Participatie Convenant Wmo-adviesraad van de gemeente Landerd

advertisement
Participatie Convenant Wmo-adviesraad van de gemeente Landerd met betrekking tot
participatie in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Artikel 1 Begrippen
1. Alle begrippen die in dit convenant worden gebruikt en niet nader omschreven
worden hebben de betekenis die de Wet Maatschappelijke Ondersteuning [WMO]
daaraan toekent.
2. In dit convenant wordt verstaan onder:
a. Gemeente: gemeente Landerd
b. College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Landerd.
c. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Landerd.
d. Wmo: de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
e. Wmo-adviesraad: adviesraad zoals bedoeld in dit convenant.
f. Leden: vertegenwoordigers van doelgroepen en/of belangenorganisaties
behorende bij de prestatievelden in artikel 1 lid 1, onder g, van de Wmo.
g. Overlegvergadering: het overleg met de verantwoordelijke wethouder.
Artikel 2 Doelstelling
1. Het doel van de Wmo-adviesraad is, gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en op
artikel 9 – 11 en 12 van de Wmo, de belangen in het kader van de Wmo, van de
inwoners van de gemeente te behartigen door de adviesfunctie, de burgerparticipatie
en cliëntenparticipatie vorm te geven.
2. Door middel van de inbreng en het overleg van de Wmo-adviesraad met de
samenleving en de gemeente, wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit
van de uitvoering van de Wmo.
Artikel 3 Werkterreinen
1. Het werkterrein van de Wmo-adviesraad is het hele terrein dat door de Wmo wordt
bestreken, minimaal de negen prestatievelden en de in de toekomst nog toe te
voegen prestatievelden.
Artikel 4 Taken
1. De Wmo-adviesraad, als onafhankelijk adviesorgaan,heeft tot taak het college
gevraagd en
ongevraagd te adviseren over onderwerpen die de vorming van nieuw beleid en de
uitvoering
van vastgesteld gemeentelijk beleid ten aanzien van de Wmo betreffen.
2. De Wmo-adviesraad informeert en oriënteert zich op ontwikkelingen en knelpunten
die ervaren worden in de Landerdse samenleving waar het de uitvoering van Wmo
betreft. De Wmo-adviesraad geeft de signalen door aan de gemeente.
3. De Wmo-adviesraad informeert de organisaties, waarvan de Wmo-adviesraad een
afspiegeling is, over de praktische uitvoering van beleid en regelingen op het gebied
van de Wmo.
Artikel 5 Samenstelling Wmo-adviesraad
1. De Wmo-adviesraad bestaat uit minimaal negen leden.
2. In de Wmo-adviesraad hebben zomogelijk zitting:
a. betrokken burgers die affiniteit hebben met in de gemeente zetelende
representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied
individuele maatschappelijke ondersteuning, te weten:
- ouderen
- gehandicapten
- mantelzorgers
- minima
- OGGZ [Openbare Geestelijke Gezondheid Zorg]
b. betrokken burgers die affiniteit hebben met collectieve maatschappelijke
ondersteuning op de volgende terreinen:
- sociale samenhang en leefbaarheid
- welzijn van kinderen en jongeren
- vrijwilligers
c.
betrokken burgers die affiniteit hebben met de Wmo vanuit de volgende
sectoren:
- allochtone organisaties
- organisaties vanuit een levensbeschouwelijke
grondslag.
3. De Wmo-raad benoemt uit zijn midden het dagelijks bestuur, waaronder de voorzitter,
de secretaris en de penningmeester.
4. Medewerkers en bestuurders van de gemeente kunnen geen deel uit maken van
de Wmo-adviesraad.
5. Een evenwichtige en representatieve vertegenwoordiging met betrekking tot de
samenstelling en leeftijdsopbouw van de gemeente dient te worden nagestreefd.
Artikel 6 Zittingsduur
1. De zittingsduur van de leden van de Wmo-adviesraad is vier jaar, welke periode
maximaal eenmaal verlengd kan worden.
2. Een lid van de Wmo-adviesraad kan zijn lidmaatschap tussentijds middels een
schriftelijke
kennisgeving beëindigen.
Artikel 7 Overleg
1. De Wmo-adviesraad komt, zoveel als nodig, bijeen voor overleg.
2. Het college betrekt de Wmo-adviesraad in een zo vroeg mogelijk stadium bij de
totstandkoming van beleid en regelingen betreffende de uitvoering van de Wmo.
