3-5 jaar Wetenschappelijke inhoud: Geowetenschap en Biowetenschap Beoogde concepten/vaardigheden: de bodem is de toplaag die onze planeet bedekt. De bodem is niet uniform wat structuur en uitzicht betreft en heeft bepaalde eigenschappen. Er bevinden zich heel wat zaken in de bodem. Beoogde leeftijdsgroep: 3-5 jaar oud Duur van de activiteit: 3 uren Samenvatting: Kinderen onderzoeken de samenstelling van de bodemlaag die nog niet werd bedekt door mensen of andere natuurlijke factoren, zoals ijs of water, en waarin planten leven Doelstelling: Op het einde van de activiteit moeten de kinderen tot het volgende in staat zijn: • Inzien dat bodems een bepaalde structuur hebben en uit verschillende componenten bestaan en dat verschillende bodemtypes ook verschillende eigenschappen hebben, met betrekking tot het uitzicht of vermogen tot het vasthouden van water bijvoorbeeld. • Gepaste woordenschat verwerven en in staat zijn om te praten over wat ze doen en observeren. • Manipulatie- en observatievaardigheden inoefenen. • Samenwerken en delen. • Het begrip ‘simpele filtratie’ introduceren en manipulatieve vaardigheden inoefenen. • Inzien wat het concept ‘eerlijke test’ betekent Materiaal: • Afbeeldingen van bodems en een woordmuur met termen die te maken hebben met bodem. • Leerkrachten zorgen voor bakken met telkens een andere bodemsoort, zoals zand, turf/compost en grond van uit de tuin. Voor de eerste activiteit wordt er met grond van uit de tuin gewerkt. • Digitale camera’s indien mogelijk, computers voor het uploaden van de foto’s genomen door de kinderen • Plantenschopjes, dozen of bakken om de bodem in te doen • Doorzichtige bekers van plastic voor bodemstalen en voor het bekijken van luchtbellen • Lollystokjes of andere stokjes/lepels om de bodemgrond aan te raken en te mengen • Stel krantenpapier of ander papier en 2 kartonnen borden en een schepje voor elk kind voor. Ieder kind mag een beetje van de bodem uitscheppen. • Plastic flesjes waarvan de bovenkant is afgesneden en omgekeerd wordt geplaatst om zo een filtersysteem te creëren • Filtreerpapier of stukjes van een keukenhanddoek die dienst doen als filtreerpapier. De omgekeerde bovenkant van de fles fungeert als trechter en moet worden bekleed met filtreerpapier of een stukje keukenhanddoek van dubbele dikte om te beletten dat de bodemgrond doorheen het gat valt. Bodem Auteurs: Dr S.D. Tunnicliffe, Institute of Education, University of London The content of the present document only reflects the author’s views and the European Union is not liable for any use that may be made of the information therein. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Bodem Soil Lesplan Beschrijving van de activiteit (met inbegrip van notities van de leerkracht) 1. Aanzet Welke eigenschappen heeft bodemgrond? Zijn alle bodems hetzelfde? Vraag wat de kinderen al weten over bodem, wat is het? Wat hebben ze er vroeger al mee gedaan? Welke verhalen kunnen ze vertellen over de bodem? Verzamel deze voor een GROOT BOEK. Situeer het thema door de kinderen te vragen om naar buiten te kijken, te denken aan wat ze thuis zien en wanneer ze naar school gaan. Wanneer er niet veel variatie is in de lokale omgeving, toon dan afbeeldingen van een bebouwde omgeving, tuinen en omgeploegd land. Vraag hun welke materie de aarde bedekt. Vraag hun om te tonen op de foto’s of rond de school wat natuurlijke bodembedekking is en wat door mensen werd geproduceerd. Wat is er gemaakt van planten maar geplaatst door mensen (gazons, bloembedden met verschillende vormen)? Welke bodembedekkingen rondom de school en in de school (vloer) werden door mensen geplaatst? En welke door de natuur? Wat bevindt zich onder de bedekking? Hoe heet dat? Is het altijd hetzelfde? Wat zit er in de bodem? Hoe kunnen ze uitzoeken wat de eigenschappen van bodem zijn ? 