Geschiedenis van ‘De Werkpaarden aan de Dokken’ te Antwerpen (1906) van Frans Slager (1876-1953) Met een koninklijke subsidie vanwege zijn vroegere prestaties heeft Frans Slager (1876-1953) aan de Koninklijke Kunstacademie in Antwerpen 3 jaar (1903-1906) kunnen studeren bij Frans van Leemputten, een bekend schilder van dieren. Frans S. heeft zich vooral toegelegd op het weergeven van paarden. Op diverse plaatsen in Nederland zijn tekeningen, aquarellen, kleine en grote schilderijen van paarden uit zijn Antwerpse jaren bewaard gebleven. Zijn omvangrijkste prestatie is ‘De Werkpaarden aan de dokken’ (1906), van meer dan twee meter breed en anderhalve meter hoog. Al in juli van dat jaar werd het schilderij tentoongesteld in het Stadhuis van Den Bosch. De krant schreef er enthousiast over. “Wij wenschen den jongen artiest, onzen stadgenoot, ten zeerste geluk met dit zijn jongste werk en vertrouwen, dat dit zeer belangrijke toch nu eens geen plaats zal vinden in den vreemde, maar in onze goede Hertog-stad, waar men toch zeer zeker prijs zal weten te stellen op het bezit ervan”. Na ruim 110 jaar is deze moeilijk geformuleerde wens nu verwezenlijkt. In 1907 maakte het schilderij vervolgens deel uit van een expositie die Petrus Marinus Slager en zijn zoons Piet en Frans in hun grote huis in de Waterstraat gegeven hebben. De ‘Werkpaarden’ zijn toen gesignaleerd als een belangrijk kunstwerk’, getuige de afbeelding ervan in het tijdschrift ‘De Prins’ der geïllustreerde bladen (jrg.1907. p.297), een tijdschrift dat alleen maar werk van kunstenaars van naam opnam. En in 1908 prijkten de Werkpaarden op een expositie in Berlijn bij de ‘Keller und Reiner’. Achterop het schilderij zit nog steeds een etiket van deze Kunstsalon. ‘Das Deutsche Blatt’ schrijft: ‘Bij Keller und Reiner is op het ogenblik een groepententoonstelling waarbij vooral een Hollander Frans Slager de aandacht trekt. …. Onder de schilderijen van Frans Slager is het grote doek: de naar het dok rijdende paarden door opvatting en techniek vooral van betekenis. Dit werk ademt de rustige behaaglijkheid van des schilders vruchtbaar vaderland met de ietwat onbeholpen, in onverstoorbare kalmte opgevoede burgers. Ze nestelt in zeilen der stil in de haven rustende schepen en straalt terug van de strakke, glanzende huid der weldoorvoede paarden’. De vertaling van dit curieuzee citaat is waarschijnlijk van Suze Bergé-Slager. Onkundig van al deze gegevens hebben velen verkondigd dat het schilderij in Antwerpen meteen in 1906 aangekocht is door het Museum van de Academie en dat het daar bij een bombardement op de stad tijdens de Eerste Wereldoorlog verloren gegaan is. Dit is mij zelfs tien jaar geleden nog verteld door een medewerker van dat Museum. Waarschijnlijk is in de loop der jaren verwarring ontstaan over welk schilderij daar aangekocht is. Het Museum heeft namelijk wel een werk van Frans Slager, genaamd ‘Antwerpen’, gekocht in de jaren dat hij daar werkte. Daarvan zijn geen afbeeldingen bekend. Wat zijn de latere lotgevallen van de Werkpaarden? Als Huib Luns in 1920 een artikel wijdt aan Een Bossche Schilderfamilie (de Slagers dus) zegt hij over Frans: ‘In den beginne liet het zich aanzien dat hij stoer werk zou geven, op het oog meer in overeenstemming met zijn postuur en uiterlijke verschijning, maar in zijn lieflijk romantische landschapswerk van den laatsten tijd vindt men niet veel van de moedige onderneming die het hierbij gereproduceerde paardenschilderij uit zijn Antwerpschen tijd toch is’. Frans Slager zelf heeft de Werkpaarden altijd gezien als een van zijn beste schilderijen. Ook als hij in de dertiger en veertiger jaren t.b.v. veilingen antwoord moet geven op de vraag “welk genre schildert gij?” komen naast kathedralen steevast de dok- of natiepaarden (Antwerpse naam voor sleperspaarden) op de proppen en Frans van Leemputten wordt erbij genoemd als zijn leermeester. Toch is het opvallend dat zijn tekeningen, aquarellen, grote en kleine schilderijen van paarden allemaal stammen uit die Antwerpse tijd, zo rond 1905. Maar in 1937 schildert hij nog één keer twee van de drie dokpaarden in waterverf boven een brief aan een vriendin, Ghislaine de Menten de Horne. Ook krantenartikelen over het werk of ter gelegenheid van speciale verjaardagen vermelden steeds de Dokpaarden. Maar waar bevond zich het omvangrijke werk inmiddels? Op 20 april 1946 verschaft het Belgische blad ‘De Nieuwe Standaard’ duidelijkheid. “De Belgische Staat kocht zijn [dwz. Frans Slager’s schilderij] “Antwerpen” ter plaatsing in het Museum van het Instituut [der Academie voor schilderkunst te Antwerpen]. Een kapitaal schilderij “Werkpaarden aan het bassin” bevindt zich in particulier bezit in Nederland. Wie de bezitter geweest is kan niemand mij vertellen. En onlangs, in 2016, vermeldde de veiling waar het te koop aangeboden is: uit particulier bezit. Sterker nog: in 1999 is het werk bij hetzelfde veilinghuis óók te koop aangeboden. En ook toen kwam het ‘uit particulier bezit’. Nu eindelijk hangt het bijzondere, grote schilderij van meer dan twee meter breed en ruim anderhalve meter hoog waar het thuishoort: in Museum Slager in Den Bosch. Nel van der Heijden-Rogier Vught, januari 2017