Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland GECONSOLIDEERDE JAARSTUKKEN 2015 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Voorwoord en vaststelling Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland biedt u hierbij haar geconsolideerde jaarstukken 2015 aan. Deze rapportage is ingericht conform de bepalingen en richtlijnen uit het Burgerlijk Wetboek en de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (‘RJ-bundel’), alsmede het aparte hoofdstuk RJ 660 voor onderwijsinstellingen. De rapportage bestaat uit de bestuursverslagen van Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland, Stichting voor Christelijk Praktijk Onderwijs in Noord-Oost Friesland en Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog, en een geconsolideerde jaarrekening alsmede de bijbehorende overige gegevens. De betreffende onderdelen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Dat houdt in dat de informatie opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van overeenkomstige toepassing is op de bestuursverslagen en dat de informatie opgenomen in de bestuursverslagen van overeenkomstige toepassing is op de geconsolideerde jaarrekening. In 2015 is gewerkt aan de hand van de nieuw opgestelde Planning & Control cyclus. In het bestuursverslag wordt ingegaan op de ervaringen van het werken met deze nieuwe Planning & Control cyclus. Bij het schrijven van het bestuursverslag is gebruik gemaakt van dezelfde indeling van de tekst als bij de begroting 2015. Zo is de cyclus begroting – rapportages – jaarrekening compleet. Deze rapportage is vastgesteld d.d. 9 juni 2016 door de bestuursleden: Dhr. M.M.A.M. Klaverkamp directeur-bestuurder -----------------------------------------------------Mevr. A. Hekkema voorzitter -----------------------------------------------------Mevr. H.C.G. van Asten secretaris -----------------------------------------------------Dhr. R.J. Admiraal penningmeester -----------------------------------------------------Mevr. Y. de Groot-Krikke lid -----------------------------------------------------Dhr. T. van der Kooi lid ------------------------------------------------------ 2 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Inhoudsopgave Voorwoord en vaststelling .................................................................................................... 2 Jaarstukken 2015 ................................................................................................................ 4 Bestuursverslag Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland ..................................................... 5 Bestuursverslag Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland ..................................... 29 Bestuursverslag Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog ...................................... 49 Geconsolideerde jaarrekening .............................................................................................. 67 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 ................................................................ 68 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 ....................................................... 69 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 ................................................................. 70 Geconsolideerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling .................................... 71 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2015 ....................................... 77 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 ............................... 82 Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekening.......................................................................... 84 Model E: Verbonden partijen .......................................................................................... 85 Model G: Verantwoording van subsidies ........................................................................... 86 Model H: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ...... 87 Overige gegevens ............................................................................................................... 88 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ........................................................... 88 Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat .......................................... 88 Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2014 ......................................................... 88 Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2015 ........................................ 88 3 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Jaarstukken 2015 Bestuursverslag Geconsolideerde jaarrekening Overige gegevens 4 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Bestuursverslag Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland 5 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Verslag algemeen toezichthoudend bestuur Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk voortgezet onderwijs in Noord-Oost Friesland, de Stichting Christelijk Praktijkonderwijs Noord-Oost Friesland en de Stichting Inspecteur Boelensschool te Schiermonnikoog, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het onetiermodel is er binnen het bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders (aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/ directeur-bestuurder). De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder. Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene ledenvergadering. Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen bestuur. Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014 gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden vergoeding per vergadering afgesproken. Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI). De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015: Voorzitter/lid remuneratiecommissie/ Mevr. A. Hekkema Portefeuillehouder onderwijs Secretaris/lid remuneratiecommissie/ Mevr. H.C.G. van Asten Portefeuillehouder P&O Penningmeester/ Portefeuillehouder Financiën Dhr. R.J. Admiraal Portefeuillehouder Juridische zaken Mevr. Y. de Groot-Krikke Portefeuillehouder Identiteitszaken Dhr. T. van der Kooi In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden, daarnaast één algemene ledenvergadering, één informatieve bijeenkomst met leden over de mogelijke omzetting van de vereniging naar een stichting en één vergadering met de medezeggenschapsraad van het Dockinga College. Tijdens de reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens eigen vastgestelde agenda’s vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs NO Friesland en dan de Stichting Inspecteur Boelensschool. Onderwerpen die zijn besproken zijn: De kwaliteit van het onderwijs; De resultaten van het onderwijs; De bedrijfsvoering; Het HRM beleid; Strategie; Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur); Krimp; Samenwerken in de regio. Tijdens de algemene ledenvergadering, gehouden op 23 juni 2015, is het Jaarverslag van de CVO NO Friesland besproken en décharge verleend aan het bestuur. Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en bespreken zij de voortgang in de organisatie. Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College bezocht en zijn ook de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht. 6 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn. Mevr. A. (Anne) Hekkema Voorzitter 1 Strategie en bestuur 1.1 Krimp In Noord-Oost Friesland heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt. Vanaf 2015 zal de krimp ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen van het aantal leerlingen. Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet te keren. In Nederland is het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de bekostiging vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer leerlingen, des te meer bekostiging. Iedere individuele actie om meer leerlingen te werven zal ten koste gaan van collega-scholen. Ieder schoolbestuur zal zich moeten beraden op de vraag of de concurrentiestrijd het antwoord is op de krimp. Per 1 april 2015 werd, op basis van het aantal nieuwe aanmeldingen voor klas 1, duidelijk in hoeverre het Dockinga met Krimp te maken zou krijgen. Door een hoger aantal groep 8 leerlingen (= de basisgeneratie) dan het jaar daarvoor en een stijging van het belangstellingpercentage van het Dockinga College in het gehele voedingsgebied, was het aantal nieuwe leerlingen 427. Dat waren 40 leerlingen meer dan in 2014 en 30 leerlingen meer dan waar in de prognose mee rekening was gehouden. Het totaal aantal leerlingen van het Dockinga College op 01-10-2015 (de teldatum) is dan ook gestegen van 1944 (01-10-2014) naar 1972. 1.2 Samenwerken Ondanks het feit dat het Dockinga College gestegen is in aantal leerlingen is de noodzaak tot samenwerken als antwoord op de Krimp onverminderd groot. De acht schoolbesturen die hiervoor in onze regio de handen ineen hebben geslagen, zijn dan ook onverminderd verder gegaan op deze weg. Om tot het aanstellen van een regievoerder te kunnen, hebben de acht schoolbesturen onder aanvoering van het Dockinga College, bij het ministerie van OCW subsidie aangevraagd en gekregen (€ 79.600,-). Dit geld is bestemd voor de kosten die deze regievoering vraagt. Om tot een regievoerder te komen is een aanbestedingstraject doorlopen waarna BMC uit Amersfoort als regievoerder is aangesteld. Op basis van de opdracht zijn vanaf augustus verschillende stappen gezet en wordt er intensief overleg gevoerd. Het Dockinga College treedt op als kassierschool van de middelen. Wij ontvangen het geld en betalen ook de facturen. In 2015 is 60% van deze subsidie reeds uitgegeven. 1.3 Fricolore Het Dockinga College maakt onderdeel uit van de Fricolore onderwijsgroep; een samenwerkingsverband van 17 scholen voor christelijk en interconfessioneel voortgezet onderwijs in Friesland, de Noordoostpolder en de kop van Overijssel. De directeur-bestuurder van het Dockinga College is tevens secretaris/penningmeester van Fricolore. Daarvoor ontvangt het Dockinga College een vergoeding. Ten aanzien van de inkoop van materiaal, de werving en selectie van personeel, HRM beleid, deskundigheidsbevordering en kwaliteitsverbetering werkt de onderwijsgroep intensief samen. Door deze samenwerking worden door de leden van de onderwijsgroep uitgaven bespaard: Een opsomming van de besparingen: Werving en selectie: waardoor er individueel geen advertenties worden ingekocht (€ 5.000,- per advertentie); HRM beleid: begeleiding vanuit het mobiliteitscentrum, waardoor ex-medewerkers met een uitkering eerder naar een nieuwe baan worden begeleid en zo de duur van de uitkering bekort. Van iedere uitkering wordt 25% ten laste van het Dockinga gebracht. Deze besparing is moeilijk in een onderbouwd bedrag te bepalen, maar een voorzichtige schatting van P&O bedraagt € 10.000,-; 7 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Deskundigheidsbevordering: door het met elkaar in stand houden van de Fricolore Akademy kan goedkoper dan bij marktpartijen en in ieder geval dicht bij huis, scholing worden ingehuurd; Facilitair: de leermiddelen (boeken etc.) worden door het Dockinga College gekocht bij Van Dijk Educatie als onderdeel van een mantelovereenkomst tussen Van Dijk en Fricolore. Daardoor geniet het Dockinga College een korting van 12%. Vertaald naar de kosten van de aanschaf van leermiddelen dit jaar bedraagt deze korting (die er zonder Fricolore niet zou zijn) ongeveer € 40.000,-. Op basis van hierboven genoemde indicaties kan een voorzichtige kosten-batenanalyse worden gemaakt over het lidmaatschap van Fricolore: Kosten lidmaatschap Fricolore Baten lidmaatschap Fricolore: Vergoeding secretaris/penningmeester (directeur-bestuurder) Werving en selectie (bij één advertentie) Mobiliteitsmedewerker (schatting) Facilitair € 9.804,- € 9.000,€ 5.000,€ 10.000,€ 40.000,- De conclusie is duidelijk. Deelname aan de onderwijsgroep Fricolore is, zowel financieel als in het kader van kwaliteitsverbetering, positief voor het Dockinga College. 1.4 Vereniging en bestuursstructuur Het bestuur was in 2015 voornemens de Verenigingsstructuur om te zetten naar een stichtingsvorm. Noodzaak hiertoe is en was gelegen in het besef dat een vereniging waarvan de ledenvergadering het hoogste orgaan is en waar eigen medewerkers lid van de vereniging kunnen zijn, op gespannen voet staat met governance en Code Goed Onderwijsbestuur (2008). Daarnaast is het bestuur van mening dat de bevoegdheden en de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden van een schoolbestuur de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. Uiteindelijk is het hoogste orgaan van de vereniging verantwoordelijk; de vraag is of je dit van leden (ouders, medewerkers en andere stakeholders) anno 2016 mag vragen. Het bestuur heeft twee informatieve bijeenkomsten met leden gehouden over dit thema en daarbij de contouren van andere opties geschetst. Op de eerste bijeenkomst (17-02) waren 5 leden aanwezig en op de tweede bijeenkomst (24-06) 14 leden. Er zijn nog geen besluiten genomen. Een commissie bestaande uit drie leden, twee bestuursleden en de directeur-bestuurder buigt zich over het vervolg. 1.5 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie Het Dockinga College maakt onderdeel uit van de Personele Unie met de JJ Boumanschool (school voor praktijkonderwijs) te Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. De Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland stelt zich ten doel de oprichting en de instandhouding van één of meer Christelijke scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (Wvo) (artikel 3.2 van de statuten). De vereniging kent leden en donateurs. In 2015 is het verloop als volgt: lid donateur totaal Aantal per 01-01 621 79 700 Mutatie bij 115 20 135 Mutatie af 108 20 128 Aantal per 31-12 628 79 707 Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit: 8 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2 Onderwijs, kwaliteit & zorg 2.1 Kernwaarden In september 2014 zijn wij met alle medewerkers gestart met het bepalen van de kernwaarden van het Dockinga College als geheel. De school is in vijf locaties georganiseerd met als doel een zo veilig mogelijke en herkenbare leeromgeving voor leerlingen te zijn. Deze kernwaarden vormen de onlosmakelijke band tussen de vijf locaties; deze stralen wij allen uit. Na drie studiedagen hebben wij als kernwaarden benoemd: Betrokkenheid Vertrouwen Respect Over het verloop van de studiedagen is een folder uitgebracht en aan alle medewerkers uitgereikt. In 2015 hebben de locaties de door hen geformuleerde ambities naar aanleiding van het Sectorakkoord gerealiseerd. 2.2 Locaties VAKschool Op de VAKschool richten we onze aandacht ook in 2015 op kwalitatief goed onderwijs met de begeleiding die daar bij hoort. Dat betekent onder meer dat er nagedacht wordt en daarnaast actie is ondernomen om bijvoorbeeld het mentoraat in combinatie met de leerlingbegeleiding organisatorisch en onderwijsinhoudelijk in de onderbouwklassen beter op de rails te zetten. Op termijn krijgt die leerlijn een vervolg in de bovenbouw. Met betrekking tot de kernwaarden van het Dockinga in combinatie met onderwijs aan beroepsgerichte leerlingen is in 2015 een start gemaakt met de voorbereiding van een teamscholing onder het motto “lessen in orde” van Peter Teitler. Naast het aanleren en verbeteren van vaardigheden, zowel op het pedagogisch als didactisch vlak, is het ook de bedoeling te werken aan een gezamenlijk gedragen schoolcultuur. De resultaten van de leerlingen in de bovenbouwklassen worden nauwgezet gevolgd door de teamleiding. In het bijzonder zijn dat de kaderklassen. 9 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Door de onderwijsinspectie is in het schooljaar 2014-2015 het predicaat ‘goed’ afgegeven voor de organisatie van de zorg op de VAKschool. Het predicaat ‘goed’ is in het bijzonder een groot compliment voor de teamleiding en alle medewerkers van ons Bureau Advies en begeleiding; kortweg Bab. In 2015 is er regelmatig overleg geweest met de afdelingen om de vernieuwing van het Vmbo in de komende jaren een gezicht te geven. Het team is zich ervan bewust dat de onderwijsveranderingen in de bovenbouw nieuwe programma’s vergen en dat tijdige voorbereiding noodzaak is. Het ICT-gebeuren op de VAKschool maakt een positieve ontwikkeling door, mede als gevolg van het installeren van Wifi. Een kostbare operatie in een stokoud gebouw, maar onderwijs anno 2015 kan er niet meer zonder. In schooljaar 2015-2016 oriënteren we ons verder op ICT-mogelijkheden binnen de vakken, met name in de avo-sector. Het integraal digitaal examen in de afdelingen is intussen gewoongoed geworden. Daarmee volgen we de landelijke trend van veel scholen die beroepsonderwijs aanbieden en kunnen we op dit punt met enige trots spreken van modern en eigentijds onderwijs. Met de vernieuwing van het Vmbo in de beroepsgerichte vakken ontstaan door de inzet van ICT-middelen het onderwijs nieuwe kansen. Ferwert In de eerste helft van 2015 hebben we de ambities in het kader van het bestuursakkoord afgerond. Deze hadden een plek gevonden in ons activiteitenplan 2014-2015. Vervolgens zijn de in het sectorakkoord verwoorde ambities vanaf augustus 2015 in het activiteitenplan van 2015-2016 opgenomen. De kernwaarden hebben een plek gevonden in activiteitenplan 2015-2016 en zijn in de vorm van een studiemiddag ‘Identiteit’ expliciet aan de orde gesteld. Daarnaast hebben zij een plek gekregen op de agenda van de gesprekken die plaats vinden in het kader van de gesprekscyclus en wordt er aandacht aan besteed tijdens lesbezoeken en collegiale visitatie. De reeds jaren bestaande aandacht voor goede doelen is explicieter geformuleerd en waar mogelijk grijpen we kansen om onze kernwaarden uit te dragen aan onze omgeving (maatschappelijke stage, meehelpen bij allerlei activiteiten in de gemeente). De inspectie (zie ook 2.3) heeft onze school beoordeeld als: “basisarrangement, opbrengsten en kwaliteit van het onderwijsproces op de meeste onderzochte onderdelen van voldoende tot goed niveau”. Als duidelijke verbeterpunten werden aangedragen intern rendement, met name balans tussen rendement onder- en bovenbouw en de kwaliteit van de didactiek vraagt aandacht. Deze punten zijn dan ook opgenomen in het activiteitenplan van 2015-2016 en in het Scholingsplan van de eenheid. Met name is er aandacht besteed aan de didactiek, waarbij een kwaliteitskring is gevormd om inhoud en handreikingen te geven voor gedifferentieerde instructie als onderdeel van de Ferwerter les. De begeleiding in het kader van School aan Zet is in 2015 afgesloten. Ferwert gaat nu zelfstandig verder als lerende organisatie. In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor de pilot laptopklas 1HV en in januari 2016 is de nodige hardware aangeschaft. De ICT coördinator is in 2015 vertrokken en niet volledig vervangen. Dit werkt vertragend in het plannen van de ICT ontwikkeling. Met name hierdoor is er geen scholing geweest voor gebruik van de ELO en het digitaal toetsen. Dit laatste blijft beperkt tot een enkele collega. Vmbo-GT In 2015 stond deze afdeling bij de 7 beste Vmbo-scholen van Nederland in het lijstje van Elzeviers magazine. Ook werd Vmbo-GT Topschool in de vergelijkingssite van de keuzegids Middelbare scholen. De leiding en het team mogen trots zijn op deze waarderingen! Met onze kernwaarden zijn we ontwikkelend bezig. Een innovatief idee vanuit de sectie Godsdienst/levensbeschouwing waarbij een handige waardenkaart is ontwikkeld, haalde de regionale pers. Het gesprek over waarden en normen kan op die wijze nog beter worden gevoerd met de leerlingen. Het kernteam is onder leiding van de teamleiders bezig met de oriëntatie op 21e eeuwse vaardigheden. Hoe deze zijn in te bouwen in een nieuw aan te bieden lesprogramma, passend in het sectorakkoord, is kern van onderzoek en gesprek. Vanuit de sectie LO is het initiatief gekomen om het sportgebeuren binnen het lesprogramma meer te differentiëren. Daarmee was het idee voor de sportklas geboren en kan hopelijk LO2 in de toekomst onderdeel worden van het lesprogramma. 