Geschiedenis Samenvatting Republiek in de tijd

advertisement
Geschiedenis Samenvatting Republiek in de tijd van de Vorsten SE
Paragraaf 1.1 De koningen van Engeland en Frankrijk
Eind middeleeuwen  eind oorlogen Engeland + Frankrijk
- opstanden en bloedige binnenlandse conflicten tot een eind
- 1461  Lodewijk XI tot koning gekroond (Frankrijk)
- Lodewijk XI net als Hendrik VII: leger versterken, politiek van centralisatie
Engeland
- werd gevochten om macht
- 1585  Hendrik Tudor overwinnaar uit strijd
- als koning Hendrik VII kwart eeuw aan macht
Hendrik VII  centralisatie (overbrengen van overheidsmacht van lokale en regionale
besturen naar centrale regering)
- inspraak hoge adel beperkt
- steden hielden zelfbestuur
Parlement
 Hogerhuis (hoge adel)
 Lagerhuis (steden + lage adel)
Frankrijk vs. Engeland
- volksvertegenwoordiging in Frankrijk (Staten-Generaal), weinig inspraak
- Koning Frankrijk: op eigen houtje belasting heffen
Rechtsgeleerden  Franse koning boven de wet (absolute macht)
- zijn macht werd niet beperkt door wetten of rechten
16e eeuw  Engeland + Frankrijk : reformatie
christendom  protestanten en rooms-katholieken
koningen  onderdrukken andersdenkenden
Hendrik VII (1509) : trouwe volgeling vd paus
- 1521 boek tegen Maarten Luther
- Van Paus: eretitel ‘verdediger des geloofs’
Hendrik wilde trouwen met hofdame  vroeg paus
Huwelijk met Spaanse prinses (dochter Karel V) ongeldig verklaard (hier was hij al mee
getrouwd)
- dwong Engelse bisschoppen hem te steunen
Aartsbisschop van Canterbury  verklaarde huwelijk ongeldig
Hendrik wilde zoon  2e vrouw gaf hem alleen een dochter
- liet zijn vrouw onthoofden
- bij 3e vrouw eindelijk een zoon
Strijd tegen paus  parlement onder druk
- 1534 parlement roept koning uit tot hoofd Engelse kerk
Anglicaanse kerk = staatskerk
-
-
breuk met kerk van Rome
kloosters geplunderd en opgeheven
ketters  die nieuwe leer verkondigden
- op de brandstapel
zoon van Hendrik Eduard (1547) 9 jaar
- onder hem werd protestantse kerkleer ingevoerd
Franse koningen  bleven katholiek
- Paus gaf koning Frans I in 1516 recht om belangrijke geestelijken te benoemen
1534  aanvallen op de ‘paapse mis’ (roomskatholieke kerk)
- eerst was Frans I nog verdraagzaam tegen protestanten
- na dit incident niet meer
- aanplakbiljetten met felle aanvallen
Koning voelde bedreigd
- liet ketters opsporen en op de brandstapel gooien
Aanhang protestanten groeide  Frans’ zoon (opvolger in 1551 grote strijd tegen
protestanten
Protestanten aangeven  beloning: 1/3 bezit protestanten
Paragraaf 1.2. De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers
Nederlanden  aparte staten, gewesten/provincies (middeleeuwen)
Gewest: machthebber  hertog of graaf  samen met Staten regerend (bestuur van een
gewest: vertegenwoordigers + adel)
Steden: zelfstandig
Platteland: bestuurd door adel
Gewesten  behoren tot Bourgondische rijk
Bourgondische rijk
- ontstond nadat Franse koning Bourgondië in Oost-Frankrijk aan jongste broer had
gegeven
- daarna werd Vlaanderen en steeds meer Nederlandse gewesten ingenomen (15e eeuw)
Bourgondische vorsten  politiek van centralisatie
- in Brussel paleis wat als regeringscentrum diende
- 1564  Staten-Generaal (alle gewesten vertegenwoordigd)
