2003-22264-WCO Conceptnota integratiebeleid Deventer Variatie

advertisement
NOTA voor burgemeester en wethouders
Onderwerp: conceptnota integratiebeleid Deventer ‘Variatie biedt inspiratie 2004-2007’.
Notanr.: 2003.22264
WCO/BB
19-11-2003
Portefeuillehouder: Fleskes
Agenda B&W:
25-11-2003
Besluit:
1. De conceptnota integratiebeleid Deventer 'Variatie biedt inspiratie' 2004-2007 voorlopig vast te stellen;
2. de nota aan te bieden aan het raadspresidium met het voorstel de nota te bespreken in de
raadscommissie SCE;
3. De nota vrij te geven voor inspraak als bedoeld in de Inspraakverordening Deventer en voor overleg met
instellingen en (zelf)organisaties;
4. Het sectorhoofd WCO te verzoeken de definitieve nota integratiebeleid inclusief actieplan in april 2004
aan het college voor te leggen.
OPENBAARMAKING:
dit besluit openbaar te maken
COMMUNICATIE:
…
FINANCIELE ASPECTEN:
Financiële gevolgen voor de gemeente:
Nee
TOELICHTING/OVERWEGINGEN:
Waarom een nota integratiebeleid?
De volgende ontwikkelingen maken het expliciteren en herijken van het gemeentelijk integratiebeleid
wenselijk:
 De nog altijd bestaande achterstanden van allochtone Deventernaren.
 De in 1998 verschenen nota minderhedenbeleid 'Deventer: Vitaal en kleurrijk' sluit niet voldoende aan bij
de huidige inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen.
 De hardere toonzetting in het denken over allochtonen is ook in Deventer merkbaar.
 Er is behoefte aan meer samenhang tussen afzonderlijke projecten en aan bundeling van expertise op
het terrein van integratie, zowel vanuit verschillende gemeentelijke afdelingen als organisaties in de
stad.
 De discussie met betrekking tot de functie van allochtone zelforganisaties en hieraan gekoppeld de
subsidiering van zelforganisaties door de gemeente.
 De gemeente wil, als regisseur van het integratiebeleid, bestaande contacten met diverse groeperingen
in de stad intensiveren en daar waar nodig nieuwe partners om de tafel brengen.
We spreken bewust van integratiebeleid en niet meer van minderhedenbeleid, omdat integratie gezamenlijk
opgepakt moet worden om resultaten te bereiken. Integratie vereist dus een inspanning van iedereen: de
gemeente,
algemene instellingen, onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven, woningbouwcorporaties én de burgers zelf.
Met de nota 'Variatie biedt inspiratie' wil de gemeente:
- de visie inclusief speerpunten van het gemeentelijk integratiebeleid vaststellen;
- de dialoog tussen de gemeente en betrokkenen in de stad 'nieuw leven inblazen';
- draagvlak creëren;
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
- de positie van het integratiebeleid intern versterken en daarmee het integratiebeleid steviger
positioneren;
- de regierol van de gemeente aanscherpen.
Visie
In de visie van de gemeente Deventer betekent integratie: volledig en op alle terreinen kunnen deelnemen
aan de samenleving. De centrale doelstelling van het integratiebeleid is het realiseren van volwaardig
burgerschap.
Inburgering is de eerste stap op weg naar integratie. Het leren van de Nederlandse taal en oriëntatie op de
Nederlandse samenleving zijn noodzakelijke voorwaarden om de volgende stap te kunnen zetten: beroep of
studie, het opvoeden van kinderen en het participeren in de maatschappij.
Integratie heeft niet tot doel het opgeven van de eigen identiteit, wél het nemen van verantwoordelijkheid,
zodat iedereen in gelijke mate kan deelnemen aan het maatschappelijke leven en gelijke kansen heeft op
zelfontplooiing. Zo gezien is integratie niet alleen een recht, maar ook een plicht, waaraan zo nodig sancties
zijn verbonden. Integratiebeleid wordt hiermee uit de sfeer van welzijnsactiviteiten gehaald; voortaan gaat
het om het bestrijden van achterstanden die volwaardig burgerschap in de weg staan. Daarvoor is een
omslag in het denken nodig, die zich moet vertalen in concreet beleid met nieuwe speerpunten.
Het werken aan integratie mag zich overigens niet beperken tot het verbeteren van de sociaal-economische
positie van allochtone inwoners. Het stimuleren van onderlinge betrokkenheid en contacten is zeker zo
belangrijk.
Speerpunten van het Deventer integratiebeleid
De komende jaren richten we ons op de terreinen onderwijs, arbeid en samenleven. Drie speerpunten op het
terrein onderwijs staan centraal binnen het integratiebeleid:
Onderwijs
1. Waarborgen van de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen in de vroeg- en voorschoolse educatie
(VVE).
2. Tegengaan van schooluitval en streven naar het behalen van een minimale startkwalificatie door
jongeren, nieuwkomers en oudkomers voor deelname aan de arbeidsmarkt.
3. Inburgeringstrajecten hebben als inzet zo snel mogelijk Nederlands te leren en zelfstandig te kunnen
functioneren in de samenleving.
De speerpunten in bovenstaand kader krijgen prioriteit en worden ook in financieel opzicht zoveel mogelijk
ondersteund. De overige speerpunten worden meegenomen in het reguliere beleid.
Overige speerpunten:
Onderwijs
Speerpunten:
1. Inspelen op individuele achterstand, in plaats van in te haken op groepskenmerken als etniciteit. Meer
maatwerk bieden.
2. Stimuleren van ouderparticipatie in het onderwijs; ouders betrekken bij schoolloopbaan en beroepskeuze
van hun kind(eren), met name van allochtonen.
Arbeid
Speerpunten:
2
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
1. Bestrijden werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid van allochtonen.
2. Nemen van specifieke maatregelen voor arbeidstoeleiding en -reïntegratie; actieve individuele
bemiddeling richting arbeidsmarkt, met inzet van scholing en activering.
3. Stimuleren van etnisch ondernemerschap.
4. Streven naar duurzame arbeid.
Samenleven
Speerpunten:
1. Extra aandacht voor de sociale infrastructuur bij de herstructurering van wijken; investeren in de sociale
kwaliteit van wijken en gedifferentieerd bouwen.
2. Bevorderen sociale cohesie: binding met elkaar, binnen en vooral buiten de eigen groep.
3. Via de subsidieregeling Samenleven bevorderen van leefbaarheidsinitiatieven in wijken en buurten.
4. Allochtone zelforganisaties worden niet langer 'vanzelfsprekend' gesubsidieerd. In plaats daarvan
bestaat de mogelijkheid om een subsidie te ontvangen voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de
realisatie van het gemeentelijk integratiebeleid.
5. Specifieke aandacht voor de emancipatie van allochtone vrouwen met name moslimvrouwen. Hierbij
worden arbeidsparticipatie en deelname aan het onderwijs als prioriteit aangemerkt.
6. Maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen, in het bijzonder allochtone meiden.
7. Aanpakken van overlast en criminaliteit in buurten en (achterstands)wijken. Inzet is niet gericht op een
specifieke doelgroep maar is gericht op het leveren van een bijdrage aan een veilige en leefbare wijk
voor alle bewoners.
Uitwerking
In de komende periode worden de visie en speerpunten van het integratiebeleid besproken in de
raadscommissie SCE, met betrokken gemeentelijke afdelingen en instellingen, (zelf)organisaties en burgers
in de stad. Op basis van de uitkomsten hiervan wordt de definitieve nota integratiebeleid 'Variatie biedt
inspiratie' opgesteld. Onderdeel van deze nota vormt een beschrijving van concrete projecten en acties om
te komen tot daadwerkelijke uitvoering van het geformuleerde beleid. het beschrijven van resultaten die
meetbaar zijn krijgt hierbij extra aandacht. De definitieve nota inclusief actieplan is in april 2004 gereed.