3. De Wmo-adviesraad stelt een jaarlijkse werkagenda op ten behoeve van pro-actieve
beleidsvoering.
4. De Wmo-adviesraad ontvangt schriftelijke rapportage over de jaarlijkse evaluatie
Wmo.
Re-actieve beleidsvoering wordt in de overlegvergadering met de
verantwoordelijk wethouder geagendeerd.
5. Ten minste twee maal per jaar vindt een overlegvergadering plaats met de
verantwoordelijk wethouder.
6. De Wmo-adviesraad stelt, in overleg met de verantwoordelijk wethouder, de agenda
vast van de overlegvergadering.
7. De Wmo-adviesraad vergadert op verzoek met een terzake deskundige ambtenaar
van de gemeente Landerd.
Artikel 8 Advisering
1. Het college legt onderwerpen als bedoeld in artikel 3 lid 1 middels een schriftelijke
adviesaanvraag voor aan de Wmo-adviesraad. In de aanvraag wordt expliciet
vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.
2. De Wmo-adviesraad brengt binnen zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag
schriftelijk advies uit aan het college.
a. het besluit wordt bij meerderheid van stemmen genomen.
b. Minderheidsstandpunten worden op verzoek in het advies vermeld.
3. Indien het college het advies van de Wmo-adviesraad niet overneemt, deelt zij dat
met redenen omkleed, binnen vier weken, schriftelijk mee aan de Wmo-adviesraad.
Artikel 9 Bevoegdheden
1. De Wmo-adviesraad kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen. De
bevindingen van de werkgroepen worden aan de Wmo-adviesraad voorgelegd.
2. Op verzoek van de Wmo-adviesraad kunnen deskundigen worden uitgenodigd om
een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald
onderwerp.
Artikel 10 Budget en faciliteiten
1. Op verzoek van de Wmo-adviesraad stelt het college faciliteiten beschikbaar die
noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de Wmo-adviesraad.
2. Het college kan de Wmo-adviesraad een jaarlijkse subsidie verlenen op grond van
een aanvraag.
Artikel 11 Overige bepalingen.
1. De Wmo-adviesraad behandelt geen zaken die op individuen betrekking hebben.
2. De Wmo-adviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast.
Artikel 12 Citeertitel
Dit Convenant kan worden aangehaald als Participatie Convenant Wmo-adviesraad
gemeente Landerd en treedt in werking op de datum van ondertekening.
In gevallen waarbij de samenspraak van het college met de Wmo-adviesraad aan de orde is
en waarin dit Convenant niet voorziet, beslist de voorzitter van de Wmo-adviesraad in overleg
met de wethouder.
Aldus overeengekomen en ondertekend te Landerd op 9 december 2008
Namens het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Landerd:
Wethouder P. Raaijmakers.
Namens de Wmo-adviesraad:
Voorzitter T. Logtens.
Toelichting bij het Participatie Convenant Wmo-adviesraad van de gemeente Landerd.
Advies Raad algemeen
De Wmo stelt met betrekking tot de betrokkenheid van de burger bij de uitvoering van de
Wmo aan de gemeente twee eisen, namelijk participatie en verantwoording.
Dit betekent dat de gemeente de burgers en instellingen die betrokken zijn bij de
maatschappelijke ondersteuning, betrekt bij het opstellen van beleid en bij de uitvoering
daarvan. Voor de beleidsvoorbereiding en de planvorming door het college is dit zelfs bij wet
verplicht.
Daarnaast is het van belang dat de gemeente Landerd, in samenwerking met en in
welwillend partnerschap met de Wmo-adviesraad, streeft naar interactieve
beleidsontwikkeling.
Voor de vormgeving van de structurele participatie van personen, cliënten- en
belangenorganisaties van de doelgroepen behorende bij de prestatievelden is het
voorliggende Convenant opgesteld.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 De begrippen
De presatievelden:
1. het bevorderen van de sociale samenhang in en
leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;
2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
problemen met opgroeien en van ouders met problemen
met opvoeden;
het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;
het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen
steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij
hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het
ondersteunen van vrijwilligers;
het bevorderen van de deelname aan het
maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig
functioneren van mensen met een beperking of een
chronisch psychisch probleem en van mensen met een
psychosociaal probleem;
het verlenen van voorzieningen aan mensen met een
beperking of een chronisch psychisch probleem en aan
mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve
van het behouden en bevorderen van hun zelfstandig
functioneren en hun deelname aan het maatschappelijke
verkeer;
het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder
vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding
van huiselijk geweld;
het bevorderen van openbare geestelijke
gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van
psychosociale hulp bij rampen;
het bevorderen van verslavingsbeleid;
Artikel 2 Doelstelling
In dit artikel wordt het bestaan van de Wmo-adviesraad bevestigd en wordt aangegeven dat
het doel van dit orgaan enerzijds is de belangenbehartiging van de inwoners van Landerd die
zijn aangewezen op ondersteuning en anderzijds om een meerwaarde te creëren in de
kwaliteit van de uitvoering van de Wmo.
