Handleiding themaweek China. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Weekschema Groepsopdrachten: - Taal: Rijmen - Rekenen: Chinese cijfers - Wereld oriëntatie: Cultuur - Beeldend vormen: Chinese muur - Gym: Chinese muur Individuele opdrachten: - Wat wil ik weten over China? - Taal: Verhaaltjes schrijven - Rekenen: Chinees rekenen - Begrijpend lezen: De Chinese Nachtegaal - Aardrijkskunde: De steden van China - Schrijven: Chinese karakters - Tekenen: Het paleis van de Keizer - Spelletjes kwartier! Blz. 1 Blz. 2 Blz. 3 Blz. 4 - 9 Blz. 4 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 8 Blz. 9 Blz. 10-17 Blz. 10 Blz. 11 Blz. 12 Blz. 13 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 17 Uitleg: weekschema. Je kunt zelf bepalen wanneer de kinderen wat gaan doen, geef dat in het schema aan, of laat de kinderen dit zelf invullen. Zo kunnen ze zelfstandig plannen wat ze gaan doen en krijgen ze een stukje zelfstandigheid. De kinderen hebben twee schema’s, één voor de individuele opdrachten en één voor de groepsopdrachten. Zo is het wat overzichtelijker voor de kinderen. Natuurlijk kun je ook zelf ook opdrachten wegstrepen. Voorbeeld: Maandag: ’s Morgens: Wat wil ik weten over China? ’s Middags: Aardrijkskunde Dinsdag: ’s Morgens: Rekenen. ’s Middags: Schrijven. Woensdag: Taal (verhaal schrijven) Donderdag: ’s Morgens: Begrijpend lezen. ’s Middags: Eten met stokjes. Vrijdag: ’s Morgens: Afmaken wat nog moet. ’s Middags: Tekenen. Uitleg: Wat wil ik weten over China? Begin de week met dit werkblad. Dan kunnen de kinderen vragen bedenken of dingen opschrijven die ze graag willen weten over China. Zo kun jij inzoomen op de vragen die de kinderen hebben en zo nodig erin verdiepen. Zo ben je goed voorbereid op de vragen van de kinderen die ze kunnen stellen in de Powerpoint over China (geschiedenis/cultuur les). Begin situatie: De kinderen kunnen zelf vragen bedenken aan de hand van een thema. Doel: De kinderen durven aan het eind vragen te stellen. Materialen: - Het themaboekje China - Potlood/pen Uitleg: Chinese tekens schrijven. Op de twee bladen zie je tekens staan, op de eerste regel moeten ze het overtrekken. De tweede regel moeten ze het los schrijven. Deze tekens en hoe je het moet schrijven, is later nodig bij het rekenen. Als eerst zullen de kinderen vragen wat voor rare tekens dat zijn, dit kunnen ze vinden op de bladzijde erna. Ook kun je er een paar met de kinderen op het bord doen, of laat een paar kinderen naar voren komen en laat ze het naschrijven. Begin situatie: De kinderen kunnen overtrekken en dingen na schrijven. Doel: De kinderen weten aan het eind hoe je drie karakters moet schrijven. Materialen: - Het themaboekje China - Gum - Potlood/Pen Uitleg: Chinees rekenen. Het begin zal wat stroever verlopen, omdat de kinderen de betekenis van deze tekens natuurlijk nog niet zo goed kennen als Chinezen zelf. Neem wat voorbeeld sommen en doe ze op het bord samen met de kinderen. - = + = De sommetjes zijn allemaal onder de tien, als de kinderen het eenmaal door hebben, zal het niet meer moeilijk zijn, maar juist leuk! Het is een kwestie van goed kijken! Begin situatie: De kinderen kunnen met het voorbeeld de Chinese sommen maken. Doel: De kinderen kunnen aan het eind 3 Chinese karakters onthouden. Materialen: - Het themaboekje China - Pen/Potlood - Voorbeeld blad Chinese Karakters - Gum Uitleg: Taal: Verhaaltjes schrijven. De kinderen moeten een verhaaltje schrijven, over het thema van het boek, De Chinese Nachtegaal. De woorden: China en Keizer moeten er in voor komen. De kinderen zijn helemaal vrij in wat ze schrijven verder, zolang de woorden er maar in voor komen. Beginsituatie: De kinderen kunnen een verhaaltje bedenken. Doel: De kinderen kunnen aan het eind van de les een verhaaltje bedenken en schrijven, met een bepaald thema. Materialen: - Het themaboekje China - Pen Introductie: Woordspin. http://www.schooltv.nl/beeldbank/ Als eerst kun je beginnen met een filmpje over China, er staan tientallen filmpjes over China