3
Notanr:
Onderwerp:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Variatie biedt inspiratie
Conceptnota integratiebeleid Deventer 2004 - 2007
19 november 2003
4
Notanr:
Onderwerp:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1.1
Vooraf
1.2
Integratiebeleid in Nederland
1.3
Integratiebeleid in Deventer
1.4
Aanleiding nieuwe nota
1.5
Totstandkoming en doel van de nota
1.6
Naar een definitieve nota
1.7
Leeswijzer
2 Visie op integratie en integratiebeleid
2.1
Resultaten in Deventer
2.2
Visie op integratie
2.2.1 Roep om aanpassing
2.2.2 Optimisme of pessimisme?
2.2.3 Visie gemeente Deventer
2.3
Uitgangspunten van het Deventer integratiebeleid
2.4
Speerpunten van het Deventer integratiebeleid
3 Organisatie en strategie
3.1
Strategie
3.2
Interne en externe organisatie
3.3
Financiën
Bijlage 1: Doelgroepen van het integratiebeleid
Bijlage 2: Dimensies van integratie: landelijke ontwikkelingen
Bijlage 3: Dimensies van integratie: ontwikkelingen in Deventer
Literatuurlijst
5
Notanr:
Onderwerp:
1
Inleiding
1.1
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Vooraf
Integratie is op dit moment hét onderwerp van gesprek. Dagelijks wordt integratie in de krant en op televisie
belicht vanuit diverse invalshoeken en doelgroepen. De tijdelijke Commissie Integratiebeleid van de Tweede
Kamer probeert antwoord te krijgen op de vraag of het integratiebeleid van de afgelopen 30 jaar geslaagd is.
Ook in Deventer is door de commissie informatie verzameld die bijdraagt aan het vinden van een antwoord.
De gemeente heeft een spilfunctie op het terrein van integratie. Via lokale netwerken kan zij bijvoorbeeld
scholen en bedrijven aanzetten tot het nemen van initiatieven die de integratie van allochtonen kunnen
bevorderen. Het kabinet ziet het betrekken van gemeenten bij het integratiebeleid als een prioriteit. De
rijksoverheid geeft de kaders en de doelen, maar de integratie als proces vindt plaats op lokaal niveau
(Integratiebeleid nieuwe stijl, brief van de Minister Vreemdelingenzaken en Integratie, 2003).
We spreken in deze nota bewust van integratiebeleid en dus niet meer van minderhedenbeleid, omdat
integratie gezamenlijk opgepakt moet worden om resultaten te bereiken. Met andere woorden: de
verantwoordelijkheid voor een multiculturele samenleving berust bij de gemeente, algemene instellingen,
onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven, woningbouwcorporaties én bij (allochtone en autochtone) burgers
zelf.
1.2
Integratiebeleid in Nederland
Nederland heeft zich in de afgelopen decennia definitief ontwikkeld tot een multiculturele samenleving.
Immigratie van nieuwkomers is echter niet alleen een blijvend gegeven, het is ook een dynamisch proces. In
het landelijk integratiebeleid zijn dan ook verschillende fasen te onderscheiden.
- Accommoderend beleid (tot 1980)
Er werd verondersteld dat allochtonen tijdelijk in Nederland zouden verblijven. Het beleid was voornamelijk
gericht op het in stand houden van de binding met de eigen bevolkingsgroep.
- Achterstandsbeleid (tot 1994)
In lijn met de gedachte dat allochtonen integraal deel uitmaken van de Nederlandse samenleving, werd
gekozen voor generiek beleid dat uitsluitend bij tekortschietende effectiviteit aangevuld zou moeten worden
met specifiek beleid.
- Burgerschapsbeleid (tot heden)
'Wederkerige acceptatie' vormt de grondslag voor integratie en achterstandsbestrijding. In de regeringsnota
'Kansen krijgen, kansen pakken' uit 1999 staat burgerschap centraal. Hierbij gaat het om rechten en om
plichten, om eigen verantwoordelijkheid van de burger en om medeverantwoordelijkheid van diverse partijen:
naast de rijksoverheid en de allochtonen zelf, de werkgeversorganisaties, de vakbonden en de gemeenten.
Er is meer aan de hand dan een geleidelijke verschuiving in beleidsopvattingen. In het politieke en
maatschappelijke debat van de afgelopen twee jaren staan in toenemende mate de problemen op het terrein
van de immigratie en integratie centraal, en in veel mindere mate de voortgang die op dit terrein wordt geboekt. Met name over het succes van de integratie van allochtonen worden in verschillende lagen van de
samenleving steeds vaker twijfels geuit.
Daarnaast wordt momenteel nadrukkelijk gewezen op de culturele kant van het integratievraagstuk, op de
culturele kloof tussen allochtonen en autochtonen die moet worden overbrugd. Deze nieuwe
probleemdefinitie gaat gepaard met een roep om aanpassing of assimilatie: allochtonen zouden zich de
Nederlandse waarden en normen eigen moeten maken.
6
Notanr:
Onderwerp:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
De groeiende onvrede heeft zijn voedingsbodem in een aantal nationale en internationale ontwikkelingen:
- de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001;
- de opkomst van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) en de uitkomsten van gemeenteraads- en landelijke
verkiezingen in het voorjaar van 2002;
- de maatschappelijke discussie over de positie van de islam en de plaats van deze religie in de westerse
samenleving;
- de oververtegenwoordiging van jonge allochtonen in de criminaliteitscijfers;
- het ontstaan van zwarte scholen en wijken en als gevolg hiervan de discussie ten aanzien van het
spreidingsbeleid van allochtonen.
Het is duidelijk dat er een nieuwe politieke wind in Nederland is gaan waaien. De toonzetting in het denken
over allochtonen is verhard, het immigratie-, asiel- en integratiebeleid van het kabinet is verscherpt en valt
nu zelfs onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie. Steeds vaker wordt de conclusie
getrokken dat het Nederlandse integratiebeleid er onvoldoende in is geslaagd om de gestelde doelen te
bereiken. Die conclusie kan niet getrokken worden omdat er geen eenduidige definitie bestaat van integratie.
In de loop der jaren zijn er diverse definities gebruikt en zijn de beleidsmaatregelen verschoven. Hierdoor
zijn in onvoldoende mate doelstellingen geformuleerd. We kunnen constateren dat we daar als landelijke en
lokale overheid werk en verantwoordelijkheid hebben laten liggen.
1.3
Integratiebeleid in Deventer
De gemeente Deventer heeft vanaf 1982 een gecoördineerd en breed gedragen minderhedenbeleid
ontwikkeld. Ook in Deventer is sprake van een verschuiving van beleidsopvattingen. In eerste instantie is
geïnvesteerd in het leggen van contacten en het opbouwen van een breed netwerk, bestaande uit allochtone
(zelf)organisaties en instellingen in de stad. Allochtone zelforganisaties kregen een ‘eigen’ ruimte in de stad
om elkaar te ontmoeten (accommoderend beleid). Vanuit de welzijnssfeer werden activiteiten en projecten
gestimuleerd en uitgevoerd op de terreinen cultuur en samenlevingsopbouw. Een voorbeeld daarvan is de
aanstelling van een buurtmigrantenwerker per wijk die als taak had om samen met de bewoners de sociale
cohesie in de buurten te versterken.