2. Onderzoek Vraag de kinderen hoe ze stalen van de bodem kunnen nemen, hoeveel; waar zullen ze de bodemgrond insteken? Wat is hun plan? Welke voorwerpen hebben ze nodig om hun plan uit te voeren? Welk kind doet welke actie in een groep? Hoe kunnen ze, eens ze de grond van uit de tuin hebben verzameld, uitzoeken wat de eigenschappen zijn en wat de bodemgrond bevat? Vraag de kinderen om over de bodemstalen te praten. Welk woord kunnen ze gebruiken? Zijn alle stalen hetzelfde? Is er een staal helemaal gelijk van begin tot eind? Is de bodemgrond nat of droog? Hoe kan de bodem volgens de kinderen nader onderzocht worden? Wat hebben ze nodig om dit te doen? Wat zijn hun ideeën? Is het gebruik van een vergrootglas aangewezen? Wat zeggen ze over de grootte van de partikels? Hebben ze commentaar op de kleuren? Zitten er nog andere zaken in de bodemgrond (Steentjes, bladeren? Schelpen, ongewervelde diertjes, twijgjes misschien)? Als ze water toevoegen, hoe kunnen ze dan de hoeveelheid water die ze gebruiken meten? Hoe kunnen ze een eerlijke test uitvoeren? Misschien willen ze water toevoegen, maar in welke hoeveelheid? Hoe zullen ze het water meten? Raad hen aan om droge bodemgrond te gebruiken en te kijken wat er gebeurt. Moedig hen aan om aan een beetje droge bodemgrond water toe te voegen en bekijk de luchtbellen die ontstaan. Vraag hun wat er gebeurt. Stimuleer hen om steentjes, plantaardige massa en eventuele dieren uit de bodemstalen te halen (indien er diertjes inzitten, moeten deze in een afzonderlijke doos of bak worden bewaard, vochtig worden gehouden en opnieuw naar buiten worden gebracht). Draag hen op om wetenschappelijke werktuigen of schopjes te gebruiken en niet met hun blote handen te werken. Elk kind zal een collectie van wat ze hebben gevonden liggen hebben op het tweede kartonnen bord of blad papier. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Bodem Soil 3. Evaluatie Vraag de kinderen één voor één om te zeggen wat ze hebben gezien en ontdekt. Vraag hun om hun borden met de bodemgrond te beschrijven. Aan de oudere kinderen kan worden gevraagd om hun bord en de inhoud te tekenen en er een paar woordjes over te zeggen. Moedig de kinderen aan om hun bord te fotograferen als je camera’s bij de hand hebt. Is de bodemgrond steeds hetzelfde of bestaat hij uit verschillende delen? Wat kunnen ze daarover zeggen? Wat hebben ze erin gevonden? Wat vinden ze van bodemgrond? Als de kinderen voorwerpen (bv. een steentje, een twijgje of partikels uit de bodem) uit hun bodemstaal met sterke lijm op het bord kleven kunnen ze hun bord omhooghouden en hun staal vergelijken met die van een andere leerling. De borden kunnen worden tentoongesteld op muur met termen die te maken hebben met ‘bodem’. Errond kunnen dan woorden worden geschreven, eerst descriptief en dan affectief. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Bodem Soil Tweede activiteit Lesplan Beschrijving van de activiteit (met inbegrip van notities van de leerkracht) 1. Aanzet (Hypotheses Vormen) Kan je water door de bodemgrond gieten en het opnieuw opvangen? Je kunt hier even verder op in gaan. Gaat het water op dezelfde manier doorheen alle soorten bodem? Vraag de kinderen wat er zal gebeuren als ze water toevoegen aan de bodemstaal. Hoe kunnen ze hun idee uittesten? Wat weten de kinderen al over het scheiden van dingen? 2. Onderzoek Hoe denken ze het onderzoek uit te voeren? In hun groepjes of per twee met een volwassene met wie ze kunnen praten en hun ideeën kunnen delen? Willen ze overleggen met andere groepen die werken rond hetzelfde thema? Welk materiaal denken ze nodig te hebben? Wat moeten ze doen? Wat verwachten ze dat er zal gebeuren? Wat is hun plan? Als ze per twee werken, wat zal dan de taak van elk kind zijn bij het vergaren van het materiaal en het uitvoeren van het onderzoek? Hoe kunnen ze de hoeveelheid water die ze gebruiken en op het einde over hebben, meten? Willen ze op de een of andere manier timen hoe lang dit in beslag neemt? Hiervoor wordt er in kleine groepjes gewerkt. Hoe zullen de kinderen het water meten dat ze in de fles gieten en opnieuw verzamelen op de bodem van de fles? Vraag hoe zij dit alles zien. Hoe zullen ze het aanpakken? Gebruik een ander plastic flesje en duid er met plakband het waterpeil op aan vooraleer ze beginnen met het leeg te gieten. Gebruik een flesje van hetzelfde formaat als de flesjes met de afgesneden bovenkant. 