Staten-Generaal + vorst  maken afspraken over geld
Bourgondische vorst stierf 1477  dochter volgde hem op
Ze trouwde met Maximiliaan van Habsburg
- Bourgondische rijk viel uiteen
Zuidelijke NL + Holland + Zeeland  Habsburgs gezag
Utrecht, Overijssel + Gelderland  scheidden zich af
Friesland + Groningen  nooit tot Bourgondische rijk gehoord
Maximiliaan van Habsburg
- liet zoon trouwen met dochter van Spaanse koning
- Spanje kwam ook bij Habsburgse rijk
Karel V (Maxilimiaans kleinzoon)  erfde habsburgse bezittingen)
1515  Karel V (15 jaar) uitgeroepen tot heer van de Nederlanden
- 1516 koning van Spanje
- 1519 volgde grootvader op als: keizer van Duitsland, aartshertog van Oostenrijk
macht vooral in Spanje + Sppanse bezittingen in Italië + Amerika (zilver)
geld=macht (legers werden betaald)
Nederlanden: centralisatiepolitiek ging voort
- privileges van gewesten bleven
 zelfstandig bestuur, eigen rechtsregels en andere vrijheden
3 nieuwe centrale bestuursinstellingen
 Raad van State
- belangrijk adviesorgaan Karel V
- Belangrijkste edelen zaten hier
 Geheime raad
- adviseren + uitvoeren
 Raad van Financiën
- adviseren + uitvoeren
- ging over het geld
Karel V  wees een landvoogd in Brussel aan (zijn tante, daarna zus) 1530
Karel V  wees plaatsvervanger/stadhouder aan
Geldnood (te veel oorlog voeren)
 nieuwe belastingen
 Heffing van 10% op inkomsten uit onroerend goed
 Accijns op bier
Oorlog in NL door Karel V  alle Nederlanden in handen
1548  alle 17 Nederlanden onder 1 staatskundige eenheid
Nederlanden  voor eeuwig in handen van Karel en erfgenamen
1555 : Karel V deed afstand van troon
 Broer Ferdinand: keizer van Duitsland + hertog van Oostenrijk
 Zoon Filips II werd heerser Nederlanden + koning Spanje
Paragraaf 1.3 Karel V en de reformatie
Eind middeleeuwen  onvrede over rooms-katholieke kerk
- ergeringen over rijkdom en inhaligheid
- inhaligheid  aflaat
aflaat = verkoop van papiertjes waardoor zonden van mensen worden bekort of
kwijtgescholden (belangrijke inkomstenbron kerk)
Luther  Bijbel= geloof
- kerk erbij verzonnen = bijgeloof
- aanbidding van heiligen + heiligenbeelden afgewezen
- Alleen God + Christus
Luther: ‘wereldlijke machthebbers moeten gehoorzaamd worden’
- Luther riep Duitse vorsten voor leiding bij kerkhervorming
- Dit was aantrekkelijk  kerk in hun macht
Karel V  protestantisme tegengaan
- zonder eenheid geloof : rijk ten onder (gedachte)
- tegen Duitse vorsten oorlog over protestantse staten + steden in 1555 opgeven
Vrede van Augsburg = tussen Karel V en Duitse vorsten
 duitse vorsten mocht godsdienst onderdanen bepalen
Duitsland lutherse gebieden
katholieke gebieden
Nederlanden : Karel V trad hard op tegen protestantisme
- verbieden: bespotten van geestelijken + Bijbel verspreiden en antikatholieke boeken
1521: in Antwerpen honderden Lutherse boeken verbrand
Keizerlijke inquisitie = speciale rechtbank voor opsporen + bestraffen van ketters
 om protestantisme te voorkomen
1523: eerste executies
stadsbesturen, edelen + gewestelijke besturen
 wanneer beter meegewerkt: meer geëxecuteerden
- maar zagen inquisitie als aantasting op privileges
1555  aftreden Karel V : rustig in de Nederlanden
- protestantse ideeën gegroeid
opkomst calvinisme  Johannes Calvijn
- Franse rechtsgeleerde
- Vluchtte naar Zwitserland