Vanaf ongeveer 1994 werd ingezet op het verkleinen van achterstanden. Als uitgangspunt gold dat niet
etniciteit, maar sociaal-economische positie bepalend is voor de door de gemeente te nemen maatregelen.
Met name het bevorderen van werkgelegenheid kreeg veel aandacht. De inzet was onder andere gericht op:
- het creëren van meer mogelijkheden om laaggeschoolden aan het werk te helpen en te houden;
- het voeren van inburgeringsbeleid voor nieuwkomers;
- het stimuleren van een actieve en informerende rol van zelforganisaties richting achterban met betrekking
tot onderwijs en arbeid;
- het inzetten van extra middelen vanuit onderwijs en educatie voor achterstandsbestrijding.
In 1998 verscheen de nota minderhedenbeleid 'Deventer: Vitaal en kleurrijk'. Hierin wordt een sterk accent
gelegd op gelijke kansen voor alle burgers op de terreinen: wonen, welzijn, weten en werken.
Als resultaat van de bevindingen tot dan toe werden daarin de volgende beleidsuitgangspunten
geformuleerd:
- stimuleren van integratie en participatie;
- interactie en actieve betrokkenheid bij de totstandkoming en uitvoering van het beleid;
- 'algemeen waar het kan, en specifiek (categoriaal) waar het moet';
- keuzes niet maken op grond van etniciteit maar op grond van achterstand;
- preventief en curatief beleid bij de aanpak van achterstanden;
- resultaatafspraken maken;
7
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
- keuzes in sterke mate baseren op kansen voor de toekomst.
In de uitvoering van het beleid hebben welzijn en cultuur de meeste aandacht gekregen en is minder
gefocust op sociaal-economische aspecten. Uit het bovenstaande blijkt dat vanaf 1998 tot heden er sprake
is van een ‘mengvorm’ van beleidsopvattingen.
Uit de titel van de nota 'Deventer: Vitaal en kleurrijk' spreekt actie, kracht en bezieling. Bij de uitvoering van
het minderhedenbeleid heeft het daar zeker niet aan ontbroken. Op diverse terreinen is, door grote inzet en
betrokkenheid van de gemeente (vanuit verschillende afdelingen en beleidsterreinen) en partners in de stad,
resultaat geboekt. Veel allochtone Deventernaren hebben zich een goede plek weten te verwerven in de
samenleving, nemen actief deel aan de maatschappij en voelen zich thuis in Deventer. Dat kwam ook tijdens
de openbare hoorzittingen, geleid door de tijdelijke Commissie Integratiebeleid van de Tweede Kamer,
duidelijk naar voren. Maar over het geheel genomen is dit niet vanzelf gegaan, en dat geldt nog steeds.
1.4
Aanleiding nieuwe nota
Integratiebeleid staat hoog op de politieke agenda van de gemeente Deventer. Een aantal ontwikkelingen
maken het expliciteren en herijken van het gemeentelijk integratiebeleid wenselijk. We zetten de
belangrijkste op een rij:
 De nog altijd bestaande achterstanden van allochtone Deventernaren.
 De in 1998 verschenen nota minderhedenbeleid 'Deventer: Vitaal en kleurrijk' sluit niet voldoende aan bij
de huidige inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen.
 De hardere toonzetting in het denken over allochtonen is ook in Deventer merkbaar.
 Er is behoefte aan meer samenhang tussen afzonderlijke projecten en aan bundeling van expertise op
het terrein van integratie, zowel vanuit verschillende gemeentelijke afdelingen als organisaties in de
stad.
 De discussie met betrekking tot de functie van allochtone zelforganisaties en hieraan gekoppeld de
subsidiering van zelforganisaties door de gemeente.
 De gemeente wil, als regisseur van het integratiebeleid, bestaande contacten met diverse groeperingen
in de stad intensiveren en daar waar nodig nieuwe partners om de tafel brengen.
1.5
Totstandkoming en doel van de nota
Binnen de gemeente Deventer is een werkgroep ingesteld bestaande uit de wethouder met integratie in zijn
portefeuille, een teamleider van de gemeentelijke afdeling Maatschappelijk Beleid en de
beleidsmedewerkers integratie en inburgering. Deze werkgroep heeft diverse aspecten van integratie intern
en extern bediscussieerd en van daaruit aanbevelingen gedaan. De aanbevelingen zijn door de
beleidsmedewerker integratie verwerkt in deze nota. We hebben er bewust voor gekozen om de nota 'van
binnen naar buiten' te schrijven omdat we als gemeente duidelijk willen maken waar we de komende jaren
op in willen én kunnen zetten.
In de nota formuleren we de uitgangspunten van het Deventer integratiebeleid voor de periode 2004 - 2007.
Met deze nota wil de gemeente:
- de visie inclusief speerpunten van het gemeentelijk integratiebeleid vaststellen;
- de dialoog tussen de gemeente en betrokkenen in de stad 'nieuw leven inblazen';
- draagvlak creëren;
- de positie van het integratiebeleid intern versterken en daarmee het integratiebeleid steviger
positioneren;
- de regierol van de gemeente aanscherpen.
8
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
1.6
Naar een definitieve nota
Na vaststelling van deze conceptnota door het college van Burgemeester en Wethouders is het zaak om de
raad en de stad bij de vraagstukken rond integratie te betrekken. De conceptnota wordt besproken in de
raadscommissie SCE. Voorts met de inwoners van Deventer. Zij zijn immers voor het succes van het
integratieproces zelf in belangrijke mate verantwoordelijk. De gemeente wil de dialoog aangaan met
instellingen, (zelf)organisaties en burgers in de stad, zowel allochtoon als autochtoon, jong en oud, man en
vrouw, over de inhoud én uitvoering van het voorgestelde beleid. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangehaakt
bij bestaande overlegstructuren.
Op basis van de reacties uit de stad wordt de nota 'Variatie biedt inspiratie' aangepast en wordt een
actieplan toegevoegd waarin de speerpunten van het integratiebeleid zijn vertaald in concrete maatregelen
en te bereiken resultaten inclusief een financiële onderbouwing. De definitieve nota inclusief actieplan is in
april 2004 gereed en zal aan het college, de raadscommissie en de Raad worden voorgelegd.
1.7
Leeswijzer
De rest van de nota is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 2 geeft een overzicht op hoofdlijnen van de resultaten van het integratiebeleid in Deventer,
beschrijft de visie van de gemeente Deventer op integratie en geeft aan wat de gemeente beschouwt als
speerpunten voor de periode 2004 - 2007.
In hoofdstuk 3 wordt aangegeven aan hoe de gemeente samen met het veld de uitvoering van de
speerpunten vorm en inhoud wil geven. Ook wordt ingegaan op de aansturing van de uitvoering van de
speerpunten.
In bijlage 1 staat vermeld op welke doelgroepen het integratiebeleid is gericht. Bijlage 2 en 3 geven een
overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de integratie van allochtonen. In bijlage 2
staan de landelijke ontwikkelingen beschreven en in bijlage 3 wordt ingezoomd op de situatie in Deventer.
9
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
2
Visie op integratie en integratiebeleid
2.1
Resultaten in Deventer
'Mislukt is de integratie van allochtonen in Deventer niet, maar geslaagd evenmin. We kunnen gematigd
tevreden zijn.' Dat is de algemene conclusie die getrokken kan worden uit de verhalen die verschillende
mensen van de gemeente en vanuit de stad de tijdelijke Commissie Integratiebeleid van de Tweede Kamer
onlangs hebben verteld op 23 en 24 oktober. Uit de door de commissie gevoerde gesprekken en de
gesprekken die wij zelf hebben gevoerd de afgelopen periode komt naar voren dat Deventer het goed doet
op de volgende terreinen:
- Inburgering
Deventer heeft een duidelijke eigen beleidslijn geformuleerd in de nota 'Inburgeren in Deventer' (2002) en
geeft hier concreet uitvoering aan.