Artikel 3. Werkterrein.
4 Taken
De taken van de Wmo-adviesraad vloeien voort uit de doelstelling zoals verwoord in artikel 2.
In het eerste lid wordt aangegeven dat de Wmo-adviesraad fungeert als een adviesorgaan
voor het college en dus niet voor de gemeenteraad. Uiteraard wordt daarmee niet uitgesloten
dat leden van de Wmo-adviesraad door leden van de gemeenteraad kunnen worden
geraadpleegd.
Ook blijft het mogelijk dat leden van de Wmo-adviesraad zelf contact zoeken met
gemeenteraadsleden. Dit behoort echter niet tot de, volgens dit Convenant geformuleerde,
structurele taak van de Wmo-adviesraad.
De advisering betreffende zowel de ontwikkeling van nieuw beleid als de uitvoering van
vastgesteld beleid, richt zich mede op alle relevante aspecten, waaronder de inhoud,de
voortgang, de controle en de evaluatie.
Artikel 5 Samenstelling Wmo-adviesraad
De Wmo-adviesraad bestaat waar mogelijk deels uit vertegenwoordigers van
georganiseerde doelgroepen die behoren bij de prestatievelden, deels uit
vertegenwoordigers van niet georganiseerde doelgroepen en deels uit andere burgers die
zich betrokken voelen. Een evenwichtige leeftijdsopbouw, overeenkomstig de
leeftijdsopbouw van de gemeente, is van belang.
Artikel 6 Zittingsduur
In dit artikel wordt geregeld op welke wijze nieuwe leden van de Wmo-adviesraad worden
geworven.
In principe geldt een zittingsduur van 4 jaar. Een rooster van aftreden wordt gehanteerd.
Indien zich na afloop van een zittingsperiode onvoldoende nieuwe kandidaten hebben
gemeld kan naar bevind van zaken worden gehandeld, waarbij continuering met een tweede
termijn mogelijk is.
Artikel 7 Overleg
In dit artikel worden de vormen van overleg geregeld, te weten:
de vergaderingen van de Wmo-adviesraad zelf, al dan niet met beleidsmedewerkers op het
gebied van de WMO en de overlegvergaderingen met de wethouder.
Om de Wmo-adviesraad zo vroeg mogelijk te betrekken bij de totstandkoming van beleid en
regelingen, wordt nieuw beleid in conceptversie om advies voorgelegd aan de Wmoadviesraad. Informatie verstrekken gebeurt in een eerder stadium.
Artikel 8 Advisering
In dit artikel wordt de werkwijze van de Wmo-adviesraad met betrekking tot de advisering
beschreven.
De schriftelijk adviesaanvraag gebeurt per brief of via opname in de agenda van het overleg
van de Wmo-adviesraad.
Artikel 9 Bevoegdheden
Aangezien de wet- en regelgeving een zeer complex geheel is, wordt in dit artikel geregeld
dat in voorkomende gevallen door de Wmo-adviesraad een beroep kan worden gedaan op
externe deskundigheid.
Artikel 10 Budget en faciliteiten
Voor enerzijds kleine kosten en anderzijds het kunnen inschakelen van een deskundige
derde of het kunnen bezoeken van relevante congressen of workshops kan een budget
worden opgenomen in de jaarlijkse begroting. Jaarlijks moet over de besteding van dit bedrag
verantwoording worden afgelegd.
Op verzoek van de Wmo-adviesraad kunnen ook, indien mogelijk, bepaalde faciliteiten
beschikbaar worden gesteld die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de Wmoadviesraad. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het door de gemeente beschikbaar
stellen van een vergaderruimte of spreekkamer, kopieerfaciliteiten of aan vergoeding van de
kosten van kinderopvang.
Een verzoek om faciliteiten ter beschikking te stellen wordt gericht aan het college.
Jaarlijks dient een subsidieaanvraag bij het college ingediend te worden.
Artikel 11 Overige bepalingen
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 12 Citeertitel
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Download