Lawaai hoort nu eenmaal bij industriële
werkzaamheden.”
Veelal wordt in eerste instantie gegrepen naar het gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen, terwijl aanschaf en gebruik van geluidsarme machines of
geluidsreducerende maatregelen eerder overwogen en ingevoerd zouden moeten worden.
Op het gebied van geluid zijn 206 overtredingen geconstateerd waarbij handhavingsinstrumenten
zijn ingezet.
Indicatieve metingen gaven aan dat geluidsniveaus de 80 dB(A) overschreden. Bij ruim 44% van
de bedrijven (136) met één of meer overtredingen, ontbrak een beoordeling van de veiligheids- en
gezondheidsaspecten van geluid als onderdeel van de RI&E.
In 6 situaties zijn overtredingen geconstateerd waarbij geluidsniveaus duidelijk hoger dan 85
DB(A) voorkwamen.
In figuur 6 staat de aard van de overtredingen op het gebied van geluid weergegeven.
12 van 17
Figuur 6
Aard overtredingen geluid
150
Beoordeling
136
Constructie, inrichting, opstelling, ondersteuning onderhoud
Voorzieningen in PLvA
Ter beschikking PBM
100
Gebruik PBM
Afbakening
35
50
24
6
3
2
0
In 3 van deze situaties waren geen voorzieningen aanwezig/beschikbaar om te voorkomen dat het
equivalent geluidsniveau4 op arbeidsplaatsen lager dan 85dB(A) bedraagt. Daarnaast waren die
specifieke situaties ook niet vermeld in het Plan van Aanpak als onderdeel van de RI&E.
Hiervoor zijn 6 eisen gesteld op het onderwerp geluid. Die hadden betrekking op arbeidsmiddelen
die geluidsniveaus hoger dan 85dB(A) produceerden terwijl geen voorzieningen beschikbaar of
aanwezig waren om het geluidsniveau onder de 85dB(A) te brengen, noch in het plan van aanpak
waren opgenomen
Opvallend was het dat het gebruik en ter beschikking stellen van gehoorbeschermingsmiddelen
vaak een knelpunt (59) was. In twee situaties ontbrak een afbakening van het gebied waar
geluidsniveaus van hoger dan 85 dB(A) voorkwamen.
Er zijn 3 boetes aangezegd op het onderwerp geluid, waarvan 1 werknemersboete, voor het niet
dragen van gehoorbescherming bij equivalent geluidsniveau hoger dan 85dB(A).
Voor de resterende overtredingen zijn waarschuwingen (197) gegeven.
5.5 Arbobeleid
Een bedrijf dient planmatig met arbeidsomstandigheden om te gaan door het voeren van een
goed arbobeleid. Twee elementen spelen daarbij een hoofdrol: de RI&E en het Plan van aanpak.
Met een RI&E brengt een werkgever alle arborisico’s van de eigen organisatie in kaart. In het Plan
van aanpak geeft hij vervolgens aan wanneer (termijnen) deze arborisico’s worden aangepakt. Op
deze wijze kunnen veel gevaren en risico’s voorkomen worden.
Bij de handhaving door de Arbeidsinspectie is nadat een overtreding op de werkplek is
geconstateerd ook naar de RI&E en het Plan van Aanpak gekeken.
Totaal zijn 71 overtredingen geconstateerd op het gebied van Arbobeleid. In figuur 7 staat de aard
van de overtredingen weergegeven.
Bij 20 bedrijven (6%) van de 309 bedrijven waar één of meer overtredingen zijn geconstateerd,
was geen, een onvolledige of een niet up-to-date RI&E beschikbaar. Hiervoor zijn bij 13 bedrijven
boetes aangezegd.
De resterende bedrijven waren druk bezig met de RI&E; hiervoor zijn waarschuwingen gegeven.
Bij 10 bedrijven is geconstateerd dat er geen volledige RI&E (2), dan wel een oude RI&E (8)
aanwezig was.
4
Het equivalent geluidsniveau is de gemiddelde waarde van een wisselend geluidsniveau over een bepaalde tijd.