10 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Sinds jaar en dag is Vmbo-GT bezig als lerende organisatie om professionaliteit en kwaliteit samen te laten gaan. De sfeer in het team en in de school is hartelijk en veilig. De opbrengsten zijn de laatste jaren op een goed niveau. Wel is er een specifiek verbeterpunt met betrekking tot de schoolcultuur, zo blijkt uit het onlangs gehouden MTO. Dit betreft de professionele aanspreekcultuur. Daar moet verder aan gewerkt worden. In het onderwijs gaan we voor verbetering en vernieuwing waar dat zinvol lijkt. Op zaken waar het beter kan wordt de aandacht gevestigd en jaarlijks besproken met de betreffende sectie. Op het gebied van ICT is Vmbo-GT altijd een voortrekker binnen het Dockinga College geweest. Een reeks van jaren werken we reeds op deze locatie met laptops in de klas. In 2015 hebben we daar chromebooks aan toegevoegd. Intussen zijn er enkele vakken die ertoe overgaan om vooral de computer als les- en werkboek te gebruiken. Hiermee is een trend gezet waarbij onderwijs geven via de digitale weg een vaste kern binnen ons onderwijs is geworden. Havo/vwo De ontwikkeling van een gezamenlijke onderwijskundige visie naast het realiseren van een intensievere en professionele samenwerking in teams en secties vormen in 2016 in combinatie met het herstel van (onderling) vertrouwen de belangrijkste speerpunten voor de locatie havo/vwo. De locatie havo/vwo wil op grond van de missie van de school Talent Stimulerend Onderwijs bieden en de leerlingen tevens een goede basis en voorbereiding bieden op het academische denken werkniveau dat van hen verwacht wordt op hbo en universiteit. Dit vraagt om de ontwikkeling van effectieve studievaardigheden gericht op de eisen van de 21e eeuw naast een opleiding die (vak)inhoudelijk een adequate aansluiting biedt op het tertiair onderwijs dus het realiseren van een doorlopende leerlijn vo/hbo-universiteit. Aan de secties is daarom de opdracht gegeven de vakspecifieke didactiek te beschrijven aan de hand van een (vak)kijkwijzer. Tenslotte is het de bedoeling dat de secties in de vakkenclusters de vakoverstijgende (gemeenschappelijke) kenmerken bepalen en deze vastleggen in een alfa-/bèta-/gamma-kijkwijzer. In 2015 is een werkgroep Determinatie van start gegaan met het doel de mogelijkheden te onderzoeken voor een betere, effectievere determinatie. Aandachtspunten daarbij vormen o.a. de voorspellende waarde van de behaalde resultaten bij de kernvakken, de potentiele examenvakken en niet-examenvakken. De locatie havo/vwo werkt met het oog op de kwaliteit van onderwijs, zorg en begeleiding opbrengstgericht. Deze manier van werken is voor een belangrijk deel “data driven”. In 2015/2016 is een start gemaakt met de samenwerking met de vwo-afdeling van het Lauwers College. Dit om te kunnen anticiperen op de krimp en als gevolg hiervan te kleine groepsgrootte bij een aantal profielvakken. De eerste gesprekken zijn vooralsnog gericht op de concrete uitwerking van een beperkt vakkenaanbod dat middels afstandsleren gerealiseerd wordt. In december 2015 is de locatie havo/vwo gestart met een pilot i-Pad klas in een 2-havo klas. Leerlingen en docenten zijn druk aan het experimenteren met de mogelijkheden die het werken met een I-pad biedt, met name als extra leermiddel. In de loop van dit schooljaar wordt de pilot geëvalueerd en worden voorbereidingen getroffen voor een vervolg. Een intensievere en professionele samenwerking in teams en secties vraagt om een transparante en effectieve organisatiestructuur. Dit met het oog op het realiseren van kwalitatief uitstekend onderwijs, een adequate begeleiding en een doeltreffende zorg. Bij de start van schooljaar 2015/2016 is daarom gekozen voor een wijziging in de bestaande teamstructuur nl. de vorming van drie teams voor brugklas, 2 t/m 5-havo en 2 t/m 6-vwo. Teams en secties hebben een gelijkwaardige positie binnen de nieuwe organisatiestructuur en zijn in onderwijskundig opzicht complementair aan elkaar. De teams richten zich met name op de pedagogische aspecten van het doorlopend mentoraat terwijl de secties zich vooral richten op de vakinhoudelijke aspecten van de doorlopende leerlijn. Van zowel de teams als de secties wordt een inhoudelijke bijdrage verwacht aan de onderwijskundige profilering van havo, atheneum en gymnasium. Uiteraard dienen zij zich ook te richten op de onderwijsresultaten in de verschillende leerjaren en het eindexamen (opbrengstgericht werken). Het Dockinga College verkeert op dit moment in een transitiefase: van een overwegend centrale sturing wordt fasegewijs overgegaan naar het decentraal leggen van verantwoordelijkheden en middelen zodat locaties kunnen opereren als zelfstandige eenheden. 11 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.3 Kwaliteit van het onderwijs In 2015 is het Dockinga College bezocht door de inspectie in het kader van een pilot ‘Bestuursgericht Toezicht 2020’. Het meerdaagse bezoek bestond uit: Gesprek met de directeur-bestuurder en de directie over de resultaten van de school en de mate waarin de school wet- en regelgeving naleeft (dec 2014); Bezoek aan alle locaties waar lessen zijn bezocht, gesprekken met de locatieleiding en met leerlingen, ouders en medewerkers zijn gevoerd (maart 2015); Eindgesprek met directie en directeur-bestuurder (maart 2015); Beoordeling van de financiële positie van het Bestuur ten opzichte van de door de dienst Rekenschap van de Inspectie gehanteerde criteria. Bij het eindgesprek heeft de Inspectie onderstaand oordeel uitgesproken: Voldoende kwaliteit: alle afdelingen basisarrangement. Enkele - kernwoorden: Alle afdelingen voldoende eindoordeel op ‘OK’ (3-jaarsoordeel); Nadere aandacht voor opbrengsten, rendement en CE cijfers; Onderwijsleerproces: voldoende, met per locatie de nodige aandachtspunten; Kwaliteitszorg: op aspectniveau voldoende vormgegeven, bij enkele afdelingen meer aandacht voor 13.2 en 13.3; Schoolklimaat: voldoende voor leerlingen; LOB: (ruim) voldoende. Over de financiële positie van de school werd opgemerkt: Uit de geactualiseerde meerjarenbegroting 2015/2020 blijkt dat deze begroting financieel sluitend is. In deze meerjarenbegroting is het (voorgenomen) nieuwe beleid verwerkt. Zo is de stelselwijziging ten aanzien van de verantwoording van het groot onderhoud (vrijval voorziening groot onderhoud en activering groot onderhoud via de componentenmethode) in de meerjarenbegrotingen opgenomen. De omvang van het beschikbare eigen vermogen is (meer dan) toereikend te noemen om de door het bestuur geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen. Door de verdere ontwikkeling en verbetering van de Planning & Control cyclus bij het Dockinga College is de organisatie meer “in control” gekomen. (Bron: Inspectieverslag 24-05-2015) Examenresultaten (meerjarig) in percentage: 2012 2013 2014 2015 VMBO B 96,0 96,7 93,5 97,0 VMBO K 83,0 87,9 89,5 90,0 VMBO T 93,0 98,0 93,0 95,0 Ferwert 96,6 89,0 88,6 91,7 HAVO 89,4 88,9 84,9 89,0 VWO 88,5 94,1 93,2 95,7 2.4 Onderwijstijd De invoering van de nieuwe Wet op de Onderwijstijd per 1 augustus 2015, heeft nog geen veranderingen op het Dockinga College te weeg gebracht. In de wet is opgenomen dat een transitieplan dient te worden opgesteld waarin is aangegeven hoe wijzigingen in de onderwijstijd werkdruk verlagend voor medewerkers kunnen zijn. Het transitieplan is opgesteld en aan de (P)MR aangeboden. 12 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.5 ICT In 2015 is op alle locaties een forse investering ten aanzien van de ICT gedaan. Zo is op alle locaties een krachtig Wifi netwerk geïnstalleerd en zijn vele devices (PC, laptop, IPad en notebook) voor de locaties geïnvesteerd. Zo wordt invulling gegeven aan de plannen in het ICT Beleidsplan en de daaraan gerelateerde locatieplannen. Op dit moment worden de devices aan leerlingen en medewerkers ter beschikking gesteld op basis van een gebruikersovereenkomst. 2.6 Passend Onderwijs Sinds 1 augustus 2014 is de wet op het Passend Onderwijs in werking getreden. Het Dockinga College maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Fryslân-Noard. Aan alle wettelijke voorschriften, zowel binnen het samenwerkingsverband als binnen het Dockinga College, is voldaan. De uitvoering van de lichte ondersteuning aan alle leerlingen ligt bij de individuele medewerkers en is niet of nauwelijks anders dan in het verleden. Zware ondersteuning ligt voornamelijk bij Bureau Advisering en Begeleiding (BAB). BAB is gevestigd in de VAKschool, maar staat ten dienste van alle locaties. Wij constateren dat steeds meer leerlingen behoefte hebben aan enige vorm van ondersteuning. Veelal is die ondersteuning ook noodzakelijk buiten het specifieke aandachtsterrein van een onderwijsinstelling; anders functioneert een leerling mogelijk niet goed in zijn/haar leerproces. Om die reden is een schoolmaatschappelijk werker aangesteld voor 0,8 fte. De bekostiging van deze functionaris wordt verzorgd door de extra subsidie die het Dockinga College van de gemeente Dongeradeel en gemeente Ferwerderadiel ontvangt, in combinatie met de jaarlijkse eigen bijdrage van het Dockinga College aan schoolmaatschappelijk werk, zoals dit al jaren het geval is. Door deze aanstelling kan er voor hetzelfde geld meer uren voor schoolmaatschappelijk werk worden ingezet. 2.7 Leerlingen Het aantal leerlingen over de afgelopen vijf jaar per teldatum is als volgt weer te geven: Onderwijseenheden VMBO-beroepsgericht (VAKschool) VMBO-theoretisch (Vmbo-GT) Ferwert Onderbouw H/V Bovenbouw H/V VAVO (uitbesteding) Totaal 1-10-2011 416 371 231 533 497 8 2.056 1-10-2012 428 337 202 509 474 10 1.960 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 424 437 452 349 356 357 221 211 200 486 456 480 471 477 476 11 7 7 1.962 1.944 1.972 2.8 Toelatingsbeleid Aangemelde leerlingen worden toegelaten tot de school voor zover de leerling plaatsbaar is in één van de leerroutes die de school aanbiedt. In de afweging wordt het advies in de informatie van de school van herkomst, de wens van de ouders/verzorgers en de cito- en/of drempeltestonderzoeksgegevens betrokken. Alle toeleverende basisscholen maken gebruik van de ‘Friese Plaatsingswijzer’. Advisering en plaatsing vindt plaats op basis van deze in het leerlingvolgsysteem vastgelegde registratie van de ontwikkeling van kinderen vanaf groep 6. Ouders ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te gaan. 2.9 Klachten Ten behoeve van de klachtenregeling is een contract gesloten met Buro Vertrouwenspersonen uit Leeuwarden. Vanuit dit bureau wordt de rol van Vertrouwenspersoon in het kader van de klachtenregeling ingevuld. In 2015 is geen beroep gedaan op de inzet van de vertrouwenspersoon. Het jaarverslag van de vertrouwenspersoon wordt aan de (P)MR aangeboden. Veelal worden klachten snel besproken en naar tevredenheid afgehandeld en komen zij niet terecht bij de vertrouwenspersoon. In 2015 zijn twee klachten bij het bestuur ingediend en naar tevredenheid van alle betrokkenen opgelost. 13 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.10 Prestatiebox In 2015 heeft het Dockinga College aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord 2013-2016. Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (lees gebruik van ICT; ambitie 2) onderwijs. Tevens is veel tijd en geld geïnvesteerd in het partnerschap in de regio (ambitie 4). De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende organisatie (ambitie 5) is voortgezet. Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een start gemaakt. Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving, zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015. 14 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 3 Personeel & Organisatie 3.1 Arbeidsvoorwaarden In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een CAO-loos tijdperk is ingetreden. In de CAO VO 2014-2015 was een nieuw element opgevoerd: 50 uur voor leeftijd bewust personeelsbeleid, door de medewerker zelf in te vullen. Sparen voor maximaal vier jaar behoort daarbij ook tot de mogelijkheden. Bij het opstellen van de begroting 2015 heeft het Dockinga College besloten een voorziening hiervoor te vormen. De dotatie was gebaseerd op 7 maanden van 2015 want het was te verwachten dat in een nieuw af te sluiten CAO VO deze spaarmogelijkheid zou verdwijnen. Achteraf blijkt deze inschatting niet juist en had de dotatie over 12 maanden berekend moeten worden. In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten. Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05% loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto. Helaas worden de hiermee gepaard gaande kosten niet volledig vergoed door de ophoging van de GPL (= gemiddelde personele last) en is dit dus een tegenvaller in 2015. 3.2 Professionalisering Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende. In 2015 is veel scholing ingezet. Het totale budget aan deskundigheidsbevordering is met € 15.000,overschreden. 3.3 Werkdruk Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden. In dit transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden. De PMR heeft de directeur-bestuurder verzocht de inzet van deze activiteiten vooralsnog niet mee te laten tellen voor de onderwijstijd. De directeur-bestuurder heeft daarmee ingestemd, met de kanttekening dat er dan ook geen ruimte is om in 2016 werkdruk verlagende maatregelen te nemen. 3.4 Bekwaamheidsdossier Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers. Medio 2016 wordt dit project afgerond; dat is zes maanden later dan beschreven in de begroting 2015. 3.5 Professionalisering midden managers Ten behoeve van de professionalisering van het middenmanagement, is de vastgelegde functiebeschrijving van teamleiders het uitgangspunt. Kern is dat het teamleiderschap een mix is van uitvoerend- en beleidsvoorbereidend werk. Samen met de teamleiders wordt het traject “midden management in positie” van de VO Raad gevolgd. Teamleiders doen aan professionalisering en worden ook opgenomen in het (verplichte) schoolleidersregister. Een deel van de professionalisering geschiedt via Fricolore. 3.6 Ambitieuze docenten Voor docenten die wellicht de ambitie hebben door te groeien naar de functie van midden manager heeft de Fricolore Academie een kennismakingscursus ingericht. Binnen het Dockinga College is geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Andere Fricolore scholen hebben er ook nauwelijks gebruik van gemaakt en derhalve is de cursus niet gestart. 3.7 Formatie De ingezette formatie voor het schooljaar 2015-2016 heeft het toegestane budget overschreden. Door de stijging van het aantal leerlingen is er in ieder geval behoefte aan meer formatie, terwijl deze nog niet wordt bekostigd (pas vanaf 1 januari). Maar zelfs zonder de stijging van de formatie vanwege de groei van het leerlingenaantal, is er sprake van een (beperkt) teveel aan ingezette formatie. Voor 2016 betekent dit ongeacht een daling of stijging van het leerlingenaantal dat de formatie verlaagd is met 1,9 fte. 15 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 3.8 Ontwikkelingen in het personeelsbestand 16 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 17 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Functiemix 2015 Peildatum 31 december 2015 In juli 2014 zijn maatwerkafspraken gemaakt over de functiemix in overleg met de MR en met toestemming van de vakbonden. De daarbij vastgestelde minimum percentages te realiseren functies LC en LD (LC minimaal 22% en LD minimaal 22%) zijn in 2015 gerealiseerd en zelfs meer dan het vastgestelde minimum. 3.9 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag Het Dockinga College beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe medewerkers, naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag van nieuw aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen. Zoals in paragraaf 1.3 is beschreven maakt het Dockinga College deel uit van de onderwijsgroep Fricolore. Binnen het platform Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van medewerkers die boventallig zijn, met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief binnen het mobiliteitscentrum om ex-medewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel mogelijk naar nieuw werk te begeleiden. 18 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 4 Facilitaire Dienstverlening 4.1 Nieuwbouw In het jaar 2015 is veel aandacht besteed aan de nieuwbouwtrajecten in gemeente Ferwerderadiel en gemeente Dongeradeel. Na vele jaren van verzoeken om nieuwbouw bij de gemeente, zijn plannen ingediend bij beide gemeenten, waarbij het Dockinga College alternatieve financiering heeft voorgesteld. In oktober is de gemeenteraad van Ferwerderadiel in aanwezigheid van veel leerlingen, ouders en medewerkers toegesproken, om een pleidooi te houden voor het voortbestaan van de locatie te Ferwert. Daarvoor is nieuwbouw van de locatie rand voorwaardelijk. In december 2015 is de gemeenteraad van Ferwerderadiel akkoord gegaan met het voorstel van het Dockinga College en zal nieuwbouw worden gerealiseerd. In gemeente Dongeradeel is het einde van het besluitvormingstraject in zicht. 