- Communicatie
In Deventer is altijd flink geïnvesteerd in een 'gesprekscultuur', zowel tussen de gemeente en de burgers als
tussen allochtone en autochtone burgers onderling, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Men stelt zich
over het algemeen open voor elkaar en schroomt niet om 'gevoelige' onderwerpen te bespreken. De lijnen
zijn kort; men weet elkaar te vinden en wil elkaar ook vinden.
- Leefbaarheid in de wijken
In het kader van de herstructurering van wijken in Deventer vormt gedifferentieerd bouwen een
uitgangspunt. Het streven is gericht op het huisvesten van bewoners met verschillende achtergronden in een
wijk. Daarnaast wordt er in Deventer ruim aandacht besteed aan de betekenis van voorzieningen in de
sociale infrastructuur, zoals zorgcentra, buurtcentra en onderwijsinstellingen. De leefbaarheid in wijken en
buurten wordt ook bepaald door de kwaliteit van de sociale relaties daarbinnen. Via de Deventer Wijkaanpak
worden burgers gestimuleerd om gezamenlijk te werken aan een veilige en prettige woonomgeving.
Wanneer burgers zich meer betrokken voelen bij hun buurt en wijk voelen zij zich meer verantwoordelijk.
- Etnisch ondernemersschap
Het aantal allochtone ondernemers neemt toe in Deventer. In totaal zijn er circa 175 ondernemers met een
etnische achtergrond. Deze bedrijvigheid levert een belangrijke bijdrage aan de economie en arbeidsmarkt
in Deventer. Anderzijds geeft het een goede impuls aan het integratieproces. Er is steeds meer sprake van
afstemming en samenwerking van de allochtone ondernemers met organisaties als de Kamer van
Koophandel, het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), Deventer Ondernemersverenigingen en Rotary Clubs.
De landelijke Integratiemonitor 2002 geeft als algemene conclusie dat vooral de sociaal-economische
integratie (onderwijs en werkgelegenheid) van allochtonen weliswaar vordert, maar dat hun positie
kwetsbaar blijft (zie bijlage 2: dimensies van integratie). De landelijke ontwikkelingen zoals die zijn geschetst
met betrekking tot onderwijs en arbeid in bijlage 2, doen zich in grote lijnen ook voor in Deventer:
- stijgende deelname allochtonen aan het voortgezet en hoger onderwijs;
- ondanks achterstanden in het onderwijs stijgen de onderwijsprestaties van allochtone kinderen;
- opleidingsniveau van de eerste generatie allochtonen is laag;
- de arbeidsparticipatie van de verschillende allochtone groepen is gestegen;
- jeugdwerkloosheid onder allochtonen is gestegen.
Wanneer men kijkt naar de sociaal-culturele integratie (leefbaarheid, participatie en cultuur) is er één
belangrijk verschil: Deventer heeft hier een betere uitgangspositie ten opzicht van de grote steden
(Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Het feit dat Deventer een middelgrote stad is speelt daarin
zeker een rol. Burgers voelen zich er minder anoniem en meer bij elkaar betrokken dan in veel grote steden
het geval is.
10
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
In bijlage 3 geven we een breder overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot het
integratiebeleid in Deventer.
2.2
Visie op integratie
2.2.1
Roep om aanpassing
"Het maatschappelijk debat over integratie heeft vandaag bij velen in heel Nederland een negatieve lading.
Dat is zorgelijk, maar niet verwonderlijk. Bevrijding van al dan niet vermeende taboes gaat kennelijk gepaard
met om het hardst roepen hoe erg het wel niet is met al die buitenlanders. Ik doe daar niet aan mee". Aldus
Job Cohen tijdens de Cleveringalezing op 26 november 2002.
In vrijwel alles wat er in het afgelopen jaar over integratie is geschreven valt op dat 'integratie' vaak staat
voor aanpassing aan de Nederlandse cultuur, waarbij de allochtoon (in bijlage 1 staan de doelgroepen van
het integratiebeleid vermeld) zich waarden en normen van de autochtone meerderheid eigen maakt. Deze
visie, waarin de nadruk wordt gelegd op de culturele kant van het integratievraagstuk, is een verengde
benadering die de wezenlijke aspecten van het integratiebeleid over het hoofd ziet. Eigenlijk wordt hier
gezegd dat 'ze' hun eigen cultuur moeten opgeven en zich Nederlander moeten gaan voelen. Deze roep om
aanpassing of assimilatie zal echter eerder tot vervreemding leiden dan tot een betere integratie. Daarom
sluiten wij ons aan bij bovengenoemde uitspraak van Job Cohen. Met andere woorden: ook de gemeente
Deventer 'doet daar niet aan mee'.
2.2.2
Optimisme of pessimisme?
Veel onderzoekers hebben geprobeerd de toekomstige ontwikkeling van de multiculturele samenleving te
voorspellen, onder andere Justus Veenman in zijn publicatie 'De toekomst in
meervoud / Perspectief op multicultureel Nederland 2002'. In het onderzoek worden twee scenario’s
geschetst voor de ontwikkeling van de Nederlandse samenleving tot 2030.
Scenario 1 is een gematigd optimistisch scenario. Enerzijds wordt niet voorbij gegaan aan onderwijsachterstand, dreigende economische recessies en cultuurverschil, anderzijds wordt ook aandacht besteed aan
positieve ontwikkelingen, zoals het stijgende opleidingsniveau van allochtonen, de sterk toegenomen
arbeidsmarktparticipatie, de deelname van allochtone jongeren aan de informatisering van onze
samenleving en de waarneembare modernisering in allochtone kring.
Toekomstverwachtingen volgens Veenman:
- Er zullen tekorten op de arbeidsmarkt bestaan die rechtstreeks verband houden met de vergrijzing van
de Nederlandse bevolking. Dit schept nieuwe kansen voor jongeren, en hen vinden we vooral onder de
allochtonen.
- Opkomst van een allochtone middenklasse die zich in sociaal-economisch en cultureel opzicht steeds
minder onderscheidt van de autochtone middenklasse.
- De woonwensen van allochtonen onderscheiden zich steeds minder van de woonwensen van
autochtonen, wat uitmondt in een grotere spreiding binnen de steden en in uitstroom naar suburbane
gebieden.
Bovenstaande ontwikkelingen bevorderen het contact tussen allochtonen en autochtonen, waardoor
vooroordelen verminderen. De identificatie van allochtonen met de Nederlandse samenleving zal toenemen.
Scenario 2 is pessimistischer; het verondersteld dat de onderwijsachterstand van allochtonen fors blijft, met
als gevolg meer aanbod van laaggekwalificeerde werknemers. Wanneer er niet voldoende vraag is naar
11
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
deze groep, zou er een groot en langdurig aanbodoverschot in de onderste regionen van de arbeidsmarkt
kunnen ontstaan, met een sterke oververtegenwoordiging van laagopgeleide allochtonen.
Toekomstverwachtingen:
- Het ontstaan van een etnische 'onderklasse', die zich bovendien zal concentreren in bepaalde wijken.
- Als gevolg van negatieve beeldvorming die voortvloeit uit langdurige werkloosheid,
uitkeringsafhankelijkheid en ruimtelijke concentratie van veel allochtonen, zal het contact met
autochtonen afnemen.
