Christen Gemeenten van God No. 186 (Uitgave 1.0) Op zoek naar voedsel [186] Het volk van God heeft een slechte gewoonte om voor voedsel naar Egypte te kijken in plaats van naar God. Leraren zouden wegwijzers en herders moeten zijn, die ons de juiste richting wijzen en indien nodig Gods waarheid verklaren. Nooit moeten zij als juist beschouwd worden vanwege hun ambt in Gods Gemeente maar als juist of onjuist beschouwd worden voor hetgeen zij zeggen — beproefd naar hetgeen Gods Geest ons leert. Wij moeten nooit mensen of organisaties volgen maar alleen Gods waarheid en God de mogelijkheid geven om ons te voeden door Zijn Geest . Christian Churches of God P.O. Box 369, WODEN ACT 2606, AUSTRALIA E-mail: [email protected] In North America PO Box 13174 , ST. PAUL, MN 55113-1374 UNITED STATES OF AMERICA E-mail: [email protected] In Europe P.O. Box 213, 1900, AE, CASTRICUM NEDERLANDS In South Africa P.O.BOX 20008, HUMEWOOD, 6013, REPUBLIC OF SOUTH AFRICA (Copyright 1996 Alan Williams) Dit artikel mag kosteloos gekopieerd en verspreid worden, mits het in zijn geheel weergegeven wordt, zonder veranderingen of weglatingen. De naam van de uitgever en het kopijrecht moeten vermeld zijn. Geen betaling mag verlangd worden van hen die de kopieën ontvangen. Korte aanhalingen zijn toegestaan in recensies en overzichten zonder het kopijrecht te schenden. Dit artikel is te verkrijgen van het Wereld Wijde Web pagina: http://www.logon.org Pagina 2 Op zoek naar voedsel [186] Op zoek naar voedsel [186] Er is een belangrijk punt om eens bij stil te staan — Gods volk heeft namelijk de slechte gewoonte om gevoed te worden naar Egypte te kijken in plaats van naar God. Er was eens hongersnood in het land ten tijde van Abram en Abram ging naar Egypte om voedsel te kopen. Genesis 12:10 10 Toen er hongersnood in het land uitbrak, trok Abram naar Egypte, om daar als vreemdeling te vertoeven, want de honger was zwaar in het land. (NBG) En wederom ten tijde van Isaak was er weer een hongersnood en Isaak maakte zich op om op weg te gaan naar Egypte, maar God hield hem tegen. Genesis 26:1-3 1 Eens kwam er een hongersnood in het land, behalve de eerste hongersnood, die er geweest was in de dagen van Abraham; En Isaak ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar. 2 Toen verscheen hem de HERE en zeide: Trek niet naar Egypte, woon in het land, dat Ik u zeggen zal, 3 vertoef in dit land als een vreemdeling, dan zal Ik met u zijn en u zegenen, want u en uw nageslacht zal Ik al die landen geven, en Ik zal de eed gestand doen, die Ik uw vader Abraham gezworen heb. (NBG) Deze keer zei God, dat Hij Isaak zou zegenen, indien hij volledig op God zou vertrouwen. Isaak geloofde God en hij werd zeer gezegend en door God van voedsel voorzien. Genesis 26:12-13 12 En Isaak zaaide in dat land en oogstte in dat jaar honderdvoudig; want de HERE zegende hem. 13 En die man werd rijk, ja gaandeweg rijker, totdat hij zeer rijk geworden was. (NBG) In de dagen van Jakob zien wij een nog bekendere hongersnood, waarbij Jakob zijn tien zonen naar Egypte zond voor voedsel. Genesis 42:1-3 1 Toen Jakob vernam, dat er in Egypte koren was, zeide hij tot zijn zonen: Waarom ziet gij elkander aan! 2 Voorts zeide hij: Zie, ik heb gehoord, dat er in Egypte koren is; trekt daarheen en koopt daar koren voor ons, opdat wij in leven blijven en niet sterven. 