De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 1.1 Instap • Hoofdvraag – De Republiek naar welvaart en macht en haar uiteindelijke verval (1477-1702)? • Opmerkingen bij hoofdvraag – Narratieve vraagstelling – De Rol van de oriëntatiekennis! (bekend verondersteld) 1450 1500 1550 Einde 15e – 16e eeuw 1600 1650 Gouden Eeuw 1700 1750 Zilveren Eeuw 1800 Slot Oriëntatiekennis • Opkomst van de steden – Brabant & Vlaanderen (12e – 16e eeuw) – De Hanze steden (12e – 15e eeuw) – Verschuiving naar het Westen (13e eeuw - ) • Centralisatie – Bourgondiërs – Habsburgse Rijk – Opstand der Lage Landen; Staten Generaal • Imperialisme – Opkomst 15e eeuw: Spanje en Portugal • Kerk en staat – Wie heeft de macht in het land; wereldlijke macht vs geestelijke macht • Kerkhervorming – Calvijn en Luther Europa 1600 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Engeland – Aan het eind van een roerige periode (oorlogen/opstanden) kwam Hendrik VII (Tudor) op de troon. – Hij regeerde een kwart eeuw waarin • Hij het gezag van de koning herstelde • De macht van de koning versterkte door centralisatie ten koste van • A) de edelen, door – hun invloed adel terugdrong door privélegers te verbieden en – invloed van de hoge adel op de rechtspraak beperkte • B) de steden, door – hun zelfstandigheid deels terug te schroeven – de lage adel kreeg op het platteland veel te zeggen, waarbij zij sterk werden aangestuurd door het centraal gezag in London 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Engeland – Het Parlement bleef echter een sterk tegenwicht voor de vorstelijke macht • De koning vroeg voortdurend toestemming voor allerlei zaken aan het Hogerhuis (Hoge adel) en het Lagerhuis (Lage adel en de steden) 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk • Centralisatie in Frankrijk – In 1461 besteeg Lodewijk XI de troon na een lange periode van meer dan honderd jaar van oorlogen, opstanden en gevechten om de troon • hij maakte het Koninklijke leger sterker • ontbond alle privélegers • stelde Koninklijke rechtbanken in – De Staten Generaal had hier weinig te vertellen; de koning had absolute macht i.t.t. de Hendrik VII • De Koning was volgens het Romeins Recht boven de wet verheven én kwam van God. • In de praktijk waren natuurlijk steden, provincies en de hoge edelen in de Provence behoorlijk zelfstandig 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk - de Reformatie • De Reformatie in Engeland – De Reformatie zorgde voor veel onrust in de samenleving. De vorsten wilden (vanzelfsprekend) maar één godsdienst en dit leidde tot grote spanningen en vervolging. – Het lag wel aan de vorst in kwestie welk geloof werd gevolgd en hoe hard men tegen anders gelovigen optrad. – Onder Hendrik VIII leidde zijn onstuimige huwelijks-“beleid” zelfs tot een scheuring met Rome en ontstond de Anglicaanse kerk (1534), hetgeen resulteerde in • Plundering en opheffing van kloosters • Vertaling van de Bijbel in het Engels • Echter, de strekking van het geloof bleef sterk katholiek totdat Hendrik VIII werd opgevolgd door zijn 9-jarige zoon. Gedurende zijn regime werd de leer protestants! Hendrik en zijn Ladies 1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk - de Reformatie • De Reformatie in Frankrijk – De Franse koningen bleven Rooms Katholiek. Rome en Parijs konden goed door een deur. – Uiteindelijk werden (vanaf 1534) protestanten vervolgd. Dit kwam doordat de koning en andere gezaghebbers zich bedreigd gingen voelen door de groeide aanhang van protestanten. • Ketters werden opgespoord en brandstapels klaargezet • Desalniettemin bleef het aantal protestanten groeien en de vervolging en onderdrukking van deze geloven werd opgeschroefd.