- Het sociale zekerheidsstelsel komt verder onder druk te staan.
- Armoedeproblemen onder allochtonen zijn niet uit te sluiten.
- Allochtonen zullen sterker vasthouden aan hun etnische identiteit.
Scenario 1 is volgens Veenman het meest aannemelijk. Toch wijst hij erop dat - gezien de negatieve tendensen sedert begin 2002, een dreigende recessie en toenemende negatieve beeldvorming - het erop lijkt alsof
we ons bewegen in de richting van scenario 2. Desondanks blijft Veenman hoopvol: "Uiteindelijk bepalen we
met elkaar de kleur van de toekomst. Alle kansen zijn nog open."
2.2.3
Visie gemeente Deventer
In de visie van de gemeente Deventer betekent integratie: volledig en op alle terreinen kunnen
deelnemen aan de samenleving. De centrale doelstelling van het integratiebeleid is het realiseren van
volwaardig burgerschap.
Dat is een lange weg te gaan. Een weg die begint met het inburgeringsproces: oriëntatie op de Nederlandse
samenleving en het leren van de Nederlandse taal. Het beheersen van die taal en het afronden van het
inburgeringstraject zijn noodzakelijke voorwaarden om de volgende stap te kunnen zetten: beroep of studie,
het opvoeden van kinderen en het participeren in de maatschappij, dicht bij huis en in breder verband.
Vooruitlopend op de nota Integratiebeleid verscheen in september 2002 de nota 'Inburgeren in Deventer'.
Decentralisatie van taken en verantwoordelijkheden en de behoefte aan een meer integrale aanpak van de
inburgeringsproblematiek, maar ook de maatschappelijke discussie over de plaats van nieuwe Nederlanders
in onze samenleving maakten het noodzakelijk dat het inburgeringsbeleid met voorrang werd opgepakt.
Bij het inburgeringsproces staan eigen verantwoordelijkheid en doelgerichtheid voorop. Het leren van de
Nederlandse taal en de oriëntatie op de Nederlandse samenleving zijn niet langer alleen verplicht voor
nieuwkomers, maar ook voor oudkomers, allochtonen die al langer in Nederland verblijven maar nog steeds
in een achterstandssituatie verkeren.
Inburgering is de eerste, belangrijke stap op weg naar integratie, maar het mag geen doel op zich worden.
We moeten er dus ook voor zorgen dat vervolgtrajecten naar verdere scholing en arbeid makkelijk
toegankelijk zijn, en dat we - gezien het sterk wisselende niveau van de inburgeraars - maatwerk leveren.
Daarvoor zullen maatregelen en middelen zo nodig aan elkaar moeten worden gekoppeld. We doen dat al
door middel van een participatiefonds voor inburgering en educatie,
waarvan de gelden worden ingezet voor zowel oud- als nieuwkomers.
Integratie heeft niet tot doel het opgeven van de eigen identiteit, wél het nemen van verantwoordelijkheid,
zodat iedereen in gelijke mate kan deelnemen aan het maatschappelijke leven en gelijke kansen heeft op
zelfontplooiing.
Zo gezien is integratie niet alleen een recht, maar ook een plicht, waaraan zo nodig sancties zijn verbonden.
Integratiebeleid wordt hiermee uit de sfeer van welzijnsactiviteiten gehaald; voortaan gaat het om het
bestrijden van achterstanden die volwaardig burgerschap in de weg staan. Daarvoor is een omslag in het
denken nodig, die zich moet vertalen in concreet beleid met nieuwe speerpunten.
Het werken aan integratie mag zich overigens niet beperken tot het verbeteren van de sociaal-economische
positie van allochtone inwoners. Het stimuleren van onderlinge betrokkenheid en contacten is zeker zo
belangrijk, en de houding van de autochtone bevolking ten aanzien van allochtonen en hun integratie is
12
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
daarbij doorslaggevend. Autochtone burgers zullen hun allochtone buren een kans moeten geven in het
onderwijs, op de arbeidsmarkt en in besturen. Integratie vereist dus een inspanning van iedereen:
allochtonen én autochtonen moeten naar vermogen participeren in en bijdragen aan de (multiculturele)
samenleving.
Als integratie zó wordt opgepakt, door overheid en burgers, kan het onderwerp uit de sfeer van 'kommer en
kwel' worden gehaald. Gevoelens van onveiligheid, angst voor het onbekende en het idee dat de integratie
hopeloos is mislukt, geven dan niet langer de doorslag, maar maken plaats voor de overtuiging dat er heel
wat te bereiken valt.
2.3
Uitgangspunten van het Deventer integratiebeleid
De gemeente Deventer wil veel, maar kan niet álles. Er zijn nu eenmaal grenzen aan de invloed en
bevoegdheden van de lokale overheid. Bovendien kunnen we niet alles tegelijk. We moeten dus keuzes
maken. Het Deventer integratiebeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten.
 Resultaatgericht integratiebeleid.
Integratie moet, meer dan nu het geval is, gemeentebreed structurele aandacht krijgen. Er moeten helder
omschreven resultaten komen die meetbaar en toetsbaar zijn. Als regisseur van het integratiebeleid brengt
de gemeente partijen rond de tafel om te komen tot duidelijke afspraken over de uitvoering van beleid.
 Volwaardig burgerschap voor iedereen.
Deelname aan de samenleving vereist de nodige kennis en vaardigheden. Meedoen vergt toerusting.
Kernelementen van toerusting zijn kennis van de Nederlandse taal, van de Nederlandse waarden en normen
en van de belangrijkste maatschappelijke instellingen van ons land. Om te kunnen werken moet men
beschikken over vaardigheden waar de arbeidsmarkt naar vraagt. Bij de toerusting staat de eigen
verantwoordelijkheid voorop: in de inburgering, in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Onderwijs en arbeid ziet de gemeente Deventer als de belangrijkste aspecten van integratie. Gebrek aan
werk is de belangrijkste factor bij sociaal isolement en sociale uitsluiting.

Het in stand houden van draagvlak voor een samenleving van mensen met zeer verschillende
achtergronden.
Daarbij spelen zaken als veiligheid in buurten en wijken, en communicatie tussen burgers en overheid en
tussen burgers onderling een cruciale rol. Om prettig te kunnen leven in de stad is het belangrijk dat men
rekening houdt met elkaar en elkaars leefwijze en gewoonten respecteert.
 Burgers zijn zelf verantwoordelijk voor de beleving van hun religie en cultuur.
Allochtonen moeten, net als autochtonen, de mogelijkheid hebben om de eigen (collectieve) identiteit en
cultuur te ontwikkelen, te beleven en te uiten. Het is echter niet de taak van de gemeente om hieraan een
bijdrage te leveren.
Een aantal allochtone zelforganisaties in Deventer (Stedelijke Organisatie Buitenlanders Deventer, Stichting
Tai Hori, Stichting Masohi en de Molukse Raad) ontvangt sinds midden jaren zeventig (sinds de komst van
de eerste gastarbeiders naar Deventer) een structurele subsidie van de gemeente. In de loop der jaren zijn
er weinig verschuivingen geweest in de aard van de activiteiten van de organisaties. De activiteiten zijn voor
een groot deel gericht op ontmoeting, informatieverstrekking, cultuurbeleving en recreatieve activiteiten voor
de eigen achterban. De gemeente vindt dat de activiteiten in eerste instantie gericht moeten zijn op
inburgering in de Nederlandse samenleving.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat het van groot belang is dat de algemene organisaties en instellingen in
de stad voldoende bekend en toegankelijk zijn voor allochtone burgers.
