Staatsinrichting

advertisement
Staatsinrichting:
1776: onafhankelijkheidsverklaring=13 staten willen zich losmaken van Engeland,
dit worden ze ook. Alleen, hoe nu verder? Gevolg hierop: founding fathers 1787=
55 vertegenwoordigers van de 13 staten, gevolg was de grondwet in 1789.
Amendementen=aanvullingen op grondwet
1791=bill of rights (eerste amendementen) rechten van de burger
VS=federatiestaat, splitsing tussen federale overheid en deelstaten
Federale overheid:
deelstaten: eigen regering en eigen parlement
-buitenlandse politiek
-onderwijs
-defensie
-politie
-financiën
-rechtspraak
-economisch verkeer
Trias politica=scheiding van de machten:
-uitvoerend -> president (staatshoofd. regeringsleider, opperbevelhebber,
benoemd: ministers, belangrijke ambtenaren en mag het hooggerechtshof
samenstellen)
-wetgevend -> congres (vertegenwoordigers van deelstaten, het Senaat en het
huis van afgevaardigden. Congres controleert de president op: wetten, begroting
en benoemingen. Verbieden=veto. Impeachment=president afzetten
-rechterlijk -> hooggerechtshof (kijkt of de goedgekeurde wetten aansluiten op
grondwet)
Imperial presidency=teveel macht bij de president
Hoe groot is de macht van de president?
+spil van de Amerikaanse politiek
-binnenlandse macht wordt beperkt door:
*vijandig congres (overhand aan republikeinen of democraten),
*deelstaten (wetgeving vd deelstaten kan amendementen en federale wetten
beperken)
Republikeinen en democraten:
Vanaf 1854 -> tweepartijenstelsel:
-republikeinen (symbool=olifant)
-democraten (symbool=ezel)
Kenmerken beide partijen:
-geen duidelijke ideologie, geen duidelijke visie op de maatschappij
-behoudende en vooruitstrevende vleugel (radicaal)
Tijdens Amerikaanse burgeroorlog: begin 19e eeuw
Republikeinen:
democraten:
-afschaffing slavernij
-geen afschaffing slavernij
-gelijkheid zwarten/blanken
-geen gelijkheid zwart/blank
-sterkte overheid, bescherming industrie
-overheid moet zich niet bemoeien
-geen rechten voor deelstaten
Einde vd 19e eeuw:
Republikeinen:
-steeds conservatiever (behoudender)
-opkomen burgerij en bedrijfsleven
-immigranten mogen ze niet
-federale overheid niet bemoeien
-regels voor morele kwesties
democraten:
-steeds progressiever
-opkomen voor zwakkeren
-meer bemoeienis overheid
-overheid ingrijpen sociaal gebied
Voorgeschiedenis 1789-1865
Vanaf 1789:
-agrarische samenleving=noorden->zelfstandige boeren / zuiden->plantages +
slaven
-blanke protestanten gevlucht vanuit Engeland en Schotland
-westgrens (frontier) schuift op door komt immigranten die zich in territories
(niet Amerikaanse gebieden gaan vestigen) -> Indianen worden terug gedrongen.
Vanaf 1820:
-industrialisatie in het noorden
-spoorwegen
-doel=westkust bereiken
-congres besloot om indianen in reservaten te laten wonen
Vanaf 1840:
-nieuwe groep immigranten: de katholieken uit Duitsland en Ierland
-protestantisme blijft overheersend (WASP) = blanke Britten
Manifest destiny: Amerikanen zijn voorbestemd om heel Noord Amerika te
beheersen
Monroe-doctrine (1823):
-Europeanen moeten zich niet bemoeien met de Amerikaanse politiek, en
andersom ook!
Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865)
-noorden vs zuiden
-1861: zuidelijke staten stappen uit de VS
Oorzaken:
-noorden en zuiden groeien uit elkaar
-hoge importtarieven
*noorden blij want dit beschermt hun eigen industrie
*zuiden vind dit niks want die richten zich op Engelse producten die dus
duurder worden
-in het noorden komt het abolitionisme op (strijd tegen slavernij)
-1861: Lincoln president, hij is een abolitionist -> burgeroorlog breekt uit
-meer dan 650.000 doden
-13e amendement wordt aangenomen: slavernij wordt afgeschaft
-1865 zuiden geeft zich over -> VS wordt weer één
Industrialisatie 1865-1918
1865:agrarische economie
1900:sterkste economie ter wereld
Hoe kwam de sterkte industrie groei?