3 Toen trokken tien broeders van Jozef heen om in Egypte koren te kopen. (NBG) God vertelt ons dat deze oudtestamentische gebeurtenissen ons (geestelijk Israël) ten voorbeeld zijn. 1 Korinthiërs 10:6 6 Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden. (NBG) 1 Korinthiërs 10:11 11 Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is. (NBG) Nadat Jakobs familie naar Egypte verhuisd was, werden zij geleidelijk slaven van Egypte en Farao. Geestelijk gezien is Egypte het beeld van Satans religieuze ordening (de hoer uit het boek Openbaring) en is Farao het beeld van Satan. Het is ook bekend dat Gods volk geneigd was om voor Gods openbaring (geestelijk voedsel) veel meer te kijken naar religieuze organisaties dan naar God. Denk ook eens aan de geschiedenis van de uittocht en de omzwervingen in de woestijn, waarbij de doop van de Israëlieten pas plaats vond in de Rode Zee, nadat de bron van hun voedsel van hen weggenomen was. Het was toen God, Die hen rechtstreeks op bovennatuurlijke wijze zou voeden. Exodus 14:21-23 21 Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de HERE deed de zee de gehele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en de wateren werden gespleten. 22 Zo gingen de Israëlieten in het midden der zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur. 23 En de Egyptenaren vervolgden hen en kwamen achter hen aan — alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn ruiters — midden in de zee. (NBG) In het Nieuwe Testament waarschuwt Paulus de Gemeente te Korinthe om zorgvuldig te zijn en de overeenkomsten te zien van de omzwervingen van Israël in de woestijn met die van de nieuwtestamentische Gemeente, en niet als zij omkomen. 1 Korinthiërs 10:1-5 1 Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2 allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de Op zoek naar voedsel [186] zee, 3 allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4 en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 5 En toch heeft God in het merendeel van hen geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn. (NBG) Uit de hele geschiedenis kunnen ook andere conclusies getrokken worden. De vuurkolom en wolkkolom gingen Israël voor tot zijn doop (de Rode Zee), net zoals Gods Geest ons brengt tot ons berouw en onze doop. Ook werden zij niet eerder rechtstreeks door God van voedsel voorzien, dan nadat zij door de Rode Zee getrokken waren. Na onze doop worden wij ook rechtstreeks door God van voedsel voorzien door Gods Geest. Exodus 13:21 21 De HERE ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. (NBG) Exodus:16:4 4 Toen zeide de HERE tot Mozes: zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet. (NBG) Hier zien wij dat dit ook de tijd was voor Israël om door God beproefd te worden, net zoals onze tijd na de doop in de woestijn onze tijd van beproeving is (1 Petrus 4:17). Wij worden door God onderwezen, indien wij in vertrouwen naar God opzien. En wij moeten handelen naar de kennis die wij vermeerderen. De Israëlieten trokken ‘s nachts Egypte uit en het was hun gezegd om dat in haast te doen, maar wij (geestelijk Israël) geleidelijk zullen uittrekken, over een langer tijdsbestek. Jesaja 52:10-12 10 De HERE heeft zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle volken en alle einden der aarde zullen zien het heil van onze God. 11 Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar; raakt het onreine niet aan, gaat weg uit haar midden, reinigt u, gij die de vaten des HEREN draagt. 12 Want niet overhaast zult gij uittrekken en niet in vlucht heengaan: de HERE immers gaat voor u heen en uw achterhoede is de God van Israël. (NBG) Israël raakte betrokken in andere religies. Zij weigerden om naar God te luisteren en Hem te Pagina 3 gehoorzamen door onbesmet te blijven van de heidense volken rondom hen. Numeri 25:1-3 1 Terwijl Israël in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van Moab. 2 Dezen nodigden het volk tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich neer voor haar goden. 