13
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
 Geen actief spreidingsbeleid ten aanzien van onderwijs en wonen.
Ouders hebben een vrije schoolkeuze; zij bepalen zélf naar welke school hun zoon of dochter gaat. De inzet
van het gemeentelijk beleid is echter wel dat kinderen zoveel mogelijk in hun eigen wijk naar school gaan. In
ons streven naar leefbare en veilige wijken zetten we in op het bestrijden van overlast en niet op basis van
afkomst selecteren van bewoners. In het kader van herstructurering van wijken wil de gemeente daar waar
menging door ruimtelijke ingrepen bevorderd kan worden een bijdrage leveren.
2.3
Speerpunten van het Deventer integratiebeleid
De komende jaren richten we ons op de sociaal-economische dimensie en de sociaal-culturele dimensie van
integratie, en daarbinnen op de terreinen: onderwijs, arbeid en samenleven. Deze keuze vloeit voort uit onze
visie en wordt nader onderbouwd door de geschetste (negatieve) ontwikkelingen in bijlage 2:
- de taalachterstand en het ongunstige arbeidsmarktprofiel van allochtonen;
- de schooluitval onder allochtone jongeren;
- de geringe arbeidsmarktparticipatie van met name allochtone vrouwen;
- de beperkte participatie van allochtonen aan sociale activiteiten buiten hun eigen kring.
Hieronder geven we aan welke speerpunten de komende vier jaar centraal staan in het beleid. Na
vaststelling van deze nota worden de speerpunten binnen diverse beleidsterreinen binnen de gemeentelijke
organisatie vertaald in concrete maatregelen en te bereiken resultaten en worden afspraken gemaakt om de
uitvoering van het beleid vorm en inhoud te geven. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan drie speerpunten (zie
kader) die ook in financieel opzicht zoveel mogelijk ondersteund (gaan) worden om tot goede resultaten te
komen. De overige speerpunten worden meegenomen in het reguliere beleid..
Speerpunten met prioriteit
Onderwijs
4. Waarborgen van de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen in de vroeg- en voorschoolse
educatie (VVE).
5. Tegengaan van schooluitval en streven naar het behalen van een startkwalificatie door
jongeren, nieuwkomers en oudkomers voor deelname aan de arbeidsmarkt.
6. Inburgeringstrajecten hebben als inzet zo snel mogelijk Nederlands te leren en zelfstandig te
kunnen functioneren in de samenleving.
Overige speerpunten:
Onderwijs
Speerpunten:
1. Inspelen op individuele achterstand, in plaats van in te haken op groepskenmerken als etniciteit. Meer
maatwerk bieden.
2. Stimuleren van ouderparticipatie in het onderwijs; ouders betrekken bij schoolloopbaan en beroepskeuze
van hun kind(eren) met name van allochtonen.
Arbeid
Speerpunten:
1. Bestrijden werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid van allochtonen.
14
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
2. Nemen van specifieke maatregelen voor arbeidstoeleiding en -reïntegratie; actieve individuele
bemiddeling richting arbeidsmarkt, met inzet van scholing en activering.
3. Stimuleren van etnisch ondernemerschap.
4. Streven naar duurzame arbeid.
Samenleven
Speerpunten:
8. Extra aandacht voor de sociale infrastructuur bij de herstructurering van wijken; investeren in de sociale
kwaliteit van wijken en gedifferentieerd bouwen.
9. Bevorderen sociale cohesie: binding met elkaar, binnen en vooral buiten de eigen groep.
10. Via de subsidieregeling Samenleven bevorderen van leefbaarheidsinitiatieven in wijken en buurten.
11. Allochtone zelforganisaties worden niet langer 'vanzelfsprekend' gesubsidieerd. In plaats daarvan
bestaat de mogelijkheid om een subsidie te ontvangen voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de
realisatie van het gemeentelijk integratiebeleid.
12. Specifieke aandacht voor de emancipatie van allochtone vrouwen met name moslimvrouwen. Hierbij
worden arbeidsparticipatie en deelname aan het onderwijs als prioriteit aangemerkt.
13. Maatschappelijke participatie van allochtone vrouwen, in het bijzonder allochtone meiden.
14. Aanpakken van overlast en criminaliteit in buurten en (achterstands)wijken. Inzet is niet gericht op een
specifieke doelgroep maar is gericht op het leveren van een bijdrage aan een veilige en leefbare wijk
voor alle bewoners.
15
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
3
Organisatie en strategie
3.1 Strategie
In de komende periode worden de visie en speerpunten van het Deventer integratiebeleid besproken met de
betrokken gemeentelijke afdelingen en instellingen, (zelf)organisaties en burgers in de stad. Op basis van de
uitkomsten hiervan wordt de definitieve nota Integratiebeleid: ‘Variatie biedt inspiratie’ opgesteld. Onderdeel
van deze nota vormt een beschrijving van concrete projecten en acties om te komen tot daadwerkelijke
uitvoering van het geformuleerde beleid. Het beschrijven van resultaten die toetsbaar en meetbaar zijn krijgt
hierbij extra aandacht. De definitieve nota inclusief ‘actieplan’ is in april 2004 gereed.
De verscheidenheid aan gesprekspartners en hun verschillende meningen met betrekking tot de
verschillende ‘dimensies’ van integratie zullen de komende maanden tot interessante discussies leiden. Wij
zijn ervan overtuigd dat juist deze verscheidenheid de mogelijkheid biedt om een volledig beeld te krijgen
van de mogelijkheden die we als gemeente, maar ook als samenleving hebben om de uitvoering van het
integratiebeleid tot een succes te maken in Deventer.
3.2
Interne en externe organisatie
Integratiebeleid staat niet op zichzelf; ook andere beleidsterreinen (onder andere inburgering, onderwijs,
arbeidsintegratie, jeugdbeleid en ouderenbeleid), moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de
speerpunten. Het integratiebeleid vervult richting deze beleidsterreinen een ondersteunende rol en bevordert
de onderlinge afstemming en samenwerking.
Door versterking van de regie en samenhang op gemeentelijk niveau is het mogelijk de effectiviteit van het
integratiebeleid te vergroten en de integratie daar te bevorderen waar deze daadwerkelijk kan plaatsvinden.
Om de regierol goed uit te voeren wil de gemeente intensiever gebruik gaan maken van de bestaande
overlegstructuren in de stad.
De gemeente zal het integratiebeleid jaarlijks evalueren en waar nodig en wenselijk nieuwe afspraken
maken. Uiteraard worden de partners in de stad hierbij betrokken.
3.3
Financiën
Op 16 december 2002 heeft de gemeenteraad van Deventer een heroverwegingsoperatie voorgesteld met
een omvang van € 5 miljoen. Dit bedrag moet gerealiseerd zijn in het jaar 2007. In maart 2003 heeft het
college van Burgemeester en Wethouders een pakket van heroverwegingsvoorstellen vastgesteld. Voor de
uitvoering van het integratiebeleid betekent dit dat er geen extra financiële middelen kunnen worden
aangewend. Uitgangspunt voor de financiering van de projecten die voortvloeien uit de speerpunten van ons
beleid zijn de vastgestelde bedragen op de gemeentelijke begroting binnen de diverse betrokken
beleidsterreinen.
