December 2012 InfectieBericht Een uitbraak van ‘Zalmonellose’ Sam, Salmonella en de Spaanse ziekte Virusdetectie: van celkweek naar PCR Viruskweek EUCAST Vragen uit de praktijk InfectieBericht dec-12_v2.indd 1 18-12-2012 15:11:43 Inhoudsopgave Voorwoord Nieuws Een uitbraak van ‘Zalmonellose’ Viruskweek Virusdetectie: van celkweek naar PCR Resistentiebepaling: EUCAST Vragen uit de praktijk Sam, Salmonella en de Spaanse ziekte Overzicht medische staf InfectieBericht dec-12_v2.indd 2-3 4 6 8 12 15 19 23 25 29 18-12-2012 15:11:43 4 3 5 Voorwoord Veranderingen: sinds onze laatste publicatie is er een hele boel veranderd. groot als een koffiezetapparaat, die ons in de gelegenheid stelt, om in het ziekenhuis bij We zijn verhuisd naar een splinternieuw gebouw dat veel bekijks heeft - de een uitbraak binnen een paar uur vast te stellen of iemand VRE-drager is of niet. een vindt het machtig, de ander spuuglelijk. Onafhankelijk van persoonlijke meningen staat vast: deze architectonische creatie valt op en mensen die Per 1 oktober is de richtlijn voor antibioticumresistenties overgegaan op de EUCAST. het Laboratorium voor Infectieziekten (LvI) voorheen niet wisten te vinden, Voorheen volgden we de Noord-Amerikaanse richtlijnen, nu geven we de voorkeur spreken ons nu aan op onze nieuwe, opvallende huisvesting. aan de Europese gedachte. Hierover meer in dit boekje. De herfstmaanden zijn begonnen met een uitbraak van een Salmonella gastro-enteritis, waaraan Alewijn Ott Het werkklimaat is dankzij de nieuwbouw een stuk prettiger, de ruimtes zijn een mooi stuk heeft gewijd en we zijn opgeschrikt door een Coronavirus gerelateerde open en licht, het werken met besmettelijke en soms gevaarlijke micro- longaandoening in het Midden-Oosten. Dit virus lijkt op dat van SARS, maar is organismen is met onder andere een Biosafety level 3 lab (BSL-3) veiliger waarschijnlijk minder besmettelijk. geworden. Al met al dus tevreden medewerkers. Onze Raad van Bestuur (RvB), bestaande uit een persoon, Berry Overbeek, heeft ons per 1 oktober j.l. Verder in dit boekje twee artikelen over virusdiagnostiek, welke meer en meer gebeurt in het kader van de fusie met LabNoord verlaten. Met de interim-bestuurder door middel van moleculaire technieken en vragen uit de praktijk. Last but not least Aat van de Weerd gaan we het nieuwe jaar in om per 1 januari 2013 de hebben we aan ons redactieteam een nieuw lid toegevoegd, microbiologisch analist nieuwe LvI-directeur te begroeten, arts-microbioloog Ron Hendrix. Met Matthijs Berends. ingang van het nieuwe jaar zal een nieuwe bestuurder, Harjan van Dam aan de nieuw gefuseerde koepelstichting Noordelijke Laboratorium Groep (NLG) We wensen u veel leesplezier en vitaminerijke, griepvrije maanden met een R. leiding geven. De Noordelijke Laboratorium Groep is een samenwerkingsverband van vier stichtingen: Laboratorium voor Infectieziekten, Huisartsenlaboratorium Noord, Medisch Laboratorium Noord, Trombosedienst Groningen. Ook vakinhoudelijk stond dit jaar in het teken van veranderingen. Er zijn nieuwe apparaten voor de diagnostiek aangeschaft, zoals een meubel ter grootte van een klerenkast ter determinatie van bacteriën, dat luistert naar de Russisch klinkende naam Malditof, liefkozend afgekort als Maldi (waarover Astrid Bielefeld-Buss in het volgende InfectieBericht meer zal schrijven), en de kleine GeneExpert, zo InfectieBericht dec-12_v2.indd 4-5 Barbara Kesztyüs 18-12-2012 15:11:43 6 5 Nieuws Nieuw pand voor het LvI In februari van dit jaar is het LvI verhuisd naar een nieuw pand aan de Van Swietenlaan 2 te Groningen. Voor u als aanvrager verandert er niet zoveel. Onze telefoonnummers zijn ongewijzigd, alleen het afleveradres voor patiënten is nieuw. Het nieuwe hoofdlaboratorium van het LvI is een beeldbepalend gebouw, ontworpen door architectenbureau DeZwarteHond uit Groningen. Binnen is een state-of-the-art laboratorium gebouwd, met de meest moderne apparatuur. Het voldoet dan ook aan de nieuwste richtlijnen voor laboratoriumtechniek en veiligheid. 7 Nieuwe directeur LvI Met het vertrek van Berry Overbeek op 16 oktober 2012, werd er gezocht naar een nieuwe directeur voor het LvI. Wij zijn verheugd u te kunnen melden dat per 1 januari 2013 dr. Ron Hendrix in dienst treedt als nieuwe directeur. Ron Hendrix is als arts-microbioloog op dit moment werkzaam zowel in het Streeklaboratorium voor Microbiologie Twente en de Gelderse Achterhoek (Labmicta) in Enschede, als in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Tevens is hij coprojectleider van EurSafety Health aan de Universiteit Twente in Enschede. Bestuurder voor de Noordelijke Laboratorium Groep bekend Per 1 januari 2013 wordt Harjan van Dam bestuurder van de overkoepelende stichting Noordelijke Laboratorium Groep, welke ontstaan is uit de fusie tussen het Laboratorium voor Infectieziekten en LabNoord. Harjan van Dam heeft ruime ervaring in meerdere bestuurlijke functies in verschillende branches. De afgelopen jaren was hij bestuurder bij Izore, het microbiologisch laboratorium van Friesland. Nieuw redactielid Op 1 oktober 2012 is ing. Matthijs Berends toegevoegd aan de redactie van het