13 van 17
Figuur 7
Aard overtredingen arbobeleid
Geen/onvolledige/oude RI&E
50
Geen Plan van Aanpak
40
Geen termijnen in Plan van Aanpak
30
Ondersteuning gecertificeerde dienst
30
28
Info werknemers
20
7
10
5
1
0
In 7 bedrijven was geen Plan van Aanpak aanwezig en bij 5 bedrijven waren geen termijnen
genoemd in het Plan van Aanpak.
Bij 28 bedrijven was geen gecertificeerde Arbodienst betrokken bij het opstellen van de RI&E5 en
bij één bedrijf hadden de werknemers geen inzage in de RI&E.
5.6 Machineveiligheid
Ondanks dat machineveiligheid niet als projectonderwerp was opgenomen in dit project blijkt dat
in een aantal gevallen een ernstig veiligheidsrisico bestond.
Het materiaal en de constructie van een machine moet deugdelijk zijn en voorzien zijn van goede
afscherming tegen draaiende delen. Verder moet de machine zo geplaatst en beveiligd worden
dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen, noch van knel- plet- of snijgevaar.
In totaal zijn er 15 situaties preventief stilgelegd en 2 situaties stilgelegd waarbij tevens een
boeterapport is opgemaakt.
Figuur 8
Aard overtredingen machineveiligheid
50
Werkzaamheden aan draaiend
arbeidsmiddel
32
40
30
Afscherming/beveiligsinrichtingen
Overig
20
10
5
1
0
In 32 situaties betrof het overtredingen waarbij veilige afscherming en/of beveiligingen op plaatsen
waar dit wel vereist was, ontbraken.
In één situatie werd onderhoud gepleegd aan een draaiende machine, waarbij de werknemer
grote risico’s liep. Deze werkzaamheden zijn onmiddellijk stilgelegd en er is een boeterapport
opgemaakt.
Machines moeten goed worden onderhouden. Ook onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
moeten veilig worden uitgevoerd.
5
Half 2005 is er een ander beleid op het gebied van betrokkenheid en goedkeuring (toetsing) van de RI&E door een
gecertificeerde arbodienst ingevoerd. Tijdens het inspectieproject betrof de handhaving op de oude wijze.
14 van 17
In de overige situaties (5) is geconstateerd dat de gebruikte machines niet deugdelijk van
constructie waren en gevaar opleverden voor omvallen en kantelen. Het materiaal en de
constructie moeten deugdelijk zijn. Verder moet de machine zo geplaatst worden dat er geen
gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen.
5.7 Overig
De overige overtredingen, welke niet als speerpunt in het project hebben meegelopen, staan in
figuur 9 aangegeven. Deze overtredingen zijn geconstateerd op het gebied van arbeidstijden,
inrichting van de werkplekken en gevaarlijke stoffen.
Figuur 9
Aard overige overtredingen
15
Arbeidstijden
Inrichting werkplek
Gevaarlijke stoffen
overig
12
10
5
7
3
1
0
Totaal 3 overtredingen zijn geconstateerd op het gebied van Arbeidstijden. Van de 12
overtredingen op het gebied van inrichting van de werkplek, zijn 4 overtredingen geconstateerd op
het gebied van stabiliteit en stevigheid van arbeidsplaatsen
15 van 17
6
Conclusies en aanbevelingen inspectieproject
6.1 Algemene conclusies
De conclusies die in dit hoofdstuk staan beschreven en de aanbevelingen die worden gedaan, zijn
gebaseerd op 571 inspecties. De inspecties, gericht op de onderwerpen geluid en lichamelijke
belasting, zijn in de periode oktober 2004 tot en met maart 2005 uitgevoerd in verschillende
sectoren binnen de voeding- en genotmiddelensector.
Bij 309 ondernemingen zijn 564 overtreding geconstateerd. Dit betekent dat bij 54% van het totaal
aantal geïnspecteerde bedrijven, één of meer overtredingen zijn geconstateerd.
Uit de arbomonitor 2003 komt op basis van een a-selecte steekproef van bedrijven naar voren dat
in de industrie gemiddeld 50% van de bedrijven één of meerdere regels van de
arbeidsomstandighedenwet overtreedt. Het percentage overtreders ligt in dit project dus
nagenoeg gelijk aan het gemiddelde in de industrie, maar ligt nog te hoog.
