Vereniging voor Christelijk Voortgezet

advertisement
Vereniging voor
Christelijk Voortgezet Onderwijs
in Noord-Oost Friesland
GECONSOLIDEERDE
JAARSTUKKEN
2015
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Voorwoord en vaststelling
Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland biedt
u hierbij haar geconsolideerde jaarstukken 2015 aan.
Deze rapportage is ingericht conform de bepalingen en richtlijnen uit het Burgerlijk Wetboek en de
richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (‘RJ-bundel’), alsmede het aparte hoofdstuk
RJ 660 voor onderwijsinstellingen.
De rapportage bestaat uit de bestuursverslagen van Vereniging voor Christelijk Voortgezet
Onderwijs in Noord-Oost Friesland, Stichting voor Christelijk Praktijk Onderwijs in Noord-Oost
Friesland en Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog, en een geconsolideerde
jaarrekening alsmede de bijbehorende overige gegevens. De betreffende onderdelen zijn
onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Dat houdt in dat de informatie opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening van overeenkomstige toepassing is op de bestuursverslagen en dat
de informatie opgenomen in de bestuursverslagen van overeenkomstige toepassing is op de
geconsolideerde jaarrekening.
In 2015 is gewerkt aan de hand van de nieuw opgestelde Planning & Control cyclus. In het
bestuursverslag wordt ingegaan op de ervaringen van het werken met deze nieuwe Planning &
Control cyclus.
Bij het schrijven van het bestuursverslag is gebruik gemaakt van dezelfde indeling van de tekst als
bij de begroting 2015.
Zo is de cyclus begroting – rapportages – jaarrekening compleet.
Deze rapportage is vastgesteld d.d. 9 juni 2016 door de bestuursleden:
Dhr. M.M.A.M. Klaverkamp
directeur-bestuurder
-----------------------------------------------------Mevr. A. Hekkema
voorzitter
-----------------------------------------------------Mevr. H.C.G. van Asten
secretaris
-----------------------------------------------------Dhr. R.J. Admiraal
penningmeester
-----------------------------------------------------Mevr. Y. de Groot-Krikke
lid
-----------------------------------------------------Dhr. T. van der Kooi
lid
------------------------------------------------------
2
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Inhoudsopgave
Voorwoord en vaststelling .................................................................................................... 2
Jaarstukken 2015 ................................................................................................................ 4
Bestuursverslag Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland ..................................................... 5
Bestuursverslag Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland ..................................... 29
Bestuursverslag Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog ...................................... 49
Geconsolideerde jaarrekening .............................................................................................. 67
Geconsolideerde balans per 31 december 2015 ................................................................ 68
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 ....................................................... 69
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 ................................................................. 70
Geconsolideerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling .................................... 71
Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2015 ....................................... 77
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 ............................... 82
Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekening.......................................................................... 84
Model E: Verbonden partijen .......................................................................................... 85
Model G: Verantwoording van subsidies ........................................................................... 86
Model H: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ...... 87
Overige gegevens ............................................................................................................... 88
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ........................................................... 88
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat .......................................... 88
Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2014 ......................................................... 88
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2015 ........................................ 88
3
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Jaarstukken 2015



Bestuursverslag
Geconsolideerde jaarrekening
Overige gegevens
4
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Bestuursverslag
Vereniging voor Chr. V.O.
in N.O. Friesland
5
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Verslag algemeen toezichthoudend bestuur
Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk voortgezet onderwijs in Noord-Oost Friesland, de
Stichting Christelijk Praktijkonderwijs Noord-Oost Friesland en de Stichting Inspecteur
Boelensschool te Schiermonnikoog, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het onetiermodel is er binnen het bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders
(aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/
directeur-bestuurder).
De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities
vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder.
Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare
procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene
ledenvergadering.
Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige
expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van
functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van
de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen
bestuur.
Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014
gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden
vergoeding per vergadering afgesproken.
Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI).
De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015:
 Voorzitter/lid remuneratiecommissie/
Mevr. A. Hekkema
Portefeuillehouder onderwijs
 Secretaris/lid remuneratiecommissie/
Mevr. H.C.G. van Asten
Portefeuillehouder P&O
 Penningmeester/
Portefeuillehouder Financiën
Dhr. R.J. Admiraal
 Portefeuillehouder Juridische zaken
Mevr. Y. de Groot-Krikke
 Portefeuillehouder Identiteitszaken
Dhr. T. van der Kooi
In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden, daarnaast één algemene
ledenvergadering, één informatieve bijeenkomst met leden over de mogelijke omzetting van de
vereniging naar een stichting en één vergadering met de medezeggenschapsraad van het Dockinga
College.