3. Evaluatie Wanneer al het water erdoor is gegoten, wacht dan even. Vraag de kinderen wat ze zien. Wanneer er geen druppels meer vallen, plaats dan de gietfles met het plakband erop naast de fles met de bodemgrond waardoor het water is gesijpeld. vermogen tot het vasthouden van water en de verschillende snelheden waarmee het water door de bodemgrond dringt, bestuderen. Hoe kunnen de kinderen deze test eerlijk laten verlopen? Wat zijn hun ideeën? Is het waterniveau hetzelfde? Hoe komt dit? Ze moeten dezelfde hoeveelheid bodemgrond en water gebruiken voor elk onderzoek. Ieder groepje kan een verschillende bodemsoort uittesten en dan vergelijken. Je kunt deze activiteit opnieuw uitvoeren met zand, turf/ compost en klei. De kinderen kunnen dan de verschillen in het DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647 Bodem Soil Notities van de leerkracht Woordenschat Bodem, aarde, partikels, mengsel, tussenruimtes, lucht, stenen, keien, twijgjes, bladeren, plantenresten, dieren, klei, turf, bodemgrond uit de tuin, filter, gieten, sorteren, vastkleven, meten, eerlijke test, gelijk volume, water. Notities van de leerkracht. Deze activiteiten vereisen observatievaardigheden waarbij descriptieve en actiewoorden worden aangewend, alsook wetenschappelijke basisvaardigheden en het gebruik van de gepaste woordenschat zoals eerlijk, gieten, sorteren, meten, timen. Aarde of bodemgrond is de bovenste laag van onze planeet en heeft een bruinachtige kleur. De bodem wordt vaak bedekt door dicht bij elkaar groeiende planten, zoals gras, of door mensen geproduceerde materialen, denk maar aan beton. Turf is grotendeels organisch materiaal dat bestaat uit veenmos. Regenwater dringt door tot in de bodem. Wanneer de bodem heel veel water bevat, heeft hij een donkerdere kleur dan wanneer hij droog is. Als je bodemgrond binnen bewaart, leidt dit er meestal toe dat hij gaat uitdrogen. Als je wat vochtige bodemgrond op een kartonnen bord dicht bij een raam in de zomer of een radiator in de winter plaatst, kan je de kleur geleidelijk aan zien veranderen. De bodemgrond zal uitdrogen en lichter van kleur worden al naargelang het vocht wegtrekt. Iedere bodemsoort bevat een verschillende hoeveelheid water. Zand bijvoorbeeld bevat slechts weinig water, terwijl turfbodems en klei vol water zitten. Dat wordt ook aangetoond tijdens de proef met de filters, waarbij dezelfde hoeveelheid water bij dezelfde temperatuur doorheen dezelfde hoeveelheid van verschillende soorten bodemgrond wordt gegoten. Aarde is niet uniform. Ze bevat kleine stukjes gebroken gesteente, keitjes genaamd, en is een mengsel van mineralen komende uit het daaronder gelegen gesteente, en biologisch materiaal, zoals afgestorven delen van planten of andere levende organismen. Verse tuingrond kan ook deeltjes van slakkenhuizen en afgestorven delen van andere ongewervelde dieren bevatten. De wortels van groeiende planten zitten in de bodem. Als je onkruid uittrekt, zal je zien dat er stukjes aarde aan de wortels blijven kleven. De bedoeling van deze activiteiten is om de kinderen erop te wijzen dat de bodem niet uniform is en uit kleine deeltjes, partikels genaamd, bestaat, waar er tussenruimte tussen zit die gevuld is met lucht of andere zaken. Als je wat droge bodemgrond in water gooit, zal je de luchtbellen zien die uit de ruimtes tussen de verschillende partikels komen. Laat de kinderen een kleine hoeveelheid bodemgrond bekijken en eruit halen wat ze zien. Laat ze een stokje of lepeltje gebruiken om de partikels te scheiden. Gezondheid en Veiligheid – onderzoek wat de plaatselijke reglementen zeggen over het gebruik van bodemgrond en vermijd dat de kinderen hun vingers gebruiken. Wegwerphandschoenen, niet van latex, kunnen ook handig zijn ter bescherming van de handen. Kleine, dunne plastic zakjes kunnen als alternatief voor handschoenen worden gebruikt indien er geen beschikbaar zijn. De kinderen moeten een staal bodemgrond op een kartonnen bord leggen om dat te onderzoeken en commentaar geven over hoe het eruitziet, waaruit het bestaat en wat de functie ervan is. Moedig de kinderen aan te praten en verhalen en ervaringen over bodem uit te wisselen. Gebruik de foto’s die ze van hun werk hebben gemaakt en hun verzamelde dialogen om een GROOT BOEK van ONZE BODEM te maken, inclusief foto’s en tekeningen van hun werk. DitThis project Pri-Sci-Net wordt door het Zevende Kaderprogramma van de project Pri-Sci-Net hasgefinancierd received funding from the European Union Seventh Europese Unie (FP7 2007 onder subsidieovereenkomst 266647 Framework Programme (FP7/13) 2007 /13) under grant agreement nr. No.266647