Ruim 55% van de geconstateerde overtredingen (311) hebben betrekking op het ontbreken van
beoordelingen van situaties. Het betreft hier het ontbreken van beoordelingen op het gebied van
geluid (136) en op het gebied van lichamelijke belasting (175) .
Bij het ontbreken van een goede beoordeling is er geen of onvolledig zicht op de problematiek in
het bedrijf. Hierdoor kunnen niet de juiste prioriteiten gesteld worden bij het op- en aanpakken van
gevaren en risico’s voor werknemers op het gebied van arbeidsomstandigheden. Hiermee zou de
verleiding kunnen ontstaan eenvoudige, in sommige gevallen minder risicovolle situaties, eerst op
te lossen en de aandacht voor en aanpak en het oplossen van grote risico’s naar latere tijdstippen
te schuiven. Dit is geen goede gang van zaken.
Hoewel machineveiligheid geen inspectieonderwerp was, is het opvallend dat er 38 ernstige
overtredingen zijn geconstateerd. Het betrof hier voornamelijk grote risico’s als gevolge van het
ontbreken van afscherming van machines.
Uit de controles is gebleken dat de overtredingen door de bedrijven zijn aangepakt en opgelost.
De doelstelling om situaties betreffende lichamelijke belasting en geluid, die niet voldoen aan de
eisen zoals deze gesteld worden in de wetgeving, op te heffen, is gerealiseerd.
Ondanks dat ATEX als een relatief nieuw onderwerp werd gezien viel het op dat ruim 70% van de
geïnspecteerde bedrijven aangaf inhoudelijk op de hoogte te zijn van de veranderende ATEXregelgeving of “Veilig werken in een explosieve atmosfeer”. Het is goed te kunnen constateren dat
van de geïnspecteerde bedrijven ruim 90% al preventieve maatregelen had genomen of er druk
mee bezig was ze in te voeren. Dit veelal met ondersteuning en hulp vanuit de brancheorganisaties. Hiermee onderkennen de geïnspecteerde bedrijven hun probleem op het gebied van
ATEX.
De conclusie die op basis van het voorgaande kan worden getrokken is, dat het bij te veel
geïnspecteerde bedrijven nog ontbreekt aan inzicht in de problematiek op de terreinen van
lichamelijke belasting en geluid. Er ontbreken blootstellingsbeoordelingen op deze terreinen. Dit is
een slechte gang van zaken.
De specifieke onderwerpen blijven dus veel aandacht vragen in de geïnspecteerde sectoren.
6.2
Conclusie / aanbevelingen per inspectiepunt
Lichamelijke belasting
Het is opvallend dat van de 226 geconstateerde overtredingen op het gebied van lichamelijke
belasting, het 175 overtredingen (77,4%) betrof waar bedrijven geen of onvoldoende inzicht
hadden in de mate van zware lichamelijke belasting. Bij 175 bedrijven van de 571 geïnspecteerde
bedrijven ontbrak het dus aan een beoordeling, als onderdeel van de RI&E, op het gebied van
lichamelijke belasting.
Hiermee ligt het percentage bedrijven dat geen of onvoldoende inzicht heeft in de lichamelijke
belasting van haar werknemers met 30,6% duidelijk hoger dan gemiddeld (12%) in Nederland.
Schade als gevolg van overmatige lichamelijke belasting leidt tot ziekteverzuim en langdurig
ziekteverzuim kan leiden tot arbeidsongeschiktheid voor die werkzaamheden.
16 van 17
De branches zijn zich daarvan steeds meer bewust. De Koek- en Snoepsector en de Vleessector
hebben in hun convenanten een speerpunt gemaakt van het tegengaan van fysieke overbelasting.
Het Productschap Wijnen heeft ondermeer naar aanleiding van de besproken resultaten een
tilwijzer ontwikkeld t.b.v. medewerkers in de sector. Dit past in de doelstelling van het project om
binnen de relevante branches aandacht te vestigen op lichamelijke belasting en geluid gedurende
de looptijd van het project.