op deze site. Je kunt als begin een woordspin maken met de kinderen. Maak op de computer tabellen en zet daar de woorden in. Print ze uit en lamineer ze, zo kun je ze met kneed gum op plakken, zo krijg je een grote woordspin in de klas. Plak het bijvoorbeeld op de deur. Zet het grote woord midden in en de rest plak je er om heen. Om het af te maken kun je plaatjes uitprinten en deze erbij plakken. Laat de kinderen de woorden verzinnen of roepen en jij typt het, terwijl het digibord aanstaat. Andere manieren: - Je kunt ook de kinderen zelf een woordspin laten maken op een papier en het later bespreken. - Je kunt het ook op het digibord gewoon schrijven, het woord China in het midden en de rest van de woorden die de kinderen noemen, schrijf je erom heen. Beginsituatie: De kinderen weten wat een woordspin is. Doel: De kinderen weten aan het eind meer woorden die horen bij China. Materialen: - Digibord - Computer - Word - Lamineer apparaat - Lamineer hoesjes - A4 papier - Plaatjes over China - Kneed gum Uitleg: Taal: Rijmen. Als eerst kun je de kinderen een woord geven en laat ze omstebeurt rijmen op dit woord, het moeten natuurlijk wel bestaande woorden zijn. Voorbeeld: (Chinese)Muur, duur, schuur, puur enzovoort. Doe samen met de kinderen een paar rijmpjes op het bord over China. Ook in het werkboekje zelf staat een voorbeeld van een rijmpje. Daarna kunnen de kinderen zelf aan het werk, laat ze een rijmpje opschrijven in hun werkboekje. Stel wel regels met de kinderen, het aantal minimum regels en het thema China. Beginsituatie: De kinderen kunnen allemaal rijmen. Doel: De kinderen kunnen aan het eind een eigen rijmpje met een bepaald thema maken. Materialen: - Digibord - Het themaboekje China - Pen/potlood Uitleg: Rekenen: Chinese cijfers. Verzin een paar Nederlandse sommen op het bord en doe deze samen met de kinderen, de sommen moeten natuurlijk wel onder de 10 zijn. De kinderen weten natuurlijk allemaal het antwoord, omdat dit erg makkelijk is. Nu maken we het wat moelijker! Schrijf er onder de Chinese Karakters eronder, maar maak er een som van. De kinderen weten natuurlijk niet wat voor Karakters dit zijn en zullen niet weten dat de Nederlandse som precies het zelfde is. De kinderen mogen hun voorbeeld blad van de Chinese Karakters erbij pakken om de som te maken. Voorbeelden: Nederlandse: 4 + 4 = Chinese: + = Antwoord: ______ Nederlandse: 6 + 3 = Chinese: + = Bij de laatste som denken de kinderen direct dat het dezelfde som is als de Nederlandse, maar dit keer is dat natuurlijk niet zo. De kinderen kunnen hierna zelf sommetjes bedenken, het moeten wél sommetjes onder de tien zijn, plus of min sommen maken niet uit. Ze mogen het blad Rekenen: Chinese cijfers na de uitleg gaan maken. Beginsituatie: De kinderen kunnen sommen onder de tien maken. Doel: De kinderen kunnen 2 karakters onthouden. Materialen: - Digibord - Chinese voorbeeld blad van de Karakters. - Themaboekje China - Pen/ potlood. Uitleg: Wereld Orientatie: Cultuur. 1e dia: Vragen die je kunt stellen bij de eerste dia: - Van welk land is deze vlag? - Wat betekenen de sterren? Toen de vlag in 1949 voor het eerst werd gehesen in China, was China communistisch (een manier om een land te besturen). Omdat rood de kleur van het communisme is, is de Chinese vlag rood. De grote ster staat voor de belangrijkste mensen die het land besturen. De andere sterren zijn een symbool voor de arbeiders, boeren, burgers en vaderlandslievende ondernemers. 2e dia: Han-Chinezen, 92 % van de inwoners in China zijn Han-Chinezen. Hun zijn een onderdeel van een Chinese Natie. Tibetanen wonen in het koude gedeelte van China, bij de Himalaya. 3e dia: Vragen die je kunt stellen bij deze pagina: - Wat betekend het rode en wat betekend het witte? Het rode betekend dat het dichtbevolkt is, zoals je ziet is het aan de oostkant donkerrood, daar is het dichtbevolkt, omdat daar de grote steden zijn, zoals Beijing de Hoofdstad in China. De welvaart is daar erg groot, dus alle mensen gaan in die stukken wonen. 