16
Notanr:
Onderwerp:
BIJLAGE 1:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Doelgroepen van het integratiebeleid
Tot de doelgroep van het integratiebeleid worden gerekend al die allochtonen die in een achterstandspositie
verkeren dan wel dreigen te geraken. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) behoren tot deze doelgroep: Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen/Arubanen, (voormalig)
Joegoslaven, Italianen, Spanjaarden, Kaapverdianen, Portugezen, Grieken en Tunesiërs. Iemand wordt tot
een van deze groepen gerekend op basis van het geboorteland van zijn of haar ouders. Zo behoort iemand
tot de Turkse bevolkingsgroep indien hij of zij tenminste één in Turkije geboren ouder heeft. Het geboorteland van de persoon zelf is alleen bepalend voor het feit of hij tot de eerste en de tweede generatie van de
betreffende groep wordt gerekend. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 1999) maakt onderscheid
tussen allochtonen die:
- zelf in het buitenland geboren zijn en van wie tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren
(de eerste generatie);
- in Nederland zijn geboren en van wie tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren (de
tweede generatie).
Naast bovengenoemde groepen behoren ook de vluchtelingen, Molukkers, woonwagenbewoners en
zigeuners tot de doelgroepen van het integratiebeleid. Deze drie groepen zijn over het algemeen niet terug
te vinden in registraties en statistieken. Nederland telde in 2002 ongeveer 1,6 miljoen allochtonen die in
deze categorie vallen. Dat is bijna tien procent van de bevolking.
Allochtonen dragen sterk bij aan de bevolkingsgroei van Nederland. Tegenwoordig kan bijna de helft van de
bevolkingsgroei worden toegeschreven aan migratie. De verwachting is dat Nederland in 2010 twee miljoen
niet-westerse allochtonen telt.
Allochtonen in Deventer
De gemeente Deventer kende op 1 januari 2003 87.529 inwoners. Op basis van de Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA) zijn deze personen naar etnische, respectievelijk allochtone afkomst geregistreerd.
Op 1 januari van dit jaar waren er 24.358 inwoners van allochtone afkomst. Deze inwoners worden onderverdeeld in twee categorieën:
1. inwoners (veelal afkomstig uit de zogeheten rijke landen) waarvan niet wordt verondersteld dat zij in een
achterstandspositie verkeren;
17
D
e
s
t
2
0
n
u
t
a
n
w
a
e
T
u
7
8
5
Vervolg
M
a
2
8
0
Notanr:
Error! Reference source not found.
T
u
0
1
1
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
I
t
a
8
2
0
v
m
8
7
5
S
p
1
6
7
P
o
8
8
G
r
5
7
2
N
e
2
9
1
S
u
5
6
1
C
h
4
9
3
K
a
7
9
6
V
i
1
2
3
S
o
6
3
9
E
t
h
6
0
6
I
r
a
6
7
3
I
r
a
7
8
5
o
v
0
7
7
t
o
t
3
9
2
2. inwoners (meestal afkomstig uit landen in Oost-Europa, Zuid-Europa, Azië, Midden Amerika en Afrika)
waarvan verondersteld wordt dat zij in een achterstandspositie verkeren of dreigen te geraken, op grond
van achterstand in de beheersing van de Nederlandse taal, in combinatie met maatschappelijke
omstandigheden en/of de afstand die zij hebben ten opzichte van de arbeidsmarkt.
Inburgeraars vallen in de tweede groep allochtonen (de zogeheten B-categorie). In deze categorie vormen
de inwoners van Turkse afkomst de grootste bevolkingsgroep.
18
Notanr:
Onderwerp:
Bijlage 2:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Dimensies van integratie; landelijke ontwikkelingen
Het Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) heeft in opdracht van het Ministerie van BZK
voor de tweede maal een Integratiemonitor vervaardigd. Deze Integratiemonitor 2002 biedt een overzicht
van de stand van zaken en de voortgang van integratie van allochtonen op tal van terreinen. Daarbij zijn
zowel gunstige als ongunstige ontwikkelingen te zien. In het onderzoek worden drie dimensies van integratie
onderscheiden: de sociaal-economische, de sociaal-culturele en de politieke dimensie. Hieronder geven we
per dimensie een globaal overzicht van zowel de positieve als de negatieve ontwikkelingen.
Sociaal-economische dimensie
De sociaal-economische positie van allochtonen spitst zich toe op twee gebieden: onderwijs en
werkgelegenheid.
Positieve ontwikkelingen:
- De deelname aan kinderopvang neemt toe.
- De onderwijsachterstand wordt kleiner.
- De arbeidsmarktpositie verbetert, de werkloosheid is sterk afgenomen en het beroepsniveau van de
werkenden is gestegen.
- De inkomenspositie is verbeterd.
- De uitkeringsafhankelijkheid is afgenomen.
Negatieve ontwikkelingen:
- Vergeleken met autochtone leerlingen hebben allochtone leerlingen op de basisschool nog een
aanzienlijke achterstand. *
- Uitgaande van de totale schoolloopbaan blijkt dat vooral Turkse en Marokkaanse jongeren in prestaties
achterblijven.
- Allochtone leerlingen zijn nog altijd oververtegenwoordigd in de lagere schooltypen en verlaten vaker
vroegtijdig het onderwijs.**
- De werkloosheid onder allochtonen is nog steeds driemaal zo hoog als die onder autochtonen, het
aandeel langdurig werklozen ligt hoger, het beroepsniveau van de allochtone werkenden is nog steeds
aanzienlijk lager en een naar verhouding groot deel van hen heeft geen vaste aanstelling.
- Er bestaat voor wat betreft uitkeringsafhankelijkheid, inkomenspositie en armoede nog steeds een grote
achterstand van allochtonen ten opzichte van autochtonen.
Sociaal-culturele dimensie
Bij de sociaal-culturele integratiecomponent gaat het om leefbaarheid, participatie en cultuur.
Positieve ontwikkelingen:
- In de periode 1985 tot 2000 lijkt de acceptatie van allochtonen door autochtonen te zijn toegenomen.
- Vooral allochtone meisjes hebben geëmancipeerde opvattingen.
Negatieve ontwikkeling:
- Ontwikkelingen van meer recente datum - het maatschappelijke en politieke klimaat dat onder andere
rondom '11 september' en de Tweede Kamerverkiezingen is ontstaan - doen de vraag rijzen of de
hierboven geschetste trend zich heeft voortgezet.
Politieke dimensie
Deze dimensie betreft de deelname van allochtonen aan de politieke besluitvorming.
Positieve ontwikkeling:
- Het aantal allochtone gemeenteraads- en Tweede Kamerleden is sinds 1986 sterk gestegen.
Negatieve ontwikkeling:
- Het landelijke opkomstpercentage van allochtonen bij gemeenteraadsverkiezingen daalt.
* Uit de Rapportage Minderheden van het Sociaal en Cultureel Planbureau 2003 blijkt dat ondanks
achterstanden de onderwijsprestaties vooruit gaan.
19
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
** In de rapportage staat opgenomen dat er sprake is van een stijgende deelname van allochtonen aan het
voortgezet en hoger onderwijs.
De Integratiemonitor gaat ook in op mogelijke toekomstige ontwikkelingen. De verwachting is dat allochtonen
meer dan evenredig getroffen zullen worden door de ongunstige economische ontwikkelingen van dit
moment, onder andere tot uiting komend in oplopende werkloosheid en dalende economische groei.
Wanneer allochtonen als gevolg van de recessie steeds moeilijker een plaats kunnen bemachtigen op de
arbeidsmarkt zal dit de beeldvorming niet ten goede komen. Verder bepalen achterstanden in de onderwijs-,
arbeidsmarkt- en inkomenspositie mede de kans dat personen betrokken raken bij criminele activiteiten. Ook
gezien de leeftijdsopbouw van de groep allochtonen is er een reële kans dat hun aandeel in de criminaliteit
in de nabije toekomst niet afneemt, maar zelfs toeneemt. Ook dat kan vervolgens leiden tot meer negatieve
beeldvorming.
