Powerpoint Werkvormen en diversiteit

advertisement
Werkvormen en diversiteit
Introductie
Niets is onrechtvaardiger dan
de gelijke behandeling van ongelijken!
Visie op
activerend opleiden
De didactische visie op hoe goede leerresultaten
behaald kunnen worden berust op zes pijlers:
 Gebruik maken van breinprincipes
 Aansluiten bij leerstijlen
 Variatie in soorten werkvormen
 Benutten van verschillen
 Motiveren en stimuleren
 Toetsen van resultaten
Doelen
Na afloop van de workshop kunnen de deelnemers bij
thema’s rondom diversiteit:
 een passende didactische werkvorm kiezen
 een passende didactische werkvorm uitvoeren
Rode draad
 Werkvorm ervaren
 Bespreken van de ervaring
 Tips van de trainer
 Toepassen in de eigen praktijk
Lia Bijkerk
Kennismaking
Pak blind een fotokaart en koppel de foto aan jouw
manier van lesgeven of begeleiden van studenten met
betrekking tot diversiteit.
Ik vind het moeilijk
om dit relaxed
aan te pakken
Ik maak andere
gewoontes
bespreekbaar
Ik vind het belangrijk
om respect te tonen
Rode draad
 Cartoon (activerende opening)
 Privé - foto’s als metafoor
(kennismaken)
 Foto blind kiezen (kennismaken)
Kiezen van werkvormen
Pokerstenen
Zoek je partners om de volgende opdracht mee uit te
voeren.
ABC-opdracht
Probeer achter alle letters
van het alfabet een
werkvorm te zetten die
begint met die letter en die
je kunt inzetten bij het
thema diversiteit.
ABC-opdracht (2)
Omcirkel 5 werkvormen waarvan je denkt dat
de andere groep ze niet heeft bedacht.
Onderwijsontwikkelmodel
Activiteiten
werkveld
Docenten
Wet - en
regelgeving
missie
missie
Opleiding
visie
competenties
Studenten
Kiezen van een werkvorm
1. Doelstelling
2. Plaats in het lesplan
3. Fase van het ervaringsleren
4. Soort werkvorm
5. Intelligentie die geprikkeld wordt
6. Beginsituatie
7. Organisatievorm
8. Inbreng student
Ad 1: Doelstelling
Wat moeten de studenten leren over diversiteit?
Leren is een proces is waardoor er bij deelnemers
blijvende gedragsveranderingen ontstaan door middel
van het opdoen van voldoende ervaring.
Gedragsveranderingen:
 kennis
 vaardigheden
 attitude
Ad 2: Lesplan
Introductie
Kern
Afsluiting
 Activerende
opening
 Per thema
complete
cyclus
ervaringsleren
 Huiswerk *
 Doelen en
programma
 Afspraken *
 Voorstellen
docent *
 Kennismaken *
* indien nodig
 Evaluatie
(product
of proces)
 Pakkend
slot
Ad 3: Fasen van ervaringsleren
doener
beslisser
bezinner
denker
Ad 4: Soort werkvormen
Een werkvorm is een middel dat een docent inzet om
een bepaald leerdoel te bereiken
 IJsbrekers
 Spelvormen
 Discussievormen
 Werkopdrachten
 Docentgecentreerde werkvormen
Ad 5: Intelligenties
Visueel
ruimtelijk
Muzikaal
ritmisch
Naturalistisch
Verbaal
linguïstisch
Logisch
mathematisch
Lichamelijk
kinesthetisch
Intrapersoonlijk
Interpersoonlijk
Ad 6: Beginsituatie
Ad 7: Organisatievorm
1. plenair
2. individuele opdracht
3. opdracht in groepen
4. spel
5. circuit
6. actiekaarten:
individuele keuzeopdracht voor
differentiatie in de les
Ad 8: Inbreng student
 Werkvorm
Kiest de docent de werkvorm of
mag de student kiezen?
 Materialen
Levert de docent de materialen
voor de werkvorm aan
of
vraagt hij de student dit te doen?
Effectiviteit
Het succes van een werkvorm is gekoppeld aan:
kiezen:
 de relevantie van de werkvorm
 de kwaliteit van de materialen
uitvoeren:
 de kwaliteit van de docent
 de kwaliteit van de nabespreking
Spaghetti
Opdracht
werkvormen en eigen lesplan
Bespreek met je partner jouw lesplan:
1. is het doel met betrekking tot diversiteit helder?
2. klopt de cyclus van ervaringsleren?
3. is er afwisseling in de soort werkvormen?
