Verpleegkundige aspecten in de palliateve zorg

advertisement
Verpleegkundige
aspecten in de
palliatieve zorg
Barbara van den Berg
master class juni 2014
1
Opzet deze Middag
• Wat is palliatieve zorg
• Casus met interventies bij pijn
• Verpleegkundige interventies in de palliatievezorg
2
Wat is palliatieve zorg?
• Ervaringen met palliatieve zorg?
• Hoe verliep dit?
• Wat deed dit met je?
3
4
Behandelopties algemeen
• Neo-adjuvant
• Adjuvant
• Palliatief
• Curatief traject
• Palliatief traject
5
Curatief versus palliatief traject
Curatief traject:
- Primaire doel is de gezonde
situatie
- Dood gaan is beschouwd als falen
Palliatief traject:
- Intentie is het verbeteren
van de kwaliteit van leven of
de kwaliteit van sterven
- De gezonde status is
onbereikbaar (feit!)
- De ondersteuning is een onderdeel
- Dood gaan is een deel van
van revalidatie en reintegratie
het traject van de patiënt.
programma
6
Definitie palliatieve zorg
• een benadering die de kwaliteit van het leven
verbetert van patiënten en hun naasten die te
maken hebben met een levensbedreigende
aandoening, door het voorkomen en verlichten
van lijden, door middel van vroegtijdige
signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van
lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.
7
•
•
•
•
•
Operatie
RT
Chemotherapie
Hormoon therapie
Targeted therapie
8
Welke behandelingen heb je
dan?
Patiënten populatie
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Uitgezaaide kanker
Neurologische aandoeningen
Chronische longaandoeningen
Stroke
Nierfalen
Hartfalen
Leverfalen
Geriatrisch / dementie
Advanced disease
Chronische aandoeningen
Tuberculose
9
Palliatieve zorg
10
Palliatieve zorg
11
Multidimensionele zorg
•
•
•
•
Lichamelijk
Psychisch
Sociaal
Existentieel
12
Drie fases
• Palliatievefase - vaak nog behandelen
• Laatste 3 maanden terminale fase - voorbereiding op het sterven
• Stervensfase - laatste dagen van het leven
• Nazorg fase - zorg voor naasten
13
Richtlijnen Palliatieve Zorg
• Probleem gericht
• Op basis van evidence en
experts
• Kwaliteit van palliatieve zorg
waarborgen in de
Nederlandse zorgverlening
14
Symptomen, klachten en
problemen
• Symptoom: 'een door de patiënt aangegeven klacht op
lichamelijk, psychosociaal of levensbeschouwelijk gebied’
• Klacht: Uiting van ‘iets’ waar de patiënt last van heeft
• Probleem: Door de zorgverlener geïdentificeerd
15
Hoe kom je er achter wat een
patiënt ervaart?
•
•
•
•
Observeren
Luisteren
Vragen
….
16
Observeren
17
Luisteren
• Patiënt en naasten kunnen vertellen wat zij ervaren (klachten
symptomen etc)
• Maar:
•
•
•
•
Patiënten en naasten geven eigen klachten niet altijd aan
Patiënten en naasten herkennen iets niet als klacht
Patiënten en naasten denken dat een klacht er bij hoort
Patiënten en naasten zeggen pas iets zodra zij veel last ervaren
18
Vragen
• Als verpleegkundige kan je een patiënt en zijn naasten helpen
door naar klachten te vragen.
• Maar:
•
•
•
•
Waar vraag je naar
Hoe doe dat binnen een team
Afstemmen
Volledig
19
20
Palliatief redeneren
• Combinatie van de principes van Shared Decision Making, van
klinisch redeneren en de praktijk en omvang van kritische
beslismomenten in de palliatieve fase
Toegevoegde waarde:
• Geeft op praktijkgerichte wijze vorm aan integrale palliatieve zorg
met continue anticiperend en evaluerend karakter
• Creëert ruimte voor afwegingen in het perspectief van beperkte tijd
• Focus van het model komt overeen met focus van de patiënt
• Beoogt de kwaliteit van de zorg en de communicatie te verbeteren
• Ondersteunt het multidisciplinaire behandelteam
• Maakt besluitvorming voor patiënt, naasten en professionals
concreet en
21
De praktijk: hulpmiddelen
Beslisschijf
22
23
24
25
26
27
Mw de Vries
• 2005 mama carcinoom
• Nu lage rugpijn
• Pijnstilling: panadol en tramal
28
Waar denken jullie nu aan?
29
•
•
•
•
•
•
•
PIJN!
Wat is pijn?
Welke soorten pijn heb je?
Oorzaken van pijn bij kanker?
Hoe vaak treed het op?