Tijdens de reguliere vergaderingen van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens
eigen vastgestelde agenda’s vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs
NO Friesland en dan de Stichting Inspecteur Boelensschool.
Onderwerpen die zijn besproken zijn:
 De kwaliteit van het onderwijs;
 De resultaten van het onderwijs;
 De bedrijfsvoering;
 Het HRM beleid;
 Strategie;
 Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur);
 Krimp;
 Samenwerken in de regio.
Tijdens de algemene ledenvergadering, gehouden op 23 juni 2015, is het Jaarverslag van de CVO
NO Friesland besproken en décharge verleend aan het bestuur.
Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en
bespreken zij de voortgang in de organisatie.
Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden
bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de
afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College
bezocht en zijn ook de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht.
6
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een
studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van
het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het
toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance
handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de
zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn.
Mevr. A. (Anne) Hekkema
Voorzitter
1 Strategie en bestuur
1.1 Krimp
In Noord-Oost Friesland heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt. Vanaf 2015 zal de krimp
ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen van het aantal leerlingen.
Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet te keren. In Nederland is
het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de bekostiging vanuit het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer leerlingen, des te meer bekostiging.
Iedere individuele actie om meer leerlingen te werven zal ten koste gaan van collega-scholen.
Ieder schoolbestuur zal zich moeten beraden op de vraag of de concurrentiestrijd het antwoord is
op de krimp.
Per 1 april 2015 werd, op basis van het aantal nieuwe aanmeldingen voor klas 1, duidelijk in
hoeverre het Dockinga met Krimp te maken zou krijgen. Door een hoger aantal groep 8 leerlingen
(= de basisgeneratie) dan het jaar daarvoor en een stijging van het belangstellingpercentage van
het Dockinga College in het gehele voedingsgebied, was het aantal nieuwe leerlingen 427. Dat
waren 40 leerlingen meer dan in 2014 en 30 leerlingen meer dan waar in de prognose mee
rekening was gehouden. Het totaal aantal leerlingen van het Dockinga College op 01-10-2015 (de
teldatum) is dan ook gestegen van 1944 (01-10-2014) naar 1972.
1.2 Samenwerken
Ondanks het feit dat het Dockinga College gestegen is in aantal leerlingen is de noodzaak tot
samenwerken als antwoord op de Krimp onverminderd groot.
De acht schoolbesturen die hiervoor in onze regio de handen ineen hebben geslagen, zijn dan ook
onverminderd verder gegaan op deze weg.
Om tot het aanstellen van een regievoerder te kunnen, hebben de acht schoolbesturen onder
aanvoering van het Dockinga College, bij het ministerie van OCW subsidie aangevraagd en
gekregen (€ 79.600,-). Dit geld is bestemd voor de kosten die deze regievoering vraagt. Om tot
een regievoerder te komen is een aanbestedingstraject doorlopen waarna BMC uit Amersfoort als
regievoerder is aangesteld. Op basis van de opdracht zijn vanaf augustus verschillende stappen
gezet en wordt er intensief overleg gevoerd.
Het Dockinga College treedt op als kassierschool van de middelen. Wij ontvangen het geld en
betalen ook de facturen. In 2015 is 60% van deze subsidie reeds uitgegeven.
1.3 Fricolore
Het Dockinga College maakt onderdeel uit van de Fricolore onderwijsgroep; een
samenwerkingsverband van 17 scholen voor christelijk en interconfessioneel voortgezet onderwijs
in Friesland, de Noordoostpolder en de kop van Overijssel. De directeur-bestuurder van het
Dockinga College is tevens secretaris/penningmeester van Fricolore. Daarvoor ontvangt het
Dockinga College een vergoeding. Ten aanzien van de inkoop van materiaal, de werving en selectie
van personeel, HRM beleid, deskundigheidsbevordering en kwaliteitsverbetering werkt de
onderwijsgroep intensief samen. Door deze samenwerking worden door de leden van de
onderwijsgroep uitgaven bespaard:
Een opsomming van de besparingen:
 Werving en selectie: waardoor er individueel geen advertenties worden ingekocht
(€ 5.000,- per advertentie);
 HRM beleid: begeleiding vanuit het mobiliteitscentrum, waardoor ex-medewerkers met een
uitkering eerder naar een nieuwe baan worden begeleid en zo de duur van de uitkering
bekort. Van iedere uitkering wordt 25% ten laste van het Dockinga gebracht. Deze
besparing is moeilijk in een onderbouwd bedrag te bepalen, maar een voorzichtige
schatting van P&O bedraagt € 10.000,-;
7
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum


Deskundigheidsbevordering: door het met elkaar in stand houden van de Fricolore
Akademy kan goedkoper dan bij marktpartijen en in ieder geval dicht bij huis, scholing
worden ingehuurd;
Facilitair: de leermiddelen (boeken etc.) worden door het Dockinga College gekocht bij
Van Dijk Educatie als onderdeel van een mantelovereenkomst tussen Van Dijk en Fricolore.