InfectieBericht. Matthijs is medisch analist op de afdeling Medische Microbiologie van het LvI en verricht dagelijks toegepaste laboratoriumdiagnostiek. Stop CCGE studie Fusie LvI en LabNoord Op maandag 30 juli 2012 zijn het Laboratorium voor Infectieziekten en LabNoord gefuseerd onder de koepelnaam Noordelijke Laboratorium Groep. Het LvI blijft binnen de koepel onder haar eigen naam opereren. Reden van de fusie is onder andere het nog verder kunnen optimaliseren van de kwaliteit van de dienstverlening. InfectieBericht dec-12_v2.indd 6-7 De landelijke studie naar oorzaken van diarree en de zin en onzin van onze moleculaire fecesdiagnostiek moesten we helaas door onder andere tijdgebrek en personeelstekort stopzetten. CCGE staat voor Case Control Gastro Enteritis en wordt nu afgerond in nog vier overgebleven centra. Alle huisartsen die benaderd zijn door onze artsen-microbioloog willen we van harte danken voor de inzet en de medewerking! Ongebruikte materialen kunnen teruggestuurd worden naar het LvI. 18-12-2012 15:11:45 8 7 9 Alewijn Ott, arts-microbioloog Een uitbraak van “Zalmonellose” patiënten, is het bewijs eind september geleverd. Vanaf dan wordt alles in het werk gesteld om nog meer besmettingen te voorkomen. Tussen 29 Tweeëntwintig juni 2012 is, zoals later blijkt, de eerste dag van een landelijke uitbraak september en 5 oktober is alle besmette zalm van van voedselinfecties zoals we er nog weinig gehad hebben. Die dag ontwikkelt een de schappen gehaald. In de week van 15 oktober patiënte koorts, misselijkheid en diarree. De buikloop is hardnekkig en de huisarts wordt bekend dat landelijk al 950 Salmonella stuurt anderhalve week later een fecesmonster naar het lab voor kweek. Thompson-infecties officieel zijn bevestigd; enkele daarvan met mogelijk dodelijke afloop. Vier dagen na aankomst heeft het laboratorium een Salmonella groep C1 gekweekt, welke, zoals gebruikelijk bij salmonella’s, voor nadere typering naar het RIVM wordt Wij hebben het er ook druk mee gehad in ons opgestuurd. Daar blijkt de stam een Salmonella Thompson, welke normaal in Neder- laboratorium. Een uitschieter vormde de eerste land slechts een paar keer per jaar gevonden wordt. In de eerste twee weken worden bij het RIVM nog driemaal S. Thompson’s gevonden. Als er in de derde week nog eens 10 bijkomen, meldt het RIVM op 16 augustus in een ‘Signaleringsbericht’ naar GGD’s en laboratoria dat er sprake is van een ongewoon cluster. En zoals gebruikelijk wordt een ‘patiënt-controle’-onderzoek gestart. Het aantal nieuwe gevallen blijft stijgen en op 31 augustus slaat het LCI (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding) alarm met een bericht aan alle betrokkenen. Er zijn dan al 62 Thompson-isolaten vanuit het hele land ingestuurd. week van oktober, waarin we een recordaantal Supermarkten verkopen tijdelijk geen gerookte zalm meer van 42 nieuwe isolaten kweekten (zie grafiek). Na die week is het aantal nieuwe gevallen snel afgenomen, dankzij het doeltreffende werk van alle hierbij betrokken instanties! Door deze epidemie zou je denken dat de Salmonella-bacterie zijn naam dankt aan de zalm, maar dat is niet het geval. De bacterie is vernoemd naar een Amerikaanse Inmiddels kennen we de afloop. Nadat aanvankelijk nog aan besmet gehakt als bron van infectie werd gedacht, komt de oplossing twee weken later uit een analyse van de voedselvragenlijsten. Patiënten hebben opvallend vaker dan gezonde controles gerookte zalm genuttigd. Deze zalm wordt gekweekt en blijkt inderdaad besmet. Als ook de bacterie uit de zalm na moleculaire typering exact overeen komt met die bij dierenarts, Daniel Elmer Salmon (1850-1914). Hij hield zich vooral bezig met ziektes bij varkens. Op zijn 33e werd hij hoofd van het Bureau of Animal Industry bij het Ministerie van Landbouw. Samen met zijn medewerker, bacterioloog en epidemioloog Theobald Smith, isoleerde hij in 1885 een bacterie bij zieke varkens die zij Bacillus suipestifer noemden en welke later mede naar de ontdekker en het Krantenknipsel waarin gewaarschuwd wordt voor de besmette zalm InfectieBericht dec-12_v2.indd 8-9 Incidentie Salmonella Thompson bij het LvI 18-12-2012 15:11:47 10 9 11 ziektebeeld tot Salmonella cholerae suis omgedoopt werd. Lange tijd werden nieuwe Yorkshire. En aan de opmerkzaamheid van Medical Officer, dr. Gibson, die de uitbraak vertegenwoordigers van deze familie van bacteriën nog steeds Bacillus genoemd. in deze familie gerapporteerd heeft. Het was op een zondag in juli 1924 dat in huize Uiteindelijk werden ze allemaal Salmonella. Thompson bij het diner een vleespastei werd geserveerd. In totaal zaten 17 personen 2 aan de dis. De pastei was gemaakt van een stuk rundvlees, aangevuld met het vlees De taxonomie en naamgeving van salmonellae is ingewikkeld en elke 5 à 10 jaar van drie kleine konijnen die in de twee dagen daarvoor vlak bij de boerderij geschoten verschijnt er wel een nieuw voorstel om de naamgeving te verbeteren. De laatste of- waren. Binnen één dag waren 14 van de 17 tafelgenoten ziek; alleen diegenen die ficiële wijziging stamt uit 2005. Er worden nog maar twee soorten onderscheiden; S. niet van de pastei hadden geproefd