26 april 2014 , pag. 18 400 DAGEN VOOR 400 VRAGEN De RUG viert in 2014 haar vierde eeuwfeest. Voor het project ‘400 dagen voor 400 vragen’ zoekt de universiteit vragen. Vandaag de vraag van Pieter Patje (56) uit Groningen. ¬ Naar schatting wordt in Nederland jaarlijks 2 miljoen kilo haar geknipt. Foto ANP Recyclen haar onrendabel Mannus van der Laan Vraag: Kan afgeknipt mensenhaar hergebruikt/gerecycled worden? Er gaan wekelijks grote hoeveelheden afvalzakken met haar de container in. Hiermee zouden we het afval kunnen reduceren. Er staan momenteel 21.000 kapsalons in Nederland ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het zou prima aansluiten bij het concept van de circulaire economie. Henk Moll, hoogleraar natuurlijke hulpbronnen in relatie tot duurzame productie en consumptie: ,,Mensenhaar is een stevige en brandbare stof. De milieubewuste kapper denkt dat het zonde is al het geknipte haar weg te gooien en droomt over een nuttig gebruik als bron van energie of materialen. Maar is recycling van mensenhaar wel een goed idee? Allereerst de hoeveelheid geknipt haar: in Nederland bedraagt dit naar schatting 2 miljoen kilo per jaar. Per kapperszaak 100 kilo per jaar. Als al dat haar volledig in energie wordt omgezet, levert het de kapper 25 euro op. Met die opbrengst houdt een kapper het haar niet apart en kan de inzameling en verwerking niet worden betaald. Met chemische processen zijn uit haar ook kunststoffen te maken. De opbrengst kan dan per kapper wel 250 euro bedragen. Dan moet er wel een fabriek voor worden gebouwd en energie en chemicaliën worden ingekocht. Misschien wordt het wat als iedere kapper meedoet. Maar dat verwacht ik niet. Het recyclen van het materiaal uit de veren van ruim honderd miljoen slachtkippen per jaar is in Nederland ook nog niet van de grond gekomen. Terwijl voor kippenveren recyclen de omstandigheden gunstiger lijken dan voor mensenhaar.’’ Kunnen we dan niets met haar? Er zit geen haar, maar een bestanddeel van haar in brood ,,Natuurlijk wel, maar houdt het haar gewoon in stand. Gebruik het haar als materiaal voor pruiken, om kussens op te vullen en misschien zelfs in dekbedden. Dat vergt het minste werk en geeft de meeste waarde.’’ Gert-Jan Euverink, hoogleraar biotechnologie: ,,Haar bestaat voor het grootste deel uit het eiwit keratine. Eiwitten zijn opgebouwd uit verschillende aminozuren. Keratine is een bijzonder eiwit, omdat er heel veel van het aminozuur cysteïne in voorkomt. Dit aminozuur zorgt ervoor dat haren stabiel en sterk zijn en niet, zoals veel andere eiwitten, gemakkelijk oplossen in water en afbreekbaar zijn. Het aminozuur wordt ook ge- ¬ Pieter Patje bruikt als broodverbeteraar. Hier komt het verhaal vandaan dat er haar zit in brood. Er zit geen haar in brood, maar een bestanddeel dat uit haar kan worden verkregen. Aminozuren zijn natuurlijke componenten en vormen een belangrijk deel van onze voeding. We kunnen niet zonder. Cysteïne in brood is dus niet schadelijk.’’ Kunnen haren worden gerecycled? ,,Van haren kunnen we dus alleen aminozuren maken. Andere componenten zitten er bijna niet in. Voor aminozuren zijn ook vele andere bronnen beschikbaar, zoals melkeiwit. Er is wel redelijk veel haar beschikbaar in Nederland, maar het is verspreid over erg veel locaties. Inzamelen van al dit haar zou gepaard gaan met hoge transportkosten. Het hele proces is niet rendabel te maken. In Europa mogen menselijke producten niet gebruikt worden in voeding en de cysteïne is afkomstig van plantaardig of dierlijke bronnen. Voor cysteïne uit mensenhaar is hier niet zo’n hele grote markt. Inmiddels zijn er ook nieuwe biotechnologische processen ontwikkeld om cysteïne te laten produceren door bacteriën. Kortom het is niet zo heel erg rendabel om haar apart van ander biologisch afval te gaan inzamelen. Tegelijkertijd verwerken met andere biologische afvalstromen is het meest efficiënt.’’ Reactie Pieter Patje: ,,Beiden geven aan dat er wel toegevoegde waarde is om haar te recyclen. Dat vind ik op zich positief. Maar ik constateer ook dat ze zeggen dat het niet echt rendabel is. Dat vind ik wel teleurstellend. Jan Jonker, hoogleraar duurzaam ondernemen in Nijmegen, zegt terecht: ‘Afval bestaat niet’. We moeten er gewoon voor zorgen dat we de afvalberg verminderen.’’