Vergroting van de aandacht voor het inventariseren en beoordelen van werkzaamheden met
gevaar voor fysieke overbelasting is en blijft niettemin op ondernemingsniveau hard nodig.
Geluid
Tijdens de inspecties zijn ruim 206 overtredingen geconstateerd op het gebied van geluid. Hiervan
zijn 136 overtredingen (66%) waar het situaties betrof van bedrijven die geen of onvoldoende
inzicht hebben in de geluidsblootstelling. Hiermee ligt het percentage bedrijven (24%) dat geen of
onvoldoende inzicht heeft in de geluidsblootstelling aanzienlijk hoger dan gemiddeld (13%) in
Nederland. In die gevallen kan een werknemer schade oplopen. Blootstelling aan schadelijk geluid
leidt tot lawaaidoofheid, met alle (sociale) gevolgen van dien.
Er is te weinig aandacht in bedrijven voor de geluidproblematiek als het gaat om
werknemersbescherming.
De eerste stap die gezet wordt is het verstrekken van gehoorbescherming. Met name de
beoordeling en de invoering van reducerende maatregelen laat te wensen over.
Tevens valt op dat bij een aanzienlijk aantal bedrijven onvoldoende gehoorbeschermingsmiddelen
ter beschikking worden gesteld, in situaties (hoger dan 80 DB(A) ) waar dit wel noodzakelijk is.
Arbobeleid
Om inzicht te krijgen in de risico’s van de werkzaamheden en een juiste inschatting te maken van
prioriteiten binnen een bedrijf is het noodzakelijk de risico’s in kaart te brengen. Dit gebeurt aan de
hand van een RI&E. Bij het niet hebben van een (volledige) RI&E ontbreekt een totaal overzicht
waarmee het bedrijf juiste prioriteiten kan geven aan de oplossing ervan.
Ondanks de verplichting van het hebben van een RI&E, is het opvallend dat bij de 309 bedrijven
waar één of meer overtredingen zijn geconstateerd, slechts 20 bedrijven (6,5%) niet beschikten
over een (actuele) RI&E.
Gezien het aantal geconstateerde overtredingen lijkt het hebben van een (actuele) RI&E nog geen
garantie voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Het bereiken en bestendigen van het in
de RI&E beschreven veiligheid- en gezondheidniveau is zeker zo belangrijk. Hier moeten
bedrijven méér energie steken.
Bij 28 bedrijven was geen gecertificeerde Arbodienst betrokken bij het opstellen van de RI&E en
bij één bedrijf hadden de werknemers geen inzage in de RI&E.
Machineveiligheid
Ondanks het feit dat machineveiligheid een speerpunt was tijdens de inspecties in dit project, is
het opvallend dat er toch nog in 6% van de situaties boetes zijn aangezegd en werkzaamheden
stilgelegd, al dan niet in combinatie met een boete.
Wanneer overtredingen zijn vastgesteld die een aanzienlijk risico inhouden voor de veiligheid van
de werknemer(s), dient de werkgever de werkzaamheden te staken en/of is een boete
aangezegd.
Het materiaal en de constructie moeten deugdelijk zijn. Verder moet de machine zo geplaatst
worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen
Stilleggingen, al dan niet met een boete, werden 36 maal ingezet, ofwel bij 6% van het totale
aantal geconstateerde overtredingen.
ATEX
Van de geïnspecteerde bedrijven bleek ruim 90 % op de goede weg te zijn om te voldoen aan de
nieuwe wetgeving op het gebied van ATEX. Zij hadden aantoonbare maatregelen genomen om
explosiegevaar te voorkomen in de vorm van een risicoanalyse (invoering van gevarenzones,
ed.), technische risicobeperking (afzuiging, explosieveilig materiaal ed.) of organisatorische
risicobeperkingen (speciale werkinstructies ed.).
Met de inspecties zijn de doelstellingen gerealiseerd om voorlichting te geven bij relevante
bedrijven over de ATEX-richtlijn en inzicht te krijgen in het aantal geïnspecteerde bedrijven die
met de ATEX regelgeving te maken hebben/krijgen.
17 van 17
Download