Pijn in kaart brengen?
Welke behandelingen zijn er dan?
30
Definities van pijn
Pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring,
geassocieerd met (potentiële) weefselschade of beschreven in
termen van dergelijke schade (IASP, 1986)
31
Pijn is een complex multidemensioneel fenomeen, dat afhankelijk is
van de individuele beschrijving of beleving van sensorische en
emotionele ervaringen die gepaard gaan met (potentiële)
weefselbeschadiging (Merksey at al, 1979)
Pijn is wat de patiënt zegt dat het is, en treedt op wanneer de patiënt
het zegt, pijn is gelokaliseerd daar waar de patiënt het zegt”
(Mc Caffery)
32
Wat is pijn?
Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treed op wanneer de
patiënt zegt dat het optreed
33
Functie van pijn
Zinloos
Waarschuwing
Chronische pijn
Acute pijn
Subjectief en
Dynamisch
34
Is elke patiënt in staat om iets te zeggen over de pijn?
35
•
•
•
•
Cognitie
Drukte
Hoort erbij
Bang voor de gevolgen…
36
37
38
39
• Wacht niet op een pijnklacht
• Vraag er actief naar!
• En….. volg de patiënt (follow up)
40
Hoe kijk je naar pijn?
Observeren en interpreteren van pijn wordt beïnvloed door:
•
•
•
•
Kennis
Eigen ervaring
Opvoeding
cultuur
41
Classificatie van pijn
42
Acute pijn
•
•
•
•
•
•
Pijn die optreedt vaak als gevolg van een ziekte of trauma
Aanwijsbare oorzaak
Alarmfunctie
Reageert op het wegnemen van de oorzaak
Reageert op de behandeling
Beperkt zich van 3 tot 6 maanden
43
Chronische pijn
•
•
•
•
•
Oorzaak?
Alarmfunctie?
Reageert matig op de behandeling
Meestal sprake van zenuwschade
Bestaat langer dan 3 tot 6 maanden
Psychogene pijn?
44
Nociceptieve pijn
• Pijn ten gevolge van weefsel beschadiging
• Mechanisch
• Thermisch
• Chemisch
• Prikkeling nociceptoren
• Viscerale pijn
• Somatische pijn
45
• Maligne pijn:
pijn ten gevolge van een tumor, metastase of een antikanker
behandeling
• Benigne pijn:
pijn die niet samenhangt met kanker
48
Neuropatische pijn
International Association for the Study of Pain (IASP)
Pijn die geïnitieerd of veroorzaakt wordt door primaire
beschadiging of disfunctie van het zenuwstelsel
Chronische neuropathische pijn is dan ook zijn
waarschuwingsfunctie verloren
49
Oorzaken van pijn bij kanker
• Directe doorgroei van de tumor of metastasen (70%)
• Gevolg van de behandeling (20%)
• Bijkomende ziekten of andere factoren (10%)
NB. Onderrapportage!
51
Prevalentie pijn bij kanker
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Thorax
Long
Bot
Mond
Buikorganen
Urogenitaal man
Urogenitaal vrouw
Lymfoom
Leukemie
52%
54%
85%
80%
40%
75%
70%
20%
5%
52
Signalen opvangen!!!!!
• Diagnostiek
• Dagelijks volgen
• Gebruik van meetinstrumenten
www.pijnverpleegkundigen.nl
53
In kaart brengen ALTIS
A= Aard (stekend, kloppend etc)
L= locatie (waar)
T= Tijdsverloop (lang, kort etc)
I = Integriteit (score, omschrijving)
S= Samenhang (tijdens verzorging)
54
Mw de Vries
• Anamnese: NRS 5/8 toenemend en angstig
• LO: uitstralend LWK en sensibiliteits stoornissen
• MRI: meta L3-L4 en multipele botmetstasen
55
Palliatieve behandeling
echter mw gaat nog lang niet dood!!
56
Werkhypothese
1.
2.
3.
4.
Combinatie nociceptieve/neuropatische pijn
Dreigende pijn tgv botmeta’s
Slaapproblemen tgv pijn en angst
Angst tgv tumorprogressie
57
Interventies
1.
2.
3.
4.
5.
Goede voorlichting
RT
Anti tumorbehandeling
Pijnstilling
Ondersteunende zorg:
• Fysio
• Dieet
• Hulp thuis
58
Mw de Vries
•
•
•
•
•
•
Nu een jaar verder
Pijn is onder controle met morfine
Nog steeds chemo therapie
Ziekte is stabiel
Elke maand geprek met MMW
En………..
59
Geniet van de dingen die
ze nog kan
60
61
62
KOFFIE!
Over 10 minuten weer in de zaal!
