6 Boek M Inspi 2.0.indd 6 10-7-2012 16:24:29 Schepping Ik lag midden in de nacht op mijn rug in een weiland en tuurde naar de sterrenhemel. Was tien jaar oud. Wat is er achter deze onmetelijke hoogte of diepte? Is dat God? Wie kent zichzelf? Wat is goed en wie doet goed? Door geloof zie ik in dat alles door God geschapen en geordend is. Schepping en orde. En dat alles door het woord en uit het onzichtbare is ontstaan. Bij een hunebed fantaseerde ik over ruige mannen gekleed in dierenhuiden die een groots ritueel uitvoerden. Als jochie probeerde ik te graven in de oertijd. De eerste mens, de eerste dieren, planten, het eerste begin. Wat of wie was daarvoor? God? Dat is geen natuurkunde of astronomie – geen wetenschap – maar een geloofskeuze. Ook en juist als de wetenschap de schepping bestudeert. Geloven in de schepping is een oprechte en even geldige mogelijkheid. Even oprecht als de keuze om daar niet in te geloven. Ook dat is geloof. Mijn keuze voor schepping verwondert me, roept om een antwoord en maakt mij dankbaar. Mijn verwondering heeft een adres gekregen: de Schepper. God vindt mijn bestaan zinvol en dat geeft zin. Te weten dat alles voortkomt uit een goed begin en zal uitmonden in een nieuw begin, dat inspireert mij. In mijn puberteit dacht ik: Wie ben ik dat ik kan vragen wie ik ben? Ik weet dat ik op weg ben om ooit weg te zijn. En later: Hoe komt het dat ik weet van goed en slecht, waarheid en leugen, liefde en haat. Waarom ben ik me daar allemaal van bewust? Is dat God? Wie was er bij het begin? Wie weet wat zich achter het uitgestrekt heelal bevindt? Hebreeën 11:3 7 Boek M Inspi 2.0.indd 7 10-7-2012 16:24:29 Eerste dag Ik word uitgedaagd door de zin: Gods geest zweefde over het water. Die woorden roepen mij op om niet alleen stil te staan bij wetenschappelijke vragen over wat en hoe, maar meer de grote vraag over waarom en waartoe alles er is en ik er ben. geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen’, en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods Genesis 1:1-5 8 Boek M Inspi 2.0.indd 8 10-7-2012 16:24:29 9 Boek M Inspi 2.0.indd 9 10-7-2012 16:24:32 Hemelgewelf Waar komt de hemel vandaan? Hoe kregen wij een dak boven ons hoofd? Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. God maakte een tent om in te wonen! Kinderen roepen: ‘God maakte een tent om in te wonen! Dat is Tov!’ Genesis 1:6-8 10 Boek M Inspi 2.0.indd 10 10-7-2012 16:24:32 11 Boek M Inspi 2.0.indd 11 10-7-2012 16:24:35 Land en zee God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. Op de derde dag gaat het feest pas echt beginnen. De doodse aarde wordt gevuld met leven. Bomen en planten. Tulpen, rozen en vergeet-mij-nietjes. In miljoenen geuren en kleuren. De geboorte van banaan, aardbei, mango en noem maar op. Fantastisch! Daarom trouwen joden graag op dinsdag, de dag van de vruchten. En ook omdat God op die derde dag twee keer zag dat het goed was. Goed! Tov! God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen, de derde dag. Genesis 1:9-13 12 Boek M Inspi 2.0.indd 12 10-7-2012 16:24:35 13 Boek M Inspi 2.0.indd 13 10-7-2012 16:24:37 14 Boek M Inspi 2.0.indd 14 10-7-2012 16:24:39 15 Boek M Inspi 2.0.indd 15 10-7-2012 16:24:41 Lichten lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. Na drie dagen was het casco klaar. Op de vierde dag moest het licht opgehangen worden aan het plafond, het hemelgewelf. Vreemd idee: Licht dat gedragen moet worden. Waar is de weg naar de oorsprong van het licht? Wie is de oorsprong van het licht? De Vader van de lichten? God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als Genesis 1:14-19 16 Boek M Inspi 2.0.indd 16 10-7-2012 16:24:41 17 Boek M Inspi 2.0.indd 17 10-7-2012 16:24:43 Vissen en vogels Op de vijfde dag vulde God de hemel boven met vogels en de zee onder met vissen. Uit een licht zie ik ze opkomen: duizenden levende, fladderende, krioelende wezentjes. In de lucht en in het water. Ze vliegen en zwemmen het decor in. Onmetelijk spel van omhoog cirkelende vogels langs het hemelgewelf, en hun boog naar beneden op zoek naar de watergrens. Wat is dat daar onder ons? De vissen wemelen in het eindeloze water en zoeken de luchtgrens: wat is dat daar boven ons? Op het punt waar vogels het water raken en vissen de lucht willen verkennen, ontmoeten ze elkaar in een vogel-vissenzoen. God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag. Genesis 1:20-23 18 Boek M Inspi 2.0.indd 18 10-7-2012 16:24:44 19 Boek M Inspi 2.0.indd 19 10-7-2012 16:24:46