4.2 Onderhoudssystematiek In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan wordt in de exploitatie meegenomen. 4.3 Onderhoudsgelden Vele jaren geleden is de verantwoordelijkheid voor nieuwbouw en renovatie van onderwijsgebouwen van de landelijke overheid, overgegaan naar de gemeenten. Het daarvoor beschikbare geld was niet geoormerkt en helaas hebben vele gemeenten dit geld ook gebruikt voor andere doeleinden dan onderwijsgebouwen. In 2013 heeft de Tweede Kamer besloten dat een deel van deze gelden in 2015 niet meer via een uitkering uit het gemeentefonds naar de gemeenten gaat, maar rechtstreeks naar de schoolbesturen. Het beschikbare bedrag is aan de lumpsum van de scholen toegevoegd. Wij hebben in de begroting het beschikbare bedrag zichtbaar gemaakt, naar verwachting circa € 220.000,-. Aan het einde van 2015 blijkt dat de toevoeging van dit bedrag aan de lumpsum een ophoging betekent van ongeveer € 30.000,-. Dit is derhalve een forse tegenvaller. 4.4 Uitgevoerd onderhoud In 2015 is er binnen de dienst facilitair een aantal zaken in gang gezet en afgerond. Voor de volgende zaken zijn er nieuwe contracten afgesloten/ dan wel bestaande contracten verlengd: Frisdrank/snoepautomaten; Inspectie machines; Onderhoud installaties; Keukenapparatuur; Onderhoud zonwering; Onderhoud zuurkasten; Hardware (1e jaar afgerond, verlengd met minimaal 3 jaar). Hieronder een opsomming van activiteiten vanuit de dienst facilitair: Na een Europese aanbesteding is er voor schoonmaak en glasbewassing een nieuw contract afgesloten. De Europese aanbesteding voor “leerlingenvervoer”, voor alle locaties is gestart; Op de locatie Parklaan is in samenwerking met de Grontmij de pilot energiemonitoring geëvalueerd Door verbruik en stooklijnen in beeld te krijgen, wordt hier een lichte kostenbesparing gerealiseerd. Er is een contract afgesloten voor 3 jaar; Er is een nieuwe stoombevochtiger aangebracht voor de muziekschool; Verouderde blusmiddelen zijn vervangen; Verouderde kleefmagneten (brandveiligheid) zijn vervangen; Divers (technisch) onderhoud is volgens MOP 2015 uitgevoerd. Daarnaast is op alle locaties van het Dockinga College een draadloos netwerk gerealiseerd. Tevens is de tweejaarlijkse “schouw” van de locaties afgerond als basis voor de meerjarenonderhoudsplanning (MOP) 2016-2025. Alle locaties zijn geïnspecteerd op brandveiligheid en door de brandweer goedgekeurd. Voor het beheer van de brandmeldinstallaties zijn meerdere medewerkers opgeleid. Nieuwe ontruimingsplattegronden zijn op alle locaties (met uitzondering van locatie Ferwert) opgehangen. 19 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum In 2015 hebben wij ruimte geboden aan een stagiair van de Hanze Hogeschool. De stageopdracht was het in kaart brengen van de inkoopprocessen om de mogelijkheid van een centrale inkoop verder te onderzoeken. Helaas is de stage niet gelukt en is er geen eindproduct van de opdracht afgeleverd. De BHV-cursussen zijn na overleg met de externe aanbieder en Koos Blom in 2014 naar een hoger niveau getild, in 2015 is dit proces verder gegaan. Verder hebben overal ontruimingsoefeningen plaatsgevonden en zijn er op elke locatie nog steeds voldoende opgeleide BHV-ers. 20 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 5 Financiën & Administratie 5.1 Kengetallen Kengetallen budgetbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Norm (inspectie) Liquiditeit / Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) 2,4 2,6 >0,75 Rentabiliteit (resultaat / totaal baten + rentebaten * 100%) -2,6 1,6 Tussen 0 en 5 Weerstandsvermogen (eigen vermogen / totaal baten + rente baten * 100%) 26,4 21,8 Geen norm Liquiditeit / Current ratio Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit (current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is om het resultaat te behalen (de totale baten). Weerstandsvermogen Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te kunnen afdekken. Kengetallen vermogensbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Norm (inspectie) Solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totaal vermogen * 100%) 62,9 51,2 Tussen 25 en 40 Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen * 100%) 69,2 70,7 >30 Kapitalisatiefactor (totaal vermogen – waarde gebouwen en terreinen / Totaal baten + rente baten * 100%) 41,9 41,0 >35 Transactiefunctie (kortlopende schulden / totaal baten * 100%) 13,0 12,5 <20,4 Financieringsfunctie (overige materiële vaste activa / totaal baten * 100%) 0,4 8,5 <29,6 58,1 59,0 Bufferfunctie 100% - uitkomst kapitalisatiefactor >10 Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet. 21 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al haar verplichtingen te voldoen. Kapitalisatiefactor De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan, waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50 schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de grootte van onze organisatie geldt voor het Dockinga College een signaleringswaarde van 35%. Transactiefunctie Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. 5.2 Financiële positie Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten, alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar. Jaarrekening 2014 Begroting 2015 Jaarrekening 2015 verschillen begr./real. Begroting 2016 BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Som der baten € 14.501.477 € 247.989 € 1.026.614 € 15.776.080 € 14.713.700 € 147.500 € 869.098 € 15.730.298 € 14.901.538 € 122.850 € 857.162 € 15.881.550 € € € € 187.83824.650 11.936 151.252- LASTEN Salarissen Overige personele lasten Personele lasten € 12.519.238 € 571.553 € 13.090.791 € 12.300.000 € 437.451 € 12.737.451 € 12.694.895 € 889.269 € 13.584.164 € € € 394.895- € 12.591.461 451.818- € 642.771 846.713- € 13.234.232 Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Materiële lasten € € € € € € € € € € € € 543.573 842.956 1.353.958 2.740.487 € € € € 20.178 67.419 11.022 98.619 Totaal lasten € 15.557.290 € 15.576.557 € 16.324.651 € 748.094- € 16.075.105 Primair bedrijfsresultaat € 218.790 € 153.741 € 443.101- € 596.842 € 25.193 Financiële baten Financiële lasten Financieel resultaat € € € 39.689 3.267 36.422 € € € 35.600 2.400 33.200 € € € 26.812 3.433 23.379 € € € 8.788 € 1.033- € 9.821 € 25.050 2.500 22.550 Totaal resultaat € 255.212 € 186.941 € 419.722- € 451.147 698.065 1.317.287 2.466.499 563.751 910.375 1.364.980 2.839.106 606.663 € 15.032.053 € 196.600 € 871.645 € 16.100.298 € € € € € 520.198 851.700 1.468.975 2.840.873 47.743 Planning & Control cyclus Het Dockinga College en de overige scholen van de Personele Unie hebben in 2015 gewerkt volgens een nieuwe Planning & Control cyclus. Maandelijks is in een vergadering van de directie met de stafhoofden, de uitputting van de budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie zoals deze door de “cockpits van InSite” (Afas) beschikbaar is. Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe begrotingsjaar. Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen. 22 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Met name de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer invloedrijke component van de prognose worden. Wel is voor 2015 aan te geven in hoeverre er afwijkingen zijn tussen de realisatie van 2015 en de prognoses na 4 maanden en 8 maanden. Vier maanden prognose. De vier maandenprognose voorzag een groter positief resultaat dan in de begroting was voorzien. In ieder geval kan worden opgemerkt, dat op het moment van de vier maanden prognose een aantal ontwikkelingen nog niet bekend was. Daarbij valt te denken aan de gevolgen van het Loonakkoord en het opzeggen van de CAO VO (zie 3.1). Ook was het bij de vier maanden prognose niet bekend dat uiteindelijk de extra huisvestingsgelden geen € 220.000,- zouden zijn, maar krap € 30.000,-. Conclusie: er is een (te) groot verschil tussen de forecast en de realisatie op 31-12-2015. Acht maanden prognose. De acht maanden rapportage gaf een verwacht tekort van € 320.000,- te zien. Grotendeels te verklaren door het niet volledig compenseren van het Loonakkoord door de Rijksoverheid, een groter personeelsbestand dan in het formatieplan was opgenomen (zie 3.7) onder andere vanwege de groei van het aantal leerlingen en het noodzakelijk aanstellen van medewerkers op interim basis (zie 2.2 HV). Uiteindelijk geven de gerealiseerde cijfers een nog slechter beeld te zien dan de prognose in september (€ -320.000,- > €-419.000,-); verschil is bijna € 100.000,-. Terwijl de uitgaven voor “Huisvesting” en “Instellingslasten” uiteindelijk € 170.000,- lager zijn gerealiseerd dan in september werd verwacht. Het niet ontvangen van de huisvestingsgelden, zoals hierboven beschreven, hebben het benaderen van de prognose van september niet mogelijk gemaakt. Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig. 5.3 Administratie Lauwers College In september 2015 is aan het bestuur van het Lauwers College te Buitenpost het aanbod gedaan de loon- en financiële administratie voor hen te gaan verzorgen. Uiteraard tegen betaling. Na intensief overleg heeft het bestuur van het Lauwers College hiertoe besloten en vanaf 01-01-2016 zal het bestuursbureau de loon- en administratie voor het Lauwers College ook gaan verzorgen. Vanwege de verregaande automatisering kan dit zonder dat er uitbreiding van formatie moet plaatsvinden. Daardoor verlagen de kosten van het bestuursbureau voor het Dockinga College en draagt dit bij aan de, helaas nog steeds noodzakelijke. bezuinigingen (zie 3.7). 5.4 Treasury beleid (beleggen en belenen) Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan. Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Het bestuur van de Vereniging voor Chr. Voortgezet Onderwijs in N.O. Friesland is zich terdege bewust van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op langere termijn waarborgen. Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de vereniging vallende school - beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de overheid. Het is dan ook gepast om (tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te zetten. In de statuten van de vereniging zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op dit gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten. In het treasury statuut wordt beschreven welke treasury taken en –verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor de vereniging. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009, kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012. De primaire doelstelling van de vereniging is het werkzaam zijn tot oprichting en instandhouding van één of meer christelijke scholen voor voortgezet onderwijs, vastgelegd in art. 3 van de statuten. Als gevolg hiervan is treasury ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. 23 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn: het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn; het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen; het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer; (in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten. Liquiditeit en solvabiliteit De vereniging is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen. De vereniging zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk beleggingsresultaat. Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1 maand. In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan, zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn afhankelijk van de te verwachten inkomsten en uitgaven op basis van liquiditeitsplanning. Besluitvorming Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd administratie van het bestuursbureau. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid binnen de randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit treasury statuut. De directeur-bestuurder neemt beleggingsbesluiten behorend tot categorie B, desgewenst na advisering of een voorstel daartoe van het hoofd administratie. Het toezichthoudend algemeen bestuur houdt toezicht. 5.5 Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke postgewijze toelichting in de jaarrekening. De belangrijkste financiële risico’s waaraan de vereniging onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer. Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op balansdatum waren er geen significante concentraties van kredietrisico. De vereniging maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden zijn aan activiteiten te beheersen. 5.6 Horizontale verantwoording Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer plaats door de jaarstukken (het bestuursverslag en de jaarrekening) ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook het bestuursverslag wordt besproken met belanghebbende partijen. Daartoe behoren onder andere ouderraden en de medezeggenschapsraad. Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te worden als een niet onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het systeem biedt mogelijkheden om op basis indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen vergelijken. 24 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 6 Continuïteitsparagraaf Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen KENGETAL Aantallen leerlingen Personele bezetting in FTE: - Formatie directie - Formatie docenten - Formatie ondersteunend personeel - Te verwachten mutaties Totaal FTE 2015 2016 2017 2018 1972 1924 1910 1895 4,4 132,4 53,2 0,0 190,0 3,4 129,5 52,2 0,0 185,1 3,4 123,2 51,2 0,0 177,8 3,4 120,8 50,8 0,0 174,9 Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar. Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar. In de komende jaren zal het leerlingaantal op onze school dalen vanwege de krimp in het aantal leerlingen. Daar zijn wij ons zeer van bewust. Wij stemmen om die reden de daling in het aantal leerlingen af, op een te verwachten daling van de personeelskosten vanwege natuurlijk verloop en door actief beleid. Daarbij wordt omscholing ook gebruikt als middel om toekomstige “tekort” vakken te bestrijden vanuit de “overschotvakken”. Het te verwachten natuurlijk verloop is dermate van omvang dat bij gelijkblijvende pensioengerechtigde leeftijd er een balans is tussen inzet personeel en aantal leerlingen. Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015 goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur. Balans Materiële vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva € € € € € € € € € € € 2015 1.742.345 599.311 4.348.481 6.690.137 4.205.716 1.994.639 362.501 1.848.576 420.737 2.063.684 6.690.137 € € € € € € € € € € € 2016 1.862.345 600.000 4.211.114 6.673.459 4.253.459 1.953.459 400.000 1.900.000 420.000 2.000.000 6.673.459 € € € € € € € € € € € 2017 1.950.000 600.000 4.440.014 6.990.014 4.570.014 2.150.014 420.000 2.000.000 420.000 2.000.000 6.990.014 € € € € € € € € € € € 2018 2.005.000 600.000 4.798.656 7.403.656 4.983.656 2.443.656 440.000 2.100.000 420.000 2.000.000 7.403.656 Staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo fin. bedrijfsvoering Totaal resultaat 2015 € 14.901.538 € 122.850 € 857.162 € 15.881.550 € 13.584.164 € 543.573 € 842.956 € 1.353.958 € 16.324.651 € 443.101€ 23.379 € 419.722- 2016 € 15.032.053 € 196.600 € 871.645 € 16.100.298 € 13.234.232 € 520.198 € 851.700 € 1.468.975 € 16.075.105 € 25.193 € 22.550 € 47.743 2017 € 14.855.303 € 196.600 € 871.645 € 15.923.548 € 12.714.643 € 598.000 € 851.700 € 1.465.200 € 15.629.543 € 294.006 € 22.550 € 316.555 2018 € 14.771.807 € 196.600 € 871.645 € 15.840.052 € 12.504.060 € 628.000 € 851.700 € 1.465.200 € 15.448.960 € 391.093 € 22.550 € 413.642 De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt: Bekostiging stelsel VO De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor het Dockinga College. Wel staan ook de huisvestingsplannen (zie onder) in het teken van efficiënt omgaan met m2 en bijbehorende exploitatie, mede vanwege deze onzekere factor. 25 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Huisvesting Zoals beschreven in het bestuursverslag wordt nieuwbouw van vier locatie van het Dockinga College voorzien. Eén locatie in de gemeente Ferwerderadiel (is al zeker) en drie locaties in de gemeente Dongeradeel op de Campus Dokkum rond de Parklaan (besluit wordt verwacht medio 2016). De financiering van de nieuwbouw geschied via een variant van de doordecentralisatie. Daartoe zijn twee aparte business cases opgesteld. Deze zijn niet in deze meerjarenbegroting verwerkt. Er is wel een meerjarenbegroting opgesteld waarin de beide business cases zijn verwerkt. In de begroting 2017 en in het bestuursverslag van 2016 zal deze meerjarenbegroting zeker zichtbaar worden gemaakt. Er zijn geen negatieve effecten van beide business cases in de meerjarenbegroting voorzien. Investeringen Zoals uit de businesscases zal blijken investeert het Dockinga College geen eigen middelen in de realisatie van de nieuwbouwprojecten. Rond de inrichting van de nieuwbouw zijn nog geen besluiten genomen; wellicht dat daar wel in wordt geïnvesteerd. Vooralsnog worden investering met betrekking tot de huisvesting met grote terughoudendheid gerealiseerd, gelet op het verdwijnen van drie locaties. Ongetwijfeld zal een steeds intensiever ICT gebruik leiden tot meer investeringen in de hardware. Wij voorzien daar geen probleem voor de meerjarenbegroting. Contractactiviteiten en 3e geldstromen Naast bestaande activiteiten zal er in Ferwert zeker een 3e geldstroom ontstaan. Het nieuwe schoolgebouw krijgt een bredere functie dan alleen onderwijs en derde partijen zullen een vergoeding voor medegebruik gaan betalen. Ook dit is niet in de meerjarenbegroting verwerkt. Mutaties van reserves De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval is geweest. Overige rapportages Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling. De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren. Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning & Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar (met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld). 