-Essentie van de bureaucratie geven van Weber en de kritiek van Crozier. -OCMW. Functionele deconcentratie of decentralisatie? -Vlaamse infolijn (artikel) en dan moest je daarop de burgerrolen en de kwaliteitsmaatstaven toepassen. -Dan nog meerkeuzevragen en begrippen (interne verzelfstandiging, interactief beleid, PSM...). -En nog een toepassingsvraag. Een artikel over benoemingen. 1. Geef de rollen die de burger kan aannemen tov de overheid. Probeer hierop een theorie uit de cursus toe te passen. (moeilijk) 2. Het OCMW is een vorm van a) functionele decentralisatie of b) deconcentratie en verklaar waarom. 3. een artikel over politieke benoemingen & over de verhouding kabinetten <-> administratie. geef er commentaar op vanuit inzichten uit de les/cursus. 10 meerkeuzevragen 5 begrippen: interne verzelfstandiging, PSM, robuustheid, openbaarheid, effectiviteit 008: -Essentie van de bureaucratie geven van Weber en de kritiek van Crozier. -OCMW. Functionele deconcentratie of decentralisatie? -Vlaamse infolijn (artikel) en dan moest je daarop de burgerrolen en de kwaliteitsmaatstaven toepassen. -Dan nog meerkeuzevragen en begrippen (interne verzelfstandiging, interactief beleid, PSM...). -En nog een toepassingsvraag. Een artikel over benoemingen. 2009 1. Geef de rollen die de burger kan aannemen tov de overheid. Probeer hierop een theorie uit de cursus toe te passen. (moeilijk) 2. Het OCMW is een vorm van a) functionele decentralisatie of b) deconcentratie en verklaar waarom. 3. een artikel over politieke benoemingen & over de verhouding kabinetten <-> administratie. geef er commentaar op vanuit inzichten uit de les/cursus. 10 meerkeuzevragen 5 begrippen: interne verzelfstandiging, PSM, robuustheid, openbaarheid, effectiviteit 3 open vragen: 1e vraag: ging over bargains theorie van Hood en Logde (staat dus blijkbaar in de slides) en illustreren met een voorbeeld uit lokale, regionale of federale overheid 2e vraag: is de VDAB een voorbeeld van deconcentratie, functionele decentralisatie of ....(ben derde mogelijkheid vergeten) + uitleg 3e vraag: de voor- en nadelen van een interactief beleid 4 begrippen uitleggen in +- 5 regels: - public service motivation - robuustheid - effectiviteit - passieve openbaarheid van bestuur 20 (moeilijke!) meerkeuzevragen mét giscorrectie 1. Leg het verband tussen het Dichotomy-Duality model van Svara en het model van Woodrow Wilson uit en bespreek. 2. Artikel over politieke benoemingen. In welke mate bevindt zich hier het merit-principe? Geef de gevolgen van politieke benoemingen in het licht van het artikel 3. Geef aan hoe Weber gezag met de bureaucratie verbindt en geef de gevolgen voor de positie van de individuele ambtenaar weer 4. Leg volgende begrippen uit in +- 5 regels per antwoord Kameralistiek Maddensdoctrine Bounded rationality A. Wat is territoriale decentralisatie niet volgens de bestuurskunde? Meer bureaucratie Politieke decentralisatie Spreiding van bevoegdheden Erkenning territoriale eenheid B. Agentschap Welzijn is een IVA zonder rechtspersoonlijkheid IVA met rechtspersoonlijkheid Publiekrechtelijk EVA Privaatrechtelijk EVA C. Lange Wapper is een contradictie tussen Sigma en Theta Sigma en Lambda Theta en Lambda Geen van bovenstaande D. Het New Public Management beoogde Eerst lambda daarna sigma waarden Eerst theta daarna sigma waarden Eerst sigma daarna theta waarden Eerst theta daarna lambda waarden E. Wat is een voordeel van het Easton model Rekening houden met interne processen Rekening houden met interne structuren Nuttig voor het analyseren van problemen F. Vraag over Patrick Vanhamme: gebiedsgericht beleid G. Definitie ontwikkelcirkels H. Wie is er bevoegd voor persoonsgebonden materies in Brussel Gemeenschappelijke gemeenschapscommissies Vlaamse en Franse gemeenschap Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. De participatieve stijl Bestuur en participant werken samen Bestuur beslist maar participant mag ideeen en oplossingen geven Bestuur beslist maar participant geeft vrijblijvende commentaar Participant kan meebeslissen binnen randvoorwaarden J. Wat is geen kenmerk van de bureaucratie van Crozier Strata-vorming Parallelle machtsverhouding Macht van het middenkader Centralisatie beslissingen K. Wat is geen kenmerk van de Copernicushervorming Organisatiecultuur Managementcultuur Nieuwe manier van werken Rol van vakbonden L. De Raad van State is college binnen de RM college binnen de WM college binnen de UM Gespecialiseerd rechtscollege buiten de RM, WM en UM M. De term satisfying behaviour is afkomstig van Robert Dahl Woodrow Wilson Herbert Simon N. Wat klopt niet in verband met het Principaal-Agent principe Verbonden met begrippen als Informatie-asymmetrie leidt dat parlement meer op de hoogte is dan burger Principaal handelt uit eigen belang en de Agent volgt hem O. Vraag over economische en politieke autoriteit, wat is juist Als political authority afneemt hebben bedrijven meer macht over hun inkomsten Als economic authority toeneemt heeft publieke overheid meer macht over hun inkomsten 1) onderscheid publiek privaat, wisselwerking en spanningsvelden 2)artikel over vernietiging GGO aardappelen. burgerrol en houding burger tov overheid bespreken 3)zelf voorbeeld ( niet uit cursus ) geven van sigma vs theta op maatregel niveau 4) begrippen : procureur generaal, facts/interest image, intraoutputs, dichotomy volgens wilson 5) 10 meerkeuzevragen waaronder easton, weber, hegelian, ...