Calvijn  ontwikkelde geloofsleer
- nadruk op bijbel
- gods almacht <-> nietigheid mens
- predestinatie (voorbestemd)
Paragraaf 1.4 Economie en maatschappij in de Nederlanden
Vlaanderen + Brabant  kerngewesten
- meeste mensen en meeste geld
handelscontacten over zee:
- met tientallen Hanzesteden (rond Noordzee + Oostzee)
Middeleeuwen: Gent + Brugge belangrijke handelssteden
- eind 15e eeuw niet meer
Brabantse havenstad
- knooppunt handelstromen
Portugezen 1498  zeeroute naar Indië (Zuidoostazië)
- tussenhandel niet nodig
Holland (gewest)  meeste inwoners
- en heel erg verstedelijkt
14e + 15e eeuw massaal verstedelijking in Holland
- grond verveende
- land zakte tot onder de zeespiegel
moedernegotie = handel op de Oostzee werd belangrijke handel
- graan uit Noord-Oost-Europa
- werd verhandeld tot in Spanje en Italië
hout, teer + pek (voor bouw schepen + huizen)
 ook uit Oostzeehandel
16e eeuw  landbouw weer belangrijk
watermolens= om grondwater uit de polders weg te pompen
feodale traditie = waarbij de boeren verplichtingen hebben ten opzichte van de adel
 in grote delen van Europa, in Holland minder afhankelijk
Holland  producten kwijt in steden
- specialisatie door aanvoer van graan
commercialisering=vergroten van de invloed van de handel
 en de specialisatie werd landbouw winstgevend
Karel V : hoge kosten voor oorlog
 Holland betaalde veel dus grote macht, in ruil daarvoor autonomie: zelf zaken regelen
Paragraaf 2.1 Rust in Engeland, oorlog in Frankrijk
1547  Anglicaanse kerk kreeg protestantse leer
1553 : 15 jarige koning overleed  halfzus Maria kreeg troon
- Maria katholiek
Maria  bloedige vervolging protestanten
‘Bloody Mary’
 vanaf 1558 troonopvolger Elizabeth I
- nooit getrouwd: Virging Queen
- protestantisme ingevoerd
dissident=iemand die anders denkt
- werd niet vervolgd
Paus + Filips II  probeerden van troon te stoten
‘onoverwinnelijke Armada’ werd vanuit Spanje ingezet
- grootse oorlogsvloot
- viel Engeland aan, ging ten onder
Frankrijk: burgeroorlogen 1562
- protestantisme blijft groeien
- calvinisten = hugenoten
- voerden beeldenstormen uit in steden
Zuid-Frankrijk + veel steden: calvinistische handen
Noord-Frankrijk: katholieken + Parijs
1572: hugenoten groot succes
- leider Hendrik van Navara trouwt met zus koning
Paus verwierp huwelijk
Gaspard de Colligny  andere hugenotenleider
- in Parijs gewond geraakt door aanslag
- groot hugenotenleger dreigden met wraak
katholieken hadden koning over om hugenoten te vermoorden voordat ze konden toeslaan
 bloedbruiloft, de colligny die nacht uit bed gesleurd en vermoord
2000 hugenoten kwamen om
Hendrik van Navarra  bekeerde zich die nacht, dus werd bespaard
Weken daarop  afslachtingen van hugenoten
- burgeroorlog ging door
1584 Hendrik VIII (van Navarra) werd koning
- na bloedbruiloft ontsnapt er weer hugenoot
katholieke liga opgericht in protest tegen koning
- met Filips II
Paragraaf 2.2 Opstand in de Nederlanden (1566-1576)
Margaretha van Parma  landvoogdes van de Nederlanden
- onvrede over belastingen, centralisatie + godsdienst-politiek
Willem van Oranje + edelen, regenten  minder macht, privileges
Smeekschrift = Nederlandse edelen vroegen Margaretha van Parma om verzachting van
kettervervolging