26 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Ontwikkeling leerlingaantallen Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen voor een ongunstige verdeling van de leerlingen over de locaties. Hoog Groot € 400.000,Onzekere financiering Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het niet ondenkbaar dat de rijksbijdragen afnemen door bijvoorbeeld het wegvallen van de subsidie prestatiebox. Gemiddeld Groot € 300.000,Aanpassen huisvesting Een gedeelte van de huisvesting is niet meer acceptabel. Daarom zijn aanvragen voor nieuwbouw ingediend bij de gemeenten. Mogelijk vloeit daaruit voort dat de school daar eigen middelen voor moet bijdragen. Gemiddeld Groot € 1.000.000,Verliezen huisvesting Een gedeelte van onze huisvesting gaat verloren door brand. Hoewel onze gebouwen tegen brand zijn verzekerd zijn er altijd aanvullende kosten om het betreffende gebouw weer op hetzelfde niveau te krijgen als voorheen. Laag Groot € 350.000,Vigerende regelgeving Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang krijgen. Gemiddeld Groot € 500.000,Imagoschade In de tijd van social media is het niet ondenkbaar dat een incident op school vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen. Gemiddeld Groot € 400.000,- Conclusie: Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen. Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de belangrijkste risico’s op te kunnen vangen. Rapportage toezichthoudend orgaan Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het bestuursverslag. 27 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 7 Gegevens Postadres Postcode/Plaats Telefoon Fax E-mail Bestuursnummer : : : : : : Postbus 66 9100 AB DOKKUM 0519 - 229600 0519 - 229609 [email protected] 40065 Contactpersoon Functie Telefoon Fax E-mail : : : : : Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA Hoofd Dienst Financiën & Administratie 0519 - 229600 0519 - 229609 [email protected] Naam: Ver. voor Chr. V.O. in N.O. Friesland Internetsites: Ver. voor Chr. V.O. in N.O. Friesland Brinnummer 00ZX Sector VO www.dockinga.nl 28 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Bestuursverslag Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland 29 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Verslag algemeen toezichthoudend bestuur Het bestuur van de Stichting Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland, de Vereniging Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting Inspecteur Boelensschool te Schiermonnikoog, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het one-tiermodel is er binnen het bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders (aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/ directeur-bestuurder). De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder. Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene ledenvergadering. Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen bestuur. Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014 gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden vergoeding per vergadering afgesproken. Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI). De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015: Voorzitter/lid remuneratiecommissie/ Mevr. A. Hekkema Portefeuillehouder onderwijs Secretaris/lid remuneratiecommissie/ Mevr. H.C.G. van Asten Portefeuillehouder P&O Penningmeester/ Portefeuillehouder Financiën Dhr. R.J. Admiraal Portefeuillehouder Juridische zaken Mevr. Y. de Groot-Krikke Portefeuillehouder Identiteitszaken Dhr. T. van der Kooi In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Tijdens de reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens eigen vastgestelde agenda’s vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs NO Friesland en dan de Stichting Inspecteur Boelensschool. Onderwerpen die zijn besproken zijn: De kwaliteit van het onderwijs; De resultaten van het onderwijs; De bedrijfsvoering; Het HRM beleid; Strategie; Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur); Krimp; Samenwerken in de regio. Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en bespreken zij de voortgang in de organisatie. Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College, de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht. Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn. Mevr. A. (Anne) Hekkema Voorzitter 30 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 1 Strategie en bestuur 1.1 Krimp In Noord-Oost Friesland heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt. Vanaf 2015 zal de krimp ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen van het aantal leerlingen. Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet te keren. In Nederland is het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de bekostiging vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer leerlingen, des te meer bekostiging. Iedere individuele actie om meer leerlingen te werven zal ten koste gaan van collega-scholen. Ieder schoolbestuur zal zich moeten beraden op de vraag of de concurrentiestrijd het antwoord is op de krimp. Per 1 april 2015 werd, op basis van het aantal nieuwe aanmeldingen voor klas 1, duidelijk in hoeverre de JJ Boumanschool met Krimp te maken zou krijgen. Het totaal aantal leerlingen van de JJ Boumanschool op 01-10-2015 (de teldatum) is 207 (was op 01-10-2014: 198 leerlingen). 1.2 Samenwerken De JJ Boumanschool is een school met een regiofunctie. Gezien de krimp in het totaal aantal potentiële leerlingen zal ook de JJ Boumanschool met krimp te maken gaan krijgen. De directie en het bestuur zijn overtuigd van de noodzaak tot samenwerken met collega-scholen en besturen. De acht schoolbesturen die in onze regio de handen ineen hebben geslagen, zijn dan ook onverminderd verder gegaan op de weg van het gezamenlijk zoeken naar antwoorden op de vraagstukken van krimp. 1.3 Fricolore De JJ Boumanschool maakt onderdeel uit van de Fricolore onderwijsgroep; een samenwerkingsverband van 17 scholen voor christelijk en interconfessioneel voortgezet onderwijs in Friesland, de Noordoostpolder en de kop van Overijssel. Ten aanzien van de inkoop van materiaal, de werving en selectie van personeel, HRM beleid, deskundigheidsbevordering en kwaliteitsverbetering werkt de onderwijsgroep intensief samen. Door deze samenwerking worden door de leden van de onderwijsgroep uitgaven bespaard: Een opsomming van de besparingen: Werving en selectie: waardoor er individueel geen advertenties worden ingekocht (€ 5.000,- per advertentie); HRM beleid: begeleiding vanuit het mobiliteitscentrum, waardoor ex-medewerkers met een uitkering eerder naar een nieuwe baan worden begeleid en zo de duur van de uitkering bekort; Deskundigheidsbevordering: door het met elkaar in standhouden van de Fricolore Akademy kan goedkoper dan bij marktpartijen en in ieder geval dicht bij huis, scholing worden ingehuurd. 1.4 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie De JJ Boumanschool maakt onderdeel uit van de Personele Unie met het Dockinga College te Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit: 31 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Het organogram van de JJ Boumanschool is als volgt weer te geven: 32 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2 Onderwijs, kwaliteit & zorg. 2.1 Onderwijsontwikkeling Onderwijsaanbod praktijkvakken De kernopdracht van het Praktijkonderwijs is om leerlingen uit te laten stromen naar de arbeidsmarkt. Hiertoe dient het Praktijkonderwijs aan te sluiten bij de regionale arbeidsmarkt, waarbij voor zowel jongens als meisjes voldoende uitstroommogelijkheden zijn gecreëerd. De publicatie Basiscijfers Jeugd van het UWV/ Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (2015) toont aan dat er ten aanzien van de lagere opleidingsniveaus, naast het reeds bestaande praktijkvakaanbod, behoefte is aan arbeid in de sectoren Winkel & Handel, Horeca en Toerisme, Schoonmaak. Om voldoende aansluiting te houden bij de regionale arbeidsmarkt is er voor een verbreding van het aantal praktijkvakken gekozen. Na een oriëntatie op het vak Winkel & Handel en een positief afgeronde evaluatie in de eerste helft van 2015, is het vak Winkel & Handel met ingang van cursusjaar 2015-2016 opgenomen in de lessentabel. Daarnaast is er vanuit het vak Consumptief in het vierde kwartaal van 2015, gestart met de horeca-pilot KAS en BAS (Koken assistent en Bediening assistent). In het eerste kwartaal van 2016 zal deze pilot worden geëvalueerd. Bij een positieve evaluatie zal voor cursusjaar 2016-2017 een implementatieplan worden gemaakt. Het opleiden van leerlingen naar het branchecertificaat Schoonmaak werd gerealiseerd vanuit de lesvrije taken in het taakbeleid. Het gevolg hiervan was dat slechts kleinere aantallen leerlingen in staat konden worden gesteld het branchecertificaat te behalen. Met ingang van cursusjaar 20152016 is er voor gekozen Schoonmaak als vak op te nemen in de lessentabel. Hierdoor kunnen meer leerlingen toegeleid worden naar het branchecertificaat Schoonmaak. Uit het onderzoek naar de regionale arbeidsmarkt kwam naar voren dat er ten aanzien van de lagere opleidingsniveaus in de Motorvoertuigenbranche onvoldoende vraag is naar lager opgeleiden. Dit gegeven heeft de school doen besluiten het vak Motorvoertuigentechniek niet verder te verkennen. Door een uitbreiding van het aantal praktijkvakken is een verbreding gerealiseerd en daarmee een bredere uitstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt. Branchegericht opleiden en Praktijkverklaringen Om de leerling anderzijds steviger toe te rusten voor de arbeidsmarkt is het beleid er op gericht de leerling vakinhoudelijk extra mogelijkheden te bieden. Daar waar mogelijk is er binnen het praktijkvak gekozen voor een vakinhoudelijke verdieping; hetgeen concreet betekent dat de leerlingen deels branchegericht gecertificeerd kunnen worden. In 2015 is er teambreed gericht op gestuurd het branchegericht denken te stimuleren. In onderstaand schema is te zien in welke sectoren en soorten certificaten zijn behaald: Sector Agrarisch werk Schoonmaak Transport &Logistiek Metaal Algemeen Soort certificaat Melkersdiploma (machinaal) Klauwverzorging Schoonmaak groothuishouding Trekker certificaat Verreiker/hoogwerker Minikraan/ shovel MAG lassen niveau 1 MAG lassen niveau 2 VCA Aantal leerlingen 5 4 4 10 5 5 8 2 20 Het branchegericht opleiden is, vanwege de moeilijkheidsgraad van de theoretische leerstof, echter alleen voorbehouden aan de cognitief beter presterende leerling. Om die leerlingen die (cognitief gezien) niet in staat zijn een branchegericht certificaat te behalen toch de nodige kansen te bieden is er, vanuit het Borisproject, de mogelijkheid een ‘praktijkverklaring’ te behalen. In samenwerking met het bedrijfsleven en de school toont de leerling aan competent te zijn in een aantal werkprocessen, overeenkomstig de kwalificatiestructuur van het MBO. De eerste praktijkverklaringen zijn uitgereikt in de sectoren Metaal en Groenvoorziening. 33 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.2 Organisatieontwikkeling Borging doorgaande leerlijnen en leerstofinhoud In 2015 is de organisatiestructuur van de JJ Boumanschool, en daarmee het functiebouwwerk, gewijzigd. Hierbij is enerzijds het uitgangspunt geweest de sterke elementen van de oude organisatiestructuur te behouden en anderzijds de verantwoordelijkheden breder en dieper in de organisatie te leggen met als doel de verantwoordelijkheden en de risico’s te spreiden en te dempen. In de huidige organisatiestructuur is de wijze waarop de aansturing rond de fasen is gerealiseerd ongewijzigd gebleven; de fase-coördinator is verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie van de fase en geeft leiding aan het faseteam. Voor de vakinhoudelijke borging zijn docenten aangesteld met een extra taak; de zogenaamde procesbegeleiders. Zij dragen zorg voor de doorgaande leerlijnen en het leerstofaanbod. Voor de volgende vakgebieden zijn procesbegeleiders aangesteld: Praktijk, AVO en ICT. De procesbegeleiderstaak Stage is nog vacant. Vergaderstructuur Als gevolg van de gewijzigde organisatiestructuur is de vergaderstructuur en de vergaderfrequentie gewijzigd. Wekelijks vindt er een vergadering plaats; er wordt frequenter en meer gericht vergaderd. De volgende vergaderingen zijn opgenomen in de gewijzigde vergaderstructuur: personeelsvergaderingen, leerling besprekingen, vakinhoudelijke vergaderingen (AVO, Praktijk en ICT) en fasevergaderingen (de organisatie per fase). Inspectiebezoek In het eerste kwartaal van 2015 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek uitgevoerd om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De conclusie van de Inspectie luidt als volgt: “Op basis van het onderzoek kennen wij aan JJ Boumanschool het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te Intensiveren”. In het kader van de pilot gedifferentieerd toezicht is eveneens onderzocht of de afdeling voldoet aan de concept-beslisregel voor het oordeel ‘goed’. Deze concept-beslisregel houdt in dat een school op alle indicatoren van het kernkader voldoende moet zijn. Ook moet de kwaliteitszorg voldoende zijn, en daarbij draagt de school zelf een aantal onderwerpen aan waarop ze aangeeft trots te zijn. Ten minste vier indicatoren van het totale kwaliteitsprofiel moeten met het oordeel 'goed' worden gewaardeerd. De school voldoet aan deze concept-beslisregel en is daarmee in onze ogen een goede school. Dit oordeel heeft geen consequenties voor het arrangement voor de JJ Boumanschool, omdat wij in deze fase formeel nog geen arrangement ‘goed’ kennen. De school houdt hiermee het basisarrangement. Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld. Gelet op de aangetroffen kwaliteit, de bereidheid om kritisch te blijven kijken naar alle processen op school, spreken wij ons vertrouwen uit in de verdere schoolontwikkeling” (bron: Rapport van bevindingen kwaliteitsonderzoek JJ Boumanschool PRO, hfst. 2 Conclusies en toezichtarrangement). 2.3 Leerlingen Het aantal leerlingen over de afgelopen vier jaar per teldatum is als volgt weer te geven: Onderwijseenheden JJ Boumanschool 1-10-2012 189 1-10-2013 207 1-10-2014 1-10-2015 198 207 2.4 Toelatingsbeleid Aangemelde leerlingen kunnen worden toegelaten tot de school indien zij beschikken over een toelaatbaarheidsverklaring, uitgegeven door het Samenwerkingsverband Fryslân Noard. Ouders ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te gaan. 2.5 Klachtenbeheersing De JJ Boumanschool heeft ook in 2015 gezorgd voor een goed en veilig onderwijsklimaat. Klachten zijn conform de geldende procedures afgehandeld en hebben geen consequenties met zich meegebracht. 34 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.6 Prestatiebox In 2015 heeft de JJ Boumanschool aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord 2013-2016. Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (ambitie 2) onderwijs, met name door de uitbreiding van het aantal praktijkvakken en branchegerichte certificering. Tevens is veel tijd en geld geïnvesteerd in het partnerschap in de regio (ambitie 4). De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende organisatie (ambitie 5) is voortgezet. Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een start gemaakt. Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving, zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015. 35 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 3 Personeel & Organisatie 3.1 Arbeidsvoorwaarden In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een CAO-loos tijdperk is ingetreden. In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten. Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05% loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto. Helaas worden de hiermee gepaard gaande kosten niet volledig vergoed door de ophoging van de GPL (= gemiddelde personele last) en is dit dus een tegenvaller in 2015. 3.2 Professionalisering Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende. De professionalisering heeft op alle niveaus binnen de schoolorganisatie plaats gevonden: het gehele team, delen van het team, individuele docenten en de schoolleiding. Scholing MT Er is een start gemaakt met het opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot de gesprekkencyclus; actualisering formats, tijdsplanning en borging. Een en ander zal in 2016 worden gerealiseerd. Als voorbereiding op de gesprekkencyclus en om de gesprekkencyclus op adequate wijze uit te kunnen voeren heeft het MT een cursus gevolgd met betrekking tot de gesprekkencyclus. Scholing directie De directie heeft zich verder bekwaamd op het gebied van financiën door middel van het volgen van een leergang onderwijsfinanciën. Teamontwikkeling In het kader van ‘de lerende organisatie’ heeft het gehele team de training Human Dynamics gevolgd. Om te kunnen komen tot een meer professionele en coachende rol naar leerlingen en elkaar als collega's te waarderen in elkaars kwaliteiten, is er vanuit de training gekeken naar de eigen talenten en kwaliteiten. Vanuit de eigen talenten en kwaliteiten, zullen ook de kwaliteiten en talenten van collega's en leerlingen zichtbaarder worden. Een betere afstemming op elkaar. Weten wat de 'persoonlijke dynamieken' zijn, bij jezelf en de ander, geven handvatten voor de ontwikkeling naar de meer professionele rol van de docent en naar een meer professionele organisatie. Een organisatie waarin een cultuur van het van elkaar willen leren en het geven/ontvangen van feedback het uitgangspunt is. 3.3 Functiemix In het kader van de functiemix zijn vijf docenten benoemd in een LC-functie. Het totaal aantal docenten in een LC-functie komt daarmee op 9 (7,9 fte). Hiermee wordt voldaan aan het wettelijk minimum aantal te benoemen aantal LC-docenten. 3.4 Werkdruk Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden. In dit transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden. 3.5 Bekwaamheidsdossier Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers. 36 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 3.6 Ontwikkelingen in het personeelsbestand 37 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 38 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Functiemix 2015 peildatum 31 december 2015 Zoals in 3.3 is beschreven voldoet de JJ Boumanschool aan het minimum percentage LC functies in het kader van de Functiemix. LD functie worden niet uitgegeven. 3.7 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag De JJ Boumanschool beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe medewerkers, naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag van nieuw aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen. Zoals in paragraaf 1.3 is beschreven maakt de JJ Boumanschool deel uit van de onderwijsgroep Fricolore. Binnen het platform Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van medewerkers die boventallig zijn, met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief binnen het mobiliteitscentrum om ex-medewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel mogelijk naar nieuw werk te begeleiden. 