Powerpoint

advertisement
Les 1 Wat gaan we doen?
1. Voorstellen docent + opstellen plattegrond.
2. De regels doornemen.
3. Uitleg planning + werkwijze.
4. Introductie 1.1.
5. Opdrachten.
6. Afsluiting.
De 10 tijdvakken:
1. Tijd van jagers en boeren 0- 3000 v. Chr.
2. Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr. - 500
3. Tijd van monniken en ridders 500-1000
4. Tijd van steden en staten 1000-1500
5. Tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600
6. Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
7. Tijd van pruiken en revoluties 1700-1800
8. Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
9. Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
10. Tijd van televisie en computers 1950-nu
Kenmerken tijdvak 1
Tijdvak 1 De tijd van jagers en boeren
(0- 3000 v. Chr.)
Kenmerken:
1. De levenswijze van jagers- verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en
landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen.
Tijdvak 1: De tijd van jagers en boeren
Charles Darwin en vinken van de Galapagoseilanden.
Jagers- verzamelaars gebruikten werktuigen van steen, been (van botten) en hout.
Wat zeggen deze feiten over Ötzi’s levenswijze en cultuur?
- In zijn maag zaten resten van edelhertvlees, eenkoorn (tarwe)
en steenbokvlees
- Hij stierf een gewelddadige dood; er zat een pijlpunt in zijn
borstkas en hij had diverse wonden
- Hij had een heel slecht gebit en waarschijnlijk altijd kiespijn
- Hij wandelde veel: hij had peesontstekingen in zijn knieën
- Hij had wel 58 tatoeages (simpele lijnen, kruisjes en stippen)
- In zijn kleding zijn twee vlooien gevonden, maar hij had geen
luizen
- Hij had een kostbare koperbijl en een berenmuts
- Hij had een complete jacht- en overlevingsuitrusting bij zich.
Antwoorden
- In zijn maag zaten resten van edelhertvlees, eenkoorn (tarwe)
en steenbokvlees  zowel jager-verzamelaar als boer
- Hij stierf een gewelddadige dood; er zat een pijlpunt in zijn
borstkas en hij had diverse wonden  jachtongeluk of
gewapend conflict
- Hij wandelde veel: hij had peesontstekingen in zijn knieën 
vooral nomadisch leven
- Hij had wel 58 tatoeages (simpele lijnen, kruisjes en stippen)
 wellicht gelovig / behandeling tegen artrose
- Hij had een koperbijl en een berenmuts  hij had status
- Hij had een complete jacht- en overlevingsuitrusting bij zich
 waarschijnlijk op de vlucht.
Wat aten de jagers- verzamelaars?
Hoe maakten ze hun eten klaar?
Welk voedingspatroon zou gezonder zijn: dat
van de jagers- verzamelaars of dat van ons?
Mensen die tegenwoordig grotendeels leven zoals de jagers- verzamelaars dat deden.
Huiswerk les 1
1. Maak een samenvatting van paragraaf 1.1.
Lever die via de ELO in.
2. Koop een 23- rings map, waar je al je
samenvattingen en bijlagen in kunt doen.
Download