Hagenpreek= Calvinistische prediking in het open veld buiten de stadsmuren
 dit deden ze omdat ze geen kerken hadden na zo’n preek  beeldenstorm
Filips II  besloot hard te straffen
- hertog van Alva gestuurd naar de Nederlanden
Hertog van Alva
- ijzervreter
- augustus 1567 gearriveerd met soldaten
Raad van Beroerten
 ‘bloedraad’  1100 mensen executeren
Egmont + Horne : voor Alva’s komst nog trouw aan Filips gezworden (onthoofd)
Tiende penning= belasting van 10 procent op vermogen of roerende goederen
 werd ingevoerd door Alva
leidde tot onvrede en verzet
1568  50000 vluchtelingen uit de Nederlanden naar Duitsland + Engeland
calvinisten: vormden als Geuzen legertjes
 samen met de broeders Oranje + beroepslegers
1568  vielen de Nederlanden binnen
Begin Nederlandse opstand/tachtigjarige oorlog
1572  Oranje + Geuzen kregen Holland & Zeeland in handen
‘vrije staten vergadering’ leider is Oranje
Filips II  bakken met geld in oorlog tegen de Geuzen
 in Middelandse zeegebied oorlog tegen de Turken
Spaanse leger  verzetten zich, kregen geen loon
- trokken naar Antwerpen en plunderden (zondag 4 november)
- 8000 mensen vermoord en 600 huizen afgefikt
Pacificatie van Gent = vredesverdrag tussen Holland en Zeeland en de andere gewesten
 om Spaanse troepen te verjagen zonder toestemming van Filips
Godsdienst: Holland + Zeeland (calvinise)
Andere gewesten (katholicisme)
Gewetensvrijheid=vrijheid om te geloven wat je wilt, minder ver dan godsdienstvrijheid
 geen geloofsvervolging
Hertog van Parma (zoon Margaretha)
 werd gestuurd door Filips in reactie tegen pacificatie
Paragraaf 2.3 Een calvinistische Republiek (1567-1588)
Calvinisme  greep de macht weer terug
Unie van Utrecht  militair verbond, maar werd een kern van nieuwe staat
Unie van Atrecht= een in 1579 gesloten verbond van zuidelijke Nederlandse gewesten met de
Spaanse landvoogd Parma tegen opstandige calvinisten
 om te verdedigen tegen de Unie van Utrecht
1580  willem van oranje werd vogelvrij verklaard
Plakkaat van Verlatinghe= document waarmee Staten Generaal van de Noordelijke
Nederlanden Filips II als hun heerser afzetten
Opstandige gewesten: Hertog van Anjou als vorst
- hoopten op steun uit Frankrijk
Graaf van Leicester in 1585 benoemd tot landsheer
1588: vertrek, geen vorst meer
- hoge functie in eigen handen van Unie van Utrecht
Parma  groot deel van Nederlanden al veroverd
- Opstand werd gered
- Spaans plan om Engeland binnen te vallen
- Gaf Republiek tijd om verdediging op orde te brengen
Willem van Oranje: godsdienstige verdraagzaamheid, ging nog verder dan in het Duitse rijk
Nederlandse calvinisten: gereformeerden
- waren niet eens met godsdienst vrijheid
- alleen het gereformeerd geloof moest getolereerd worden
Steden ingenomen door geuzen  katholicisme verjaagd
Door antikatholieke rellen: verbod op katholieke kerk
1579 : Unie van Utrecht gesloten
- gewetensvrijheid (=geen godsdienstvrijheid)
Gereformeerden wilden staatsgodsdienst
- iedereen zou gedwongen moeten worden om lid te zijn van katholieke kerk
Van plaats tot plaats verschil
 streng gereformeerde stadsbesturen laten ander geloof niet toe
 gematigde stadsbesturen lieten ander geloof wel toe
katholiek verboden  toch groot deel nog katholiek
Paragraaf 2.4 Het begin van de Gouden Eeuw
