Les 1 Wat gaan we doen?

advertisement
Les 4 Wat gaan we doen?
1. Vragen vorige les.
2. Uitleg.
3. Opdracht.
4. Quiz.
5. Afsluiting.
Over landbouw
1. Wat zijn de voordelen van landbouw?
- Een voedselvoorraad
- Voedsel voor meer mensen
- Nieuwe beroepen
- Kan bijna overal gedaan worden
2. Wat zijn de nadelen van landbouw?
- Kost meer tijd
- Slechter voor het milieu
- Ongelijkheid tussen mensen
3. Waarom ging men landbouw bedrijven?
- Klimaatverandering (minder voedsel in het wild)
- Per ongeluk: experiment
- Bevolkingsgroei (meer eten nodig/ aanvallen door
boeren die meer in aantal waren).
Kenmerken tijdvak 1
Tijdvak 1 De tijd van jagers en boeren
(0- 3000 v. Chr.)
Kenmerken:
1. De levenswijze van jagers- verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en
landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen.
De sleutel tot het raadsel van de hiërogliefen
De Steen van Rosetta: tekst uit 196 v. Chr.
Boodschap in drie talen:
-Hiërogliefen
-Demotisch
-Grieks.
Gevolgen van het schrift:
-Ruimte  een koning kan een groter gebied regeren.
-Volume  alle kennis die je hebt, kun je opslaan.
-Tijd  kennis wordt van generatie op generatie
doorgegeven.
Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Kenmerken van deze Soemerische stadstaten:
1. Specialisatie in beroepen
2. Hiërarchische opbouw samenleving
3. Een godsdienstig centrum
4. Het ontstaan/gebruik van schrift.
In een complexere samenleving
is het schrift belangrijk voor:
• Het bijhouden van de
voorraden, boekhouding,
belastinginning.
• Het vastleggen van
afspraken, regels en wetten.
Beroemd is de Codex van
Hammurabi (persoon).
Opgesteld rond 1780 v. Chr.
(gebeurtenis).
De Codex Hammurabi kende de
doodstraf onder meer voor :
1. het valselijk iemand beschuldigen
van moord
2. meineed
3. het ontduiken van een
mobilisatieoproep
4. overspel.
De Wetten (= codex) van Hammurabi
waren ‘in steen gegrift’
(onveranderbaar) en er kwam
het beroemde "oog om oog"
principe“ in voor. (gedachte)
Samenvatting ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen
‘Ontdekking’ van landbouw en veeteelt als bron van voedsel =
Neolithische Revolutie
Mensen gaan steeds meer op een plek bij elkaar wonen =
Sedentaire Revolutie
Door de vergroting van de voedselopbrengsten (irrigatielandbouw)
konden er ook nieuwe beroepen ontstaan
Sommige boeren produceren meer dan andere ze worden machtiger en
gaan de leiding nemen en de groeiende samenleving organiseren
Ontstaan van een bestuur en ambtenarenapparaat (ontwikkeling)
Ontwikkeling van
het schrift en einde
prehistorie
Behoefte aan vastleggen afspraken,
belastingen en het bijhouden van
voorraden en het doorgeven van kennis
Nederzettingen groeien door, de samenleving wordt ingewikkelder en er
ontstaan hiërarchische georganiseerde stedelijke gemeenschappen.
(stadstaat = verschijnsel).
Opdracht
Werk in duo’s. Maak een woordweb als antwoord op
de vraag: ‘Welke kenmerken hadden stedelijke
gemeenschappen in Mesopotamië?’
 Besteed extra aandacht aan de gevolgen van het
schrift.
Politiek = wat betref het bestuur
Sociaal = hoe mensen met elkaar omgaan
Cultureel = taal, godsdienst, kunst, normen en waarden
Economisch = hoe de economie werkt
Politiek
• Eigen bestuur met wetten en regels
• Koning was bestuurder van de stad,
opperbevelhebber van het leger en opperrechter
• Amtbenaren hielden de administratie bij
Sociaal
• Hiërarchische opbouw samenleving (sociale
klassen)
• Van laag naar hoog: slaven, boeren,
ambachtslieden, priesters, koning
• Wetboek: Codex Hammurabi (1780 v. Chr.)
Economisch
• Specialisten (ander beroep dan boer)
• Ambachtslieden maakten werktuigen en gebouwen
• Het gebruik van het schrift (voorraden, belasting,
boekhouding, regels en wetten, verhalen)
• Handel en belastinginning vonden plaats rond de
ziggurat
Cultureel
•
•
•
•
•
Religieus centrum (ziggurat)
Polytheïsme (meerdere goden)
Priesters zorgden voor het contact met de goden
Koning regeert op aarde namens de goden
Vanaf 3300 v. Chr. werden verhalen opgeschreven
Quiz
Zie andere PowerPoint
Les 4 Huiswerk
Maak uit de leeswijzer van de oude examenvragen:
- Vraag 2 (2014 2e tijdvak)
- Vraag 1 (2006 1e tijdvak)
- Vraag 2 (2006 1e tijdvak)
- Vraag 2 (2007 1e tijdvak).
Download