mankeerden niets. Twee personen werden zelfs enterica en S. bongori. Deze species worden onderverdeeld in subspecies, bijvoorbeeld ernstig ziek met naast diarree en braken hoge koorts, neurologische symptomen en Salmonella enterica subsp. enterica, de belangrijkste bij de mens, en de subspecies ademhalingsproblemen. Van slechts één persoon werd de ontlasting gekweekt en waartoe de beruchte verwekker van buiktyphus, S. typhi, behoort. In totaal bestaan er opmerkelijk was dat op de voedingsbodem de verwekker van de infectie bijna in rein- 6 subspecies van Salmonella enterica. De meest gebruikte manier om salmonellae in cultuur groeide. Alle slachtoffers overleefden de infectie en met het serum van één van te delen is op basis van agglutinatietesten met monoklonale antisera. Op basis van een de herstelde patiënten lukte het om een verdunde oplossing van deze cultuur te laten celwandeiwit, het O-antigeen, kunnen 50 serogroepen worden onderscheiden. Deze klonteren, ofwel agglutineren. Agglutinatie is nog steeds waar wij Salmonella soorten groepen kunnen verder worden ingedeeld op basis van het flagellaire H-antigeen in mee onderscheiden! 1 ruim 2300 serotypen. De indeling in (sub)species is, zoals gebruikelijk in de microbiologie, gebaseerd op biochemische en, tegenwoordig steeds meer, genetische verwant- Helaas was er van de pastei niets over, en al het vaatwerk was keurig afgewassen. schap. In de praktijk blijkt bij salmonellae die (sub)speciesindeling niet zo informatief. Daarom kon niet, zoals dat tegenwoordig gebeurt, achteraf bewezen worden dat de De serogroep en -type indeling blijkt veel zinvoller omdat daarmee zoveel soorten pastei de bron van infectie was. De keuken was bij inspectie onverdacht (“of unim- herkend kunnen worden. Zo is het mogelijk om heel snel uitbraken door een bepaald peachable domestic cleanliness”), waardoor het vlees de vermoedelijke boosdoener type te kunnen herkennen, zoals nu het geval was met S. Thompson. was. Van het bewuste rund was al meermalen zonder nadelige gevolgen gegeten. Dr. In het LvI kunnen we salmonellae ruwweg typeren in de meest bekende subgroepen Gibson heeft de lokale bevolking nog verzocht om hem konijnen voor microbiologisch A tot en met G, waarvan sommige nog onderverdeeld zijn, bv: C1 en C2. Verder dan dit onderzoek af te staan, maar (anders dan in deze dagen) bleek de belangstelling onderscheid gaat het LvI niet. voor dit soort onderzoek minimaal en heeft niemand een konijn voor de wetenschap afgestaan. Dat gebeurt wel bij het RIVM, waar alle Salmonella-isolaten uit Nederland naar toe gestuurd worden voor nadere typering. Het RIVM is hét salmonella-referentiecentrum in Nederland, zoals het Pasteur Institute in Frankrijk en het CDC in Amerika. In het RIVM krijgen onze salmonellae hun serotypenaam (anders dan de species-naam niet cursief en met hoofdletter geschreven). Meestal verwijst deze naam naar de plaats waar het type voor het eerst gevonden werd (S. Brandenburg, S. Kentucky, S. Javiana of S. London). Soms is het type vernoemd naar de ontdekker of de ziekte waarbij die gevonden werd (zoals de bovengenoemde varkenspathogeen of bijvoorbeeld S. Bovismorbificans). In het geval van S. Thompson dankt de bacterie zijn naam aan een boerenfamilie in InfectieBericht dec-12_v2.indd 10-11 Referenties 1. Tindall BJ, Grimont PA, Garrity GM, Euzéby JP. Nomenclature and taxonomy of the genus Salmonella. Int J Syst Evol Microbiol 2005;55:521-4 2. Scott WM. The “Thompson” Type of Salmonella. J Hyg 1926;25:398-405 18-12-2012 15:11:47 12 11 13 Piet van Gijssel, virologisch analist Viruskweek: van routine diagnostiek naar kwaliteitscontrole De routinematige viruskweken zijn per 5 december 2011 vervangen door PCRtechnieken. Het grote voordeel van de PCR is de hoge specificiteit, sensitiviteit en snelheid. Alle positieve en negatieve uitslagen zijn in principe binnen 1-2 dagen bekend. Dit is dus vooruitgang. geënte buizen met cellen meermalen per week beoordeeld. De meeste kweken staan tot twee weken in. Bij een andere methode, ook wel de versnelde viruskweek genoemd, worden de geënte cellen aangekleurd met specifieke fluorescerende antistoffen (immuunfluorescentie: IF). Deze methode wordt veel gebruikt voor respiratoire virussen (zie foto 2). Een positieve uitslag kan dan al bekend zijn na 1-2 dagen (80% van de positieven). Een negatieve uitslag duurt 7 dagen. Een bijzonder griepvirus: het Nederlands Influenza Centrum (NIC) had in 2010 moeite Het voordeel van de grote specificiteit kan ook een nadeel zijn. Er wordt met PCR namelijk alleen gericht gekeken naar specifieke virussen. Om de kwaliteit van de PCRtest te waarborgen, zal bovendien steekproefsgewijs nog een controle met viruskweek worden uitgevoerd. In dit artikel in het kort iets over de achtergronden van de viruskweek en enkele voorbeelden uit de viruskweek-praktijk. met het opkweken van een influenza A stam. Op hun verzoek is dit virus door ons opgekweekt met ons systeem van MDCK-cellen en een speciaal medium. De kweek verliep zonder problemen en gaf een goede opbrengst aan virus. Het virus kon hierna door het NIC en zijn Europese partners verder onderzocht