1576  80 jarige oorlog verplaatste zich naar het Zuiden en Oosten
Noordelijke Zeegewesten
- economische groei en welvaart
- inwonersaantal steeg
Brabant + Vlaanderen  getroffen door oorlogsgeweld
- kooplieden vluchtten naar het Noorden
Val van Antwerpen in 1585
- bevolking nam sterk af
Leiden : textielstad van Europa
- door komst Vlaamse textielarbeiders
Amsterdam: centrum Europese handel
- door komst Antwerpse kooplieden
Republiek (flinke voorsprong)  op Frankrijk (kleine boeren, veel burgeroorlogen) +
Engeland ( alles groeide, maar niet snel)
Republiek  steden + gewesten zelfstandig
- eigen munten en rechten
Vaarroutes tussen A’dam en R’dam 1589
- Dordrecht, Gouda, Rotterdam verzetten zich hiertegen
- Verkeer zou tollen ontwijken
Overijssel, Gelderland, Drenthe + Utrecht (landprovincies)
- adel veel invloed
- weinig commerciële landbouw
- zelfvoorzienend boeren
zeesteden in westen veel actiever
Republiek: economisch nauw verbonden
Kooplieden-regenten=handelaren die tevens bestuurden bij de overheid
Paragraaf 3.1 Burgeroorlog in Engeland, godsdienstvrede in Frankrijk
Protestantisme in 1588 gered (Engeland)
 tot 1603 Elizabeth oorlog met Spanje maar niet op Engels grondgebied
Filips II: in 1596 : 2e armada naar Calais (Franse havenstad)
Elizabeth sloot bondgenootschap met Frankrijk + Republiek
 het drievoudig verbond tegen Spanje
Calais  weer in Franse handen
Hendrik IV (Franse koning) + Jacobus I (Engelse koning + opvolger Elizabeth)
- vrede gesloten met Spanje
Karel I (opvolger Jacobus I) problemen met parlement
- macht van god gekregen
- 11 jaar parlement niet bijeen geroepen
- 1640 geld nodig voor onderdrukking Schotland
- toestemming van Parlement om belasting te heffen
Karel I: liet dochter trouwen met stadhouder uit Republiek op hoog van steun
Burgeroorlog voor + tegenstanders koning
- koning wilde oppositie arresteren
- vijandige menigte dwang hem Londen te verlaten
Karel verslagen door leger onder leiding van Oliver Cromwell (strenge calvinist’ in 1645
27 Januari 1649 veroordeeld parlement Karel ter dood wegens hoogverraad
- Engeland werd Republiek (Cromewell leider)
Frankrijk
Hendrik III  liet fanatieke katholieke leiders vermoorden
- in 1589 werd Hendrik III zelf doodgestoken door monnik
Hendrik van Navarra (hugenotenleider) werd koning
Koning Hendrik IV
Filips II  wilde Isabella (dochter) als koningin
- vele katholieken wilden geen Spaanse leidster
1593  Hendrik IV deed afstand van calvinistisch geloof
- 1598 eind aan godsdienstoorlogen met Edict van Nantes= Frankrijk katholiek land
maar hugenoten hielden vrijheid van godsdienst in steden
1610  katholieke fanaticus vermoordde Hendrik IV
- nieuwe koning Lodewijk III herstelde rust
- liet regering over aan kardinaal Richelieu
Lodewijk III katholiek  maar steunde in 30 jarige oorlog in Duitsland protestanten
- om Spanje dwars te zitten
30 jarige oorlog Spanje onder katholieken
Spanje kreeg grote delen van Europa in handen
- Richelieu was bang dat Frankrijk omsingeld zou worden
- 30 jarige oorlog bracht gebiedswinst op in Duitse rijk
Paragraaf 3.2 De eerste twintig jaar van de Republiek
Republiek: statenbond=bondgenootschap van soevereine staten
- er was wel centrale bestuursinstelling (Staten-Generaal)
Staten Generaal
- beslisten over buitenlandse politiek