-veel natuurlijke grondstoffen beschikbaar (ijzererts, steenkool)
-goedkope arbeid door immigranten, vooral van 1890 immigranten vanuit heel
Europa
-veel succesvolle ondernemers, erg innovatief
-nieuwe communicatiemiddelen zoals de telefoon, distributie werd makkelijker
-uitbreiding spoorwegennet, oost en west werden beter verbonden
Economische gevolgen industrialisatie:
-kleine familiebedrijven werden verdrongen door grote groeiende bedrijven
(corporaties), door innovatie en geld waren ze goedkoper dan familiebedrijven. Er
kwam vanuit de corporaties reclame. Onder de corporaties kwam er een
concurrentiestrijd -> kartels (afspraken over prijzen en hoeveelheden) -> elkaar
niet kapot maken, en geen nieuwelingen toestaan. Sommige corporaties groeiden
zo erg dat het trust werden (samenvoeging van bedrijven)
-massaproductie, handwerk verdwijnt -> unieke karakter verdwijnt
Sociale gevolgen van de industrialisatie 1865-1918
Sociale gevolgen industrialisatie:
-urbanisatie: steden groeide razendsnel -> grote verschillen -> sociale en etnische
tegenstellingen.
-toegenomen armoede:
*kleine zelfstandigen die weggedrongen werden door corporaties. De corporaties
werden beschermd door de politiek door corruptie.
*ook de boeren hadden het slecht: 1886 -> overproductie -> lage graanprijzen ->
geldnood omdat ze hun bestaan hadden opgebouwd met geleend geld + dure
transportkosten.
*arbeiders hadden slechte woon en werkomstandigheden, door de mechanisatie
was er voor hun voor werkloosheid. Doordat er geen sociale wetgeving was,
werden ze niet geholpen door de overheid.
Opkomst socialisme in de VS:
-oprichting vakbonden: 1886, American federation of labor (AFL) streden voor:
hogere lonen, kortere werktijden en betere werkomstandigheden
-demonstraties (vaak onrustig)
-stakingen (vaak onrustig)
1891 oprichting people's party=3e partij naast republikeinen en democraten. Ze
moesten niets hebben van de industrialisatie en urbanisatie:
-kleine steden
-agrarische economie
-populistische partij (voor het volk)
-partij werd geen succes
Vanaf 1890: opkomst progressive movement. Het was een beweging, en geen
politieke partij! Het doel was: de bevolking opvoeden en de maatschappij
democratiseren (opvoeding, onderwijs). De progressive movement werd gesteund
door de populaire pers.
De overheid en de industrialisatie:
De federale overheid is liberaal, uitzondering: invoerheffingen om industrie te
beschermen tegen vooral de Engelsen
1900-1920 progressieve hervorming als gevolg van de progressive movement
1901-1909 Theodore Roosevelt, een republikein die voor een krachtige overheid
was. Grote corporaties die hun macht misbruikten moesten vervolgd worden.
Mensen moesten zich van hem minder aan geld hechten. Zijn opvolger is
Woodrow Wilson, een democraat, hij gaat verder op het zelfde pad als Roosevelt.
En hij weet nog een paar hervormingswetten ingevoerd te laten krijgen door het
congres.
1914-1918 eerste wereldoorlog
Vanaf 1917 deelname VS -> oorlogseconomie -> war industries board ->toewijzing
grondstoffen en vaststellen productiequota. Staking moesten worden voorkomen
dmv verhoging van de lonen.
Burgerrechten in het zuiden 1865-1918:
Amerikaanse burgeroorlog 1861-1865 -> 1865 afschaffing slavernij in het 13e
amendement.
Reconstructie 1865-1877=Amerika weer één land maken -> federale overheid
probeert de burgerrechten van de freedman (bevrijde slaven) in het zuiden te
garanderen.
1868 -> 14e amendement=gelijke behandeling voor alle burgers.
1870 -> 15e amendement=stemrecht voor zwarte mannen
De zuidelijke staten weigeren het 14e amendement -> 1867 noordelijke legers
bezetten de zuidelijke staten om de zwarte burgerrechten te beschermen.
Vanaf 1865: ku klux klan (KKK)=geheime organisatie van blanken in het zuiden die
zwarten en activisten voor de zwarte bevolking terroriseerde.
1877 : noordelijke legers verlaten het zuiden omdat het niet langer door kon gaan
op deze manier -> begin van de segregatie, dit wordt vastgelegd in de jim crow
wetten in 1887. Jim crow betekende: domme negers.