Rode draad
 muziek (introductie van een thema)
 pokerstenen (groepen maken)
 ABC (ervaren / reflecteren)
 spaghetti (groepen maken)
Uitvoeren van werkvormen
Introductie
Verbaal linguistische
intelligentie
Het vermogen om te lezen, te schrijven en te
communiceren.
Werkvormen:
 spreuken, metaforen en citaten
 stellingen bedenken n.a.v.
een krantenkop of artikel
 creatieve schrijfopdracht
zoals een sprookje
 debat voeren
 breinbreker
Voorbeeld Breinbreker
Welke letter moet je voor en achteraan toevoegen
om als je het uitspreekt een gewoon Nederlands
woord te krijgen?
. kele .
Visueel ruimtelijke
intelligentie
het vermogen om waar te nemen en zich de
zaken in beelden voor te stellen.
Werkvormen:
 illusie
 cartoon
 foto’s
 mindmap
 tekenen
 film
Voorbeeld film
Klare taal
Logisch-mathematische
intelligentie
het vermogen om met cijfers, analytisch en
geordend te werken
Werkvormen:
 getallen
 statistiek
 kruiswoordpuzzel
 model reproduceren
 oorzaak en gevolg, schema maken
 lijstjes: 5 tips, 7 gouden regels etc.
Voorbeeld model
Maslow (li) en Pinto (re)
Zelfontwikkeling
Waardering
Status
Eer
Goede naam
Behagen
van de groep
Sociale behoeften
Veiligheid
Veiligheid
Primaire behoeften
Primaire behoeften
Grofmazige
Fijnmazige
G-culturen
F-culturen
Muzikaal-ritmische
intelligentie
het vermogen om melodieën, ritme en klanken te
waarderen en te gebruiken
Werkvormen:
 rijm, limerick, poëzie
 liedteksten en rap
 koppelen aan geluiden
 vergelijk met muzieksoort,
instrument of orkest
Voorbeeld songtekst
Lichamelijk kinesthetische
intelligentie
het vermogen om (fijn- en grof-) motorische
handelingen goed uit te voeren
Werkvormen:
 uitbeelden in een ‘diashow’
 stellingen: staan of zitten, line up
 lopend praten over onderwerp
 iets maken (bouwen, kleien etc.)
 ‘ren je rot’ spelen met mc vragen
Voorbeeld Beeldhouwen
 nr 1 is een homp klei
 nr 2 is de beeldhouwer:
 hij beweegt de lichaamsdelen in de gewenste
houding.
 hij doet een gezichtsuitdrukking voor.
 1e ronde: beeld discriminatie uit
 2e ronde: beeld respect voor de ander uit
Naturalistische intelligentie
het vermogen om te ordenen, om verbanden te zien
en samenhangen aan te wijzen.
Werkvormen:
 nauurmetaforen
 observatieopdrachten
 laten associëren op het weer, natuurverschijnselen
of voorwerpen uit de natuur
 verschillen zoeken, ordenen en rubriceren
Voorbeeld natuurmetafoor
Je kunt het gras niet laten
groeien door eraan te trekken.
Interpersoonlijke
intelligentie
het vermogen om gevoelens en behoeften van
anderen waar te nemen en te begrijpen.
Werkvormen:
 interview
 een groepsproduct maken
 spelvormen uitvoeren
Groepen maken:
 homogeen: gelijk wat betreft ………
 heterogeen: door toeval
 zelf bepalen met wie je gaat samenwerken
Voorbeeld:
bouw een muurtje
 Je hebt een aantal post-its als bouwstenen
 Beschrijf op elke post-it wat voor jou van belang is
bij diversiteit
 Bouw nu samen met de anderen een muurtje
 Let op: plaats de belangrijkste principes
(bouwstenen) onderaan
Intrapersoonlijke intelligentie
het vermogen tot zelfinzicht.
Werkvormen:
 zelftest invullen
 praten over eigen gevoelens
 een eigen casus inbrengen
 brief naar Mona
 reflectie opdrachten
 terugblikken en vooruitkijken
Voorbeeld reflectieopdracht
Met betrekking tot het onderwerp diversiteit:
 Waar ben je goed in?
 Waar spreek je mensen op aan?
 Waar heb je lak aan?
 Waar ben je trouw aan?
 Waar kun je in groeien?
Feedback op activerende opening
1. Keuze
 past bij onderwerp
 is origineel en prikkelend
 is ‘veilig’
2. Interactie
 deelnemers worden actief benaderd
 er wordt doorgevraagd
 verschillende deelnemers aan het woord
Rode draad
 Loesje (ervaren / reflecteren)
Afsluiten
Evaluatie
Citaat
“If you always do what you’ve always done,
you’ll always get what you’ve always got”
Download