- waren verantwoordelijk voor het leger
- alle gewesten hadden 1 stem
Holland overheerste  nam helft van uitgaven in rekening
- invloed werd versterkt doordat er vergaderd werd in Den Haag
Parma kreeg opdracht om in Frankrijk de hugenoten te verjagen  hierdoor niet op volle
kracht in de Nederlanden oorlog voeren
Prins Maurits (zoon Willem van Oranje)
 leider van het sterke leger
- 10 jaar lang vele overwinningen
- vele steden werden veroverd
Republiek der zeven verenigde Nederlanden= samenwerkingsverband van Noordelijke
Nederlanden
Republiek door drievoudig verbond bondgenoten tegen Spanje
- Spanje veroverde Gelderland + Overijssel, maar kwam in geldnood
- Spanje sloot vrede met republiek, maar werden het niet eens over godsdienst
Twaalfjarig bestand= wapenstilstand van 1609 tot 1621 in de 80 jarige oorlog
 afgesproken door Spanje en Republiek
Republiek (macht)
stadhouder
- Maurits nam functies over
- Van Willem v. Oranje
- Ambtenaar + stadhouder
landsadvocaat/raadspensionaris
- Johan van Oldenbarneveldt
- ook ambtenaar
Van Oldenbarneveldt
- stond in dienst van ‘staten van holland’
- zorgde ervoor dat Maurits v. Oranje’s plek innam
- machtsstrijd tussen de twee in 12 jarig bestand
Paragraaf 3.3 Van twaalfjarig bestand naar Vrede van Münster
Twaalfjarig bestand  niet katholieken vs. Protestanten
(gereformeerde kerk
1. streng orthodoxe (Maurits)
2. Vrijzinnige richting (van Oldenbarneveldt)
Bijna burgeroorlog  Holland vecht tegen Spaanse leger onder leiding van Maurits
29 augustus 1618 Maurits liet van Oldenbarneveldt arresteren
- daarna aanhangers weg uit stadsbesturen
- vrijzinnige godsdienstige opvattingen waren vals verklaard
- van Oldenbarneveldt ter dood veroordeeld
1621 vervolg oorlog Spanje
- in 20 jarige oorlog overhand in Duitsland
- Breda word overgenomen
- Opnieuw financieel slecht in Spanje
Frederik Hendrik (halfbroer Maurits)
- staatse leger versterkt
-
Spanjaarden verdreven
Spanje in 1629 vele gebieden veroverd in Nederland
- alle steden weer terugveroverd door Frederik Hendrik
door zware financiële moeilijkheden:
Spaanse koning wilde vrede
Vrede van Münster=vredesverdrag tussen Spanje en de Republiek waarmee in 1648 een einde
kwam aan de 80 jarige oorlog
Generaliteitslanden=gebieden van de Republiek die geen zelfbestuur hadden. Limburg, NBrabant, Zeeuws-Vlaanderen
Paragraaf 3.4 De Gouden Eeuw
(=10 tallen jaren durende bloeiperiode: eind 16e eeuw tot eind 17e eeuw)
handelskapitalisme=economisch systeem vanaf 16e eeuw waarbij kooplieden-ondernemers
zich met handel en nijverheid bezighielden en geld weer in de onderneming te stoppen om
nog meer winst te maken
- Amsterdam is hier het centrum van
Amsterdamse wisselbank
&
- kooplieden bewaren geld
- 18e eeuw grootste van Europa
Amsterdamse beurs
- plek waar kooplieden bijeenkomen
om te handelen
Opgericht als nieuwe instellingen
Amsterdam: groeide van 30 duizend inwoners in 1570 naar 200 duizend een eeuw later. De
stad trok vele mensen aan
80 jarige oorlog + 12 jarig bestand
 stond niet in de weg voor de gouden eeuw
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) 1602
- samenvoeging van Nlandse ondernemingen
- enige bedrijf het recht hierop
- peper+specerijen verschepen
- vanaf 1680 koffie, thee, suiker, textiel