worden. Het bleek om een bijzondere variant te gaan. Viruskweek in het kort Virussen zijn voor hun groei afhankelijk van levende cellen. De cellen en het medium waarin ze gekweekt worden, zijn de basis van de viruskweek. Er zijn veel verschillende cellijnen en veel verschillende media. Sommige virussen zijn erg kieskeurig: zo groeit CMV (cytomegalovirus) alleen in HEL-cellen (humane long fibroblasten) en groeit het griepvirus alleen met een speciaal medium in onder andere tertiaire apeniercellen (tMK) en hondeniercellen (MDCK). Een complex systeem dus. De methode om virusgroei op cellen aan te tonen is het microscopisch waarnemen van “CPE” (cytopathogeen effect: verandering van de cellen, zie foto 1). Hiervoor worden de Foto 1 In het midden is CPE op HEL-cellen te zien InfectieBericht dec-12_v2.indd 12-13 Foto 2 De groen oplichtende cellen zijn positief voor MPV virus 18-12-2012 15:11:49 14 13 Wel of geen humaan metapneumovirus Het humaan metapneumovirus (MPV), “het zusje” van het respiratoir syncytieel virus (RS-virus), veroorzaakt respiratoire aandoeningen zoals bronchiolitis. In een keeluitstrijk van een meisje van 6 maanden werd onderzoek verricht op respiratoire virussen met zowel de viruskweek als met PCR. In de viruskweek werd MPV aangetoond. Het virus bleek goed te reageren met specifieke antistoffen tegen MPV. Alle PCR-testen, inclusief die op MPV, waren echter negatief. Wat was hier aan de hand? Nader onderzoek van deze virusstam door het virologielab van het Erasmus MC in Rotterdam wees uit dat dit type MPV een afwijkende genetische code bezat. Deze code bleek niet te passen bij het specifieke stukje viraal RNA waarop onze PCR gebaseerd was. Daarop is de PCR-test aangepast zodat nu ook deze afwijkende stam in de PCR wordt aangetoond. Een echte kwaliteitsverbetering! Samenvattend Het LvI heeft de beschikking over hoogwaardige viruskweektechnieken, die gebruikt blijven worden voor kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering van de nieuwe PCR-testen. 15 Ren�������������������������� é������������������������� Benne, arts-microbioloog Virusdetectie: van kweek naar PCR Ontwikkeling van de PCR De celkweektechniek is sinds de jaren 50 in de vorige eeuw een van de peilers geweest van de virusdiagnostiek. Door de celkweektechniek kon een groot aantal nieuwe virussen worden ontdekt en antigenen worden bereid voor de vaccinproductie en de ontwikkeling van serologische testen. Toch konden niet alle virussen met celkweek en/of serologische testen worden aangetoond. Dat werd pas mogelijk door ontwikkelingen in de moleculaire biologie. Een goed voorbeeld hiervan is de ontdekking van het hepatitis C virus (HCV) dat vroeger ook bekend was als non-A non-B hepatitis virus. Vanuit serumpools die verkregen waren van chimpansees die geïnfecteerd waren met het non-A non-B hepatitis virus, kon met behulp van DNA kloneringstechnieken het virus worden gekarakteriseerd. In absolute hoeveelheden gemeten komen viruspartikels vaak maar in geringe hoeveelheden voor in bloedmonsters, liquores, respiratoire- en fecesmonsters. Daarom is het bij veel virussen niet eenvoudig om hun DNA of RNA aan te tonen. Aan het einde van de jaren 80 van de vorige eeuw werd door onder- Southern blot Het meest linkse laantje M is de controle. De positie van de verschillende bandjes wordt bepaald door de grootte van het DNA fragment. De heldere bandjes in de overige laantjes 1 t/m 10 is het specifieke DNA dat met deze test wordt aangetoond. InfectieBericht dec-12_v2.indd 14-15 18-12-2012 15:11:49 16 15 17 worden geëlimineerd omdat amplificatie en detectie in één reactievaatje plaatsvinden. Inmiddels is een veelheid aan PCR-apparaten en -technieken commercieel beschikbaar. Toepassingen Het grote voordeel van de PCR ten opzichte van de celkweektechniek is de hoge gevoeligheid en de snelheid. Met de celkweektechniek kan het dagen tot weken duren voordat het virus gedetecteerd wordt. Met PCR kan dat binnen 1 werkdag. Met de celkweektechniek is het door de lage virusload nauwelijks mogelijk om herpes simplex virus (HSV) in de liquor bij een patiënt met encefalitis te detecteren. Door de hoge gevoeligheid van de PCR kan nu binnen een dag een HSV encefalitis worden gediagnosticeerd zodat adequate therapie tijdig kan worden ingesteld. Kwantitatieve real-time PCR-techniek Het principe van de PCR heeft bijgedragen aan de optimalisering van onder andere de behandeling van HIV, hepatitis B- en hepatitis C-virusinfecties. Aan de hand van de gemeten virusload kan het effect van antivirale therapie bij de individuele patiënt worden zoekers van de Cetus Corporation een techniek ontwikkeld om DNA of RNA vervolgd. exponentieel te amplificeren tot hoeveelheden die wel gedetecteerd konden worden. Met deze “polymerase chain reaction” (PCR) kon DNA of RNA van Een nadeel van de PCR is dat alleen het DNA of RNA van die verwekkers micro-organismen gericht worden aangetoond. In het begin was de PCR nog kan worden aangetoond waarnaar gericht wordt gezocht. Wanneer we gericht erg bewerkelijk en door de vele handelingen was het risico op contaminatie, naar HSV in de liquor zoeken of een HCV load willen weten is dat