4e dia: In China is het de regel geweest dat je maar één kind mocht, omdat de bevolking van China zo hard groeide. Hierdoor kwamen er veel wezen en dit waren voornamelijk meisjes, omdat een jongen de naam van de familie hield, dus iedereen wilde een jongentje. Je kunt het nu natuurlijk al raden, na een tijdje waren er meisjes te kort! Omdat er zoveel jongens waren, waren er niet genoeg meisjes, waarmee ze konden trouwen. 5e dia: Chinese namen zijn vaak heel lastig uit te spreken of te schrijven! Chinezen doen het net andersom, als hun je naam opschrijven, schrijven ze eerst je achternaam en dan pas je voornaam! 6e dia: Vraag die je kunt stellen: Wie weet waar China bekend omstaat? - De Chinese draak, dit is de mascotte/ symbool voor China. Dit word veel afgebeeld op dingen en ook word het gebruikt op lampionnen en zelfs optochten gehouden met draken, omdat deze heilig zijn in China. - Vuurwerk, al het vuurwerk komt namelijk uit China. - Kleding, speelgoed enzovoort, kijk maar in je kleding of speelgoed, er staat: Made in China. - Bami en Nasi. 7e dia: De Chinese muur is een hele lange muur in China, waarvan het eerste stuk al in 200 voor Christus gebouwd werd. Deze muur is gebouwd, zodat de vijanden van China er niet in konden. De Hunnen, Mongolen en de Manchu’s waren hun vijanden toen. Vragen die je kunt stellen: Hoelang is de Chinese muur? De Chinese muur is wel 6440 kilometer lang! 8e dia: In China gaat het net iets anders als in Nederland. Hun beginnen ’s ochtends met het volkslied van China zelf, daarna hebben ze op sommige scholen zelf ochtendgymnastiek, om allemaal wakker te blijven! 9e dia: Zie je die thee op het plaatje? Komt je dit bekend voor? Natuurlijk denk je meteen, groene thee! Alleen doen ze dit in China iets anders, ze doen kruiden in een zeefje, en doen daar kokend water doorheen, zodat de smaak in de thee komt. Ook hebben sommige Chinezen blaadjes in hun thee, dit zijn de kruiden, die eten ze soms na de tijd op. 10e dia: Vragen die je kunt stellen: Hoe eten Chinezen met deze stokjes? De Chinezen eten met deze stokjes, ze doen hun middelvinger tussen het stokje er pakken dan het rijst, soms dan pakken ze het niet eens op, maar schuiven ze het naar binnen! (Bij deze dia kun je de stokjes in de leestas tevoorschijn halen en het rond laten gaan, of even voordoen!) 11e dia: Vragen die je kunt stellen: Wat eten de Chinezen? - Bami, Nasi, Sushi - Wij eten eigenlijk heel vaak aardappels, Chinezen eten dit eigenlijk niet vaak. Hun eten witte rijst, met gekookte groenten en vlees. Ze eten soms wel andere dingen zoals ons, zoals gekookte bamboe vinden ze lekker! 12e dia: Doe met de kinderen de gebaren. De uitspraak van de karakters/cijfers: Uitspraak cijfers: Hoe je het schrijft: Hoe je het zegt in het Nederlands: 1. Yï – iee. 2. Èr – are 3. Sãn – sen 4. Sì – ssi 5. Wû - oehoe 6. Liù – leo 7. Qï – tsjie 8. Bã – baa 9. Jiû – djoo 10. Shí - ssji 13e dia: Dit liedje komt uit China, het is Chinees voor zakdoekje leggen. Kijkopdracht: Laat de kinderen de typische Chinese dingen opzoeken! Onder de PowerPoint door, kunnen de kinderen de vragen die erbij horen maken. Beginsituatie: De kinderen weten waar China ligt. Doel: De kinderen weten aan het eind van de PowerPoint de dingen die behoren tot China en welke cultuur ze daar hebben. Materialen lijst: - PowerPoint - Themaboekje China. - Pen/potlood Uitleg: Gym: De Chinese muur. De gymzaal moet helemaal leeg zijn, zodat er geen obstakels kunnen zijn, zodat de kinderen vallen en zich bezeren. Voorbeeld Warming-up: Als introductie om de kinderen even warm te laten lopen, laat ze even een paar rondjes om het veld rennen, als jij klapt in je handen, moeten ze zitten. Als jij twee keer achter elkaar klapt in je handen, moeten de kinderen rennen. Zo kun je nog wat dingen erbij verzinnen. Er zijn twee tikkers die de kinderen allemaal moeten aftikken, als één kind is afgetikt gaat die met zijn hand en voet tegen de muur aan staan. De volgende die afgetikt is, pakt de hand van het kind wat tegen de muur aan