Boetebedragen - Belastingzaken

advertisement
BOETEBEDRAGEN
Bij een overtreding van de WML moet een werkgever rekening houden met de
hiernavolgende boetebedragen (cijfers 2016).
Niet betalen minimumloon
Als een werkgever zijn werknemers minder betaalt dan het wettelijk minimumloon
(overtreding van art. 7 WML), krijgt hij per werknemer een bestuurlijke boete. De hoogte van
de boete hangt af van de duur en de mate van onderbetaling.
% onderbetaling
Duur onderbetaling
≤ 1 maand > 1 - < 3 maanden 3 - < 6 maanden ≥ 6 maanden
< 5%
€ 500
€ 750
€ 1.000
€ 1.250
5% - < 10%
€ 750
€ 1.000
€ 1.250
€ 2.000
10% - < 25%
€ 1.250
€ 2.000
€ 3.000
€ 4.500
25% - < 50%
€ 2.000
€ 3.000
€ 4.500
€ 7.000
≥ 50%
€ 3.000
€ 4.500
€ 7.000
€ 10.000
Minder dan € 50 onderbetaling: € 500
Niet giraal betalen wettelijk minimumloon
Indien een werkgever zijn verplichting niet nakomt om ten minste tot het bedrag van het
minimumloon het loon uit te betalen (overtreding van art. 7a WML), dan gelden de
hiernavolgende boetebedragen die gerelateerd zijn aan de mate van onderbetaling.
Periode waarin ten minste eenmaal
het loon niet giraal is uitbetaald
≤ 1 maand
€ 500
>1 - < 3 maanden
€ 750
€ 1.000
€ 1.250
3 - < 6 maanden
6 maanden of langer
Wordt echter aan de werkgever ook een boete voor een overtreding van artikel 7 WML (niet
betalen minimumloon) opgelegd, dan wordt in zoverre voor het niet giraal betalen geen boete
opgelegd.
Niet betalen minimumvakantiebijslag
Betaalt een werkgever zijn werknemers geen vakantiebijslag of een vakantiebijslag die
minder is dan 8% van het minimumloon (overtreding van art. 15 WML), dan gelden de
hiernavolgende boetebedragen die gerelateerd zijn aan de mate van onderbetaling.
% onderbetaling
< 5% of minder dan € 50
€ 250
5% - < 10%
€ 500
10% - < 25%
25% - < 50%
≥ 50%
€ 1.000
€ 1.500
€ 2.000
Niet (tijdig) verstrekken informatie
Als de werkgever niet (tijdig) na een verzoek daartoe documenten verstrekt waaruit blijkt
hoeveel uren zijn werknemers hebben gewerkt en welk loon ze daarvoor hebben gekregen,
moet de werkgever die documenten binnen een vastgestelde tijd aanleveren (art. 18b WML).
Doet hij dat niet, dan kan de Inspectie hem een boete van € 12.000 per werknemer
opleggen.
De boete wordt gematigd als de werkgever aan kan tonen dat er sprake is geweest van een
arbeidsduur die korter is dan 6 maanden:
Duur tewerkstelling
≤ 1 maand
€ 5.000
> 1 - < 3 maanden
€ 7.000
> 3 - < 6 maanden
€ 9.000
Is de werkgever een natuurlijk persoon, dan wordt bij een overtreding als uitgangspunt voor
het opleggen van de boete 0,6 × het boetebedrag genomen.
Kleine overtreding, eerst waarschuwing
Er wordt geen boete opgelegd indien de mate van onderbetaling (minimumloon of
minimumvakantiebijslag) minder is dan 5% of minder bedraagt dan € 50, tenzij deze
onderbetaling ten minste 50% bedraagt. De werkgever krijgt in dat geval een schriftelijke
waarschuwing en wordt in de gelegenheid gesteld alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen
en binnen vier weken hiervan bewijsstukken te overleggen. Blijft de werkgever dan nog in
overtreding, dan volgt er alsnog een bestuurlijke boete.
Bron: Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en
minimumvakantiebijslag 2016 (Stcrt 2015, 46475).
Download