geen en daarmee fout-positieve reacties, vrij groot. Voor de detectie van het geam- probleem. Maar infecties van de luchtwegen of de tractus digestivus kunnen plificeerde DNA of RNA werd veelal gebruik gemaakt van de gel electroforese veroorzaakt worden diverse verwekkers waarvan we tevoren niet weten naar blottechniek (southern blot), die eveneens zeer bewerkelijk was. welke specifiek gezocht moet worden. De celkweektechniek had het voordeel dat diverse verwekkers op dezelfde wijze konden worden aangetoond. En dit In de afgelopen 20 jaar heeft de PCR techniek een enorme vlucht genomen. werd in het LvI daarom vele jaren naast de PCR voor de diagnostiek gebruikt. Door robotisering en miniaturisering is de doorlooptijd aanzienlijk verkort en De celkweek is echter arbeidsintensief en vergt een hoge mate van ervaring werd het mogelijk grote hoeveelheden monsters in korte tijd te testen. Door en technische vaardigheid van de analist. de ontwikkeling van de zogenoemde real-time PCR, waarbij het specifieke DNA of RNA tijdens de amplificatie wordt gedetecteerd, verviel de noodzaak Een vrij recente PCR ontwikkeling is de multiplex-PCR. Met deze techniek van arbeidsintensieve detectiemethoden en werd het mogelijk de hoeveelheid kunnen met één (real-time) PCR 2 of 3 (en soms nog meer) verwekkers in DNA of RNA te kwantificeren in kopieën of eenheden per volume-eenheid. een test worden aangetoond, waardoor PCR diagnostiek van infecties van de Daarnaast kon het risico op contaminatie tussen de monsters vrijwel volledig luchtwegen en het maag-darmkanaal mogelijk wordt. InfectieBericht dec-12_v2.indd 16-17 18-12-2012 15:11:49 18 17 19 Gunnar Andriesse, arts-microbioloog Wat is er in het LvI veranderd? Veel virologische laboratora hebben er om redenen van kwaliteitsverbetering voor gekozen om de celkweektechniek te vervangen door PCR testen. Ook het LvI heeft sinds eind vorig jaar de viruskweek vervangen door real-time EUCAST: Een ������������������� nieuwe methode om resistentie te bepalen multiplex PCR testen. Voor het onderzoek van virusinfecties heeft het LvI op basis van klinische beelden en mogelijk verantwoordelijke verwekkers pakketten samengesteld. Daarmee krijgt de aanvrager een antwoord op de In de media leest u veel over multiresistente bacteriën (ESBL, MRSA, ‘de Maasstad vraag “Is er bij deze patiënt een virusinfectie die het aanwezige ziektebeeld Klebsiella’, etc). Zolang u achter de antibiotica op een uitslag allemaal S-jes ziet staan, kan verklaren?” Daarnaast kan natuurlijk nog steeds gericht onderzoek op een trekt u al snel de conclusie dat de patiënt met eenvoudige middelen te behandelen is. specifiek virus worden aangevraagd. Anders wordt het wanneer een aantal antibiotica (of alle!) met R wordt uitgeslagen. U Met het staken van de routinematige viruskweken vervalt ook de klassieke serotypering van enterovirussen. Met uitzondering van de typering van het poliovirus, is de klassieke serotypering vervangen door molculaire genotypering. Serotypering of genotypering van enterovirussen is vooral van epidemiologisch belang. Wanneer noodzakelijk laten wij de geno-typering bij een referentielaboratorium verrichten. staat er waarschijnlijk niet vaak bij stil, maar of een bacterie als gevoelig of resistent moet worden beschouwd, wordt bepaald door een ‘wereld’ aan wetenschappelijk onderzoek en commissies van ‘wijze mannen’. De basis van resistentiebepalingen is de gedachte dat behandeling met een bepaald antibioticum bij een gemiddeld mens leidt tot een gemiddelde concentratie x van het antibioticum in de verschillende weefsels (bot, hersenen, huid, bloed, etc.). Een bacterie die gevoelig is voor het antibioticum, kan met concentratie x effectief worden bestreden. Resistentie is een relatief begrip; met hoge concentraties van een antibioticum kan ook een resistente bacterie soms nog worden gedood, maar deze concentraties zijn niet haalbaar in het doelorgaan of -weefsel (b.v. door toxiciteit). De andere kant van het verhaal is dat bacteriën per patiënt verschillen: de ene E. coli is de andere niet. In de microbiologie wordt de maat voor resistentie uitgedrukt in een concentratie, de MIC (minimaal remmende [inhibitory] concentratie): de laagste concentratie waarbij de bacterie nog net in zijn groei wordt geremd. In Europa zijn de laatste jaren door diverse referentielaboratoria duizenden bacteriestammen getest op een breed assortiment antibiotica. Zo is nu per bacteriesoort bekend wat de spreiding is van de MIC’s voor diverse antibiotica, zoals te zien is in de grafiek. Van veel antibioticum-bacterie combinaties zijn op deze manier de MIC’s bepaald. InfectieBericht dec-12_v2.indd 18-19 18-12-2012 15:11:49 20 19 21 Het Laboratorium voor Infectieziekten is per 1 oktober 2012 overgestapt op een nieuwe de European Society of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ESCMID) en de methode voor de interpretatie (S, I of R) van bacteriële resistentiegegevens. Europese CDC samen de EUCAST-commissie hebben opgericht. De EUCAST-richtlijnen (www.eucast.org) voor resistentiebepalingen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar de werking van antimicrobiële