staat vast en gaat met zijn voet tegen die van het andere kind aan staan. Zo sluiten de andere kinderen erbij aan, zo krijg je op een gegeven moment een muur. De kinderen mogen tussen de benen door kruipen, maar de muur mag het kind wel aftikken, zonder dat de muur los van elkaar raakt. Als de kinderen de andere kant van de muur hebben bereikt en er zijn nog steeds kinderen over, dan begin je een nieuwe muur er voor. De tikkers mogen niet onder de muur door! Het spel is afgelopen als iedereen afgetikt is. Beginsituatie: De kinderen weten allemaal hoe een tikspelletje werkt. Doel: Aan het eind kennen de kinderen allemaal de regels van de Chinese muur. Materialen: - Twee tikkers - Grote plek/ gymzaal met muren Beeldend vormen: De Chinese muur Deel de klas in groepjes (ligt eraan met hoeveel kinderen je bent). Laat ze een brug maken van alle dingen die ze kunnen vinden, het idee is dat ze binnen 10 minuten of meer, afhankelijk hoeveel tijd je hebt, een brug kunnen bouwen, dit kunnen ze natuurlijk klein doen op hun tafel met papiertjes, flesjes, wc rolletjes en dergelijke. Spreek met de kinderen af wat ze mogen gebruiken en wat niet. Idee 1: Deel de klas in groepjes (ligt eraan met hoeveel kinderen je bent). Laat ze een brug maken van alle dingen die ze kunnen vinden, het idee is dat ze binnen 10 minuten of meer, afhankelijk hoeveel tijd je hebt, een brug kunnen bouwen, dit kunnen ze natuurlijk klein doen op hun tafel met papiertjes, flesjes, wc rolletjes en dergelijke. Spreek met de kinderen af wat ze mogen gebruiken en wat niet. Idee 2: Deel de klas in twee groepen. Allebei de groepen hebben een helft van de klas. De kinderen kunnen stoelen en tafels gebruiken om een brug te bouwen, spreek dit duidelijk met ze af. Of laat ze van grote stukken karton, flessen en grote stukken papier en andere materialen een brug bouwen. Ze kunnen met plakband dit aan elkaar maken of met lijm. De winnaar: Je kunt zelf de puntentelling bepalen. De langste brug krijgt natuurlijk 2 punten, maar je kunt een extra punt geven aan de mooiste brug, zeg dit ook van te voren, zodat ze samen kunnen overleggen wie wat doet. Natuurlijk moet er ook worden opgeruimd, als beloning voor goed en netjes opruimen kun je de winnende groep 3 punten geven voor het opruimen. Natuurlijk hangt dit van jezelf af, hoeveel punten je ze geeft. Je kunt voor verschillende dingen punten erbij verzinnen. Voorbeeld: - Stevigheid: 1 - Decoratie: 1 - Langste brug: 2 - Er kan wat opstaan: 1 - Best opgeruimd: 3 Beginsituatie: De kinderen weten allemaal hoe een brug eruit ziet. Doel: De kinderen kunnen aan het eind een brug maken van verschillende materialen. De kinderen kunnen aan het eind taken verdelen tijdens een groepsopdracht. Materialen: - Lijm - Plakband - Karton - Papier - Schaar - Overige materialen Uitleg: Begrijpend lezen: De Chinese Nachtegaal. Lees samen met de kinderen het verhaal of laat de kinderen het individueel lezen. De één is natuurlijk sneller dan de ander en het is een behoorlijk lang verhaal. Als de kinderen het verhaal hebben gelezen, kunnen ze aan de slag gaan met de vragen. Natuurlijk kun je het ook met ze samen doen, als ze begrijpend lezen nog wel moeilijk vinden. Beginsituatie: De kinderen kunnen allemaal lezen op hun eigen tempo. Doel: De kinderen leren begrijpend de tekst te lezen. Materialen: - Themaboekje China - Pen/ potlood Uitleg: Aardrijkskunde: De steden van China. Je kunt dit op verschillende manieren doen, hiervan heb ik er drie uitgekozen. Idee 1: Laat de kinderen één voor één zelfstandig op de computer de steden opzoeken. Laat ze op Google de landkaart van China opzoeken en via daar de steden opzoeken. Kijk het handmatig na, als ze het klaar hebben. Of doe dit klassikaal. Idee 2: Deel atlassen uit en laat de kinderen daar de steden in opzoeken. Dit kunnen ze in groepjes van 3 of 4 doen, natuurlijk kan dit ook in duo’s. Kijk het klassikaal na met de kinderen. Idee 3: Je kunt er ook een raadsel van maken. In de atlassen heb je hokjes staan die, Vak D4 staat