39 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 4 Facilitaire Dienstverlening 4.1 Onderhoudssystematiek In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd, zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan wordt in de exploitatie meegenomen. 4.2 Buitengevel De voorzijde van het schoolgebouw is intern aan roestvorming onderhevig. Dit is reeds geruime tijd aan de gang en vraagt om een uitermate grote investering. Er wordt onderzocht in hoeverre dit verschijnsel bij het ter beschikking stellen van het pand in 2009, bekend was bij partijen. Overleg hierover vindt plaats met de gemeente Dongeradeel. 4.3 Uitgevoerd onderhoud De tweejaarlijkse “schouw” van de locatie is afgerond en dient als basis voor de meerjarenonderhoudsplanning (MOP) 2016-2025. Divers (technisch) onderhoud is volgens het MOP 2015 uitgevoerd. Een nieuwe ketel ten behoeve van de centrale verwarming is geplaatst. De conciërge heeft een cursus BedrijfsHulpVerlening (BHV) gevolgd en met succes afgerond. Ook heeft hij de cursus ‘beheerder brandmeldinstallatie’ afgerond. 5 Financiën & Administratie. 5.1 Kengetallen Kengetallen budgetbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Liquiditeit / Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) 12,2 10,0 Rentabiliteit (resultaat / totaal baten + rentebaten * 100%) 9,0 9,3 Weerstandsvermogen (eigen vermogen / totaal baten + rente baten * 100%) 121,0 105,5 Norm (inspectie) >0,75 Tussen 0 en 5 Geen norm Liquiditeit / Current ratio Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit (current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is om het resultaat te behalen (de totale baten). Weerstandsvermogen Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te kunnen afdekken. 40 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Kengetallen vermogensbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Norm (inspectie) Solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totaal vermogen * 100%) 92,0 89,8 Tussen 25 en 40 Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen * 100%) 93,9 92,7 >30 130,3 96,5 >60 Transactiefunctie (kortlopende schulden / totaal baten * 100%) 8,0 8,7 <20,4 Financieringsfunctie (overige materiële vaste activa / totaal baten * 100%) 2,3 10,3 <29,6 -30,3 3,5 Kapitalisatiefactor (totaal vermogen – waarde gebouwen en terreinen / Totaal baten + rente baten * 100%) Bufferfunctie 100% - uitkomst kapitalisatiefactor >10 Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al haar verplichtingen te voldoen. Kapitalisatiefactor De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan, waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50 schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de grootte van de JJ Boumanschool geldt voor ons een signaleringswaarde van 60%. Transactiefunctie Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. 41 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 5.2 Financiële positie Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten, alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar. Jaarrekening 2014 Begroting 2015 Jaarrekening 2015 BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Som der baten € 2.457.526 € 3.456 € 184.303 € 2.645.285 € 2.405.000 € 23.000 € 63.800 € 2.491.800 € 2.464.460 € 4.786 € 73.946 € 2.543.192 € € € € 59.46018.214 10.14651.392- LASTEN Salarissen Overige personele lasten Personele lasten € 1.723.763 € 259.722 € 1.983.485 € 1.757.000 € 172.380 € 1.929.380 € 1.761.650 € 134.896 € 1.896.546 € € € 4.650- € 1.844.094 37.484 € 145.243 32.834 € 1.989.337 Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Materiële lasten € € € € € € € € € € € € 46.916 138.676 253.828 439.420 € € € € 6.084 16.074 6.372 28.530 € € € € Totaal lasten € 2.424.725 € 2.397.330 € 2.335.966 € 61.364 € 2.494.004 Primair bedrijfsresultaat € 220.560 € 94.470 € 207.226 € 112.756- Financiële baten Financiële lasten Financieel resultaat € € € 28.924 312 28.612 € € € 26.000 470 25.530 € € € 23.783 275 23.508 € € € Totaal resultaat € 249.172 € 120.000 € 230.734 € 44.039 106.365 290.836 441.240 53.000 154.750 260.200 467.950 verschillen begr./real. 2.217 195 2.022 110.734- Begroting 2016 € 2.568.823 € 24.900 € 39.150 € 2.632.873 60.967 167.800 275.900 504.667 € 138.869 € € € 22.500 351 22.149 € 161.018 Planning & Control cyclus De JJ Boumanschool heeft in 2015 gewerkt volgens een nieuwe planning & control cyclus. Maandelijks is in een vergadering van de directie met de stafhoofden de uitputting van de budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie zoals deze door de “cockpits van InSite” (Afas) beschikbaar is. Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe begrotingsjaar. Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen. Met name de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer invloedrijke component van de prognose worden. Ten aanzien van het resultaat is een grillig verloop te constateren: Voorzien resultaat in Begroting 2015: € 120.000,Prognose resultaat na 4 maanden: € 205.000,Prognose resultaat na 8 maanden: € 147.000,Resultaat 2015: € 230.000,Door ervaring met de Planning & Control cyclus zal dit verloop minder grillig worden. De baten zijn ultimo 2015 hoger ten opzichte van de begroting doordat gedurende 2015 de Gemiddelde Personeelslast (GPL) bedragen met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 opnieuw zijn vastgesteld. Daarin zijn diverse landelijke beleidsmaatregelen (extra middelen, maar ook kortingen vanwege taakstellingen) verwerkt. Ook de extra middelen voor huisvesting (overgeheveld vanuit het gemeentefonds) zijn daarin verwerkt. De overige overheidsbijdragen zijn hoger dan in de begroting is meegenomen als gevolg van niet verwachte extra bijdragen van cluster2-leerlingen (Kentalis) en het regionaal programma van de middelen voor Voortijdig School Verlaten (VSV). 42 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum De overige baten zijn daarentegen (naar de prognose ten tijde van de 8 maandrapportage) lager dan begroot. Het betreft onder andere minder opbrengsten van leerlingen en minder uitkeringen dan verwacht (met name zwangerschapsuitkeringen). De overige personele lasten zijn ultimo 2015 lager dan begroot. Tijdens de 4- en 8 maandrapportage was al geprognotiseerd dat in de begroting deze post te hoog was opgenomen. De huisvestingslasten zijn ultimo 2015 lager dan begroot doordat minder onderhoud is uitgevoerd dan was gepland, zie hiervoor ook hoofdstuk 6. Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig. 5.3 Treasury beleid (beleggen en belenen) Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan. Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Het bestuur van de Stichting voor Chr. Praktijk Onderwijs in N.O. Friesland is zich terdege bewust van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op langere termijn waarborgen. Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de stichting vallende school - beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de overheid. Het is dan ook gepast om (tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te zetten. In de statuten van de stichting zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op dit gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten. In het treasury statuut wordt beschreven welke treasurytaken en –verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor de stichting. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009, kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012. De primaire doelstelling van de stichting is het werkzaam zijn tot oprichting en instandhouding van een christelijke school voor praktijkonderwijs, vastgelegd in art. 3 van de statuten. Als gevolg hiervan is treasury ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn: het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn; het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen; het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer; (in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten. Liquiditeit en solvabiliteit De stichting is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen. De stichting zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk beleggingsresultaat. Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1 maand. In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan, zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn, afhankelijk van de te verwachten inkomsten en uitgaven, op basis van liquiditeitsplanning. 43 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Besluitvorming Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd administratie van het bestuursbureau. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid binnen de randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit treasury statuut. Het toezichthoudend algemeen bestuur houdt toezicht. 5.4 Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke postgewijze toelichting in de jaarrekening. De belangrijkste financiële risico’s waaraan de stichting onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer. Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op de balansdatum waren er geen significante concentraties van kredietrisico. De stichting maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden zijn aan activiteiten te beheersen. 5.5 Horizontale verantwoording Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer plaats door de jaarstukken (het bestuursverslag en de jaarrekening) ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook het bestuursverslag wordt besproken met belanghebbende partijen. Daartoe behoren onder andere ouderraden en de medezeggenschapsraad. Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te worden als een niet onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het systeem biedt mogelijkheden om op basis indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen vergelijken. 44 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 6 Continuïteitsparagraaf Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen KENGETAL Aantallen leerlingen Personele bezetting in FTE: - Formatie directie - Formatie docenten - Formatie ondersteunend personeel - Te verwachten mutaties Totaal FTE 2015 2016 2017 2018 207 200 199 198 2,0 23,2 2,7 0,0 27,9 2,0 23,2 2,7 0,0 27,9 2,0 23,2 2,7 0,0 27,9 2,0 22,2 3,0 0,0 27,2 Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar. Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar. In de komende jaren zal het leerlingaantal op onze school dalen vanwege de krimp in het aantal leerlingen. Daar zijn wij ons zeer van bewust. Wij stemmen om die reden de daling in het aantal leerlingen af, op een te verwachten daling van de personeelskosten vanwege natuurlijk verloop en door actief beleid. Het te verwachten natuurlijk verloop is dermate dat bij gelijkblijvende pensioengerechtigde leeftijd er een balans is tussen inzet personeel en aantal leerlingen. Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015 goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur. Balans Materiële vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva 2015 € 883.480 € 55.993 € 2.436.240 € 3.375.713 € 3.106.528 € 1.914.971 € 1.191.557 € 64.856 € 204.329 € 3.375.713 2016 € 860.000 € 56.000 € 2.611.546 € 3.527.546 € 3.267.546 € 2.072.546 € 1.195.000 € 60.000 € 200.000 € 3.527.546 2017 € 865.000 € 56.000 € 2.698.431 € 3.619.431 € 3.359.431 € 2.164.431 € 1.195.000 € 60.000 € 200.000 € 3.619.431 2018 € 870.000 € 56.000 € 2.769.116 € 3.695.116 € 3.435.116 € 3.315.616 € 119.500 € 60.000 € 200.000 € 3.695.116 2015 € 2.464.460 € 4.786 € 73.946 € 2.543.192 € 1.896.546 € 46.916 € 138.676 € 253.828 € 2.335.966 € 207.226 € 23.508 € 230.734 2016 € 2.568.823 € 24.900 € 39.150 € 2.632.873 € 1.989.338 € 60.967 € 167.800 € 275.900 € 2.494.005 € 138.868 € 22.150 € 161.018 2017 € 2.511.723 € 24.900 € 39.150 € 2.575.773 € 1.989.338 € 73.000 € 167.800 € 275.900 € 2.506.038 € 69.735 € 22.150 € 91.885 2018 € 2.510.523 € 24.900 € 39.150 € 2.574.573 € 1.989.338 € 88.000 € 167.800 € 275.900 € 2.521.038 € 53.535 € 22.150 € 75.685 Staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo fin. bedrijfsvoering Totaal resultaat De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt: Bekostiging stelsel VO De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor de JJ Boumanschool. Wel staan ook de huisvestingsplannen (zie onder) in het teken van efficiënt omgaan met m2 en bijbehorende exploitatie, mede vanwege deze onzekere factor. 45 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Huisvesting Vanwege uitbreiding van het aanbod van vakken in het nieuwe schooljaar is uitbreiding van de huisvesting gewenst. Op dit moment is dit nog volop in de onderzoeksfase. Daarnaast is er rondom het gebouw (kozijnen, gevel, pui) de nodige onderhoud nodig. Ook dit is nog in onderzoeksfase. Beide, nog in te schatten huisvestingskosten, zijn niet meegenomen in de begroting 2016 respectievelijk de meerjarenbegroting voor 2017. Dit zal in de forecast bij de 4 of 8- maandrapportage meegenomen worden zodra de inschatting van de kosten bekend zijn. Investeringen De investeringen voor de huisvesting zullen uit eigen middelen worden geïnvesteerd. Andere investeringen zijn nog niet bekend. Contractactiviteiten en 3e geldstromen Contactactiviteiten en 3e geldstromen zijn niet aanwezig bij de JJ Boumanschool. Mutaties van reserves De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval is geweest. Overige rapportages Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling. De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren. Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning & Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar (met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld). Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Ontwikkeling leerlingaantallen Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen voor een ongunstige verdeling van de leerlingen over de locaties. Hoog Groot € 400.000,Onzekere financiering Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het niet ondenkbaar dat de rijksbijdragen afnemen door bijvoorbeeld het wegvallen van de subsidie prestatiebox. Gemiddeld Groot € 300.000,46 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Aanpassen huisvesting Een gedeelte van de huisvesting is niet meer acceptabel. Daarom zijn aanvragen voor nieuwbouw ingediend bij de gemeenten. Mogelijk vloeit daaruit voort dat de school daar eigen middelen voor moet bijdragen. Gemiddeld Groot € 1.000.000,Verliezen huisvesting Een gedeelte van onze huisvesting gaat verloren door brand. Hoewel onze gebouwen tegen brand zijn verzekerd, zijn er altijd aanvullende kosten om het betreffende gebouw weer op hetzelfde niveau te krijgen als voorheen. Laag Groot € 350.000,Vigerende regelgeving Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang krijgen. Gemiddeld Groot € 500.000,Imagoschade In de tijd van social media is het niet ondenkbaar dat een incident op school vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen. Gemiddeld Groot € 400.000,- Conclusie: Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen. Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de belangrijkste risico’s op te kunnen vangen. Rapportage toezichthoudend orgaan Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het bestuursverslag. 47 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 7 Gegevens Postadres Postcode/Plaats Telefoon Fax E-mail Bestuursnummer : : : : : : Postbus 147 9100 AC DOKKUM 0519 - 294137 0519 - 220877 [email protected] 42606 Contactpersoon Functie Telefoon Fax E-mail : : : : : Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA Hoofd Dienst Financiën & Administratie 0519 - 229600 0519 - 229609 [email protected] Naam: Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland Brinnummer Sector 05NE PRO Internetsites: Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland www.jjboumanschool.nl 48 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Bestuursverslag Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog 49 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Verslag algemeen toezichthoudend bestuur Het bestuur van de Stichting Inspecteur Boelensschool, de Vereniging Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het one-tiermodel is er binnen het bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders (aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/ directeur-bestuurder). De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder. Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene ledenvergadering. Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen bestuur. Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014 gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden vergoeding per vergadering afgesproken. Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI). De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015: Voorzitter/lid remuneratiecommissie/ Mevr. A. Hekkema Portefeuillehouder onderwijs Secretaris/lid remuneratiecommissie/ Mevr. H.C.G. van Asten Portefeuillehouder P&O Penningmeester/ Portefeuillehouder Financiën Dhr. R.J. Admiraal Portefeuillehouder Juridische zaken Mevr. Y. de Groot-Krikke Portefeuillehouder Identiteitszaken Dhr. T. van der Kooi In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Tijdens de reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens eigen vastgestelde agenda’s vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs NO Friesland en dan de Stichting Inspecteur Boelensschool. Onderwerpen die zijn besproken zijn: De kwaliteit van het onderwijs; De resultaten van het onderwijs; De bedrijfsvoering; Het HRM beleid; Strategie; Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur); Krimp; Samenwerken in de regio. Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en bespreken zij de voortgang in de organisatie. Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College, de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht. Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn. Mevr. A. (Anne) Hekkema Voorzitter 50 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 1 Strategie en bestuur 1.1 Krimp In Noord Oost Friesland en op Schiermonnikoog heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt. Vanaf 2015 zal de krimp ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen van het aantal leerlingen. Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet te keren. In Nederland is het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de bekostiging vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer leerlingen des te meer bekostiging. Voor de Inspecteur Boelensschool geldt de beleidsregel uitzonderingsscholen. Op 7 oktober 2010 is de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO in werking getreden om de bekostiging van uitzonderingsscholen uniform en transparant te regelen en te harmoniseren. In deze beleidsregel staat onder welke voorwaarden een school als uitzonderingsschool aangemerkt kan worden en recht heeft op (structurele)uitzonderingsbekostiging. Een van deze voorwaarden is dat de school structureel een leerlingaantal moet hebben dat zich onder de geldende opheffingsnorm bevindt. Het aantal leerlingen van de Inspecteur Boelensschool was op de teldatum 01-10-2015: 27. Drie minder dan de door het ministerie vastgestelde ondergrens van 30 leerlingen. Indien de Inspecteur Boelensschool drie jaar achter elkaar onder de 30 leerlingen telt, zal de extra ‘waddensubsidie’ in de omvang van drie fte worden geschrapt. In een dergelijke situatie is het voortbestaan van de Inspecteur Boelensschool in het geding. Dit zou na 2020 aan de orde kunnen zijn. 1.2 Samenwerken In 2015 is contact gezocht met het bestuur van de basisschool Yn de Mande, om gezamenlijk een traject in te zetten waardoor de onderwijsvoorzieningen PO en VO in stand kan worden gehouden. Met dat doel is een bestuurlijke visie opgesteld en met de wethouder besproken. Gezamenlijk hebben de gemeente, het bestuur van Yn de Mande en het bestuur en directie van de Inspecteur Boelensschool in juni 2015 de gemeenteraad geïnformeerd over dit voornemen. Na de zomervakantie is er vanwege intern beraad bij partijen enig vertraging in dit proces opgelopen. In december is in het kader van de subsidieregeling ‘regiegelden leerling daling’ een vergoeding voor het aanstellen van een regievoerder bij het ministerie van OCW ingediend en deze subsidie van € 79.600,- is verleend. 1.3 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie De Inspecteur Boelensschool te Schiermonnikoog maakt onderdeel uit van de Personele Unie met het Dockinga College te Dokkum en de JJ Boumanschool te Dokkum. Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit: 51 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2 Onderwijs, kwaliteit & zorg 2.1 Ambities en kernwaarden Zoals voorgenomen in de begroting 2015 zijn we het kalenderjaar 2015 gestart met een studiedag voor het voltallige team over onze kernwaarden. De kernwaarden hebben vervolgens hun plek gekregen in het activiteitenplan 2015-2016. Het bestuursakkoord is afgelopen en overgegaan in het sectorakkoord. De daarin verwoorde ambities zijn gedeeld met het team en vervolgens opgenomen in het activiteitenplan en scholingsplan 2015-2016. Om onze ambities te kunnen realiseren is door diverse collega’s scholing gevolgd en hebben we ook als team ons door middel van scholing verder ontwikkeld. Enkele voorbeelden ter illustratie: Zo is het team door collega’s geschoold in de aanwezigheidsregistratie en andere mogelijkheden van Magister, waardoor de plek van dit systeem in ons dagelijks werk steeds vanzelfsprekender wordt. De rekendocenten zijn naar scholing rekenen geweest. In juni heeft het team scholing gevolgd in NLP bij dhr. C. Blom van het Dockinga College. 2.2 Rekenen Reeds enkele jaren worden aan de IBS rekenlessen gegeven om de leerlingen goed voor te bereiden op de verplichte rekentoets. Alle vierde klas leerlingen hebben de toets uiteindelijk met een voldoende afgesloten. 2.3 Examen 2015 Het is dit jaar weer gelukt alle kandidaten met een diploma (Theoretisch) of certificaten (Beroepsgericht) van school te laten gaan. We kunnen trots zijn op deze 100% score. Dit jaar vond de diplomering weer plaats in het Dorpshuis. 2.4 Doorstroom Alle leerlingen zijn bevorderd naar het volgende leerjaar, dit geldt ook voor de leerlingen die in klas 3 Vmbo t+ volgen. In verband met wijzigingen in de toelating bij de ROC’s zijn de afspraken over doorstroom van onze beroepsgerichte leerlingen opnieuw vastgelegd. Zowel met de Friese als met de ROC’s in Groningen en Drenthe. 52 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 2.5 Onderwijstijd Op voorstel van dhr. Glazenborg en met instemming van de medezeggenschapsraad (MR) is de lessentabel klas 1 en 2 aangepast: de uren M&N zijn onderverdeeld in M&N, Biologie en Natuurkunde. 2.6 Inspectie In december 2014 is de inspectie op bezoek geweest. Op grond van de door de school aangeleverde gegevens was er geen noodzaak voor nader onderzoek en kreeg de school weer het basisarrangement. 2.7 ICT Door het betere systeembeheer is het aantal klachten over het digitale systeem drastisch afgenomen en kan ICT beter worden ingezet tijdens de lessen. Daarmee is ook het gebruik van Magister weer uitgebreid. Met de komst van een nieuw draadloos netwerk is de weg vrij gemaakt voor het inzetten van laptops in ons onderwijs bij klas 1. Door leveringsproblemen konden de laptops pas tegen het eind van 2015 daadwerkelijk worden ingezet. De gemeente Schiermonnikoog heeft een bijdrage geleverd door de laptoptassen te betalen. Alle personeelsleden hebben een I-pad in bruikleen gekregen om dit instrument te gebruiken in hun werk in de klas (bijvoorbeeld door middel van Apple tv) en tijdens overleg (papierloos vergaderen). 2.8 Buitenschoolse activiteiten en Werkweken Het programma van buitenschoolse activiteiten en werkweken is geëvalueerd en heeft geresulteerd in een nieuw aanbod voor de leerlingen. Centraal hierbij staat beperking van de kosten en verruiming van het aanbod. Hiervoor is nauwe samenwerking met het Dockinga College te Ferwert gezocht. In het afgelopen jaar is klas 1 weer mee geweest naar Zoetermeer te skiën. Klas 2 heeft deelgenomen aan de werkweek op Ameland. Als voorbereiding daarop heeft er uitwisseling plaats gehad tussen IBS en het Dockinga College te Ferwert. En klas 3 is naar Berlijn geweest met Ferwert. De jaarlijkse Cultuur & Sport dag had dit jaar als Leeuwarden waar de leerlingen een bezoek hebben gebracht aan het Frysk Museum en de Elfstedenschaatshal. De uitwisseling met Dockinga College, locatie Ferwert is inmiddels een vaste waarde in het onderwijsaanbod van de Inspecteur Boelensschool. 2.9 WAD-VO Het overleg met de collega scholen van de Friese Wadden eilanden heeft weer 5 keer plaats gevonden in Leeuwarden. Doel is ervaringen uitwisselen en kijken waar we elkaar kunnen versterken. Ook is er weer overleg geweest met de Inspectie. 2.10 Bestuur Tijdens het cursusjaar heeft dhr. M.M.A.M. Klaverkamp inmiddels diverse keren onze school bezocht. Met dhr. Duijf van de provincie is overleg gevoerd over mogelijke samenwerking IBS en Yn de mande. Er is overleg gevoerd met het bestuur van de basisschool en met de gemeente om te verkennen welke acties nodig zijn om het onderwijsaanbod op het eiland overeind te houden. 2.11 Passend onderwijs Ook in 2015 hebben we samen verder invulling gegeven aan de opdracht van Passend onderwijs. Vooral in de nieuwe eerste klas is sprake van extra ondersteuning van de leerlingen. De ervaringen zijn zeer bemoedigend. 2.12 Huisvesting Onder leiding van ons hoofd huisvesting en beheer is het gebouw van binnen en buiten aangepakt. Er was sprake van achterstallig onderhoud. Het gebouw kan weer een tijdje vooruit. Zie ook hoofdstuk 4. 2.13 Diversen Aan het begin van het jaar hadden we weer een geslaagde introductie deels op school deels op het strand onder leiding van de mentor. De leerlingen hebben op vrijwillige basis weer meegedaan met de Survival in Ferwert. Onze vierde klas leerlingen hebben de Scholenmarkt voor klas 4 in Dokkum bezocht. 53 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Klas 2 heeft samen met hun mentor dhr. van Halm een schoolfeest georganiseerd, dit was in een locatie buiten de school. De school heeft deelgenomen aan onderzoek door Cedin in verband met leerlingenvervoer door de gemeente. Samen hebben we onder stralende omstandigheden het jaar afgesloten met een lunch bij Wantij. 2.14 Personeel In het personeelsbestand hebben zich geen bijzondere ontwikkelingen voorgedaan. Het ziekteverzuim lag onder het landelijk gemiddelde. Aan het eind van de cursus is in goed onderling overleg afscheid genomen van de conciërge en is de vacature niet vervuld. Zie verder 3.5 voor ontwikkelingen in het personeelsbestand. 2.15 Leerlingen Het aantal leerlingen over de afgelopen vier jaar per teldatum is als volgt weer te geven: Onderwijseenheden Inspecteur Boelensschool 1-10-2012 46 1-10-2013 44 1-10-2014 1-10-2015 38 27 2.16 Toelatingsbeleid Aangemelde leerlingen worden toegelaten tot de school voor zover de leerling plaatsbaar is en één van de leerroutes die de school aanbiedt. In de afweging wordt het advies in de informatie van de school van herkomst, de wens van de ouders/verzorgers en de cito- en/of drempeltest onderzoeksgegevens betrokken. De toeleverende basisschool maakt gebruik van de ‘Friese Plaatsingswijzer’. Advisering en plaatsing vindt plaats op basis van deze in het leerlingvolgsysteem vastgelegde registratie van de ontwikkeling van kinderen vanaf groep 6. Ouders ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te gaan. 2.17 Klachtenbeheersing De Inspecteur Boelensschool heeft ook in 2015 gezorgd voor een goed en veilig onderwijsklimaat. Klachten zijn conform de geldende procedures afgehandeld en hebben geen consequenties met zich meegebracht. 2.18 Prestatiebox In 2015 heeft de Inspecteur Boelensschool aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord 2013-2016. Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (lees gebruik van ICT; ambitie 2) onderwijs. Tevens is veel tijd en geld geïnvesteerd in het partnerschap in de regio (ambitie 4) door de gezochte samenwerking met de samenwerkingsschool Yn de Mande. De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende organisatie (ambitie 5) is voortgezet. Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een start gemaakt. Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving, zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015. 54 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 3 Personeel & Organisatie 3.1 Arbeidsvoorwaarden In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een cao loos tijdperk is ingetreden. In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten. Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05% loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto. 3.2 Professionalisering Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende. De professionalisering heeft op alle niveaus binnen de schoolorganisatie plaats gevonden. Het in de begroting opgenomen bedrag is niet volledig gebruikt. Eén van de redenen is dat scholing vaak extern gevolgd dient te worden en dat is soms logistiek een probleem. In ieder geval zal in 2016 het team van de Inspecteur Boelensschool regelmatig aansluiten bij scholingsactiviteiten van het Dockinga College te Dokkum. 3.3 Werkdruk Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden. In dit Transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden 3.4 Bekwaamheidsdossier Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers. 3.5 Ontwikkelingen in het personeelsbestand 55 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 56 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Functiemix 2015 peildatum 31 december 2015 57 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Op de Inspecteur Boelensschool hebben alle onderwijsgevende medewerkers sinds 2014 een LC functie. Om die reden is er geen LD functie uitgegeven en voldoet de school aan de minimumeisen van de Functiemix. 3.6 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag De Inspecteur Boelensschool beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe medewerkers, naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag van nieuw aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen. De Inspecteur Boelensschool maakt deel uit van de onderwijsgroep Fricolore. Binnen het platform Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van medewerkers die boventallig zijn, met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief binnen het mobiliteitscentrum om exmedewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel mogelijk naar nieuw werk te begeleiden. 58 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 4 Facilitaire Dienstverlening 4.1 Onderhoudssystematiek In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan wordt in de exploitatie meegenomen. 4.2 Uitgevoerd onderhoud In 2015 is een interne verbouwing uitgevoerd. Tevens heeft een inhaalslag met betrekking tot het achterstallig onderhoud plaatsgevonden. Er is een nieuwe brandmeldinstallatie aangebracht. De gehele school is voorzien van een draadloos netwerk. Er is ook een nieuw schoonmaakcontract afgesloten. 5 Financiën & Administratie 5.1 Kengetallen Onderstaand treft u een overzicht aan van een aantal kengetallen. De basis van de kengetallen zijn de cijfers afgeleid van de jaarrekening. Kengetallen budgetbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Norm (inspectie) Liquiditeit / Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) 6,8 8,1 Rentabiliteit (resultaat / totaal baten + rentebaten * 100%) 0,9 13,0 Tussen 0 en 5 Weerstandsvermogen (eigen vermogen / totaal baten + rente baten * 100%) 75,5 67,4 Geen norm >0,75 Liquiditeit / Current ratio Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit (current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is om het resultaat te behalen (de totale baten). Weerstandsvermogen Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te kunnen afdekken. 59 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Kengetallen vermogensbeheer 31-12-2015 31-12-2014 Norm (inspectie) Solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totaal vermogen * 100%) 85,9 83,3 Tussen 25 en 40 Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen * 100%) 87,9 89,2 >30 Kapitalisatiefactor (totaal vermogen – waarde gebouwen en terreinen / Totaal baten + rente baten * 100%) 78,6 77,4 >60 Transactiefunctie (kortlopende schulden / totaal baten * 100%) 10,7 8,8 <20,4 Financieringsfunctie (overige materiële vaste activa / totaal baten * 100%) 6,5 6,7 <29,6 21,4 22,6 Bufferfunctie 100% - uitkomst kapitalisatiefactor >10 Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al haar verplichtingen te voldoen. Kapitalisatiefactor De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan, waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50 schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de grootte van de IBS geldt voor ons een signalerings-waarde van 60%. Transactiefunctie Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. 60 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 5.2 Financiële positie Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten, alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar. Jaarrekening 2014 Begroting 2015 Jaarrekening 2015 verschillen begr./real. Begroting 2016 BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Som der baten € € € € 845.865 5.886 18.514 870.265 € € € € 800.300 5.000 26.935 832.235 € € € € 821.860 784 9.256 831.900 € € € € 21.5604.216 17.679 335 € € € € 744.990 3.660 9.500 758.150 LASTEN Salarissen Overige personele lasten Personele lasten € € € 525.603 104.705 630.308 € € € 523.000 126.605 649.605 € € € 536.040 109.495 645.535 € € € 13.040- € 17.110 € 4.070 € 504.259 119.671 623.930 Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Materiële lasten € € € € 22.839 20.258 89.658 132.755 € € € € 26.800 52.400 109.810 189.010 € € € € 22.488 55.295 106.596 184.379 € € € € 4.312 2.8953.214 4.631 € € € € 35.854 44.310 89.700 169.864 Totaal lasten € 763.063 € 838.615 € 829.914 € 8.701 € 793.794 Primair bedrijfsresultaat € 107.202 € 6.380- € 1.986 € 8.366- € 35.644- Financiële baten Financiële lasten Financieel resultaat € € € 7.044 111 6.933 € € € 6.600 220 6.380 € € € 5.327 85 5.242 € € € 1.274 135 1.138 € € € 4.000 60 3.940 Totaal resultaat € 114.135 € - € 7.227 € 7.227- € 31.704- Planning & Control cyclus De Inspecteur Boelensschool heeft in 2015 gewerkt volgens een nieuwe planning & control cyclus. Maandelijks is uitputting van de budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie zoals deze door de ‘cockpits van InSite’ (Afas)”beschikbaar is. Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe begrotingsjaar. Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen. Met name de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer invloedrijke component van de prognose worden. Ten aanzien van het resultaat is een grillig verloop te constateren: Voorzien resultaat in Begroting 2015: € nihil Prognose resultaat na 4 maanden: € 1.803,Prognose resultaat na 8 maanden: € -30.902,Resultaat 2015: € 7.227,Door ervaring met de P&C cyclus zal dit verloop minder grillig worden. De baten zijn ultimo 2015 hoger ten opzichte van de begroting doordat gedurende 2015 de Gemiddelde Personeelslast (GPL) bedragen met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 opnieuw zijn vastgesteld. Daarin zijn diverse landelijke beleidsmaatregelen (extra middelen, maar ook kortingen vanwege taakstellingen) verwerkt. Ook de extra middelen voor huisvesting (overgeheveld vanuit het Gemeentefonds) zijn daarin verwerkt. De overige baten zijn daarentegen (naar de prognose ten tijde van de 8 maandrapportage) lager dan begroot. Het betreft minder uitkeringen dan verwacht (met name zwangerschapsuitkeringen). 61 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum De salariskosten (incl. vervangingen) zijn ultimo 2015 lager dan begroot. Tijdens de 4 maandrapportage was al geprognotiseerd dat in de begroting maandelijks € 1.000,- teveel aan salariskosten was opgenomen. De overige personele lasten zijn lager dan begroot door een sterke vermindering van verblijfskosten van personeel op het eiland. Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig. 5.3 Treasury beleid (beleggen en belenen) Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan. Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Het bestuur van de Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog is zich terdege bewust van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op langere termijn waarborgen. Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de stichting vallende school beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de overheid. Het is dan ook gepast om (tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te zetten. In de statuten van de stichting zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op dit gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten. In het treasury statuut wordt beschreven welke treasurytaken en –verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor de stichting. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn. Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009, kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012. De primaire doelstelling van de stichting is de instandhouding van een school voor voortgezet onderwijs te Schiermonnikoog, vastgelegd in art. 2 van de statuten. Als gevolg hiervan is treasury ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn: het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn; het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen; het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer; (in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten. Liquiditeit en solvabiliteit De stichting is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen. De stichting zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk beleggingsresultaat. Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1 maand. In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan, zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn afhankelijk van de te verwachten inkomsten en uitgaven op basis van liquiditeitsplanning. Besluitvorming Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd administratie van het bestuursbureau. 62 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Organisatie treasury De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid binnen de randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit treasury statuut. Het toezichthoudend algemeen bestuur houdt toezicht. 5.4 Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke postgewijze toelichting in de jaarrekening. De belangrijkste financiële risico’s waaraan de stichting onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer. Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op balansdatum waren er geen significante concentraties van kredietrisico. De stichting maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden zijn aan activiteiten te beheersen. 5.5 Horizontale verantwoording Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer plaats door het jaarverslag (incl. de daarin opgenomen jaarrekening) ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook wordt het jaarverslag besproken met belanghebbende partijen. Daartoe behoren o.a. ouderraden en de medezeggenschapsraad. Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te worden als een niet onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het systeem biedt mogelijkheden om op basis van een twintigtal indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen vergelijken. 63 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 6 Continuïteitsparagraaf Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen KENGETAL Aantallen leerlingen Personele bezetting in FTE: - Formatie directie - Formatie docenten - Formatie ondersteunend personeel - Te verwachten mutaties Totaal FTE 2015 2016 2017 2018 27 33 33 34 0,6 6,0 1,9 0,0 8,5 0,6 6,0 1,9 -0,9 7,6 0,6 6,0 1,0 0,0 7,6 0,6 5,9 1,0 0,0 7,5 Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar. Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar. Na 2018 is een daling van het leerlingenaantal tot onder de 30 leerlingen te verwachten. Daarmee is het voortbestaan van de school in het geding. In paragraaf 1.1 en 1.2 is hier aandacht aan geschonken. Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015 goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur. Balans Materiële vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva € € € € € € € € € € 2015 132.221 9.711 593.861 735.793 631.840 588.913 42.927 14.642 89.311 735.793 € € € € € € € € € € 2016 150.000 10.000 545.136 705.136 600.136 556.136 44.000 15.000 90.000 705.136 € € € € € € € € € € 2017 150.000 10.000 562.752 722.752 617.752 573.752 44.000 15.000 90.000 722.752 € € € € € € € € € € 2018 150.000 10.000 573.168 733.168 628.168 584.168 44.000 15.000 90.000 733.168 € € € € € € € € € € € € 2015 821.860 784 9.256 831.900 645.535 22.488 55.295 106.596 829.914 1.986 5.241 7.227 € € € € € € € € € € € € 2016 744.990 3.660 9.500 758.150 623.930 35.854 44.310 89.700 793.794 35.6443.940 31.704- € € € € € € € € € € € € 2017 787.790 3.660 9.500 800.950 612.264 41.000 44.310 89.700 787.274 13.676 3.940 17.616 € € € € € € € € € € € € 2018 780.590 3.660 9.500 793.750 612.264 41.000 44.310 89.700 787.274 6.476 3.940 10.416 Staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo fin. bedrijfsvoering Totaal resultaat De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt: Bekostiging stelsel VO De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor de Inspecteur Boelensschool. Huisvesting Er zijn geen voorgenomen bouwprojecten of wijzigingen in het huisvestingsbeleid. Investeringen Er zijn geen voorgenomen investeringen bekend. 64 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Contractactiviteiten en 3e geldstromen Contactactiviteiten en 3e geldstromen zijn niet aanwezig bij de Inspecteur Boelensschool. Mutaties van reserves De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval is geweest. Overige rapportages Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling. De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren. Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning & Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar (met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld). Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Ontwikkeling leerlingaantallen Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen dat de school niet meer in aanmerking komt voor aanvullende bekostiging door gedurende drie jaar lang een lagere leerling bezetting te hebben dan 30. Hoog Groot € 200.000,Onzekere financiering Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het niet ondenkbaar dat de overheid op zeker moment maatregelen neemt om het aantal kleine scholen in Nederland verder in te perken, waardoor de school geen bestaansrecht meer zou hebben. Gemiddeld Groot € 200.000,Vigerende regelgeving Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang krijgen. Gemiddeld Groot € 50.000,65 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Risico Omschrijving Kans Impact Geschat bedrag Imagoschade In de tijd van ‘social media’ is het niet ondenkbaar dat een incident op school vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen. Gemiddeld Groot € 50.000,- Conclusie: Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen. Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de belangrijkste risico’s op te kunnen vangen. Rapportage toezichthoudend orgaan Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het bestuursverslag. 7 Gegevens Postadres Postcode/Plaats Telefoon Fax E-mail Bestuursnummer : : : : : : Postbus 22 9166 ZP SCHIERMONNIKOOG 0519 - 531620 0519 - 531977 [email protected] 90897 Contactpersoon Functie Telefoon Fax E-mail : : : : : Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA Hoofd Dienst Financiën & Administratie 0519 - 229600 0519 - 229609 [email protected] Naam: Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog Brinnummer Sector 02XQ VO Internetsites: Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog www.boelensschool.nl 66 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerde staat van baten en lasten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans en de staat van baten en lasten 67 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) Toelichting 31.12.2015 € 31.12.2014 € 1 2.758.046 2.685.542 Vorderingen 2 647.530 557.535 Liquide middelen 3 Actief Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa 7.378.582 7.495.256 10.784.158 10.738.333 Passief Eigen vermogen 4 Algemene reserve 4.498.523 4.527.221 Bestemmingsreserve publiek 1.164.510 1.326.731 Bestemmingsreserve privaat 2.281.051 2.271.893 7.944.084 8.125.845 Voorzieningen 5 500.235 348.743 Kortlopende schulden 6 2.339.839 2.263.745 10.784.158 10.738.333 68 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 Toelichting 2015 € Begroting 2015 € 2014 € 7 8 9 18.187.858 128.420 756.979 19.073.257 17.919.000 175.500 769.833 18.864.333 17.804.867 257.331 1.035.105 19.097.303 10 11 12 13 16.059.175 612.977 1.036.927 1.598.067 15.241.436 643.551 1.117.525 1.619.990 15.620.540 518.024 824.688 1.587.499 19.307.146 18.622.502 18.550.751 -233.889 241.831 546.552 52.128 65.110 71.967 -181.761 306.941 618.519 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Totaal resultaat 14 69 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 Het saldo van de geldmiddelen is in 2015 afgenomen met € 116.674,-. De oorzaak hiervan blijkt uit onderstaande analyse van de kasstromen. (Volgens de indirecte methode) Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutatie voorzieningen - Veranderingen in vlottende middelen: . mutatie operationele vorderingen . mutatie operationele schulden Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen -233.889 546.552 612.978 151.492 518.024 -171.444 114.724 -661.775 -13.901 516.680 55.921 -3.793 -547.051 346.081 75.657 -3.690 52.128 568.808 Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Overige mutaties financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten 2014 € -89.995 76.094 Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest 2015 € -685.482 0 0 71.967 418.048 -389.676 0 257 -685.482 0 0 -389.419 0 0 0 0 -116.674 28.629 70 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Geconsolideerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen De Vereniging voor Christlijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland staat aan het hoofd van de Personele Unie. De vereniging heeft een Personele Unie met de Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland te Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog. De Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland zijn statutair gevestigd aan de Woudweg 140 te Dokkum. De Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog is statutair gevestigd aan het Kerkelaantje 1 te Schiermonnikoog. Activiteiten De activiteiten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland richten zich op het verzorgen van voortgezet onderwijs in de regio Noord-Oost Friesland. De activiteiten van de Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland richten zich op het verzorgen van Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland. De activiteiten van de Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog richten zich op het verzorgen van voortgezet onderwijs op Schiermonnikoog. De activiteiten van de binnen de Personele Unie participerende rechtspersonen richten zich op het verzorgen van voortgezet onderwijs in de regio Noord-Oost Friesland. Groepsverhoudingen Het bestuur van de binnen de Personele Unie participerende rechtspersonen hecht er aan de drie organisaties financieel strikt gescheiden te houden. Dat sluit aan bij de werkwijze van OCW om de verantwoording per werkgever te laten plaatsvinden. Anderzijds is, gelet op de wettelijke voorschriften, consolidatie verplicht op basis van RJ 217.202. Een geconsolideerde balans en exploitatierekening is derhalve opgemaakt voor aanlevering aan het Ministerie van OCW. Naam Statutaire zetel Art. 2:403 BW Deelname Consolidatie ja/nee Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland Stichting Inspecteur Boelensschool Dokkum Nee 50,0% Ja Dokkum Nee 41,4% Ja Schiermonnikoog Nee 8,6% Ja Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende organisaties en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en organisaties zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. 71 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De jaarrekening over 2015 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is de richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rapporteringsvaluta De bedragen in de tabellen worden gepresenteerd in euro’s. Als gevolg van afrondingen zijn in sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten de betrouwbaarheid van de jaarrekening niet aan en zijn geen belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. De Personele Unie kent geen financiële derivaten. Stelselwijziging Met ingang van het verslagjaar 2015 is besloten om de verwerking en presentatie van de voorziening onderhoud te wijzigen. Tot en met 2014 zijn de kosten van onderhoud gebouwen gedekt uit een voorziening die jaarlijks werd gevoed met een vaste dotatie. Met ingang van verslagjaar 2015 is overgegaan tot de componentenmethode voor uitgaven voor onderhoudsprojecten boven de € 5.000,- per project per gebouw. Kosten van onderhoud beneden € 5.000,- worden rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. Deze maatregel leidt tot een stelselwijziging per 1-1-2015. Daarbij is de voorziening onderhoud gebouwen opgeven en is het saldo daarvan toegevoegd aan de algemene reserve. De in de afgelopen jaren uitgevoerde onderhoudsprojecten boven de € 5.000,- zijn alsnog geactiveerd. Daartegenover staat een bestemmingsreserve geplaatste onder het eigen vermogen, welke in de komende jaren gelijkmatig afloopt met de betreffende afschrijving. De stelselwijziging heeft effect op de materiële vaste activa en het eigen vermogen. De cijfers van het voorgaande boekjaar zijn ter wille van de vergelijkbaarheid aangepast. Het eigen vermogen per 1 januari 2014 is herberekend en vastgesteld op € 8.125.845,-. Ten opzichte van de jaarrekening 2014 betekent dit een toename van € 1.270.090,-. De materiële vaste activa is toegenomen met € 172.615 waar tegenover een bestemmingsreserve ad. € 172.615,- staat. Het jaarresultaat 2014 volgens de vergelijkende cijfers is als gevolg van de stelselwijziging ten opzichte van de jaarrekening 2014 niet gewijzigd. 72 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Onderstaand is de verwerking per balanspost en het resultaat effect in schema weergegeven per 31-12-2014 en per 01-01-2015 na stelselwijziging: Materiële vaste activa Gebouwen en Terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal materiële vaste activa Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Totaal eigen vermogen 31-12-2014 € Na stelselwijziging 01-01-2015 € Verschil € 844.138 1.387.518 281.270 2.512.926 1.016.753 1.387.518 281.270 2.685.541 -172.615 0 0 -172.615 -3.429.746 -1.154.116 -2.271.893 -6.855.755 -4.527.221 -1.326.731 -2.271.893 -8.125.845 1.097.475 172.615 0 1.270.090 Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen Voorziening onderhoud gebouwen Totaal voorzieningen -348.743 -348.743 0 -1.097.475 -1.446.218 0 -348.743 -1.097.475 -1.097.475 Totaal resultaat effect -5.789.047 -5.789.047 0 Geconsolideerde grondslagen voor waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Gebouwen en terreinen Het bevoegd gezag is juridisch eigenaar van de gebouwen en terreinen. Omdat het economisch eigendom niet berust bij het bevoegd gezag, zijn de gebouwen en terreinen niet als zodanig geactiveerd. Echter de uit eigen middelen gefinancierde investeringen in nieuwbouw, dan wel investeringen in grote renovaties worden wel geactiveerd. Daarbij geldt een ondergrens van € 70.000,- per jaar. De investeringen in schoolgebouwen (nieuwbouw) zijn indertijd voor een deel gefinancierd uit á fonds perdu beschikbaar gestelde middelen, voor een deel uit daartoe (door het rijk gegarandeerde) afgesloten geldleningen en voor een deel uit eigen middelen. Op de voor nieuwbouw aangewende en geactiveerde eigen middelen vindt afschrijving plaats in 15 jaarlijkse termijnen; voor renovatie geldt een afschrijvingstermijn van vijf jaren. 73 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Per 31-12-2015 geldt voor de in gebruik zijnde gebouwen de volgende verzekerde-, resp. WOZwaarde per 01-01-2015: Gebouw Woudweg 140/140-A Woudweg 146 Rondweg 45 Bird.str.weg 125A Parklaan 3/5 Great Sminia 38, Ferwert Birdaarderstraatweg 82 Kerkelaantje 1 Totaal Verz.-waarde € 3.065.100,€ 3.623.000,€ 15.252.100,€ 3.067.200,€ 7.454.200,€ 2.591.700,€ 4.662.300,€ 872.200,€ 40.587.800,- WOZ-waarde € 1.852.000,€ 1.591.000,€ 3.927.000,€ 5.069.000,€ 1.175.000,€ 2.248.000,€ 577.000,€ 16.439.000,- Inventaris Inventarisaanschaffingen worden eveneens geactiveerd. Daartoe worden gerekend: pc's en andere hardware, meubilair en alle andere materiële goederen met een aanschafprijs van € 400,- en hoger. De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd: Installaties 5 % - Audio visuele apparatuur 10 % Meubilair 5% - Huishoudelijke apparatuur 10 % Hardware 20 % - Overige 10 % Software 20 % Leermiddelen Leermiddelen, die meerdere jaren worden gebruikt, worden geactiveerd. Zowel in het eerste als in de drie daarop volgende jaren wordt 25 % afgeschreven. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Dit betreffen vorderingen met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Overlopende activa De overlopende activa betreffen vooruit betaalde bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te ontvangen bedragen, voor zover ze niet onder de andere vorderingen zijn te plaatsen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de organisatie worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Eigen vermogen Het eigen vermogen is opgedeeld in een privaat deel en een publiek deel. Private middelen zijn middelen afkomstig van leden van de vereniging of zijn rechtsvoorgangers, dan wel van ouders. Het publieke deel van het eigen vermogen is afkomstig van overheidsorganen of andere publiekrechtelijke instellingen. Reserves worden gewaardeerd per balansdatum, nadat de resultaatverdeling heeft plaatsgevonden. Resultaten op de primaire bedrijfsactiviteiten komen ten gunste dan wel ten laste van de ‘Algemene Reserve’. Naast een Algemene Reserve kunnen bestemmingsreserves worden gevormd voor diverse doeleinden. De organisatie kent de volgende bestemmingsreserves: een bestemmingsreserve ouderkapitaal. Dit betreft private middelen afkomstig van rechtsvoorgangers van de huidige vereniging; een bestemmingsreserve ouderbijdragen. Dit betreft nog niet bestede ouderbijdragen (private middelen); 74 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum - - - - een bestemmingsreserve middelen St. Vakonderwijs (private middelen). Deze reserve is ontstaan door opheffing van de Stichting Vakonderwijs Dokkum, waarbij het restvermogen is toegekend aan de Vereniging voor Chr. V.O. in N.O.F.; nazorgfonds: deze reserve is in 2014 gerealiseerd naar aanleiding van de opheffing van de Stichting Nazorgfonds. Ten laste van deze bestemmingsreserve komt jaarlijks ad. € 4.500,bestedingen voor het verlenen van geldelijke steun ten behoeve van de zorg voor kinderen die de JJ Boumanschool te Dokkum bezoeken. Voor zover mogelijk dient de aard van de bestedingen te liggen in de recreatieve sfeer; een bestemmingsreserve BAPO. Deze reserve is gevormd om daarmee de verplichtingen in het kader van de BAPO duidelijk afgescheiden te houden van de Algemene Reserve. De bestemmingsreserve BAPO wordt gewaardeerd tegen 90% van de door het zittend personeel gespaarde rechten; een bestemmingsreserve onderhoud gebouwen. Deze reserve is per 1.1.2015 ontstaan door het opheffen van de voorziening onderhoud gebouwen. De geactiveerde kosten voor onderhoudsprojecten boven € 5.000 zijn alsnog geactiveerd waar tegenover deze bestemmingsreserve is geplaatst welke in de komende jaren gelijkelijk afloopt met de betreffende afschrijvingen; eigen bijdrage nieuwbouw: deze eigen bijdrage in nieuwbouw (gerealiseerd in 2011) vloeit in 40 jaar tijd terug naar de algemene reserve. Voorzieningen Pensioenen De organisatie kent één pensioenregeling. Dit betreft een Nederlandse regeling en wordt gefinancierd door afdrachten aan een pensioenuitvoerder, te weten het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de “verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering”. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. De werkgever heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De pensioenregeling is daarom verwerkt als een “verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering” en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen. Jubileumvoorziening Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van ambtsjubilea is een voorziening gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde vanwege de lange looptijd van de verplichtingen. Betaalde bedragen inzake jubileum worden ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening LPB Deze voorziening is gerealiseerd vanwege de nieuwe regeling Levensfasebewust Personeels Beleid (LPB) die per 01-08-2014 de oude BAPO-regeling heeft vervangen. Iedere medewerker heeft per schooljaar recht op 50 uren Persoonlijk Budget. De voorziening heeft betrekking op die PB-uren, die worden gespaard voor een latere verlofopname. Een uur wordt gewaardeerd op de loonkosten per jaar/1659, uitgaande van het bedrag dat hoort bij de hoogste trede van de betreffende loonschaal. De tarieven zijn vastgesteld op basis van de actuele loonkosten per 1 januari 2016. Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. 75 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Grondslagen voor de bepaling van het geconsolideerde resultaat Bij de bepaling van het exploitatieresultaat gelden de volgende beginselen: lasten (en baten) zijn toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekenings-clausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekenings-clausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekenings-clausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen, waarin de opbrengsten zijn gederfd, dan wel waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. Kasstroomoverzicht Het kasstroom overzicht wordt op basis van de indirecte methode opgesteld. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangen en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. 76 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2015 1 Materiële vaste activa Het volgende overzicht geeft het verloop over 2015 van de materiële vaste activa: Inventaris Andere vaste Gebouwen & -terreinen en apparatuur bedrijfsmiddelen Totaal € € € € 5.093.975 4.898.347 525.006 10.517.328 -4.077.222 1.016.753 -3.510.829 1.387.518 -243.736 281.270 -7.831.787 2.685.541 Bij: investeringen Af: afschrijvingen 170.546 -191.250 262.006 -290.682 252.930 -131.045 685.482 -612.977 Mutaties boekjaar -20.704 -28.676 121.885 72.505 5.264.522 5.160.353 777.936 11.202.811 -4.268.473 -3.801.511 -374.781 -8.444.765 996.049 1.358.842 403.155 2.758.046 Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2 Vorderingen Debiteuren Vorderingen gemeente / provincie Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen 31.12.2015 € 31.12.2014 € 10.869 267.273 169.837 199.551 647.530 7.818 253.306 113.971 182.440 557.535 31.12.2015 € 31.12.2014 € 17.166 1.400 248.707 267.273 16.214 1.400 235.691 253.306 De vorderingen op gemeente / provincie is als volgt te specificeren: Verkeerseducatie Provincie Fryslân subsidie Frysk e.d. Gemeente Dongeradeel Totaal vorderingen gemeente / provincie 77 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum De overige vorderingen is als volgt te specificeren: Vorderingen personeel Vordering leden en donateurs Voorraad drukwerk Douma Rentevergoedingen Te vorderen omzetbelasting Vorderingen externen Vorderingen overig Totaal overige vorderingen 31.12.2015 € 31.12.2014 € 677 220 13.202 44.089 164 93.627 17.858 169.837 1.139 415 16.328 59.485 421 13.713 22.470 113.971 31.12.2015 € 31.12.2014 € 198.700 851 199.551 179.216 3.224 182.440 31.12.2015 € 31.12.2014 € 5.528 5.123.054 2.250.000 7.378.582 4.038 4.491.217 3.000.000 7.495.255 De overlopende activa is als volgt te specificeren: Vooruitbetaalde kosten Kruisposten Totaal overlopende activa 3 Liquide middelen Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen Schatkistbankieren Totaal liquide middelen 4 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt: Stand per 1 januari Resultaat verslagperiode Stand per 31 december Algemene reserve Bestemmings -reserve publiek Bestemmings -reserve privaat Totaal € € € € 4.527.221 -28.698 4.498.523 1.326.731 -162.221 1.164.510 2.271.893 9.158 2.281.051 8.125.845 -181.761 7.944.084 Het verloop van de bestemmingsreserve publiek is als volgt: Stand per 1 januari BAPO Onderhoud gebouwen Eigen bijdrage nieuwbouw Totaal bestemmingsreserve publiek Overige mutaties Stand per 31 december € Resultaat verslag periode € € € 371.043 172.615 783.073 -60.450 -66.913 -34.858 0 0 0 310.593 105.702 748.215 1.326.731 -162.221 0 1.164.510 78 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Het verloop van de bestemmingsreserve privaat is als volgt: Stand per 1 januari Ouderkapitaal Ouderbijdragen Vakonderwijs Nazorgfonds Totaal bestemmingsreserve privaat Overige mutaties Stand per 31 december € Resultaat verslag periode € € € 1.931.102 231.645 18.356 90.790 17.153 -3.495 0 -4.500 0 0 0 0 1.948.255 228.150 18.356 86.290 2.271.893 9.158 0 2.281.051 5 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Personeelsvoorzieningen € Stand per 1 januari Dotaties 348.743 197.215 Onttrekkingen Stand per 31 december -45.723 500.235 Het verloop van de personeelsvoorzieningen is als volgt: Stand per 1 januari Spaarverlof Jubileum voorziening Voorziening LPB 124.659 156.670 67.414 348.743 Hiervan is de verplichting Spaarverlof Jubileum voorziening Voorziening LPB Totaal Dotaties Vrijval € Onttrekkin gen € € Stand per 31 december € 0 39.675 157.540 197.215 -10.931 -34.792 0 -45.723 0 0 0 0 113.728 161.553 224.954 500.235 < 1 jaar € 1 < 5 jaar € >5 jaar € Totaal € 15.000 18.600 0 33.600 60.000 67.429 224.954 352.383 38.728 75.524 0 114.252 113.728 161.553 224.954 500.235 6 Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden 31.12.2015 € 31.12.2014 € 162.001 762.023 186.174 158.783 1.070.858 2.339.839 204.485 679.655 204.283 75.867 1.099.455 2.263.744 79 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum De belastingen en premies sociale verzekeringen is als volgt te specificeren: Te betalen sociale lasten Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen 31.12.2015 € 31.12.2014 € 762.023 762.023 679.655 679.655 31.12.2015 € 31.12.2014 € 12.358 32.252 2.825 111.348 158.783 3.804 26.075 2.262 43.728 75.868 31.12.2015 € 31.12.2014 € 778.885 83.596 83.676 124.701 1.070.858 729.147 87.856 141.760 140.692 1.099.454 De overige kortlopende schulden is als volgt te specificeren: Nog te betalen salarissen Inhouding lief en leed Actiegelden onderwijseenheden Nog te betalen kosten Totaal overige kortlopende schulden De overlopende passiva is als volgt te specificeren: Vakantiegeld en vakantiedagen Te verrekenen met personeel Nog te besteden gelden Vooruit ontvangen subsidies Totaal overlopende passiva Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Vordering CFI ingeval van liquidatie In 2005 is een ontstane vordering op het CFI, in verband met de overgang van cursus jaar bekostiging naar kalenderjaar bekostiging, volledig afgeboekt vanwege de beschouwing destijds dat deze gedurende de bestaansperiode van de instelling als oninbaar moest worden beschouwd. Dat neemt echter niet weg dat, in het geval de instelling ooit in een liquidatiesituatie terecht mocht komen, de instelling het recht wil blijven houden om een beroep te doen op de betreffende vordering. De schuld aan het personeel, betreffende de opgebouwde aanspraken op vakantietoeslag en bindingstoelage tot en met december en de op balansdatum verschuldigde afdracht pensioenpremies en loonheffing over de maand december bedraagt, gespecificeerd: € Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenpremies Reservering vakantietoelage Reservering bindingstoelage Totaal 762.023 186.174 460.305 55.097 1.463.599 Het maximale bedrag dat als vordering op OCW hiervoor kan worden opgenomen bedraagt 7,5% van de personele lumpsum, zijnde een bedrag van € 1.114.598,-. Conclusie hieruit is dat het verschil tussen genoemde bedragen ad. € 349.001,- als een tekortkoming geldt bij liquidatie. 80 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Kosten voor gemene rekening (i.h.k.v. de Personele Unie) De gezamenlijke kosten, die verband houden met het besturen van de drie schoolorganisaties en de ondersteuning die vanuit het bestuursbureau geleverd wordt, worden d.m.v. een vooraf vastgestelde verdeelsleutel toegerekend aan de drie afzonderlijke scholen, volgens het leerstuk: ‘kosten voor gemene rekening’. De afspraak is vastgelegd in een overeenkomst, welke geaccordeerd is door de Belastingdienst. Dat houdt ook in dat op de betreffende prestaties geen BTW-plicht van toepassing is. De verdeelsleutel ligt vast voor een periode van tenminste vijf jaar (het ingangsjaar is 2012). Vereniging voor Chr. Voortgezet onderwijs in N.O. Friesland is penvoerder. Voor de Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland is het percentage vastgesteld op 4,5%. Voor de Stichting Inspecteur Boelensschool is het percentage vastgesteld op 4%. Verantwoording ouderbijdragen De Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland, de Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland en de Stichting Inspecteur Boelensschool hebben zich geconformeerd aan de ‘gedragscode schoolkosten’, een door besturenorganisaties, ouderorganisaties en schoolmanagers vastgesteld protocol, waarin afspraken zijn vastgelegd over het bewerkstelligen van zoveel mogelijk transparantie van schoolkosten waartoe ouders een financiële bijdrage leveren. Dat houdt ook in dat eventuele positieve verschillen tussen baten en lasten m.b.t. de door ouders bijeengebrachte gelden met hen verrekend worden dan wel beschikbaar blijven. Werkweken Excursies en andere activiteiten Leerling cursussen Verstrekkingen Totaal Baten € Lasten € Verschil € 355.512 217.521 4.380 25.486 602.899 377.152 182.022 12.751 24.645 596.570 -21.640 35.499 -8.371 841 6.329 De baten overstijgen de lasten met een bedrag van 6.329 euro. Daarnaast vindt er ook personele inzet plaats voor het verzorgen van alle buitenschoolse activiteiten. Een verrekening met de ouders is daarom niet aan de orde. Meerjarige verplichtingen De volgende meerjarige verplichtingen zijn aan de orde als gevolg van Europese aanbestedingen: - Elektrische levering : betreft prijs per kwh, looptijd t/m 31-12-2020; - Gas levering : betreft prijs per m3, looptijd t/m 31-12-2020; - Schoonmaak : betreft een omvang van € 221.000 (excl. BTW) op jaarbasis t/m 31-08-2018; - Leermiddelen : betreft een korting in % op de prijzen van leermiddelen voor leveringen in cursusjaar 2013/2014 t/m 2016/2017; - Kopieer/ printapparatuur : betreft een omvang van € 33.372,- (excl. BTW) op jaarbasis t/m 31-07-2017 + een prijs per afdruk; - ICT : betreft raamovereenkomst hardware t/m 30-06-2019. 81 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 7 Rijksbijdragen Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW VO/VSO Zorgbudget Totaal Rijksbijdragen 2015 € 2014 € 16.859.776 1.218.904 109.178 18.187.858 16.507.198 1.254.274 43.395 17.804.867 2015 € 2014 € 26.216 54.462 0 47.742 128.420 27.539 12.940 5.399 211.452 257.331 2015 € 2014 € 111.269 94.042 329.576 222.092 756.979 135.313 211.279 350.925 337.588 1.035.105 2015 € 2014 € 11.909.670 1.511.222 1.571.693 1.066.590 16.059.175 11.544.137 1.443.604 1.780.863 851.935 15.620.540 2015 € 2014 € 194.888 201.540 670.162 1.066.590 93.696 147.160 611.079 851.935 8 Overige overheidsbijdragen en subsidies Gemeentelijke bijdragen en vergoedingen Provinciale bijdragen en vergoedingen Vergoeding bouwschade VSV Doelstelling Totaal overige overheidsbijdragen en subsidies 9 Overige baten Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige baten Totaal overige baten 10 Personeelslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Overige personele lasten Totaal personeelslasten De overige personele lasten is als volgt te specificeren: Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige personele lasten Totaal overige personele lasten 82 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum 11 Afschrijvingen Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen Totaal afschrijvingen 2015 € 2014 € 191.250 290.682 131.045 612.977 136.001 279.679 102.344 518.024 2015 € 2014 € 46.051 237.467 336.239 348.615 28.777 39.778 1.036.927 47.861 1.855 349.760 335.903 38.325 50.984 824.688 2015 € 2014 € 572.453 87.648 906.882 31.084 1.598.067 515.445 54.075 967.717 50.262 1.587.499 2015 € 2014 € 24.805 0 448 0 25.253 24.926 0 6.402 0 31.328 2015 € 2014 € 55.921 -3.793 52.128 75.657 -3.691 71.966 12 Huisvestingslasten Huurlasten Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal huisvestingslasten 13 Overige lasten Administratie en beheerslasten Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Overige Totaal overige lasten Specificatie kosten honorarium accountant: Onderzoek jaarrekening Andere controleopdrachten Fiscale adviezen Andere niet-controlediensten Totaal accountantslasten 14 Financiële baten en lasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Totaal financiële baten en lasten 83 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekening Model E: Verbonden partijen Model G: Verantwoording van subsidies Model H: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 84 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Model E: Verbonden partijen Meerderheidsdeelneming Naam Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Eigen vermogen 31-12-2015 € Resultaat jaar 2015 € Art. 2:403 BW Consolidatie ja/nee Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland Stichting Inspecteur Boelensschool Vereniging Dokkum Overige 4.205.716 -419.722 Nee Ja Stichting Dokkum Overige 3.106.528 230.734 Nee Ja Stichting Schiermonnikoog Overige 631.840 7.227 Nee Ja Naam Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Onderwijsgroep Fricolore U.A. Vereniging Heerenveen Overige SWV Fryslân-Noard Stichting Leeuwarden Overige Minderheidsdeelneming 85 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Model G: Verantwoording van subsidies G1 Subsidie zonder verrekeningsclausule Omschrijving Naam Beschikkings nummer Datum toewijzing Bedrag toewijzing € Ontvangen in verslagjaar € Prestatie Afgerond Prestatie Niet afgerond Studieverlof 2015 Dockinga College 707277-1 22-6-2015 20.497,80 8.540,27 - x G2A Subsidie met verrekeningsclausule aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving Naam Beschikkings nummer Datum toewijzing Bedrag toewijzing Ontvangen t/m verslagjaar Lasten t/m verslagjaar € € € Bedrag toewijzing Ontvangen in verslagjaar Lasten in verslagjaar € € € Te verrekenen ultimo verslagjaar € N.v.t. G2B Subsidie met verrekeningsclausule doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving Naam Beschikkings nummer Datum toewijzing Nog te besteden ultimo verslagjaar € N.v.t. 86 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Model H: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Leidinggevend topfunctionaris* Bestuurders met een dienstbetrekking Naam Functie Dhr. M.M.A.M. Klaverkamp Directeurbestuurder Aanvang functie Einde functie Taakomvang (FTE) 01-01 31-12 1,0 Beloning € Belastbare onkosten vergoeding € Beloning betaal op termijn € Totale bezoldiging € 122.143 1.227 15.569 138.563 Toezichthoudend topfunctionaris* Einde functie Beloning € Belastbare onkosten vergoeding € Beloning betaal op termijn € Totale bezoldiging € Naam Functie Aanvang functie Mevr. A. Hekkema Voorzitter 01-01 31-12 0 1.095 0 1.095 Mevr. H.C.G. van Asten Secretaris 01-01 31-12 0 482 0 482 Dhr. R.J. Admiraal Penningmeester 01-01 31-12 0 285 0 285 Dhr. T. van der Kooi Lid 01-01 31-12 0 377 0 377 Mevr. Y. de Groot-Krikke Lid 01-01 31-12 0 753 0 753 * De verloning van de leidinggevend topfunctionaris en de beloning van de toezichthoudend topfunctionaris geschiedt bij de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in N.O. Friesland (Dockinga College) en wordt middels de verdeelsleutel voor de kosten voor gemene rekening naar de in de Personele Unie zittende organisaties doorbelast. 87 Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland te Dokkum Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat Op basis van artikel 23 lid 3 van de statuten staat het resultaat ter beschikking van de algemene ledenvergadering. Artikel 23 lid 3 van de statuten luidt als volgt: Het bestuur brengt aan de algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering met ten hoogste vijf maanden, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten met toelichting (in deze statuten ook te noemen: “de jaarrekening”) ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering voor. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer van de bestuurders dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2014 De jaarrekening 2014 is vastgesteld in de algemene ledenvergadering gehouden op 23 juni 2015. De algemene ledenvergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel. Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2015 De directeur-bestuurder stelt voor het resultaat over het boekjaar 2015 ten bedrage van € 181.761 ten laste van de onderstaande reserves te brengen: € Het exploitatie resultaat over 2015 bedraagt Onttrekking bestemmingsreserve BAPO Onttrekking bestemmingsreserve onderhoud gebouwen Onttrekking bestemmingsreserve eigen bijdrage nieuwbouw Onttrekking bestemmingsreserve ouderbijdrage Dotatie bestemmingsreserve ouderkapitaal Onttrekking bestemmingsreserve nazorgfonds Resteert: afname algemene reserve -181.761 60.450 66.913 34.858 3.495 -17.153 4.500 -28.698 Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt. 88