middelen tegen infecties bij de mens en op de mening van experts op dit gebied. Het doel van de EUCAST is meer standaardisatie en een hogere betrouwbaarheid; S betekent nu dat de kans op falen van het antibioticum kleiner is dan voorheen. Wat betekent dit voor u als aanvrager? Antibioticarijtjes op het rapport zijn soms anders dan tot nu toe het geval was. Bij sommige bacteriën vindt u sinds 1 oktober 2012 minder antibiotica op de uitslag dan voorheen. Dit is het gevolg van het ontbreken van voldoende wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van sommige antibiotica bij een bepaalde bacterie. Soms zijn bij bacteriën intraveneuze antibiotica toegevoegd aan het rapport om aan te geven dat deze middelen een optie kunnen zijn voor de behandeling. Grafiek: De MIC van bijna 60.000 E. coli-stammen voor amoxicilline-clavulaanzuur. De blauwe kolommen geven het percentage gevoelige stammen weer, de rode kolommen het percentage resistente stammen. Stammen met een MIC >8 mg/l voor augmentin moeten dus als resistent worden uitgeslagen. Voorbeeld 1: Bij Stenotrophomonas maltophilia wordt voortaan alleen cotrimoxazol getest en op de uitslag vermeld. Stenotrophomonas-stammen die resistent zijn voor cotrimoxazol, zijn per definitie bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). Voorbeeld 2: Bij enterokokken werd doxycycline getest en uitgeslagen. Dit antibioticum vindt u niet meer terug op de uitslag, omdat hiervoor geen interpretatiecriteria Waarom deze overstap? bestaan; er is onvoldoende bewijs dat doxycycline effectief is. De aanleiding hiervoor is het advies van de Nederlandse Vereniging voor Medische Voorbeeld 3: Bij Pseudomonas worden bepaalde antibiotica niet meer uitgeslagen Microbiologie (NVMM) om landelijk over te gaan op een nieuwe Europese richtlijn: (zoals amoxicilline/clavulaanzuur, cotrimoxazol en nitrofurantoïne) omdat Pseudomonas EUCAST (European Committee on Antimicrobial Susceptibility Testing). Tot nu toe werd van nature resistent is voor deze antibiotica. door veel Nederlandse laboratoria gewerkt met Amerikaanse richtlijnen (CLSI) of diverse Europese richtlijnen voor de definitie van gevoelig (S), verminderd gevoelig (I) Hoewel bij sommige bacteriën bepaalde antibiotica niet meer worden getest en uit- of resistent (R). De Amerikaanse richtlijnen zijn niet altijd “evidence based” of geschikt geslagen op het rapport, kan in sommige gevallen toch gezocht worden naar alterna- om bepaalde resistentiemechanismen te herkennen (bv. ESBL). Dit is de reden dat tieven. Wanneer Stenotrophomonas resistent is voor cotrimoxazol, kan samen met de InfectieBericht dec-12_v2.indd 20-21 18-12-2012 15:11:50 22 21 arts-microbioloog beoordeeld worden of er een indicatie is voor antibiotische behandeling en wat in dat geval de mogelijke alternatieven zijn. Dit vraagt om maatwerk op basis van beschikbare literatuur en specifieke patiëntkarakteristieken (welk orgaan is geïnfecteerd, wat is de ernst van de infectie, enz) kunnen alternatieve antibiotica worden getest en eventueel ingezet voor de behandeling van een infectie. Bij wie kunt u terecht voor vragen of opmerkingen? Bij vragen of opmerkingen over resistentie-uitslagen kunt u contact opnemen met de arts-microbioloog. Per individuele patiënt of kweekuitslag kan samen beoordeeld worden wat de behandelopties zijn (wel of niet behandelen, alternatieve antibiotica, parenterale toediening, etc). 23 Vragen uit de praktijk Vraag 1 Hoe wordt een Nugentscore berekend? Antwoord Een Nugentscore is het meest betrouwbaar bij een vrouw in de vruchtbare leeftijd. In het grampreparaat wordt gekeken naar het aantal grampositieve staven (Lactobacillus sp.), die bij gezonde flora in overmaat zijn. Daarnaast wordt gekeken naar het aantal grampositieve staafjes en gramnegatieve staafjes. Als we ‘clue’-cellen zien (opeenhopingen van bacteriën), is een infectie met Gardnerella waarschijnlijk. Wanneer er uitsluitend lactobacillen te zien zijn, is de Nugentscore ‘normaal’. Wanneer deze in geheel ontbreken en er is daarnaast veel Gardnerella te zien, is de Nugentscore ‘passend bij een bacteriële vaginose’. Leukocyten worden buiten beschouwing gelaten. Vraag 2 Hoe moet ik bij vaginale klachten materiaal insturen? Antwoord Een objectglaasje is het belangrijkste onderzoeksmateriaal naar bacteriële vaginose. Hieruit kan een Nugentscore afgeleid worden, die goed weergeeft hoe de vaginale flora eruitziet en of er sprake is van een infectie met bijvoorbeeld Gardnerella vaginalis. Een door u ingestuurd objectglaasje is altijd beter beoordeelbaar en betrouwbaarder dan een objectglaasje dat op het laboratorium gemaakt wordt van de ingestuurde koolstofstok. Voor onderzoek naar gisten is een koolstofstok onmisbaar; wij verrichten hiervan een kweek naar bijvoorbeeld Candida en kijken bovendien altijd naar andere pathogenen in een banale kweek. NB. Gardnerella groeit niet in een banale kweek. Mede daarom is het objectglaasje belangrijk om mee te sturen. Het Abbott-medium (oranje dop) wordt alleen gebruikt voor moleculair onderzoek naar chlamydia, gonorroe, trichomoniasis en virale verwekkers. InfectieBericht dec-12_v2.indd 22-23 18-12-2012 