Publieksprivate organisatie=particulier bedrijf dat ook overheidstaken heeft, zoals de VOC en
de WIC
- in Azië forten bouwen
- soldaten aannemen
- oorlog voeren
Hugo de Groot
- rechtsgeleerde
- mare liberium (vrije zee)
- zee is geen eigendom van een land
Engeland richtte op: East India Company
- engelse publieksprivate onderneming
- Britse handel
- VOC had meer succes
1598  Afrikaanse westkust
- goud + ivoor
- later nog slaven
 ook naar Amerika
West-Indische Compagnie (WIC)
- voor handel met West-Afrika
- en Zuid-Midden en Noord-Amerika
- mochten kolonies stichtten
VOC  stichtte Nieuw-Amsterdam (New York)
Driehoekshandel(opgericht door WIC)= handel tussen Europa, West-Afrika en Amerika
Europa  wapens naar  Afrika  slaven kopen naar Amerika  slaven werken op
plantages  suiker + tabak  naar Europa
Spaanse, Portugezen, Britse + Franse concurrenten
 deze waren sterker in Amerika
Paragraaf 4.1. De opkomst van Engeland en Frankrijk
Lodewijk XII overleed (1643)
 opvolger zoontje 14 jaar : Lodewijk XIV
Lodewijk XIV maakte een absolute monarchie (=regeersysteem waarbij de soevereine vorst,
hoofd met hoogste gezag de absolute macht heeft. Macht word niet beperkt door wetten of
rechten van parlement)
Versailles, buiten Parijs (paleis)
- Lodewijk XIV  Zonnekoning
- Gevleid door hovelingen in paleis
Zoals in het heelal de planeten om de zon draaien, draait op de aarde alles om Lodewijk XIV
Lodewij kmaakte van Frankrijk
- centraal bestuurd land
- groot ambtenarenapparaat
- groot sterk leger 400.000 man
!! Frankrijk sterkste land in Europa!!  bedreiging voor buurlanden
politiek van mercantilisme=om nationaal economie te versterken door het bevorderen van de
export en het afremmen van de import
 voerde Lodewijk in om economie te versterken
1685 Edict van Nantes ingetrokken
- katholieke geloof moest verspreid worden
Groot-Brittannië : 1649
- Karel I onthoofd
- Oliver Cromwell leider Engelse Republiek
Engelse militairen
- wilden verder gaan
- algemeen mannenkiesrecth
Cromwell werd alleenheerser
 Lord protector (beschermheer
puritein (Engelse calvinisten) Engeland
- zondagsrust, sport verboden, dans en toneel ook
1658 Cromwell overleed aan ziekte
- zoon nieuwe land protectior
- na een jaar afgezet
- bijna weer burgeroorlog
Restauratie schoot te hulp
 leger in schotland trok naar Londen, riep parlement bij een
- karel II werd nieuwe koning in 1660
Zus Karel II  getrouwd met Lodewijks broer
(EN)
(FR)
Karel II: moest rechten parlement respecteren
- anders geen belasting heffen en dus geen luxe leven
Lodewijk XIV wilde Frankrijk grenzen geven aan Rijn/Maas
- in 1667 de Republiek binnengevallen
- Republiek, Engeland en Zweden dwongen Lodewijk te stoppen
Vrede sluiten met Spanje verplicht
- Lodewijk kocht Karel om
- Sloten geheim verdrag
- Samen Republiek aanvallen
Paragraaf 4.2 Het eerste stadhouderloze tijdperk
Frederik Hendrik overleed voor Vrede van Münster
- zoon Willem II opvolger
- ruzie met machtigste regenten
- liet in 1650 hen arresteren
Willem II overleed aan pokken
- burgers vonden een stadhouder onnodig
Grote vergadering in Haagse ridderzaal
- besloten om geen nieuwe stadhouder te kiezen
Stadhouderloze tijdperk van 1650-1672
- Staatman Johan de Witt (belangrijke politicus)
Staatsgezinden
vs.
