Belasting- en regelvrije zones in India: oplossing of ondergang? In India lijken belasting- en regelvrije zones een daverend succes. Ze trekken investeringen aan en leveren banen op. Maar wat kosten ze het land? Wat zijn de effecten op de langere duur? Op het Capgemini-complex Mumbai III in India werken 750 medewerkers in een gigantische kantoortuin, verdeeld in hokjes. Aan de muur geven vijf klokken de tijd in het land van de klant aan. Er hangen wat inspirerende reclameposters van de Amerikaanse opdrachtgever General Motors met de nieuwste rode convertible. Een enkeling heeft zijn hokje aangekleed met een poster met Bollywoodsterren, maar de meeste hokjes zijn wit en kaal. Een deel van de werkplekken is met hekken afgesloten, zodat toevallige voorbijgangers er niet met de bedrijfsgegevens vandoor gaan. Het is er rustig en koel de airco werkt op vol vermogen. Midden in de hal en langs de muren zijn bloemblaadjes gestrooid in een kleurig patroon. In Mumbai, waar vijftig procent van de bevolking in sloppenwijken woont en schoon drinkwater geen vanzelfsprekendheid is, is dit een oase van vooruitgang. Software technology park Dit bedrijf wordt een software technology park genoemd, een gedeeltelijk belasting- en regelvrij eilandje. Hier, en in andere soortgelijke oases, heeft het Wirtschaftswunder van India plaats. ITconsultant Capgemini heeft veertig journalisten uit heel Europa uitgenodigd om het nieuwe India van dichtbij te zien. We hoppen per airconditioned bus van zone naar zone, eerst in Mumbai, daarna in Hyderabad, dat na Bangalore het grootste IT-centrum van India is. Het is een vreemde ervaring. Uit het raam van de bus zien we links de glazen kantoorpanden, maar rechts mensen die op straat liggen te slapen. Langs een smerig schuimende rivier, het open riool van de sloppenwijken, rijden we het volgende technologiepark op, waar de sprinkler helder water over de bloemen sproeit. Het roept de vraag op hoever het nieuwe India strekt. Blijft de vooruitgang beperkt tot die regelvrije eilandjes of heeft de rest van het land er ook iets aan? Op het eerste gezicht wel. De economie groeide de afgelopen twee jaar met negen procent per jaar. Met een bruto binnenlands product van bijna een miljard dollar loopt het land behoorlijk in op GrootBritannië (2,1 miljard), Duitsland (2,7 miljard) en China (1,6 miljard). Leefde in 1978 nog vijftig procent van de bevolking onder de armoedegrens, in 2000 was dat 26 procent. Millenniumprobleem De economische groei kwam echt op gang in 1991 toen de toenmalige minister van Financiën Manmohan Singh, inmiddels premier, de deuren opengooide. De software technology parks gingen van start, het werd makkelijker om bedrijven te beginnen en staatsbedrijven werden geprivatiseerd. Tegelijkertijd werd India ontdekt door westerse IT-bedrijven die worstelden met het millenniumprobleem. In het jaar 2000 zouden alle computersystemen op hol slaan, tenzij hun inwendige klokken werden aangepast. In India kon dat goedkoop en goed eindelijk werk voor de vele ingenieurs die het land rijk was en die tot dan toe naar het Westen trokken voor een baan. Ze gingen aan de slag en zijn nooit meer gestopt. Het werk is interessanter geworden. Steeds meer bedrijven ontwikkelen ook hele onderdelen van hun producten in India, vertelt Aarti Gupta, een enthousiaste jonge vrouw die de traditionele sari heeft verruild voor een zakelijk broekpak. Aarti is bij financieel dienstverlener Kanbay verantwoordelijk voor het opleiden van honderden nieuwe technici per jaar en is een van de vele Indiërs die tot voor kort nog in de Verenigde Staten werkten. Nu komen ze terug; in India gebeurt het tegenwoordig. De kwaliteit van leven in India is ontzettend verbeterd, vindt Aarti. ‘Er zijn opeens malls, winkelcentra. Het hele begrip winkelcentrum was twee jaar geleden nog onbekend. De meeste families hadden geen auto, of maar eentje. Inmiddels hebben veel families er twee. In Pune, waar ik woon, was er niet zo’n cultuur van uit eten gaan. Nu moet je op zaterdagavond in de rij staan om een restaurant binnen te komen.’ Wachten op special economic zones (SEZ) Toch is er iets dat steekt. De economie groeit, maar niet zo hard als in die andere Aziatische tijger, China. China heeft al sinds de jaren tachtig regelvrije en belastingvrije zones. India wil ze ook, in de hoop daarmee de strijd om de buitenlandse investeerder te winnen. Sinds de wet op de special economic zones (SEZ) in 2005 heeft India nu officieel veertien zones, en 61 zijn in opbouw. Nog eens 117 zones hebben volgens de Financial Times al goedkeuring gekregen en tweehonderd zones wachten op beoordeling. IT-bedrijven die zich inschreven als software technology park konden al sinds 1991 profiteren van gunstige belastingmaatregelen vergelijkbaar met die in een speciale economische zone. Ieder bedrijf, waar ook gevestigd, kan zich aanmelden als software park. Import van technologische apparatuur is gratis, zolang de apparatuur maar bedoeld is om exportproducten te maken en iemand die een helpdesk bemant voor een Amerikaanse klant levert een exportdienst. De parken zijn populair. Volgens Finn-watch, een organisatie die bedrijven in ontwikkelingslanden volgt, komt 85 procent van de IT-export uit India uit een software technology park. Behalve SEZ’s en technologieparken zijn er ook speciale zones voor de export van juwelen, voor export van elektronische hardware en export oriented units voor de overige export. Verlies aan overheidsinkomsten Al een halfjaar woedt echter een stevige discussie over de zones. India’s minister van Handel, Kamal Nath, is er een groot voorstander van, wijzend op de langetermijnvoordelen. De zones brengen banen met zich mee, niet alleen bij de bedrijven zelf maar ook eromheen: de schoonmakers, de koks en onderwijzers voor de kinderen. Het ministerie van Handel verwacht dat de zones tegen 2009 13,5 miljard dollar in investeringen en 890 duizend banen zullen opleveren, aldus The Economist. Minister Chidambaram van Financiën wijst echter op het verlies aan overheidsinkomsten doordat de bedrijven vrijgesteld worden van belastingen. Hij verwacht dat dat verlies in 2011 zal zijn opgelopen tot omgerekend 39,6 miljard dollar. Geld dat niet gemist kan worden het is nodig voor publieke voorzieningen. Chidambaram krijgt steun van de belangrijkste econoom van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), Raghuram Rajan. Volgens hem zal toename van het aantal zones ertoe leiden dat bedrijven die al in India gevestigd zijn, zullen verhuizen naar de zones om ook aan belastingen te ontkomen, schrijft hij in het IMF-blad. ‘De Indiase overheid creëert de verkeerde economische prikkels en vertrouwt op onderbetaalde ambtenaren om misbruik van de regelingen door bedrijven te voorkomen. Dat betekent: niet méér investeringen, niet méér belastinginkomsten, wel rijkere ambtenaren.’ Er is nog een probleem. Een aantal zones wordt aangelegd op landbouwgrond. De boeren worden uitgekocht op basis van een oude wet uit 1894, toen India nog onderdeel was van het Britse koloniale rijk. Hoe een deelstaat de wet uitvoert verschilt, maar in het slechtste geval krijgt de boer net voldoende voor een enkele reis sloppenwijken. De zones leveren wel banen op, maar niet voldoende en vaak alleen voor de goed opgeleide middenklasse van India. In Singur, West-Bengalen, bouwt Tata Motors een nieuwe fabriek waar ’s werelds goedkoopste auto (tweeduizend dollar) zal worden gemaakt. De fabriek levert vijftienhonderd banen op. Van de grond waar de fabriek op stond, leefden veertienduizend boeren. De boeren zijn nu in opstand gekomen. In Nandigram, ook West-Bengalen, zijn volgens Amnesty International minimaal vijftien doden gevallen toen de politie het vuur opende op protesterende boeren. Honderden mensen zouden gewond zijn geraakt. Begin januari vielen er in Nandigram ook al doden bij dergelijke protesten. De onrust is aanleiding geweest voor de overheid om de goedkeuring van nieuwe zones tijdelijk stil te leggen. Een werkgroep onder leiding van de minister van Buitenlandse Zaken onderzoekt nu hoe de boeren beter gecompenseerd kunnen worden. Stoppen met zones? Kan India niet beter gewoon met die zones stoppen? Volgens Finnwatch profiteren de Indiase deelstaten nauwelijks van de zones. De bedrijven die er gevestigd zijn, betalen immers minder belasting, maar de steden zijn wel verplicht wegen en waterleidingen voor hen aan te leggen. De organisatie meent dat de belastingvoordelen zijn verworden tot een middel waarmee de Indiase deelstaten elkaar beconcurreren om investeringen die toch wel zouden komen, zones of geen zones. ‘Kom naar Chennai!’ ‘Nee, kom naar Mumbai!’ ‘Hyderabad, daar moet je zijn!’ ‘Nee, Bangalore, daar gebeurt het!’ Het was zo’n mooi idee, vertelt een jonge Indiër die anoniem wil blijven omdat hij voor een westers bedrijf werkt. ‘Voor het eerst sinds India onafhankelijk werd, lukt het de overheid eens maatregelen te nemen die de economie aanzwengelen. Dankzij de zones, softwareparken en export-units groeit de Indiase economie als kool. Maar het lijkt uit de hand te lopen. De zones die nu worden ingesteld, lijken meer op landjepik door de grote bedrijven die belastingen willen ontduiken.’ Hoogleraar algemene economie Sweder van Wijnbergen is het met hem eens. ‘Als bedrijven belastingvoordelen krijgen, betekent dat dat elders mensen te veel betalen.’ Van Wijnbergen was bij de Wereldbank jarenlang betrokken bij de bestrijding van armoede in onder andere Latijns-Amerika. Volgens hem vergroten de zones de problemen in de rest van het land. ‘Ieder bedrijf wil die belastingvoordelen, of zij ervoor in aanmerking komen of niet, dus dat nodigt uit tot corruptie. En het werk concentreert zich in die zones, zodat elders schaarste ontstaat.’ Zones zijn niet nuttig, behalve misschien als proeftuin, vindt hij. ‘Economen bepleiten vaak ingrijpende maatregelen om de economie aan te zwengelen. Politici zijn daar huiverig voor. In een zone kunnen zij iets radicaals doen, namelijk belastingen verlagen en regelgeving vereenvoudigen, op een niet zo radicale schaal. Zeshonderd zones aanleggen heeft totaal geen zin. Op een gegeven moment moet je wat je in de proeftuin doet, ook in de rest van het land toepassen.’ Sloppenwijken zijn elders In eerste instantie lijkt het alsof in Hyderabad het sprookje is uitgekomen. Onderweg van het vliegveld naar het bedrijventerrein, een software technology park, is geen sloppenwijk te zien. Geen slapende mensen op de stoep, geen bedelaars op straat. De sloppenwijken zijn elders, vertelt een Duitse journalist die al vijftien jaar in India woont. Niet langs die mooie nieuwe weg die speciaal voor de westerse bedrijven is aangelegd. Om het terrein heen ligt een soort rotswoestijn, op het IT-park zelf is het groen. Een paar vrouwen in stoffige sari’s leggen de laatste hand aan de hobbelige wegen en knippen het gras. Een pijnlijk voorbeeld van de gapende kloof tussen rijk en arm? Of een teken van de uitstralingseffecten die de komst van de IT-bedrijven met zich meebrengen? Net als in de speciale zone in Mumbai zijn de gebouwen gloednieuw. Het regenwater wordt opgevangen en gebruikt, afvalwater wordt hergebruikt. Gebouwen zijn zo slim mogelijk ingericht om elektriciteit te besparen. De manager van financieel dienstverlener Kanbay, Cyprian D’Souza, wijst: daar, op een steenworp afstand van Kanbay, staat binnenkort een hotel. Op twintig kilometer van het bedrijf wordt een nieuw vliegveld aangelegd waar alle internationale vluchten moeten gaan landen. D’Souza is zich bewust van de problemen met de economische zones. Het hele gebied in Hyderabad is een technologiezone en in Chennai zit Kanbay in een speciale economische zone. D’Souza: ‘Chennai is de enige zone waar de overheid het goed gedaan heeft: het was geen land van boeren.’ De overheid zou de boeren beter moet compenseren, vindt hij. Kanbay is recent overgenomen door Capgemini. Hoofd strategie Pierre-Yves Cros van Capgemini is zakelijk: ‘Als we een nieuwe locatie zoeken, zullen we zeker ook naar een SEZ kijken. Het land is gratis.’ Bedrijven zijn niet onethisch bezig door gebruik te maken van de zones, vindt Cros. Hij wijst op het armoedecijfer. Dat is de afgelopen tijd gehalveerd, dankzij het bedrijfsleven, vindt hij. Werk is inderdaad de oplossing, weet Van Wijnbergen. ‘Alles wat de Wereldbank doet aan armoedebestrijding is mooi meegenomen, maar uiteindelijk blijkt dat je mensen het beste werk kunt geven. Dat kan het bedrijfsleven beter dan de overheid.’ Maar India kan best doorgroeien zonder zones. De deregulering en privatisering die de Indiase premier Singh in gang heeft gezet, hebben veel meer betekend voor de huidige groei, denkt Van Wijnbergen. Daar moeten ze mee verder gaan. En: ‘Als de Indiase regering echt bedrijven wil aantrekken, moet ze zich richten op scholing. Een bedrijf gaat naar India vanwege de hoogopgeleide technici die in Europa niet meer te vinden zijn. Niet om belastingvoordelen.’ Software technology parks vs. Special economic zones Software technology parks (STP) Een bedrijf kan zich overal in India als STP vestigen Het mag hardware en software belastingvrij importeren Het is tot 2010 vrijgesteld van vennootschapsbelasting Productiemiddelen uit India zijn voor een STP vrij van btw Special economic zones (SEZ) Zone voor belastingvrije import van productiemiddelen Productiemiddelen uit India zijn hierin btw-vrij Bedrijven hoeven in een SEZ geen vennootschapsbelasting te betalen In de zones mogen bedrijven hun eigen wegen bouwen, elektriciteit opwekken en andere faciliteiten aanleggen of instellen, zoals veiligheidsdiensten, uitgaansgelegenheden en sportcentra Datum: woensdag 11 april 2007 Auteur: | Florentine van Lookeren Campagne Bron: http://www.intermediair.nl/artikel.jsp?id=755593