Humberto Tan `Integratie is tweerichtingsverkeer`

advertisement
Humberto Tan
‘Integratie is tweerichtingsverkeer’
Het een zeggen, het ander uitstralen: als het gaat om de zozeer nagestreefde
integratie wordt door de Nederlandse overheid met de mond een nieuwe
lente beleden, terwijl het hart in de greep blijft van een strenge winter. Tvpresentator Humberto Tan maakt zich oprecht zorgen over deze kille wind
die door ons land waait. In zijn eigen woorden: ‘Er heerst in Nederland een
soort gedwongenheid. We moeten alles zonodig met elkaar. Wat een onzin.
Ik wil niet alles met iedereen doen, daar heb ik helemaal geen zin in. Ik wil
niet eten wat jij eet, ik wil niet drinken wat jij drinkt. Ik praat met wie ik wil
praten en ik vrij met wie ik wil vrijen. En verder houd ik mij aan de wettelijke regels en de omgangsvormen, want dat is de basis van elke samenleving.
Maar alleen Nederlands praten in de openbare ruimte? Kijk, als je achter
een balie zit, begrijp ik dat, dan is het functioneel, maar voor de rest...’
Op zijn derde vertrok Humberto met moeder, broers en zus naar Nederland. In
retrospectief zegt de nu veertigjarige tv-presentator: ‘Van die emigratie herinner
ik mij hoegenaamd niets. De belevingswereld van zo’n jong kind is die van het
gezin, en zolang je dat als een warm bad ervaart, maakt de verblijfplaats niet uit.
Waar je huis is, is je thuis; zeker op die leeftijd. Verhuis je later, pakweg vanaf je
lagereschooljaren, dan zal dat wellicht anders liggen, maar als ik aan Suriname
denk, denk ik niet in termen van “mijn moederland” of zo. Ik heb een Surinaamse achtergrond, maar ben opgegroeid in Nederland, op een Nederlandse
school met Nederlandse kinderen en Nederlandse leraren. Nederland voelt als
mijn land. Net zoals Suriname trouwens, want ik ga er wél graag naartoe, ik
kom er immers wél vandaan, en dat koester ik ook.’
Familiegevoel
Wat betekent Suriname voor hem? Tan: ‘Die persoonlijke achtergrond uit zich
in verschillende lagen. De eerste laag is voeding. Zeg maar: rijst in plaats van
aardappelen. De tweede laag is taal. Behalve Nederlands spreken Surinamers
hun eigen taal. Daarin kan ik mijn gevoelens beter uitdrukken, bijvoorbeeld via
muziek. De derde en diepste laag is de innerlijke laag. Het gevoel van verbondenheid, een ander en breder familiegevoel. Een vriend of vriendin van mijn
vader of moeder is sneller een oom of een tante. Strikt genomen zijn ze dat niet,
maar zo noem ik hen wel. Voor een buitenstaander soms verwarrend, maar voor
ons is dat heel normaal.’
176
sport_intergratie_06102006.indd 176
sport en kennis
6-10-2006 15:44:01
sport en kennis
sport_intergratie_06102006.indd 177
177
6-10-2006 15:44:08
‘Men schets een supereenzijdig
beeld van de Bijlmer.’
Schijnwerpers
‘In Suriname ben je als persoon met een kleurtje een van de velen. In
Amsterdam ook, maar niet in Ede en ook niet in Sittard. Daar val je altijd
op. Niet omdat ik met mijn hoofd op televisie kom, maar als persoon. En ik
ben ervan overtuigd dat de meeste mensen liever niet opvallen. Dat is toch
anders rondlopen, hoor. Niet per se slechter, maar wel anders. Als het goed
is, zou je daarvan nog profijt kunnen hebben, maar als je iets verkeerds doet,
sta je meteen in de schijnwerpers. Anders gezegd: je kunt je nauwelijks op een
neutrale manier door zo’n samenleving bewegen. Omdat je anders bent, ben
je zichtbaarder en wordt het oordeel over jou sneller gevormd. Dat kan een
bepaalde druk met zich meebrengen, met name als je met jongeren te maken
hebt met wie het niet goed gaat. Jongeren die een slecht zelfbeeld hebben,
jongeren die een slecht toekomstbeeld hebben of jongeren die slechte ervaringen opdeden. In dat opzicht kan sport helpen, met name om het zelfbeeld
van jongeren te versterken. Zo van: er is in ieder geval één terrein waaraan ik
niet alleen plezier beleef maar waarop ik ook gewaardeerd word om wat ik doe
en niet om wie ik ben. Dat is het non-discriminatoire van sport. Om die reden
zie je in diverse samenlevingen sociale onderlagen excelleren in sport. Want
alleen dáár weet je: als ik talent heb en mijn stinkende best doe, weet ik zeker
dat ik er kom. In de dagelijkse maatschappij geldt: als ik talent heb en keihard
knok, kom ik er misschien. Dan spelen er namelijk zoveel andere factoren een
rol. Soms ongrijpbaar, soms oneerlijk en soms simpelweg omdat je achtergrond
verschilt van die van de meerderheid. Een voorbeeld: in alle bescheidenheid
durf ik te zeggen dat ik zelf tamelijk hoogopgeleid ben - ik heb rechten gestudeerd - maar onlangs deed ik mee aan een spelletje. Een van de vragen van
de quizmaster was: noem vijf andere woorden voor politieagent. Ik kwam tot
smeris, maar van wout, dienstklopper, klabak of juut had ik nog nooit gehoord.