15:11:50 24 23 25 Alewijn Ott, arts microbioloog Vraag 3 Hoe moet ik bij verdenking op SOA materiaal insturen? Sam, salmonella en de Spaanse ziekte Antwoord Het toeval wil dat ik een paar dagen na het schrijven van het Salmonella Thompson Zoals hiervoor genoemd is, wordt moleculaire screening naar Chlamydia trachomatis, verhaal (zie pagina 8) op een andere oude salmonellose stuitte. Deze geschiedenis Neisseria gonorrhoeae en Trichomonas vaginalis verricht van Abbott-medium; het PCR- werd mij door een oudoom van bijna 90 verteld. De moraal is nog steeds actueel. medium in het SOA-pakket met oranje dop. Dit materiaal is veruit het meest geschikt voor screening naar SOA’s. Wij ontvangen zo’n 800 van deze monsters per week. Wanneer u (eerstestrooms)urine instuurt, wordt deze urine op het lab vermengd met het PCR-medium, om de micro-organismen te lyseren. Zoals bekend kan ook een bacteriologische kweek van gonokokken verricht worden. Een gonokok is een zeer gevoelig micro-organisme; na 48 uur buiten het lichaam is de stam vrijwel altijd afgestorven. Daarom is het zeer relevant dat de urethra-, rectum-, of keeluitstrijk binnen deze tijd op het lab is. Wanneer de afnamedatum meer dan 2 dagen voor de ontvangstdatum ligt, krijgt u op de uitslag een opmerking dat er alleen moleculaire diagnostiek verricht kan worden. Wanneer u een antibiogram wenst, is het dus zaak hier rekening mee te houden. Dit geldt tevens voor het GRAS-project (Gonokokken Resistentie tegen Antibiotica Surveillance). Hoofdpersoon is Sam, ook wel Sammetje genoemd, de jongere broer van oudoom’s schoonmoeder. Deze Sam groeide op in een redelijk welgesteld milieu. Het was een slim ventje en hij was als jongste de lieveling van de familie. Dat kon niet voorkomen dat hij in september 1918 zwaar ziek werd. Hij was toen 6 jaar oud. Sam werd opgenomen in het Bethel Ziekenhuis in Delft alwaar de diagnose buiktyfus werd gesteld. Deze infectie, veroorzaakt door de darmbacterie Salmonella typhi, was in die tijd niet ongebruikelijk in Nederland. Er werden regelmatig uitbraken mee gezien. Eén van de laatste grote uitbraken deed zich in Vraag 4 Hoe moet ik een MRSA-screening insturen? Antwoord Aangezien ieder aanvraagformulier van een uniek (potentieel monster)nummer is voorzien, is het belangrijk dat u drie formulieren instuurt met begeleidend monster; één voor de 1945 voor in de Amsterdamse Jordaan, vlak na de 2e wereldoorlog. Dit was een explosieve uitbraak met honderden gevallen. De oorzaak kon worden getraceerd en was -toevallig- gerookte paling! neusuitstrijk, één voor de keeluitstrijk en één voor de perineumuitstrijk. Rechtsonderin kruist Uitbraken van buiktyfus waren altijd u ‘MRSA’ aan onder ‘Inventarisatie/Screening’. Een MRSA-screening duurt 4-5 werkdagen. voedsel of water gerelateerd. De bron Let wel: MRSA-screening is uitsluitend geïndiceerd als de patiënt de laatste 2 maanden meer was een (meestal asymptomatische) dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis heeft gelegen én binnenkort een ziekenhuis moet Salmonella drager die, werkzaam bezoeken. Klinische gegevens zijn hierbij dus onmisbaar. InfectieBericht dec-12_v2.indd 24-25 18-12-2012 15:11:50 26 27 in de voedings- of levensmiddelen branche, het eten ongemerkt besmette. De route Het mag duidelijk zijn dat Sam tegen die waarlangs de bacterie op het eten terecht kwam zou je ‘feco-manueel’ kunnen noe- tijd zijn reserves uitgeput had. Een dag men. Klassiek is het verhaal van Mary Mallon, bijgenaamd Typhoid Mary, die begin nadat de jonge verpleegkundige met 20e eeuw aan de oostkust van de VS als huishoudster en kokkin bij diverse families koorts en kortademigheid het werk moest tenminste 51 tyfusgevallen ‘op haar kerfstok’ had. opgeven, werd Sam opnieuw koortsig. Nu waren zijn klachten pulmonaal en In 1946 kregen 14 gasten van een bruiloftsdiner in een Amsterdams hotel ‘de tyfus’. onstuitbaar. Twee dagen later overleed hij, Ook deze uitbraak kreeg de nodige aandacht omdat 4 van de patiënten, afkomstig uit op 4 november, precies één week voor het gegoede familie, de infectie niet overleefden. Alle zieken bleken haring te hebben officiële einde van de eerste wereldoorlog. gegeten. Opnieuw was een vis de boosdoener! De bron van infectie bleek niet de ha- Het verhaal gaat dat ook de verpleegster ringboer zelf, maar zijn schoonmoeder. Deze woonde bij hem in huis en hielp met het het niet redde. Zij en Sam waren twee van ‘schoonmaken’ van de vis. de vele jonge slachtoffers van de ‘Spaanse ziekte’, later bekend als de Spaanse griep. Terug naar Sam. Niemand weet of de diagnose bij hem microbiologisch bevestigd werd. Maar de artsen in die tijd vertrouwden op hun klinische blik en konden de ziekte ge- In de zomer van 1918 werden de eerste Nederlanders getroffen door deze ziekte, die makkelijk herkennen als ze deze vaker hadden gezien. Want de kliniek van buiktyfus is toen nog niet zo dodelijk leek. De griep sloeg pas echt hard toe in de maanden oktober kenmerkend, zoals ik zelf in Afrika heb geleerd. Anders dan bij andere salmonella infec- tot en met december. In die maanden overleden 27.000 mensen, veelal jongeren tus- ties hebben tyfus patiënten op