De zwarte burgerrechten waren dus eigenlijk niets waard.
1896 Hooggerechtshof: gescheiden voorzieningen zijn niet in strijd met de
grondwet, zolang zij gelijk zijn aan de voor de blanken. In de praktijk was dit niet
zo. Presidenten durven niet in te grijpen omdat ze bang waren om stemmen te
verliezen van blanken in het zuiden.
Zwarte bevolking in het zuiden 1865-1918
Vanaf 1887: Jim Crow wetten:
-theorie: gelijke rechten
-praktijk: achtergesteld:
*barrières om te gaan stemmen, zuiden
*zwarten mochten niet met blanken trouwen
*segregatie in het openbare leven
*(lynchpartijen)
Freedmen (bevrijde slaven) bleven werken voor hun plantage-eigenaren -> ze
werden nu sharecroppers (delers van de oogst). Deel van de oogst afstaan ik ruil
voor een stuk grond om op te werken.
Ze leefde in grote armoede door:
-teveel oogst afstaan
-1886-1900 landbouwcrisis
Booker T. Washington=belangrijk persoon in het zwarte protest tegen
economische en sociale achterstelling. Hij wou geen stakingen en is democratisch.
Hij vond dat je het probleem kon oplossen met respect, goed gedrag en scholing.
Hij richtte eigen scholen op zodat zwarten konden opklimmen op de sociale
ladder. Dubois had veel kritiek op Booker T. Washington, hij vond dat hij zich
teveel aanpaste aan de blanken, en dat ongelijkheid bestreden moest worden met
rechtszaken -> oprichting NAACP in 1909. Dit sloeg nauwelijks aan omdat hij niks
gemeen had met de rest van de zwarten
Buitenlandse beleid 1865-1918
Tot 1865 politiek van isolationisme. Dit deden ze omdat ze nog steeds bezig waren
met het verleggen van de frontier.
1869: eerste spoorlijn van oost naar west
Manifest destiny=Amerikanen zijn voorbestemd om heel Noord-Amerika te
beheersen
Monroe-doctrine 1823= Europeanen niet bemoeien met de VS en andersom.
Tweede helft 19e eeuw: modern imperialisme (streven naar groot rijk)
Redenen hiervoor zijn:
-economisch: snelle industrialisatie -> nieuwe afzetmarkten
-politiek: versterking van de Amerikaanse macht, aanzien
-cultureel: verspreiding van Amerikaanse ideeën
1853: opening Japanse markt voor westerse mogendheden
1883: congres geeft opdracht voor bouw van moderne oorlogsvloot, dit deden ze
om te voorkomen dat ze achter zouden lopen op Europese landen.
1893: eerst actie van de vloot, verovering Hawaii
1898: Spaans-Amerikaanse oorlog -> Cuba wou onafhankelijk worden van Spanje,
de Cubanen hadden een goede band met de VS en daarom stuurde de VS een
schip naar Cuba om de Amerikaanse staatsburgers te beschermen -> dit schip
ontplofte vlak na aankomst -> de VS gaf Spanje de schuld -> oorlog brak uit -> de
VS won door moderne oorlogsvloot -> Cuba werd een Amerikaanse protectoraat:
-Amerikaanse troepen op Cuba
-Cubaanse verdragen met het buitenland moesten worden goedgekeurd door de
VS
-VS heeft het recht om orde op Cuba te bewaren
Ook bij de Filipijnen werd er gevochten, er kwam een heftige discussie tussen
voor- en tegenstander van het imperialisme. De voorstanders wonnen en
de Filipijnen worden een Amerikaanse kolonie.
Theodore Roosevelt 1901-1909 (republikein) -> VS wordt een wereldmacht:
-Amerikaanse belangen beschermen tegenover Europese belangen.
-groeiende invloed in Latijns Amerika
-open door policy in oost Azië: Chinese markt moet vrij zijn voor alle landen
1903: aanleg Panamakanaal. Amerikanen steunde hun onafhankelijkheids wil
omdat de VS daar graag meer invloed om een kanaal aan te leggen.
1900: VS sturen toepen naar delen van China om de bokser opstand neer te slaan.
Dit lukt niet, delen van China komen in handen van Europa en Japan.
Eerste wereldoorlog 1914-1918 -> Woodrow Wilson
VS: neutraal -> Europese oorlog. VS is wel een beetje voor Engeland.