Die termen vallen buiten de Surinaamse belevingswereld. In dat opzicht heb ik
dus een kennisgat. Nogmaals: bij mij is dat gat - hoop ik - niet zo schrikbarend,
maar als je kennisachterstand wél aanzienlijk is, kun je je in deze samenleving
heel onbeholpen voelen. Dat kan iemand erg onzeker maken en heeft niets
van doen met een gebrek aan intelligentie, maar alles met een sociaal-culturele
achterstand.’
Bijlmerbajes
In een eerder interview gaf Humberto Tan blijk van zijn ergernis over het feit
dat de Bijlmermeer altijd als probleemwijk wordt afgeschilderd. ‘Met name de
media voeden dat vooroordeel, terwijl ik daar gewoon een heel gelukkige jeugd
heb doorgebracht. Men schetst een supereenzijdig beeld. Vaak onvolledig en
178
sport_intergratie_06102006.indd 178
sport en kennis
6-10-2006 15:44:08
’In mijn ogen grenst het
aan haat zaaien.’
niet zelden niet-feitelijk. Ik herinner me nog dat de Bijlmerbajes werd geopend.
Ik was een jongetje van een jaar of tien en dacht: “Hoezo Bijlmerbajes? Als ik
daar met de metro heen ga, kom ik eerst langs Diemen-Zuid, vervolgens langs
Duivendrecht en uiteindelijk zie ik dan pas die gevangenis. Waarom heet dat
gebouw geen Duivendrechtbajes?” Zo denk ik er nog steeds over. Bijlmerbajes
is een stigmatiserende naam, want dat ding staat helemaal niet in de Bijlmer.
Daarmee zeg ik niet dat de Bijlmer geen problemen kent. Natuurlijk zijn die
er wel, want de sociale onderlaag leeft daar, maar die problemen vind je ook in
andere wijken en steden.’
Kansarm
Termen als integratie en inburgering, speelden die een rol in Tans jeugd? ‘Nee.
Pas geleden hebben we nog een reünie gehad van onze lagere school. Vijfde
en zesde klas. Een vrij gemêleerd gezelschap, zowel sociaal - van arbeiders- tot
dokterskinderen - en etnisch - van Zuid-Afrikaans tot Surinaams - als qua
geslacht - de verhouding was ongeveer de helft jongens en de helft meisjes. Niettemin denk ik dat je die klas nu een zwarte klas zou noemen. Waar ik me in de
huidige discussie aan stoor, is dat veel kinderen van zogeheten zwarte scholen
worden weggezet als kansloos. In feite worden die kinderen afgeschreven. Maar
ze zijn niet kansloos. Ze zijn kansarm en dat is een essentieel verschil. Kansarm
wil zeggen dat de mogelijkheid nog wel degelijk bestaat om jezelf uit die
achterstandssituatie te werken of dat je kunt worden geholpen om je daaraan
te ontworstelen. Kansloos betekent min of meer: “Je zit hier nu weliswaar op
school, maar zodra je je vmbo-diploma hebt, ben ik gelukkig van je af ”. Dat
is de mentaliteit die ik tegenwoordig proef. In mijn tijd in de Bijlmer speelde
die discussie helemaal niet, gingen we gewoon als vrienden en vriendinnen met
elkaar om. Misschien komt dat ook wel omdat het voor Surinamers makkelijker
is om zich aan te passen aan de Nederlandse samenleving dan voor Turken of
Marokkanen. Dat heeft met twee dingen te maken: taal en geloof. Veel Surinamers spreken Nederlands en zijn katholiek of protestant. Aansluiting vinden
bij de hier geldende mores, vormt voor hen geen enkel probleem. Voor Turken
en Marokkanen ligt dat een stuk moeilijker. Bovendien is het klimaat er hier in
de afgelopen jaren bepaald niet milder op geworden. Als ik minister Verdonk
van Vreemdelingenzaken en Integratie een balletje hoor opgooien over het
verbieden van andere talen dan het Nederlands in de openbare ruimte, denk ik:
hoe durf je? Bij het absurde af. Ze wil daarmee het Arabisch laten verstommen,
maar vergeet dat ze dat ook doet met het Zweeds, Duits, Frans of Portugees.
Paniekvoetbal, zeg je? Ik vind het gevaarlijker dan dat. In mijn ogen grenst het
aan haat zaaien. De overheid moet staan voor eendracht. De Nederlandse over-
sport en kennis
sport_intergratie_06102006.indd 179
179
6-10-2006 15:44:08
Sport en Kennis
Deze preview is een gedeelte uit het boek:
Hinderlijk buitenspel
Sport als motor van integratie?
Meer informatie
Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl
Download