Hoofdstuk 4 Sociaal bewustzijn Sociologie voor de praktijk 1 van 10 Sociaal bewustzijn • Sociaal bewustzijn is het bewustzijn van je sociale positie in de samenleving • Definitie van de situatie: benadering van de situatie, beïnvloed door sociaal bewustzijn • Sociaal bewustzijn bepaalt gedrag Sociologie voor de praktijk 2 van 10 Symbolisch interactionisme • Symbolisch interactionisme: interpreteren van elkaars gedrag en eigen gedrag daarop afstemmen – – • Onze handelingen zijn tekens en symbolen waarmee we iets uitdrukken Definitie van situatie bepaalt onze reactie Voorbeelden symbolisch interactionisme: – Selffulfilling prophecy, self-defeating prophecy, stigmatisering, slachtofferdenken Sociologie voor de praktijk 3 van 10 Symbolisch interactionisme • Ideeën én situaties verklaren gedrag: – Blaming the victim: alleen de houding van de cliënt wordt als probleem behandeld – Risico van reductie: niet alleen onze ideeën bepalen ons handelen; ook de situatie – Empowerment: mensen helpen de situatie te overwinnen door er greep op te krijgen Sociologie voor de praktijk 4 van 10 Afleiders en compensatie • Latente en manifeste verklaringen van de situatie – – Niet uitgesproken en/of niet herkend (latent) De bekende, uitgesproken verklaring (manifest) Sociologie voor de praktijk 5 van 10 Afleiders en compensatie • • Grip op je sociale positie heb je als je de maatschappelijke situatie begrijpt Dit sociaal bewustzijn kan beperkt zijn door ‘afleiders’ en ‘compensaties’: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ritualisering Zichzelf de schuld geven Zondebok zoeken Mystificatie ‘Verandering is verslechtering’ Vergelijken met anderen of met vroeger Sociologie voor de praktijk 6 van 10 Ideologie • • Ideologie: ideeën die het streven van een groep rechtvaardigen Geeft ‘verklaring’ van situatie – – – – Rechtvaardigt de sociale positie van groepen: ‘het is in het algemeen belang’ Ideologie kan ook juist protest vormgeven Vanzelfsprekendheid van de gewone situatie versterkt de ideologie Gelukkige slaven Sociologie voor de praktijk 7 van 10 Ideologie • • Utopie: ideologie die de noodzaak benadrukt om te veranderen naar de ideale toekomst Drie grote ideologieën – – – Conservatisme: herstel Liberalisme: vrije mensen Socialisme: doorbreken klassentegenstelling Sociologie voor de praktijk 8 van 10 Ideologie Rechts en links, conservatief en progressief • Combinaties met nationalistische, etnische of godsdienstige mengvorm • Sociologie voor de praktijk 9 van 10 Ideologie • Populisme: – – – – – ‘Het Volk’ centraal Persoonlijk leiderschap Anti-elite Anti-vreemde invloed Nationalistisch Sociologie voor de praktijk 10 van 10