3 Toen Israël zich aan Baäl-Peor gekoppeld had, ontbrandde de toorn des HEREN tegen Israël. (NBG) Het is belangrijk dat wat de Israëlieten daar deden, voor ons is opgetekend om ons te waarschuwen voor de valkuilen. Zij hebben overal hun religie gezocht behalve bij God. Wij kunnen dezelfde fouten maken — door naar mensen te kijken — door naar organisaties te kijken — terwijl wij ons tussen het geboomte verbergen net zoals Adam en Eva in Genesis 3:8. God zal ons rechtstreeks van voedsel voorzien, wanneer wij Hem maar de kans hiervoor geven. Het probleem om naar leraren te zien schijnt ook bestaan te hebben toen Johannes schreef over de Antichrist en Antichristen in 1 Johannes 2: 1 Johannes 2:20 20 Gij hebt echter een zalving van de Heilige en gij weet dat allen. (NBG) en vervolgens: 1 Johannes 2:27 27 En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft. (NBG) Ook is het goed om op deze plaats eraan te denken, dat het woord Christus (van Chreistos) gezalfde betekent. Hieruit volgt dat Antichrist tegen Christus is, tegen Hem, Die gezalfd is, en tegen onze zalving of, zoals dit schriftgedeelte schijnt aan te geven, zeggen de Antichristen dat de uitverkorenen zich moeten vasthouden aan leraren. Johannes verklaart dat de uitverkorenen geen onderwijs nodig hebben. Christus heeft ook gezegd, dat de Heilige Geest ons alles zal leren. Johannes 14:26 26 maar de Trooster, de Heilige Pagina 4 Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat ik u gezegd heb. (NBG) In Hebreeën zien wij weer een voorbeeld voor ons opgetekend, hoe de Israëlieten zondigden door niet naar God te luisteren. 7 Hebreeën 3:7-11 Daarom gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem hoort, 8 verhardt uw harten niet, zoals bij de verbittering, ten dage van de verzoeking in de woestijn, 9 waar uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, hoewel zij mijn werken zagen, veertig jaren lang; 10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht en heb Ik gezegd: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben mijn wegen niet gekend, 11 zodat Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan. (NBG) Tenslotte nog een verhaal om over na te denken — Filippus en de Ethiopiër. Hier vinden wij een Ethiopiër die naar de waarheid zoekt en Filippus wordt gestuurd om zijn wagen in te halen. De Ethiopiër kon de Schriften niet begrijpen, totdat iemand deze aan hem uitlegde. Handelingen 8:30-31 30 En Filippus liep er snel heen en hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zeide: Verstaat gij wat gij leest? 31 En hij zeide: Hoe zou ik dit kunnen, als niemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten. (NBG) 35 Handelingen 8:35 En Filippus opende zijn mond, en uitgaande van dat schriftwoord, predikte Op zoek naar voedsel [186] hij hem Jezus. Maar let op! Nadat de Ethiopiër gedoopt is, wordt Filippus weggenomen en de Ethiopiër zag hem niet meer. Het ziet er naar uit, dat toen de Ethiopiër gedoopt was, de afhankelijkheid van de Ethiopiër van leraren verdwenen was. Handelingen 8:38-39 38 En hij liet de wagen stil houden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. 39 En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. (NBG) Dus wat is hier nu verder over te zeggen? Wel, niet dat wij geen leraren hoeven te hebben. Maar deze leraren moeten wel wegwijzers en herders zijn, die ons de juiste richting wijzen en, waar nodig, Gods waarheid uitleggen. Nooit moet van hen aangenomen worden dat zij het bij het juiste eind hebben omdat zij in dienst staan van Gods Gemeente, maar zij moeten op juist en onjuist beoordeeld worden naar hetgeen zij zeggen — beproefd volgens hetgeen de Geest Gods ons leert. Wij moeten nooit mensen of instellingen volgen, maar alleen Gods waarheid en toelaten dat God ons met Zijn geest voedt. q