63
Wat voor problemen
kan een palliatieve
patiënt naast pijn nog
meer hebben?
64
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Pijn
Angst
Gewichtsverlies
Delier
Depressie
Dyspnoe / Hoesten
Jeuk
Misselijkheid en braken
Obstipatie
Mondproblemen
Slaapproblemen
Vermoeidheid
……………………………..
65
PIJN
66
Pijn
• Welke medicatie gebruik je
• Wat kan je van die medicatie verwachten
67
Analgetische pijnladder
68
Basisprincipes pijnmedicatie
• Medicatie op vaste tijden geven
• Medicatie ook s’nachts doorgeven
• Combineer altijd medicatie uit stap 1 met de
volgende stappen
• Sla stap 2 over bij pijn bij kanker
• Geen zn medicatie voorschrijven
• Bijwerkingen preventief behandelen
Vermijdt onderschatting!!
Pijn is wat de patiënt zegt dat het is
69
Effectiviteit pijnmedicatie
• Oraal: 60-90 minuten
• Intramusculair: 30-60 minuten
• Intraveneus: 6-10 minuten
• Epiduraal: 15-60 minuten (hangt af van het
middel)
gebruik meetinstrument om effect te meten!
70
Bijwerkingen opioïden
•
•
•
•
•
•
•
•
Misselijkheid/braken
Obstipatie
Droge mond
Sufheid (cave overdosering)
Verwardheid/onrust (cave delier)
Urineretentie
Jeuk
myoclonieën
71
ANGST
72
Angst
• Waarvoor?
• Waar wordt dit door veroorzaakt
Angst veroorzaakt lichamelijke klachten
73
Anamnese
• Hoe vaak angstig
• Waardoor
• Ligt patiënt wakker
74
Beleid
• Ga na of de patiënt over de juiste informatie
beschikt
• Indien angst binnen normale grenzen vallen, stel
patiënt gerust
• Vraag psychologen / psychiater in consult of
geestelijk verzorger
• Zoek met de patiënt naar afleiding
• Eventueel medicatie
75
GEWICHTSVERLIES
76
Gewichtsverlies
• Gebrek aan eetlust
77
Oorzaken
• Verminderde eetlust
• Algemene klachten
• Klachten van het spijsverteringskanaal
• Verminderde zelfzorg en hulpbehoevendheid
• Verhoogd verlies van voedingsstoffen
• Verhoogd gebruik van voedingsstoffen
78
Gevolgen voor de zorgvrager
• Lichamelijk
• Psychosociaal
79
Onderzoek
• Hoeveel afgevallen
• Mondinspectie
• Eventueel nog onderzoeken naar maagdarmkanaal met scan, echo of scopie
80
Behandeling
• Oorzaak
• Kwaliteit van leven
• Medicamenteus
• Begeleiding
81
OBSTIPATIE
82
Obstipatie
• Pijn in de buik
• Opgezette buik
• Anorexie, misselijkheid en braken
• Flatulentie
• Lokale complicaties
• Onrust en verwardheid
83
Oorzaken
• Verminderde inname van vocht, voedsel en
vezels
• Afsluiting darm
• Verlamming van de darm
• Bijwerking medicatie
• Minder beweging
• Sufheid, verwardheid
• Verstoorde mineraal balans
• Gebrek aan privacy
• Moeite met gebruik van po stoel
84
Onderzoek
• Lichamelijk onderzoek
• Echo
85
Behandeling
• Operatie
• Chemotherapie
• Medicatie of infuus
• Aanpassen medicatie wat obstipatie veroorzaakt
86
Preventie
• Toiletgang
• Voeding en vocht
• Lichaamsbeweging
• Voorlichting
• Preventief laxeer middelen
87
DYSPNOE
88
Oorzaken
• Moeite met ademhalen
• Zwakte van de ademhalingsspieren
• Grotere zuurstof behoefte
• De ziekte zelf
• Complicatie van de ziekte
• Andere problemen
89
Onderzoek
• Lichamelijk onderzoek
• Aanvullend onderzoek
90
Behandeling
• Chemo of radiotherapie
• Stent plaatsing
• Behandeling van COPD of ritme stoornissen
• Medicamenteus
• Verwijderen van vocht
• Bloedtransfusie
91
Leefregels
• Half rechtop zitten
• Ademhalingstechnieken
• Evenwicht tussen rust en inspanning
• Niet roken
92
Omgeving
• Frisse lucht
• Rookvrije omgeving
• Voldoende vochtige lucht
93
• Zuurstof
• Uitzuigen
• Morfine
• Luchtwegverwijders
• Slijmoplossers
• Voorlichting en instructies
94
EVALUEER!
95
Maar vooral ACCEPTEER!
96
Download