23e Zondag door het jaar – C Wijsheid 9:13-18b 4 september 2016 Filémon 9b-10,12-17 Lucas 14:25-33 Op deze zondag viert de kerk de heiligverklaring van Moeder Teresa, de stichteres van de Congregatie van de Missionarissen van Naastenliefde. Hier in Amsterdam spreken we simpelweg van de zusters van Moeder Teresa. Ze hebben sinds 1989 een kleine gemeenschap in de Egelantiersstraat in de Jordaan, waar ze zich bekommeren om de opvang van vooral moeders en kinderen in moeilijke situaties. Daarnaast verzorgen ze ook dagelijks voor zo’n 150 mensen, meest verslaafden, eenzamen en anderszins vastgelopen mensen, een warme maaltijd. Zelfs in een multiculturele stad als Amsterdam, waar we niet meer opkijken van een kleur of een taal extra, vallen de zusters in hun blauw-witte sari’s toch nog wel degelijk op. Mede dankzij de bekendheid van hun stichteres weten de meesten, die hen tegenkomen, wel wie ze zijn en waar ze globaal voor staan. Op zich is dat opmerkelijk, want toen ze begon, trok Moeder Teresa zich toch terug uit de heersende cultuur van geld, macht en burgerlijk leven, omdat ze haar Heer wilde volgen, waarheen Hij haar leiden zou. Getrouw aan Zijn eigen Woord leidde Christus haar daar waar Hij was: bij de minsten van Zijn broeders en zusters. En ze nam alles mee wat ze had: twee voeten om te gaan naar wie uitgestoten waren, twee handen om aan te raken om wie heen gelopen werd, twee ogen om aan te kijken wie niet gezien mochten worden en een mond om te glimlachen naar wie verwensingen en vervloekingen gesnauwd werden. En haar geloof nam ze mee, haar geloof, haar naastenliefde en haar hoop. Haar geloof, dat haar alle mensen als medemensen leerde te zien, omdat ze allemaal kinderen van dezelfde God zijn in wie Hij vreugde vindt, zonder onderscheid des persoons. Haar naastenliefde, die haar die medemens als een concreet persoon van vlees en bloed op haar weg zette, zodat ze kon delen wat ze had, zodat ze, net als haar Heer, individuen en gemeenschappen weer heel kon maken en zo het Lichaam van Christus weer heel kon maken. En haar hoop, die haar doorzettingsvermogen gaf, als ze de liefde van God niet altijd meteen kon ervaren in de mensen, die ze hielp of die ze om hulp vroeg. Hoop ook, die andere vrouwen en mannen aansprak om Moeder Teresa bij te staan op haar moeilijke en soms zo hopeloos-aanvoelende weg. Mensen, die zich vanuit hún hoop - dat deze wereld ten diepste goed is en dus de moeite waard - lieten uitnodigen om op zoek te gaan naar de naastenliefde in henzelf, om te leren geven en te leren ontvangen. Hoop ook, die mensen, die dat aandurfden, weer leerde geloven in een God, die naastenliefde in eigen persoon is. Een God, die bij al Zijn kinderen wil zijn; een God wiens naam ‘Barmhartigheid’ is en die zich, met heel de hemelschaar, verheugt over elk mens, dat zich weer naar Hem omkeert. Page 1 of 2 23e Zondag door het jaar – C 4 september 2016 Moeder Teresa overleed op 5 september en dit zal ook haar feestdag zijn in de heiligenkalender. Vandaag lezen we de lezingen van de 23e zondag, maar deze beschrijven wel treffend, van waaruit Moeder Teresa leefde.: “als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn.” Het woord ‘kruis’ schrok de mensen uit de tijd van Jezus waarschijnlijk nog meer af dan ons vandaag de dag. Leven in het Romeinse rijk, en zeker in het rumoerige Palestina van die dagen, was onmogelijk zonder kruisen en gekruisigden tegen te komen. Mensen toen wisten precies, vanuit de ervaring van al hun zintuigen, wat een kruisdood allemaal met een mens doet. Jezus weet dat en geeft dus andere voorbeelden, die wellicht iets makkelijker zijn, ofschoon … alsof grote bouwwerken en zeker oorlog geen slachtoffers vragen. In ieder geval wilde Hij heel duidelijk maken dat dat soort leven-omvattende projecten een totale overgave vragen. Halve inzet levert hier geen half werk, maar helemaal niets op. Zo ook met de navolging van Jezus en de realisatie van het allergrootste project aller tijden: de opbouw van het Koninkrijk van God. Moeder Teresa heeft dat begrepen en dat is de reden van haar heiligheid. Ze heeft zich helemaal aan Hem gegeven en al haar krachten ingezet voor haar deel van dat Rijk waar ze voor geroepen werd: de zorg voor de allerarmsten, eerst in Calcutta, toen India en uiteindelijk overal in de wereld. En daarom kan ze ook een voorbeeld zijn voor ons allemaal om te groeien in heiligheid: het gaat niet om grote daden of geweldige projecten, maar om een volledige inzet en wel voor ieder van ons in dat stukje Koninkrijk, waarin ieder wij zelf elke dag weer wakker worden. De rest mogen we met een gerust hart overlaten aan God, aan de heiligen en aan onze medemensen. Page 2 of 2