Vleugelprofiel: Zijaangezicht van een “doorgesneden” vleugel. Koorde = de lijn die het voorste punt vh profiel verbindt met het achterste punt. a b c IAS à CAS à TAS à GS A = positiefout B = ñ correctie C = invloed wind Asymetrisch profiel: Grotere welving aan de bovenzijde, koorde en welvingslijn vallen niet samen (positieve welving). Symetrisch profiel: Boven- en onderzijde hebben dezelfde welving, minder liftprod. 3 assen grijpen om het zwaartepunt: Langsas: verbinding tussen staart en neus vd romp. Dwarsas: Verbinding tussen vleugeltippen, loodrecht op de langsas. Topas: Loodrecht op langsas en dwarsas. Rollen = beweging om de langsas (rolroeren) Stampen = beweging om de dwarsas (hoogteroer) Gieren = beweging om de topas (richtingsroer) gieren resulteert in rollen (haakeffect) rollen resulteert in gieren (weerhaan) Linkerbocht: linker rolroer gaat omhoog, rechter rolroer gaat omlaag Bij links voeten ontstaat bij het kielvlak (achterin) een welving. Gevolg = onderdruk, staart gaat naar rechts. Laminaire grenslaag: luchtdeeltjes schuiven in lagen over elkaar en volgen het profiel Turbulente grenslaag: luchtdeeltjes verplaatsen zich horizontaal én verticaal (toename weerstand) Omslagpunt: laminaire grenslaag gaat over in turbulente grenslaag. Horizontaal vliegen: Lift = gewicht. Invalshoek verkleinen bij minder gewicht of minder vermogen geven. De beste lift/weerstand = 4 o hoek Vliegtuigcatagorieën: N = Normal, belastingsfactor ca. 3,8 U = Utility, belastingsfactor ca. 4,4 A = Acrobatic, belastingsfactor ca 6,0 Tegengaan v. haakeffect: Frise rolroeren: meer weerstand omhooggaand rolroer t.o.v. buitenvleugel. Differentiaal rolroeren: uitslag van omhooggaand rolroer = groter dan neergaand rolroer. Standaard atmosfeer: - Temp. op msl = +15o c - Temp. afname = 2o c/1000ft - Druk op msl = 1013.25 Pa Luchtdichtheid = 1.225kg/M 3 1 hPa drukverschil = 27ft hoogteverschil Dynamische druk (½ ñ V2): ñ (Rho)= ½ M(assa) x V2 (snelheid) V(olume) ñ (Rho) neemt af bij: Grote hoogte Hogere temp. Welvingslijn: lijn die punten verbindt waarvan afstand tot boven- en onderkant even groot zijn Rem checks: geen slijtage, roest op remschoenen en schijven Voldoende remvloeistof Geen lekkage (rood) Intrekken landingsgestel: In de vleugels In de romp In gedeelte motorruimte Intrekken en neerlaten door: electrisch hydraulisch Bij niet werken van hydr. systeem vallen de wielen eruit (free fall system) Liftformule: L = ½ ñ x V2 x CL x S Kritieke invalshoek: CL bereikt α kritiek (hoek van +/- 16o), maximale coëfficient lift. CL is afhankelijk van profielwelving en invalshoek Wegvallen van lift bij: minimale snelheid en maximale invalshoek Éénparige rechtlijnige horizontale vlucht: Lift is gelijk aan doch tegengesteld aan gewicht, trekkracht is gelijk aan doch tegengesteld aan weerstand Trekkracht = Propeller Weerstand = resultaat windstroming Lift = resultaat profielstroming Gewicht = resultaat zwaartekracht Aerodynamish uitbalanceren door: 1. Balansvlak (balance tab) 2. Hoornbalans 3. stabilator met anti-balansvlak Hulpstuurvlakken vliegtuig: Trimvlakken, hoogteroer richtingsroer, rolroer Propeller vliegtuig draait rechtsom. Profiel propellerbladen identiek aan vleugelprofiel. Bij toename trekkracht: neus omhoog en naar links. Grondeffect: eerdere lift-off als gevolg van downwash+tipwervels TORA: Take off runway available Vanaf start tot een hoogte van 50ft TODA: Take off distance available Totaal te gebruiken ruimte om tot 50ft hoogte te kunnen komen Clearway: obstakel vrij gebied in verlengde van startbaan ASDA: Accelerated stop distance Ruimte om na start tot stop te komen Toda+Asda = incl. gebruik clearway Static port: Meten van: - Snelheid (ook op pitot) - Hoogte - Stijg-/daalsnelheid Instelhoek: Hoek tussen vleugelkoorde + langsas Invalshoek: Hoek waaronder ongestoorde luchtstroom de koorde raakt Standhoek: Hoek tussen langsas + horizon Geï nduceerde weerstand : ontstaat als gevolg van lift, langzaam vliegen (meer weerstand, drukpunt verplaatst naar voren). S chadelijke weerstand: ontstaat door snel vliegen Gewicht x Arm = Moment (M=GxA) Arm = Moment : Gewicht (A=M/G) Belastingsfactor (G) = Lift Gewicht Veilgheids(safety)factor = 1,5 op de limit load factor Ongestoorde luchtstroom (resulterende luchtstroom) = resultante van voorwaartse en verticale beweging van het vliegtuig Versnelling v.e. luchtstroming om een positief gewelfd vleugelprofiel levert onderdruk op, hierdoor ontstaat lift aan de bovenkant (resulterende kracht=R). Snijpunt van R met de koorde = drukpunt (geen vast punt) Vleugeloppervlak (S): Tip + Wortel = Gemiddelde 2 koorde Spanwijdte=vleugels van tip tot tip Spanwijdte x gem.koorde = S Flutter: drukverandering om de vleugel als gevolg van verandering in invalshoek, vleugel gaat trillen. Roer slaat uit in tegengestelde richting van de beweging van de vleugel. Haakeffect: buitenste rolroer verandert profiel zodanig dat de welving vergroot wordt, hierdoor toename van lift, meer lift = meer weerstand. Flaps+Slats: verhoging CLMAX, verlaging overtreksnelheid (VMIN / VS) Luchtstroming ondergaat extra versnelling en afbuiging. Grenslaag beï nvloeding door normale klep en spleetklep. Laatstgenoemde biedt hogere CLMAX Problemen zogturbulentie: -Ongewild rollen -Raakt overtrokken -Hoogteverlies/vermindering snelheid -Overschrijding toegestane belasting t.o.v. “heavy” classificatie: geadviseerde tijdseparatie = 3 min. geadviseerde afstand = 5 á 6 nm Vleugel overtrekt eerder aan de binnenzijde vd vleugel door: -Welving verandering -Instelhoek verandering Vleugelwrong: Instelhoek van vleugel neemt rompwaarts toe. High speed stall: abrupt optrekken uit rechtlijnige vlucht. 1e wet newton: bewegend lichaam gaat rechtdoor met constante snelheid 2e wet: richtingsverandering vereist kracht 10% minder gewicht = 20% minder benodigde startlengte. 20% extra door droog kort gras,15cm 25% extra door nat kort & lang droog 30% extra door lang nat gras, >15cm Lift en IAS zijn gebaseerd op dynamische druk (½ ñ x V2) Bij een klimmende bocht zal de buitenvleugel het eerst overtrekken. Slow flight: hoge invalshoek, veel vermogen (snelheid 65 knts). Tijdens bochten toename belastingsfactor, nooit meer helling dan 10 o Glijvlucht: vlucht met gas dicht Glijhoek = hoek tussen vluchtbaan en horizon (ook wel daalhoek of baanhoek). Horizontale glijafstand 12.000ft met 1000ft hoogteverlies = glijhoek 1:12 (zweefvliegtuig = 1:30). Sliphoek: hoek tussen langsas en vliegrichting => scheve aanblazing van pitot/static port, hierdoor minder betrouwbare snelheidsmeting. Bij vergroting invalshoek => drukpunt verplaatst naar voren. Bij overschrijden alpha-kritiek => drukpunt verplaatst naar achteren Tijdens horizontale vlucht grijpt de lift achter het zwaartepunt. Aangrijpingspunt van trekkracht onder zwaartepunt, weerstand = boven het zwaartepunt Fowler flap: Flap schuift naar beneden en naar achteren (vergroting vleugeloppervlak (S)). VFE: waarde maximum snelheid voor neerlaten flaps en vliegen met flaps. Tipwervel minimalisatie: -Opstaande vleugeltippen (winglets) -Tiptanks -Omlaag gebogen vleugeltippen Liftformule: L = ½ ñ x V2 x CL x S Weerstandsformule: W = ½ñ x V 2 x CW x S Voordeel van lift = nadeel in weerstand. Beste verhouding L/W is een invalshoek van 4 o Overtrek: Met toenemende hoogte altijd dezelfde IAS maar een hogere TAS, overtreksnelheid (ias) is altijd hetzelfde, ongeacht de hoogte VS1 = Flaps volledig UP VS0 = Flaps volledig DOWN Ontstaan tipwervels (vortex): Druk boven de vleugel = lager dan aan de onderkant, luchtverplaatsing via vleugeltippen. Aanstromende lucht buigt naar binnen, aan de onderkant buigt de aanstromende lucht naar buiten (richting vl.tippen) Schadelijke (parasitaire) weerstand: -Wrijvingsweerstand -Vormweerstand -Interferentieweerstand (vloeiplaten) NB: bij stilstaand vliegtuig geen schadelijke weerstand Langsstabiliteit om de dwarsas (herstel van opwaartse windstoot) Richtingsstabiliteit om de topas (herstel van zijdelingse windstoot) Dwars(rol)stabiliteit om de langsas (herstel van rolbeweging door wind) indifferent stabiel vliegtuig raakt uit evenwicht en vindt nieuwe evenwichtstoestand. Rate one turn: 360 o bocht in 2 min. Wingdip: Overtrekken en wegvallen linkervleugel door propeller wind langs de linkerzijde v.h. vliegtuig. Herstel door voetenstuur, tegengesteld rolroer geeft haakeffect. Hier geldt: gieren = rollen! Bepalen windcomponent: - is headwind, + (tailwind) is windmee Slippen: neus naar buiten tijdens bocht. Schuiven: Neus naar binnen VY = beste hoogtewinst per tijd (best rate of climb speed) VX = beste hoogtewinst per afstand (best angle of climb speed) wordt gemeten langs de langsas. Bepalen klim-/stijghoek: Hoogte Afstand Berekening van groudspeed als aanvullende variabele meenemen. Maximum duurvlucht (endurance): TAS waarmee zolang mogelijk in de lucht gebleven kan worden met beschikbare brandstof. De duurvlucht wordt zo laag mogelijk gevlogen vanwege de lagere waarde van ñ Vermogen x tijd = arbeid Snelheid x tijd = afgelegde afstand Arbeid (brandstof) Afgelegde afstand = minimaal Rollen door CL verschillen Gieren door CW verschillen Autorotatie: vliegtuig in een tolvlucht Daalvlucht: Hoogte is gas, snelheid is stick. Per 1000ft hoogteverschil 3 nm grondafstand (zonder wind). Bij een glijdende/dalende bocht zal de binnenvleugel het eerst overtrekken door grotere invalshoek. Upslope 2% bekort landing distance met 10%, downslope = 10% meer. UK adviseert bij start 33% (1.33) veiligheids marge, bij landing 43% (1.43) Basic empty weight Variable load Disposable load Taxi fuel + Rampweight (platformgewicht) Taxi fuel Take-off weight (startgewicht) Horizontaal staartvlak = Symetrisch Afgelegde afstand Arbeid (brandstof) = maximaal LDA = Landing distance available Landingsafstand = punt waarop vliegtuig 50ft boven de kop van de baan zit tot het stil staat. Groundroll = afstand van touch down tot stilstand. 10% minder gewicht = 10% minder benodigde baanlengte voor landen. Basic empty weight: Officiële leeggewicht vliegtuig (incl. ingebouwde instrumenten) Niet te gebruiken brandstof 8 quarts olie Variable load: Gewicht bemanning Disposable load: Gewicht passagiers Gewicht baggage Gewicht bruikbare brandstof