1915: Duitse torpedo's laten engels schip zinken met veel Amerikanen erop, de VS
waarschuwt de Duitsers, maar in 1917 kondigen de Duitsers de onbeperkte
duikbotenoorlog aan
1917: het Zimmerman-telegram wordt onderschept door de Engelsen. De Duitsers
wilde Mexico verleiden tot een oorlog tegen de VS -> congres stemt toe aan
voorgestelde oorlog door Wilson: 'to make the world safe for democracy'
Roaring twenties 1918-1929
1918-1920:
Inflatie, recessie en stijgende werkloosheid -> terugkerende soldaten die weer
wouden werken, maar hun banen waren al overgenomen. De angst voor het
communisme nam toe, de 'Red scare'.
1917 de Russische revolutie -> 1919 oprichting comintern ->doel was om de hele
wereld communistisch te maken.
1919 en 1920: stakingen en soms bomaanslagen -> overheid arresteerde
vermeende communisten -> schending burgerrechten
Vanaf 1920: sterke groei economie, gedomineerd door corporaties/trusts:
-auto-industrie
-elektrotechnische industrie
Productiemethoden werden steeds rationeler (efficiënter) Hierdoor werden de
prijzen steeds lager en de lonen stegen, arbeider konden steeds meer
consumeren.
Sterke groei consumptie door:
-hogere lonen
-nieuwe producten
-effectieve reclame
-gemakkelijke leningen van de banken
-nieuwe mogelijkheden om op afbetaling te kopen
Sterkte groei aandelenhandel en speculatie, mensen hadden een te hoge
verwachting van de economie. Ze leenden zelfs geld om aandelen te kunnen
kopen, om er later winst op te maken.
Groot geloof en optimisme in: 'new capitalism'=geen armoede en crisis meer,
goede werkomstandigheden en welvaart voor iedereen. Samenwerking overheid
en werknemers -> einde uitbuiting van arbeiders -> socialisme en communisme
zou weg gaan.
Geen overheidsingrijpen in economie, liberalisme:
-ondernemers hun gang laten gaan
-vrije marktmechanisme
Invloed van de progressive movement was afgenomen.
De crisis van de jaren 1930
Federale overheid had te weinig begrip getoond voor structurele problemen in
de economie:
-er was veel overproductie in de industrie
-ongelijkmatige inkomensverdeling
-structurele werkloosheid in: textielindustrie, mijnbouw en spoorwegen. Ook door
rationalisatie
-overproductie in landbouw, na WOI herstelde Europese landbouw zich.
1929: beurskrach vormt begin grote depressie:
-veel faillissementen: fabrieken, boeren en banken
-veel werkloosheid
Reactie van de overheid: Hoover (republikein) president
-ondernemers moesten het zelf oplossen
-vrije marktmechanisme -> crisis verergert -> vanaf 1932 leningen aan banken en
industrie. Hij geeft geen uitkeringen
Vanaf 1933: New Deal van Roosevelt (democraat). Hij vond dat de federale
overheid een actieve rol moest spelen. Ook ging hij wetten aannemen:
-AAA: subsidies voor boeren die productie willen beperken
-NIRA: bedrijven moeten afspraken maken met de overheid over: prijzen, lonen
etc.
Hij liet organisaties oprichten die de wetten moesten uitvoeren:
-NRA: zorgen voor naleving van de NIRA
-TVA: zorgen voor de bouw van stuwdammen in de Tennessee
Veel kritiek op New Deal:
-zakenlieden vinden het socialistisch:
*hogere belastingen
*vakbonden krijgen invloed, dat vinden ze niet leuk
-hooggerechtshof vind het in strijd met de grondwet:
*delen van de NIRA afgekeurd
Vanaf 1935: tweede New Deal moet de maatschappij hervormen. Hij heeft de
meerderheid en de tweede New Deal ging veel verder dan de eerste:
-sociale wetgeving
-sterkere positie vakbonden
-werkprojecten voor werklozen
Vanaf 1937 einde van de New Deal, het is mislukt, door:
-het kost teveel geld terwijl ze moeten bezuinigen
-politiek werkt Roosevelt tegen, republikeinen gaat samenwerken met
zuidelijke democraten
-1939 Roosevelt gaf de New Deal op
Tweede wereldoorlog maakt einde aan grote depressie, omdat:
-industrie op volle toeren draaien, dubbele productie
-minder werkloosheid door toename industrie
Sociale gevolgen:
-meer vrouwen op arbeidsmarkt, die het werk van de mannen overnemen
-vakbonden krijgen nog meer macht
De zwarte bevolking 1918-1945
Zwarte bevolking levert een bijdrage aan eerste wereldoorlog, ze gaan veel
werken in de oorlogsindustrie. Daarom trekken de van zuid naar noord. Ook veel
zwarten gingen het leger in. De NAACP dacht dat het goed was voor de zwarte
emancipatie, maar de segregatie bleef bestaan -> 1919 rassenrellen Chicago.
