Beroepen van vroeger De plaatjes komen van een kwartetspel uit het eind van de 19e eeuw. Elke afbeelding is voorzien van een rijmpje. Smid. De hoefsmid moet het paard beslaan, opdat het vlug weer voort kan gaan. Blikslager. De blikslager moet het gat solderen, om het lekken verder af te weren. Boekbinder. Een boek zo keurig in te binden, zal ied’re leerling prettig vinden. Boekhandelaar. Tot slot zet dan de boekhandelaar Ze in ryen netjes voor u klaar. Dokter. Aan ‘t kloppen van den pols voelt hy Den toestand van zijn patient hierby. Leeraar. Een ferme tik komt wel te pas, In een ondeugende jongensklas. Landbouwer. De landman maait vol vlyt het kooren, Voor s’menschen voedsel naar behooren. Goudsmid. Hy zal u er niet in doen loopen, als gy een gouden ring wilt koopen. Klêermaker. En krijgt ge een scheur in rok of jas, De klêermaker maakt het weer van pas. Hoedenmaker Een fraaie gevel siert elk huis, Een hoed, die niet past, dat is een kruis. Molenaar. De molen draait lustig in den wind, Opdat de molenaar zijn arbeid vindt. Nachtwacht. Als gy des avonds rustig slaapt, Is‘t de nachtwacht, die uw huis bewaakt. Tuinman. De tuinman is er steeds op uit, op het teelen van groente en van fruit. Photograaf. De photograaf zegt keer op keer:”Nu vriend’lyk kyken,he mynheer”? Schilder. Dat schilderen niet gemakkelyk is, Vertelt de schilder u gewis. Straatveger. Hy zorgt voor orde en netheid Steeds te gelegener tyd. Glazenmaker. Als soms uw ruit gebroken is, Helpt de glazenmaker u gewis. Kuiper. De kuiper werkt aan ‘t groote vat, Dat dra zich vult met edel nat. Slager. De slager maakt van ‘t arme dier Gebraad en worst, dat ziet ge hier. Bakker. De bakker heeft in den vroegen morgen Voor brood en voor beschuit te zorgen. Beeldhouwer. Een groot kunstenaar vangt het aan, een monument uit steen te slaan. Boschwachter. Hy gaat door veld en bosch, met zyn hond er steeds op los. Wijngaarde-nier. Hy zorgt voor zynen wyngaard-rank, Voor zyne druiven, hem den dank. Kapper. De kapper zorgt op zaterdag, dat hy U knippen en scheren mag. Brouwer. Uit mout en hop maakt de brouwer hier Het donkere en het lichte bier. Schoorsteen-veger. In de week zo zwart gelyk een neger, is hy ‘s zondags blank, de schoorsteen- veger.