20
Notanr:
Onderwerp:
Bijlage 3:
Vervolg
Error! Reference source not found.
Error! Reference source not found.
Dimensies van integratie; ontwikkelingen in Deventer
Hieronder geven we een overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot het integratiebeleid in Deventer.
Een en ander is gerangschikt naar de drie dimensies uit bijlage 2.
Sociaal-economische dimensie: Onderwijs en werkgelegenheid
Positieve ontwikkelingen:
- In de periode 1999-2001 is het aantal allochtone werkzoekenden behoorlijk afgenomen. Deze afname is
echter in procentueel opzicht minder groot dan de afname van het aantal autochtone werkzoekenden.
(Zie: 'Een spiegel liegt niet, Een beeld van de arbeidsmarktpositie van allochtonen in Overijssel', I&O
Research en Steunpunt Minderheden Overijssel, 2002).
- Er is een toename te zien van etnisch ondernemerschap. Allochtone ondernemers zetten zich actief in
om (meer) te participeren binnen bestaande netwerken in de stad.
- In het kader van diversiteitsbeleid is in 2001 de gemeentelijke nota 'De normwerknemer voorbij'
opgesteld, met daarin maatregelen om te komen tot en om te gaan met een divers personeelsbestand
binnen de gemeentelijke organisatie.
- Inburgeringsbeleid is in gang gezet voor zowel nieuwkomers als oudkomers, met als doel zelfstandig
functioneren van elke inburgeraar.
- MKB-minderhedenconvenant (2000-2003): het Regionaal Platform Allochtonen, de gemeente en de
provincies Overijssel en Gelderland willen in 2003/2004 2500 allochtonen aan werk helpen.
- Binnen de Kennisgroep Allochtonen ROC (KAR) worden initiatieven ontwikkeld om de uitval van
allochtone leerlingen te voorkomen.
- Netwerkbijeenkomsten met de ouders van Turkse leerlingen om betrokkenheid en kennis van de
schoolloopbaan van hun kinderen te vergroten.
Negatieve ontwikkelingen:
- 2002-2003: aantal allochtone werkzoekenden neemt relatief meer toe dan aantal autochtone
werkzoekenden.
- Allochtone werkzoekenden hebben vaker een ongunstig profiel: een grote afstand tot de arbeidsmarkt
(laag opgeleid, tussen de 25 en 44 jaar oud, lang ingeschreven bij het Centrum voor
Werk en
Inkomen (CWI)).
- Taalachterstand blijft een knelpunt bij het betreden van de arbeidsmarkt.
- Het personeelsbeleid van werkgevers is nog onvoldoende afgestemd op allochtonen.
- De arbeidsmarktparticipatie van Turken en Marokkanen is het meest kwetsbaar. Dit is mede te wijten
aan de lagere participatie van vrouwen; veel allochtone vrouwen zijn huisvrouw.
- Ongeveer een kwart van de allochtone werkenden is hoger opgeleid dan het opleidingsniveau dat is
vereist voor de huidige baan.
- Allochtone, en meer specifiek Turkse jongeren blijken vaker het onderwijs te verlaten zonder
startkwalificatie (Jeugdmonitor 2001). Vooral het aantal Turkse risicojongeren (jongeren tussen de 18 en
23 jaar die het onderwijs hebben verlaten zonder enig diploma) is met twintig procent zorgwekkend. In
Deventer is het gemiddelde percentage risicojongeren in deze leeftijdsgroep vier procent. Van deze
groep risicojongeren is 40 procent van Turkse afkomst.
- Een aantal voorzieningen ter voorkoming van school- en maatschappelijke uitval bereikt juist relatief
weinig Turkse jongeren. Uit gesprekken met allochtone ouders komt naar voren dat ze onvoldoende de
weg weten binnen het onderwijs en de voorzieningen daaromheen. Daarnaast blijken er verschillen te
zijn in de verwachtingen en rolopvattingen van allochtone ouders, en die van scholen en andere
voorzieningen.
Sociaal-culturele dimensie: Leefbaarheid, participatie en cultuur
Positieve ontwikkelingen:
- De Lokale Denktank Integratiebeleid, bestaande uit personen uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de
politiek. De denktank wisselt kennis en ervaring uit op het terrein van integratie, vanuit diverse invals-
21
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
hoeken en disciplines. Bevindingen worden gebruikt voor het nader uitwerken van het integratiebeleid in
Deventer.
- Subsidieregeling Samenleven: een fonds van de gemeente Deventer waaruit subsidies verleend worden
aan organisaties en groepen bewoners die zich inzetten om Deventer leefbaarder te maken. Inmiddels
zijn er diverse activiteiten uitgevoerd die het samen leven van allochtonen en autochtonen verbeteren en
die hen bewegen tot meer onderling respect en acceptatie.
- Deelname van allochtone jongerenorganisaties aan het Platform Jongerenorganisaties Deventer
(PJOD).
- Allochtone jongerenorganisaties en jongerengroepen maken gebruik van het Actiebudget Deventer
Jongeren. Zij kunnen vanuit het Actiebudget subsidie van de gemeente ontvangen voor het organiseren
van activiteiten voor en door jongeren.
- Oprichting van het Platform Allochtone Ouderen Deventer, met als doel het bevorderen van de
maatschappelijke en politieke participatie van ouderen in Deventer. Met ingang van 2003 wordt gestreefd
naar samenwerking met autochtone ouderen(organisaties).
- Turks Ouderen Project (TOP): maatwerkaanbod van educatie gericht op taal, zelfredzaamheid en
actuele thema's als zelfontplooiing, bestuurswerk en informatietechnologie.
- Allochtone zelforganisaties organiseren regelmatig culturele ontmoetingen in het teken van dialoog en
tolerantie.
Negatieve ontwikkelingen:
- Met name Turken en Marokkanen nemen in beperkte mate deel aan sociale activiteiten in 'Nederlandse'
verenigingen ('Een spiegel liegt niet', 2002).
Politieke dimensie
Positieve ontwikkelingen:
- Het stimuleren van het op de Nederlandse politieke verhoudingen en instituties gerichte debat en van
politieke participatie van allochtonen.
22
Vervolg
Notanr:
Error! Reference source not found.
Onderwerp:
Error! Reference source not found.
LITERATUURLIJST
‘Een spiegel liegt niet’. Een beeld van de arbeidsmarktpositie van allochtonen in Overijssel 2002. I&O
Research. Steunpunt Minderheden Overijssel 2002.
Integratiemonitor 2002. Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO). Erasmus Universiteit
Rotterdam 2002.
‘Inburgeren in Deventer’. Nota Inburgeringsbeleid 2002. Gemeente Deventer 2002.
Jeugdmonitor Deventer 2001. Tweede meting van gedrag van jongeren in Deventer en van hun leefwereld.
Gemeente Deventer 2001.
Nota ‘Kansen krijgen, kansen pakken’. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Den Haag
1999.
Nota ‘Deventer: Vitaal en kleurrijk’. Gemeente Deventer 1998.
Nota ‘De normwerknemer voorbij’. Maatregelen om te komen tot en om te gaan met een divers
personeelsbestand. Gemeente Deventer 2001.
Veenman, J. ‘De toekomst in meervoud. Perspectief op multicultureel Nederland’. Assen, Van
Snel, E. ‘De vermeende kloof tussen culturen.’ Universiteit Twente 2003.
Integratiebeleid nieuwe stijl, brief van de Minister Vreemdelingenzaken en Integratie, 2003.
SCP-publicatie Rapportage Minderheden 2003.
23
Download