Na WOI blijven veel zwarten van zuid naar noord trekken, dit doen ze omdat:
-geen segregatie
-minder geweld
-meer kans op werk
Dit valt zwaar tegen doordat:
-slechte woonomstandigheden: ghetto's
-slecht betaald en ongeschoold werk
Tegenstellingen tussen zwart en blank blijven bestaand -> richten
zelfhulporganisaties op. Wat gingen ze doen:
-protestacties, stakingen, demonstraties
-solidariteitsgroepen
-rechtszaken
Tegenwerking blanken:
-blanken arbeiders hadden veel kritiek op zwarte, omdat ze goedkoper waren en
hun banen inpikten
-geweld door politie
-zwaardere straffen, valse beschuldigingen, blanke jury's (vooral zuiden)
Jaren 30: grote depressie zorgt voor grote werkloosheid voor blanken, maar
vooral ook zwarten. Ze vestigden hun hoop dus ook op Roosevelt met de New
Deal, toch was het niet wat ze ervan verwachtten:
-uitkeringen waren hoger dan loon zwarten, dit was dus gunstig voor hun.
Oplossing: uitkeringen worden verlaagd -> protest
-werk via openbare werken
-zwarte boeren en sharecroppers werden niet geholpen door de AAA
WOII -> NAACP: 'double victory:
-oorlog
-discriminatie
1943: verbod op discriminatie in oorlogsindustrie
Politiek van isolationisme 1918-1935
1918: 14 punten plan van president Wilson: 'to make the world safe for
democracy'
-internationaal rechtssysteem
-zelfbeschikkingsrecht van volkeren
-afzien van oorlog, vooral bij territoriale conflicten, praten was belangrijk
-oprichting Volkenbond -> samenwerking van landen om internationale
rechtsorde te handhaven -> congres was het er niet mee eens ->
bedreiging Amerikaanse soevereiniteit -> Amerika moest zich sowieso niet op het
buitenland richten
Vanaf 1919: politiek isolationisme.
Opvolgers van Wilson zijn allemaal republikein, ze zouden alleen ingrijpen in het
buitenland bij een bedreiging van de economische en politieke belangen.
Buitenlandse economie: protectionisme
Volledige terugkeer isolationisme is niet meer mogelijk, omdat de politieke en
economische belangen te groot zijn. Internationale afspraken worden alleen nog
maar vanuit strategisch oogpunt gemaakt -> open door policy in Azië en financiële
hulp aan Duitsland na WOI
Latijns-Amerika kwam steeds meer onder exclusieve invloedssfeer van de VS:
-economie: de VS probeerde bij verschillende landen de economie te controleren
-politiek: minder militaire invloed door isolationisme, alleen ingrijpen als er
economische belangen in gevaar kwamen.
Roosevelt over Latijns-Amerika:
-good neighbour policy: geen militaire acties, meer eenheid tussen landen op
westelijk halfrond. ze gingen ook leningen verstrekken
De tweede wereldoorlog 1935-1945:
1935-1936: neutraliteitswetten -> politiek van isolationisme:
-neutraal blijven in eventuele oorlog
-geen wapens leveren in tijd van oorlog (1935)
-geen leningen verschaffen in tijd van oorlog (1936)
Extreem nationalistisch regime in Japan bedreigd de open door policy
Nationaal socialistisch regime in Duitsland bedreigd vrede in Europa (Hitler)
1939: Duitse inval in Polen -> begin WOII
Ondanks de sterke politieke en economische banden met Engeland, blijft de VS
neutraal -> 1941 lend lease act: lenen van oorlogsmateriaal aan geallieerden
1941: atlantisch handvest -> doelen na de oorlog:
-collectieve veiligheid
-ontwapening
-zelfbeschikkingsrecht
-economische samenwerking
-vrijheid op zee
1941: Japan (bondgenoot Duitsland) valt de Amerikaanse marine basis Pearl
Harbor aan -> de VS verklaard oorlog aan Japan en Duitsland. Ze gingen
meevechten met de geallieerden.