Daardoor geniet het Dockinga College een korting van 12%. Vertaald naar de kosten van
de aanschaf van leermiddelen dit jaar bedraagt deze korting (die er zonder Fricolore niet
zou zijn) ongeveer € 40.000,-.
Op basis van hierboven genoemde indicaties kan een voorzichtige kosten-batenanalyse worden
gemaakt over het lidmaatschap van Fricolore:
Kosten lidmaatschap Fricolore
Baten lidmaatschap Fricolore:
Vergoeding secretaris/penningmeester (directeur-bestuurder)
Werving en selectie (bij één advertentie)
Mobiliteitsmedewerker (schatting)
Facilitair
€
9.804,-
€ 9.000,€ 5.000,€ 10.000,€ 40.000,-
De conclusie is duidelijk. Deelname aan de onderwijsgroep Fricolore is, zowel financieel als in het
kader van kwaliteitsverbetering, positief voor het Dockinga College.
1.4 Vereniging en bestuursstructuur
Het bestuur was in 2015 voornemens de Verenigingsstructuur om te zetten naar een
stichtingsvorm. Noodzaak hiertoe is en was gelegen in het besef dat een vereniging waarvan de
ledenvergadering het hoogste orgaan is en waar eigen medewerkers lid van de vereniging kunnen
zijn, op gespannen voet staat met governance en Code Goed Onderwijsbestuur (2008). Daarnaast
is het bestuur van mening dat de bevoegdheden en de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden
van een schoolbestuur de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. Uiteindelijk is het hoogste orgaan
van de vereniging verantwoordelijk; de vraag is of je dit van leden (ouders, medewerkers en
andere stakeholders) anno 2016 mag vragen.
Het bestuur heeft twee informatieve bijeenkomsten met leden gehouden over dit thema en daarbij
de contouren van andere opties geschetst.
Op de eerste bijeenkomst (17-02) waren 5 leden aanwezig en op de tweede bijeenkomst (24-06)
14 leden. Er zijn nog geen besluiten genomen. Een commissie bestaande uit drie leden, twee
bestuursleden en de directeur-bestuurder buigt zich over het vervolg.
1.5 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie
Het Dockinga College maakt onderdeel uit van de Personele Unie met de JJ Boumanschool (school
voor praktijkonderwijs) te Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog.
De Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland stelt zich ten doel de
oprichting en de instandhouding van één of meer Christelijke scholen voor voortgezet onderwijs als
bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (Wvo) (artikel 3.2 van de statuten).
De vereniging kent leden en donateurs. In 2015 is het verloop als volgt:
lid
donateur
totaal
Aantal per 01-01
621
79
700
Mutatie bij
115
20
135
Mutatie af
108
20
128
Aantal per 31-12
628
79
707
Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit:
8
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2 Onderwijs, kwaliteit & zorg
2.1 Kernwaarden
In september 2014 zijn wij met alle medewerkers gestart met het bepalen van de kernwaarden
van het Dockinga College als geheel. De school is in vijf locaties georganiseerd met als doel een zo
veilig mogelijke en herkenbare leeromgeving voor leerlingen te zijn. Deze kernwaarden vormen de
onlosmakelijke band tussen de vijf locaties; deze stralen wij allen uit.
Na drie studiedagen hebben wij als kernwaarden benoemd:
Betrokkenheid
Vertrouwen
Respect
Over het verloop van de studiedagen is een folder uitgebracht en aan alle medewerkers uitgereikt.
