Gidsmodel 10: VEENKOLONIËN

advertisement
Gidsmodel 10: VEENKOLONIËN De veenkoloniën liggen voornamelijk in het oosten van het land, in het oosten van Groningen, Twente en Zuid-­‐Drenthe, en Noord-­‐ Overijssel. Ook in Zuid-­‐Friesland en de Peel komen veenkoloniën voor. Een veenkolonie is oorspronkelijk een nederzetting die is ontstaan doordat arbeiders naar een gebied trokken waar hoogveen werd afgegraven voor de productie van turf. Hoogveenrestanten werden teruggestort en hierop vindt tegenwoordig landbouw plaats. Door de CO2emissie is er sprake van bodemverarming Urgentie •
•
•
Verdroging gebied, extra bij hoogveenkussens Oxidatie van veen (bodemdegradatie) leidt tot bodemdaling en verschraling van de bodem (afname bodemkwaliteit) wateroverlast, moeilijk om water vast te houden, teveel of te weinig I Uitgangspunten Bodem en Water A Bodemsoorten De bodem in de Veenkoloniën bestaat uit zand met veenresten en gebieden met onontgonnen hoogveen. B Reliëf Het reliëf in de veenkoloniën is marginaal, maar er zijn wel hoogteverschillen te vinden in de vorm van hoger gelegen zandruggen, en laagtes (depressies). De veenkoloniën liggen tussen hoger gelegen stuwwallen, zoals de Hondsrug en de Sallandse heuvelrug. Diepe zandgaten zijn overblijfselen van menselijke graafactiviteiten, voornamelijk voor zandwinning voor snelwegen. C Water Levend hoogveen heeft een groot watervasthoudend vermogen. Vanuit het veen ontstonden natuurlijke beken. Om het turf af te voeren werden rechte afvoerkanalen gegraven. De sloten die nodig waren om het veen te draineren werden op deze hoofdvaarten aangesloten. D Menselijke invloed De meeste veenkoloniën worden gekenmerkt door de langgerekte ligging langs een kanaal of een weg met lintbebouwing. Steden ontstonden vaak op de kruising van afvoerkanalen en op de hoger gelegen zandruggen. 1 II Kansen Regio A Blauw groene netwerken Het is van belang om het huidige blauwgroene netwerk te weten, en de kwaliteit te behouden. De maat en de continuïteit moet worden verbeterd. Door verbinding van natuurgebieden onderling en kwelzones ontstaat een robuuster ecologisch systeem. Door hermeandering wordt de waterafvoer vertraagd en de biodiversiteit vergroot. B Zonering vanuit ondergrond Infiltratie vergroten op de zandruggen. Om veengebieden in stand te houden zullen deze nat gehouden moeten worden. Kwelzones benutten voor de aanleg van natuur en waterberging. C Extra Veerkracht Biodiversiteit vergroten door alle natuurgebieden te vergroten en te verbinden. Bodemverbetering zorgt er voor dat de bodem niet wordt uitgeput. Bomen langs kanalen en wegen zorgen voor schaduw en toevoer biomassa. D Meervoudige Ecosysteemdiensten Energiewinning uit groen, zon, wind en water. Buitenrecreatie zal een belangrijkere rol gaan spelen, dus uitbreiding van het fiets-­‐ en kanoroutenetwerk, en deze aansluiten op de kernen en horeca is een kansrijke economische maatregel. III Kansen Stedelijk gebied A Blauw groene netwerk Het is van belang om het huidige blauwgroene netwerk te weten, en de kwaliteit te behouden. De maat en de continuïteit moet worden verbeterd. Benut bestaande vaarten en de knooppunten door aanleg van water-­‐en schaduwpleinen. Waterlopen als zichtbare structuren in de stad, zorgen voor waterberging en verbetering van de waterkwaliteit door circulatie. B Zonering vanuit ondergrond Vergroten van infiltratie op de hogere delen, vergroten van de berging in de lageren en nattere delen. Droge gebieden kunnen zonder aanvullende maatregelen gebruikt worden voor ondergronds bouwen, zoals kelders en parkeergarages. C Extra Veerkracht Hittestress wordt tegengegaan door windcorridors, bijvoorbeeld over open zones met stads/dorpslandbouw . D Meervoudige Ecosysteemdiensten De uitdaging ligt erin om alternatieve maatregelen te bedenken met een hoog economisch rendement, bijvoorbeeld door een combinatie te zoeken van waterzuivering op een RWZI en het aanleggen van helofytenfilters of waterberging combineren met waterwonen en energiewinning. 2 
Download