1945: conferentie van Jalta zorgde voor onenigheid onder de grote drie -> Stalin
wou dat Duitsland herstelbetalingen ging doen, waarvan de Russen de helft
zouden krijgen. De VS en Engeland waren het hier niet mee eens, vanwege de
eerdere herstelbetalingen na de eerste wereldoorlog die uitermate slecht
verliepen. Ook wou Stalin dat Polen communistisch zou worden, de VS en de
Engelsen wouden dit niet. Duitsland werd verdeeld in drie bezettingszones, later
werden dit er vier, namelijk Frankrijk kwam er ook bij. Dit gebeurde omdat
Engeland bang was dat de VS weer zou terugtreden in hun isolationisme,
waardoor ze er alleen voor zouden staan.
1945: oprichting VN -> opvolger volkenbond -> vrede en orde in de wereld.
Mislukking van Volkenbond moest voorkomen worden -> VS en grote
mogendheden moeten het voortouw nemen -> veiligheidsraad
Toenemende welvaart 1945-1961
Truman opvolger van Roosevelt, die vlak voor einde WOII sterft.
De oorlogsindustrie gaat makkelijk over in de productie van duurzame consumptie
goederen. Dit kwam doordat er een toenemende vraag van consumenten, deze
consumenten hadden veel gespaard en ook de lonen gingen stijgen.
GI Bill: teruggekeerde soldaten steunen door geld te geven voor studie,
huisvesting of een eigen bedrijf.
Redenen voor economische groei:
-nieuwe welvaart voor lagere middenklasse en blanke arbeidersklasse
-babyboom zorgt voor grotere vraag
-stijgende arbeidsproductiviteit door automatisering -> hogere lonen -> meer
bestedingen -> meer vraag -> meer productie
President Truman (democraat) wil de New Deal voorzetten:
-vergroting werknemers rechten
-vermindering armoede
Congres (veel republikeinen) wil New Deal juist terug draaien.
1948: onverwachtse herkiezing Trumen -> democraten in meerderheid in congres
-> Fair deal
Programmapunten Fair Deal:
-steun voor openbare scholen
-ziektekosten verzekering voor alle Amerikanen
Conservatief congres houdt Fair Deal tegen door de:
-republikeinen
-conservatieve democraten
1953: Truman wordt opgevolgd door Eisenhower (republikein) -> afhankelijkheid
van de publieke sector wordt verminderd:
-einde aan loon en prijs controle
-vermindering landbouw subsidies
Eisenhower was een gematigde republikein en hij wou de verworvenheden van de
New Deal en de Fair Deal niet verder aantasten. 1954 -> democraten
meerderheid congres.
Groei van het militair industrieel complex : bundeling van belangen van politieke
leiding, militaire leiding en de wapenindustrie. Deze factoren wouden heel veel
geld uitgeven aan de defensie, na de WOII blijven ze produceren en investeren ->
uitbreken koude oorlog.
Groei van angst voor het communisme.
McCarthyisme= niet-communistische heksenjacht waarbij veel onschuldige
slachtoffer hun baan kwijtraakten
Naar een great society? 1961-1965
In de jaren 50/60 groeide de VS uit tot een welvarende consumptiemaatschappij.