(=tegen de oranjegezinden,
gewestelijke staten moesten soeverein
zijn)
- De Witt
- Bestuur zonder stahouder
- Niet de geboorte is bepalend
Voor leider Republiek
Oranjegezinden
(=aanhangers van de Prins van Oranje)
- gewesten hadden hoofd nodig
- sterk voor de oranjes
Gewone volk+adel  vooral oranjegezind
Bestuur bestond uit 1/18e adel + rest rijke families (regenten)
Regenten heel machtig
 wilden gewetensvrijheid
Johan de Witt+regenten
 voor sterke vloot, bescherming zeehandel
Vanaf 1648 Republiek werd bedreigd door Engeland+Frankrijk
- uitzonderlijk bondgenootschappen te sluiten
- Frankrijk en Republiek beloofden in 1662 elkaar te steunen in de oorlog
Acte van Navigatie
= wet die bepaalde dat buitenlandse schepen alleen goederen naar Engeland mocht brengen
die in hun land werden geproduceerd
- in 1651 nam Engelse parlement dit aan
handelsoorlog ontstond
 Engeland en Republiek vochten
- Hollandse + Zeeuwse schepen werden in beslag genomen
- 1654 einde oorlog
2e handelsoorlog 1665
- Engelsen namen Nieuw Amsterdam over (werd New York)
Republiek versloeg Engeland
- vrede in 1667 mocht Engeland NY houden
- in ruil kreeg Republiek Suriname
paragraaf 4.3 Stadhouder-koning Willem III
Rampjaar=1572, toen de Republiek machteloos stond tegenover de gezamenlijke aanval van
Frankrijk, Engeland, Keulen en Münster
Fransen  via land Republiek binnengevallen
Franse + Engelse oorlogsvloot  over zee Republiek aanvallen
- vlootvoogd Republiek= Michel de Ruyter, hield stand
- op land de Republiek kansloos
Johan de Witt + medestander  kregen de schuld van het binnenvallen
Willem III  stadhouder van Holland + Zeeland
- De Witt nam ontslag en werd vermoord
Hollandse waterlinie=verdedigingslinie waarbij Holland de polders aan zijn grenzen onder
water liet lopen om de vijand tegen te houden
 Fransen werden buitengesloten
Willem III : sloot bondgenootschappen met Oostenrijk, Spanje + Pruisen
1674 Frankrijk verjaagd
coalitieoorlogen=oorlogen in de jaren 1672-1713 waarin de Republiek met andere landen
tegen Frankrijk vocht
 om te voorkomen dat katholieke Frankrijk een overwicht in Europa kreeg
1677  Willem trouwde met Mary Stuart (oudste dochter Engelse troonopvolger)
- Hollandse Staten dwongen hem vrede te sluiten met Frankrijk
1685  Jacobus II (schoonvader Willem) werd Engelse koning
-groot bewonderaar Lodewijk XIV
Willem III + Engelse protestanten
- invasievloot naar Engeland
- Britse officieren liepen over
- In Londen antikatholieke rellen
1689  Willem en Mary koning + koningin
Glorious Revolution=machtsovername in Engeland
- Engeland voortaan parlementaire monarchie (macht koning beperkt)
Persoonlijke unie=2 landen met zelfde staatshoofd
 Engeland + Nederland verbonden
 Protestantse coalitie tegen Frankrijk
Oorlog tegen Frankrijk eindigde in 1697
- Vrede van Rijswijk
1701  opnieuw oorlog
- weer in Frankrijk
- 1702 Willem III kinderloos dood
-
1713 vrede
Paragraaf 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw
Na rampjaar verloor Republiek economische voorsprong
- door Frankrijk + Engeland ingehaald
- Nederlandse handel leed onder oorlogen
Door andere landen invoerheffingen minder export
Oostzeehandel viel uit elkaar
VOC ging na 1730 verlies lijden
- werd overvleugeld door Engelsen
Oorlog  schulden maken + belasting heffen
Door geleend geld uiteindelijk failliet
Na dood Willem III geen nieuwe stadhouder
-2e stadhouderloze tijdperk: duur van 45 jaar
1747 Frankrijk viel binnen
- via zeevloot door Engeland aangevallen
1795 Einde vd Republiek
- bezet door Franse troepen
Download