Beijing, aangeven. Zo kun je er een spelletje van maken en de kinderen de steden op laten zoeken. Beginsituatie: De kinderen weten waar China ligt. Doel: De kinderen kunnen aan het eind van de les aan de hand van een landkaart de steden opzoeken. Materialen: - Computer - Themaboekje China - Atlas - Potlood/ pen Uitleg: Tekenen: Het paleis van de Keizer. Laat wat foto’s zien van paleizen van Keizers, de opdracht is dat de kinderen een paleis van de Keizer in China moeten maken, ook moet de Keizer er zelf bij op. Dit is verder een makkelijke opdracht, de kinderen moeten hun fantasie gebruiken. Beginsituatie: De kinderen kunnen allemaal een paleis tekenen. Doel: De kinderen kunnen aan het eind aan de hand van een thema iets tekenen. Materialen: - Potloden - Gum - Stiften - A4 papier/ A3 papier Uitleg: Spelletjes Kwartier! In de tas zitten 2 complete kwartet spellen. De kinderen moeten zelf overleggen met de juf wanneer wie de kwartet spel krijgt. Op de usb stick zit de Word versie ervan, die je kunt uitprinten om nog een kwartet te maken. Het enige wat je hoeft te doen is lamineren. Als de kinderen het spel niet snappen, kun je de spel regels nog even aan ze uitleggen: Uitleg kwartet spel: Doel Het is de bedoeling door slim te spelen en te vragen zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te verzamelen, de kwartetten. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kwartetkaarten heeft. Degene met de meeste kwartetten wint. Voorbereiding Alle kaarten worden onder de spelers verdeeld. Het kan zijn dat sommige spelers meer kaarten hebben dan andere spelers. De kaarten neem je in je hand en laat je niet aan de andere spelers zien. Het spel Een willekeurige speler begint. Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal een kaart in je hand hebt. Noem de naam van het kwartet en vraag naar de kaart die je wilt hebben. Als de speler die kaart heeft, dan moet hij deze aan je afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen. Dit mag aan dezelfde of een andere speler. Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn. (Bron: http://www.kwartetcadeau.nl/spelregels_kwartet ) Beginsituatie: De kinderen kunnen in groepjes een spelletje spelen. Doel: De kinderen kunnen aan het eind het spel Kwartet spelen. Materialen: - Kwartetspellen. Inleiding Het themaboekje over China is heel erg uitgebreid, met verschillende lessen en activiteiten. Natuurlijk ben je er vrij in om zelf te bepalen wat voor lessen je wel behandeld en welke niet. Er zijn een paar lessen die het best zijn om aan het begin te doen: Individuele opdrachten: - Wat wil ik weten over China - Schrijven: Chinese karakters Blz. 10 Blz. 15 Deze kun je het best als eerst doen, want bij ‘Wat wil ik weten over China’ bedenken ze vragen die ze graag willen weten, hier kun jij dan alvast naar kijken en er antwoord op zoeken. Bij het schrijven, leren ze de karakters schrijven, dit is belangrijk, omdat ze deze met rekenlesjes kunnen toepassen. Het themaboekje heeft groepsopdrachten en individuele opdrachten, omdat afwisseling erbij hoort. Zo vervelen de kinderen zich niet en kunnen ze zelf aan het werk als dit mogelijk is. In de leestas zitten bepaalde materialen, zoals de film: Mulan en het boek de Chinese Nachtegaal. Het boek kun je in de pauze tijdens het fruit eten stukje voor stukje voorlezen of als er tussen door tijd is. De film Mulan kun je aan het eind van de themaweek (weken). - Groepsopdrachten: - Taal: Rijmen - Rekenen: Chinese cijfers - Wereld oriëntatie: Cultuur - Beeldend vormen: Chinese muur - Gym: Chinese muur Individuele opdrachten: - Wat wil ik weten over China? - Taal: Verhaaltjes schrijven - Rekenen: Chinees rekenen - Begrijpend lezen: De Chinese Nachtegaal - Aardrijkskunde: De steden van China - Schrijven: Chinese karakters - Tekenen: Het paleis van de Keizer - Spelletjes kwartier! Blz. 4 - 9 Blz. 4 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 8 Blz. 9 Blz. 10-17 Blz. 10 Blz. 11 Blz. 12 Blz. 13 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 17