het moment van opname vaak al dagen geen ontlasting sen de 20 en 40 jaar, in totaal 4,1 op de 1000 inwoners van Nederland op dat moment. meer gehad. Ondanks de hoge koorts, tot boven de 40oC, voelt de huid meestal droog De sterfte was vooral hoog in de armere gemeenten met slechte woonvoorzieningen. en is de pols zwak en minder snel dan verwacht: relatieve bradycardie. De ademhaling Mede daarom waren Drenthe en Groningen de provincies met de hoogste sterfte van is oppervlakkig en snel, de patiënt ligt apathisch op z’n rug in bed. De gezichtsuitdruk- respectievelijk 8,5 en 5,9 per 1000. king die hierbij hoort wordt wel ‘facies typhoïdea’ genoemd. Voordat er antibiotica beschikbaar kwamen was de sterfte 1 op 10, met een gemiddeld slechter beloop bij Maar ook in ziekenhuizen sloeg de Spaanse griep hard toe, zoals de geschiedenis van manlijke dan vrouwelijke patiënten. Een reden hiervoor heb ik nooit gehoord. In Afrika Sam illustreert. Hoogst waarschijnlijk was het de jonge verpleegster die Sam heeft is het zaak rekening te houden met het optreden van darmperforatie. Hoor je geen besmet. Het was een ‘nosocomiale’ infectie die hem fataal werd. darmgeruisen meer, dan moet de buik open. In de familie van Sam leefde de overtuiging dat de oorzaak van de besmetting lag bij Al zijn de gevolgen vandaag de dag te overzien, nog steeds worden zo nu en dan de aardappels die hij at in zijn kleuterklasje. Waarschijnlijk is hier geen enkel bewijs patiënten door artsen en verpleegkundigen met Influenza besmet. Vandaar de jaarlijkse voor geweest, maar het verband met voedsel was bekend en thuis kon hij dit niet griepvaccinatie voor gezondheidswerkers, waarmee geprobeerd wordt dit risico te opgelopen hebben. In het ziekenhuis werd Sam goed verpleegd, meestal door dezelfde verkleinen. jonge verpleegster. Onvoorstelbaar in deze tijd is dat Sam 5 weken lang koorts bleef houden. Maar daarna leek hij de bocht te nemen. InfectieBericht dec-12_v2.indd 26-27 18-12-2012 15:11:50 28 26 29 Medische staf Gunnar Andriesse, arts-microbioloog Medische microbiologie Scheper Ziekenhuis Emmen (0591) 69 10 85 René Benne, arts-microbioloog Klinische virologie en immuuntechnieken centrale vestiging LvI en medische ­microbiologie Martini Ziekenhuis Groningen (050) 524 52 45 Astrid Bielefeld-Buss, arts-microbioloog Medische microbiologie Wilhelmina Ziekenhuis Assen (0592) 32 54 97 en medische microbiologie centrale vestiging LvI Barbara Kesztyüs, arts-microbioloog Medische microbiologie Refaja Ziekenhuis Stadskanaal (0599) 65 46 54, Ommelander Ziekehuis Groep locatie Delfzicht, Delfzijl (0596) 64 44 44 en medische microbiologie centrale vestiging LvI Mirjam Kooistra-Smid, medisch moleculair microbioloog Moleculaire diagnostiek centrale vestiging LvI Bart Meijer, arts-microbioloog Medische microbiologie Ommelander Ziekenhuis Groep locatie Winschoten (0597) 45 91 11 en bacteriële serologie centrale vestiging LvI Glen Mithoe, arts-microbioloog Klinische virologie en immuuntechnieken centrale vestiging LvI en medische ­microbiologie Martini Ziekenhuis Groningen (050) 52 452 45. Op 11-11-1918 werd de WO-I wapenstilstand getekend in een treinwagon bij het bos van Compiègne door Maarschalk Foch, met wandelstok, en de Britse officieren Hope (meest rechts) en Wemyss (midden). Hoewel de capitulatie om 5 uur getekend werd sprak men af de strijd (om symbolische redenen) pas om 11 uur te staken. In de tijd tussen 5 en 11 uur tijd vielen aan beide kanten nog vele slachtoffers. InfectieBericht dec-12_v2.indd 28-29 Lieke Möller, arts-microbioloog Medische microbiologie Martini Ziekenhuis Groningen (050) 524 52 45. 18-12-2012 15:11:52 30 33 31 Alewijn Ott, arts-microbioloog Medische microbiologie Wilhelmina Ziekenhuis Assen (0592) 32 54 97 en medische microbiologie centrale vestiging LvI Maike Persoons, arts-microbioloog Medische microbiologie Scheper Ziekenhuis Emmen (0591) 69 10 85 en Röpcke Zweers Ziekenhuis in Hardenberg (0523) 27 65 23 Eveline Roelofsen, arts-microbioloog Medische microbiologie Scheper Ziekenhuis Emmen (0591) 69 10 92/1085 en Ziekenhuis Bethesda Hoogeveen (0528) 28 64 31 Caroline Roozendaal, immunoloog Medische immunologie, UMCG en LvI Joop Schellekens, arts-microbioloog Medische microbiologie Diaconessenziekenhuis in Meppel (0522) 23 33 41, en Ziekenhuis Bethesda Hoogeveen (0528) 28 64 31 Willem Vogels, arts-microbioloog Medische microbiologie Martini Ziekenhuis Groningen (050) 524 52 45 De centrale vestiging van het LvI is te bereiken via telefoonnummer: (050) 521 51 00 InfectieBericht dec-12_v2.indd 30-31 18-12-2012 15:11:52 Colofon Redactie E-mail Ontwerp Vormgeving Druk Matthijs Berends, Stefanie Bokma, Barbara Kesztyüs en Alewijn Ott [email protected] Open communicatiebureau Stefanie Bokma Drukkerij WM Veenstra, Groningen Laboratorium voor Infectieziekten Van Swietenlaan 2 9728 NZ Groningen Telefoon Fax Website (050) 521 51 00 (050) 527 14 88 www.infectielab.nl Openingstijden Ma t/m vr 08.30 - 17.00 uur Za en zo Alleen spoeddiagnostiek De dienstdoende arts-microbioloog is bereikbaar via de telefooncentrale van het ziekenhuis in uw regio. InfectieBericht dec-12_v2.indd 32 18-12-2012 15:11:52