Toch kwam er kritiek -> Galbraith:
-nadelen van consumptiemaatschappij: sociale voorzieningen verwaarloost
-gebrek aan overheidsbeleid: onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer
-verbetering van het onderwijs door federale overheid
-verhoging belastingen
Kennedy (1961 president en democraat) kwam met de New Frontier: VS opnieuw
in beweging brengen:
-mens op de maan
-peace corps
-armoede en werkloosheid bestrijden
New Frontier slaagt niet helemaal door:
-meerderheid congres republikein
-1963 -> Kennedy wordt vermoord
Johnson (opvolger Kennedy) hij gaat verder waar Kennedy gebleven is -> War on
Poverty -> groot deel New Frontier wordt aangenomen -> 1964: great society
moet Fair Deal voltooien en uitbreiden. Hij kan dit allemaal bereiken doordat de
meerderheid van het congres weer democraat is. Wat hij wil bereiken in de great
society
-uitbreiding gezondheidszorg
-verstrekking voedselbonnen
-steun aan onderwijs
-model cities act: aanpak getto's
-voting rights act: stemrecht zwarten
-milieu wetten
De great society kan betaald worden door:
-hogere belastingen
-sterke economische groei
Vanaf 1967 moet Johnson bezuinigen op de great society omdat hij veel kosten
heeft aan de Vietnam oorlog. Hij hoopt dat de oorlog zsm voorbij gaat zodat hij
weer kan investeren in de great society. De Vietnam oorlog duurt uiteindelijk te
lang, en Johnson krijgt uiteindelijk ook te maken met toenemende protesten:
-armoede in getto's wordt niet opgelost -> hevige rellen
-hippie cultuur komt op, zetten zich af tegen consumptie maatschappij
-jongeren vinden dat er onvoldoende democratie is
-jongeren zijn ook tegen de Vietnam oorlog
-steeds meer mensen gaan zich afvragen of de overheid niet is doorgeslagen, een
regulerende overheid kan volgens hen niet
Burgerrechten: succes en frustratie 1945-1965
Sociale ontwikkelingen in de jaren 50:
-ontstaan van zwarte middenklasse
-groeiende acceptatie onder blanken van de gemengde samenleving
Trumen: federale regering moet zwarte bevolking beschermen en hun wens voor
de gelijke burgerrechten steunen -> Fair Deal:
-verbod op discriminatie bij federale overheid
-overheid segregatie in het leger
Vanaf 1955: groei van de zwarte burgerrechtenbeweging -> Martin Luther King Jr.
-NAACP (1909)
-SCLC -> Martin Luther King (1957)
-Nation of Islam (1931) Malcolm X
-Black Panters (1966)
Al deze groepen samen zijn de: civil rights movement -> Martin Luther King werd
de natuurlijke leider
Successen van de civil rights movement:
1954: zwarte ouders willen kind naar blanke school sturen. Hooggerechtshof zegt:
segregatie in het onderwijs is in strijd met de grondwet -> little rock nine (1957): 9
scholieren willen naar een blanke school, de gouverneur van deze staat weigert
deze scholieren te beschermen -> president Eisenhower brengt de nationale garde
onder federaal gezag
Montgomery busboycot 1955-1956: Rosa Parks weigert zitplaats af te staan aan
een blanke en ze wordt gearresteerd -> Martin Luther King organiseert een één
jaar durende boycot van het openbaar vervoer -> hooggerechtshof: segregatie in
het openbaar vervoer is in strijd met de grondwet -> oprichting SLCC
Reacties in de zuidelijke staten zijn verschillend, maar vaak gewelddadig.
-hardhandig optreden van de politie tegen zwarte demonstranten
-blanken molesteren zwarte demonstranten
-herleving Klu Klux Klan
Beelden van blanke verzet gaan de hele wereld over -> sympathie voor de civil
rights movement groeit in het binnen en buitenland
1963: Kennedy dient civil rights act in bij het congres -> new frontier -> mars naar
Washington om congres te vragen de civil rights act te tekenen -> tijdens deze
bijeenkomst zegt Martin Luther King: I have a dream -> droom in de VS dat blank
en zwart samen leven. Eind 1963 Kennedy vermoordt en opgevolgd door Johnson
Johnson -> great society: civil rights act 1964
-verbod op discriminatie in openbare gelegenheden
-verbod op discriminatie op de werkvloer
1965 voting rights act -> federale overheid mag ingrijpen in staten waar minder
dan de helft van de zwarten mag stemmen
Door deze 2 wetten komt er officieel een einde aan de segregatie en de jim crow
wetten. In theorie werkt dit, maar in de praktijk faalt de great society, en de
ongelijkheid blijft bestaan -> zomer 1965: grote rellen tussen zwarte bevolking en
gezaghebbers.
Black power movement: tegen samenwerking met blanken:
-nation of islam
-black panters
Eerste jaren van de koude oorlog 1945-1949
1945
-februari: conferentie van Jalta
-mei: overgave Duitsland
-juli: conferentie van Potsdam -> verslechterde verhoudingen tussen de VS en SU
zorgt ervoor dat ze het niet eens worden over de toekomst van Europa -> koude
oorlog
Augustus 1945: einde WOII in Azië door Amerikaanse atoombommen op Japan, dit
is ook een signaal naar de SU -> niet spotten met de VS -> voor WOII hadden de VS
te laat opgetreden tegen het fascisme -> communistische wereldrevolutie
tegenhouden.
