Je weet dat ontwikkelingslanden vroeger vrijwel uitsluitend grondstoffen uitvoerden en eindproducten importeerden, maar dat er tegenwoordig een verschuiving gaande is naar de uitvoer van arbeidsintensieve industrieproducten (assemblage-industrie). Je weet dat naar mate een land welvarender is, de primaire en de secundaire sector kleiner worden en de (moderne / westerse) tertiaire sector groeit. Je weet ook dat de grote informele sector (als deel van de tertiaire sector) dit beeld behoorlijk kan verstoren ! Je kunt de kenmerken van de primaire, secundaire en tertiaire sector in Indonesië beschrijven en verklaren. Je kunt de veranderingen in de economie (economische sectoren) sinds 1980 beschrijven en verklaren als een gevolg van globalisering. De verdeling van de beroepsbevolking over de verschillende sectoren en de bijdrage hiervan aan het BBP. % 2006 %BBP 2006 Primaire sector Landbouw, bosbouw, jacht, visserij Mijnbouw 52,5% 44% 8,5% 13,4% Secundaire sector Industrie Ambacht, bouwnijverheid 17,1% 12,3% 4,8% 45,7% Tertiaire sector Handel en horeca Overige 30,4% 19,9% 10.5% 40,9% Welke conclusies kan je trekken t.a.v. de welvaart van Indonesië? Bosbouw is een belangrijke deviezenbron Exportvalorisatie = industriële bewerking van een ruwe grondstof of halfproduct voordat het wordt uitgevoerd. Motivatie: -meer inkomsten (door hogere toegevoegde waarde) -werkgelegenheid Mijnbouw -Door buitenlandse maatschappijen Die leveren de techniek en de investering ! -Veelal in dagbouw grote ingreep in milieu Delfstoffen en conflicten. Oplossing? Meer regionale zeggenschap De landbouw Bevolkingslandbouw - voedingsgewassen - geringe bedrijfsgrootte Plantagelandbouw - handelsgewassen - grootschalig Plantages -Opgezet in de koloniale tijd -Toepassing van wetenschappelijke kennis, gebruik van machines, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen -Exportgericht -Relatief weinig arbeiders -Vooral op Sumatra -Producten: rubber, koffie, palmolie, tabak, thee, kopra, cacao, peper en andere specerijen Rijstbouw Natte rijstbouw: -zuidoostelijke eilanden (incl.Java) -sawa’s Droge rijstbouw: -buitengewesten -tegalan Ladang landbouw -In het oerwoud -Deel van de vegetatie weghalen; de rest verbranden -In de as zaaien, poten of planten Zie ook artikel in WB ! -Slechts enkele jaren bruikbaar Agrarische transitie (verandering: traditioneel modern) = Gevolg van de Groene Revolutie: Groene revolutie: Moderne productiemiddelen (machines i.p.v. mens- en dierkracht, kunstmest, bestrijdingsmiddelen) Gebruik van wetenschappelijke landbouwkundige inzichten (bijvoorbeeld: nieuwe rijstsoorten) -Gevolgen van Groene Revolutie: Afname v/h aantal arbeiders in de landbouw Hogere mechanisatiegraad Toename bedrijfsgrootte Meer investeringskosten Dus: - grotere tegenstelling tussen de grote boeren ↔ arme keuterboeren - migratie naar de steden