Proef-Toets Algebra 1 maart 2012, duur: drie uur Maak vijf van de volgende zes opgaven. Indien U er meer maakt worden de vijf best gemaakte geteld. 1) Laat G een groep zijn en H ⊂ G een deelverzameling. i) Wanneer heet H een ondergroep van G? (Geef de definitie van een ondergroep.) ii) Bewijs: H is een ondergroep van G dan en slechts dan als H niet leeg is en met ieder tweetal elementen x, y ∈ H ook xy −1 in H is bevat. 2) Laat n een positief geheel getal zijn. i) Geef de definitie van de symmetrische groep Sn . ii) Bewijs de Stelling van Cayley: een eindige groep van orde n is isomorf met een ondergroep van Sn . 3) Laat f : G1 → G2 een groepshomomorfisme zijn. Bewijs dat als x ∈ G1 eindige orde heeft, f (x) ook eindige orde heeft en dat de orde van f (x) een deler is van de orde van x. 4) Zij A4 de alternerende groep in de symmetrische groep S4 . Laat verder V4 de viergroep van Klein zijn. i) Geef een injectief homomorfisme f : V4 → A4 . Noem het beeld H. ii) Bepaal de linkernevenklassen van H in A4 . iii) Geef een volledig stelsel representanten van de linkernevenklassen van H in S4 . iv) Geldt gH = Hg voor alle g ∈ S4 ? 5) Laat φ(n) de phi-functie van Euler zijn. i) Bereken φ(1001). ii) Bewijs dat x21 ≡ x (mod 55) voor alle x ∈ Z. iii) Bewijs dat de groep (Z/55Z)∗ niet cyklisch is. 6) Laat n ∈ Z≥3 en laat σ, τ ∈ Sn twee 3-cykels zijn. Bewijs dat de orde van στ gelijk is aan 1, 2, 3 of 5. Laat verder aan de hand van voorbeelden zien dat elk van genoemde mogelijkheden kan optreden als n ≥ 5.