De VS neemt een centrale rol in de internationale rechtsorde om het
communisme tegen te gaan:
-einde van het isolationisme
-goed voor het militair industrieel complex
De SU was bang voor het westers imperialisme
1947: communistische dreiging in Griekenland en Turkije -> Truman doctrine:
helpen van democratische landen die worden bedreigd door het communisme ->
containmentpolitiek: verspreiding communisme tegengaan -> Marshall hulp ->
economische hulp aan west Europa
1948: westerse geallieerden voeren nieuwe munt in in westerse bezettingszones
in Duitsland, dit doen ze omdat het daar slecht gaat. Stalin vind het helemaal niks
en denk dat de VS bezig is met het westerse imperialisme. Zijn reactie hierop is
een blokkade van westerse toegangswegen naar west Berlijn -> hij hoopte heel
Berlijn in handen te krijgen -> westerse luchtbrug voor de bevoorrading van west
Berlijn maakt een einde aan de blokkade -> Stalin heft blokkade op -> 1949 Duitse
deling: west Duitsland, kapitalistisch en oost Duitsland, communistisch
1949: toenemende angst communisme:
-ook SU heeft beschikking gekregen over een atoombom
-China werd ook communistisch
De VS besloot over de hele wereld militaire basissen op te zetten -> oprichting
NAVO: militair bondgenootschap van de VS, Canada, Turkije en West Europa
Wereldwijde koude oorlog 1950-1965
Containmentpolitiek wordt ook in Azië toegepast nadat China communistisch
werd.
Korea oorlog 1950-1953 -> conferentie van Potsdam:
-noord Korea: communisme
-zuid Korea: kapitalisme
1950 -> noorden valt zuiden binnen -> Korea oorlog -> de VS roept de VN op ->
Amerika neemt de leiding -> noorden wordt terug gedrongen -> China gaat noord
Korea helpen
1953: wapenstilstand -> Korea verdeeld in noord en zuid
1954: dominotheorie en massive retaliation (Eisenhower)
Dominotheorie: als één land in een regio communistisch zou worden, zouden de
anderen dat ook worden. De dominotheorie wordt het uitgangspunt van het
Amerikaanse buitenlandse beleid.
Massive retaliaton: als er ooit nog communistische agressie plaatsvindt, dan
worden er nucleaire wapens gebruikt -> dit werd later als te gevaarlijk gezien
Vietnam 1945-54 -> Vietnam is een Franse kolonie, en de communistische
Vietminh wil Vietnam onafhankelijk maken van Frankrijk -> Frankrijk verlies
de guerrillaoorlog en trekt zich terug. Vietnam wordt verdeeld in noord en zuid,
het noorden wordt geregeerd door de Vietminh -> de VS nemen de strijd tegen de
Vietminh (communistisch) over. Om te voorkomen dat heel Vietnam
communistisch zou worden. Zuid Vietnam kreeg maar beperkte steun van de VS.
De strijd om de ruimte:
1957 SU brengt een satelliet in een baan om de aarde
1961 SU voeren eerste door mensen bemande ruimtereis uit -> Kennedy wil
eerste mens op de maan zetten
1961: SU maakt einde aan de massale uittocht van oost Duitser door de bouw van
de Berlijnse muur. Dit doen ze omdat veel oost Duitser proberen te ontsnappen
aan het communisme in oost Duitsland.
Kennedy is bang voor een directe confrontatie met de SU en staat dus de bouw
van de muur toe.
Cuba:
1959: Fidel Castro grijpt met zijn communistische groepen de macht in Cuba -> hij
verzoekt steun bij de SU
1962: SU installeert raketten op Cuba -> bedreiging voor de Amerikanen -> Cuba
crisis
Kennedy:
-raketten van SU moeten weg
-blokkade van Cuba
-raket aanval vanaf Cuba zou worden vervolgd met een kernaanval op de SU
Na de Cuba crisis worden de eerste stappen gezet voor vermindering
van nucleaire dreiging:
-directe telefoonlijn tussen witte huis en Kremlin (Russische president)
-beperken van kernbomproeven
Kennedy breidt steun aan Zuid-Vietnam uit:
-militaire adviseurs
-napalm
Ondemocratische regering van Zuid Vietnam brengt de VS in verlegenheid ->
1964: VS gaat meer ingrijpen
1964 Johnson laat het congres Tonkinresolutie aannemen, hiermee hoeft Johnson
geen toestemming meer te vragen aan het congres -> verklaring oorlog
Vanaf 1965:
-escalatie van de Vietnam oorlog
-ongekende omvang van de Amerikaanse troepen
-massaal verzet tegen de oorlog -> VS verliezen oorlog voor het eerst
Download