In 2015 hebben de locaties de door hen geformuleerde ambities naar aanleiding van het
Sectorakkoord gerealiseerd.
2.2 Locaties
VAKschool
Op de VAKschool richten we onze aandacht ook in 2015 op kwalitatief goed onderwijs met de
begeleiding die daar bij hoort. Dat betekent onder meer dat er nagedacht wordt en daarnaast actie
is ondernomen om bijvoorbeeld het mentoraat in combinatie met de leerlingbegeleiding
organisatorisch en onderwijsinhoudelijk in de onderbouwklassen beter op de rails te zetten. Op
termijn krijgt die leerlijn een vervolg in de bovenbouw.
Met betrekking tot de kernwaarden van het Dockinga in combinatie met onderwijs aan
beroepsgerichte leerlingen is in 2015 een start gemaakt met de voorbereiding van een
teamscholing onder het motto “lessen in orde” van Peter Teitler. Naast het aanleren en verbeteren
van vaardigheden, zowel op het pedagogisch als didactisch vlak, is het ook de bedoeling te werken
aan een gezamenlijk gedragen schoolcultuur.
De resultaten van de leerlingen in de bovenbouwklassen worden nauwgezet gevolgd door de
teamleiding. In het bijzonder zijn dat de kaderklassen.
9
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Door de onderwijsinspectie is in het schooljaar 2014-2015 het predicaat ‘goed’ afgegeven voor de
organisatie van de zorg op de VAKschool. Het predicaat ‘goed’ is in het bijzonder een groot
compliment voor de teamleiding en alle medewerkers van ons Bureau Advies en begeleiding;
kortweg Bab.
In 2015 is er regelmatig overleg geweest met de afdelingen om de vernieuwing van het Vmbo in de
komende jaren een gezicht te geven. Het team is zich ervan bewust dat de onderwijsveranderingen
in de bovenbouw nieuwe programma’s vergen en dat tijdige voorbereiding noodzaak is.
Het ICT-gebeuren op de VAKschool maakt een positieve ontwikkeling door, mede als gevolg van
het installeren van Wifi. Een kostbare operatie in een stokoud gebouw, maar onderwijs anno 2015
kan er niet meer zonder. In schooljaar 2015-2016 oriënteren we ons verder op ICT-mogelijkheden
binnen de vakken, met name in de avo-sector. Het integraal digitaal examen in de afdelingen is
intussen gewoongoed geworden. Daarmee volgen we de landelijke trend van veel scholen die
beroepsonderwijs aanbieden en kunnen we op dit punt met enige trots spreken van modern en
eigentijds onderwijs. Met de vernieuwing van het Vmbo in de beroepsgerichte vakken ontstaan
door de inzet van ICT-middelen het onderwijs nieuwe kansen.
Ferwert
In de eerste helft van 2015 hebben we de ambities in het kader van het bestuursakkoord
afgerond. Deze hadden een plek gevonden in ons activiteitenplan 2014-2015. Vervolgens zijn de in
het sectorakkoord verwoorde ambities vanaf augustus 2015 in het activiteitenplan van 2015-2016
opgenomen.
De kernwaarden hebben een plek gevonden in activiteitenplan 2015-2016 en zijn in de vorm van
een studiemiddag ‘Identiteit’ expliciet aan de orde gesteld. Daarnaast hebben zij een plek gekregen
op de agenda van de gesprekken die plaats vinden in het kader van de gesprekscyclus en wordt er
aandacht aan besteed tijdens lesbezoeken en collegiale visitatie. De reeds jaren bestaande
aandacht voor goede doelen is explicieter geformuleerd en waar mogelijk grijpen we kansen om
onze kernwaarden uit te dragen aan onze omgeving (maatschappelijke stage, meehelpen bij
allerlei activiteiten in de gemeente).
De inspectie (zie ook 2.3) heeft onze school beoordeeld als: “basisarrangement, opbrengsten en
kwaliteit van het onderwijsproces op de meeste onderzochte onderdelen van voldoende tot goed
niveau”. Als duidelijke verbeterpunten werden aangedragen intern rendement, met name balans
tussen rendement onder- en bovenbouw en de kwaliteit van de didactiek vraagt aandacht. Deze
punten zijn dan ook opgenomen in het activiteitenplan van 2015-2016 en in het Scholingsplan van
de eenheid. Met name is er aandacht besteed aan de didactiek, waarbij een kwaliteitskring is
gevormd om inhoud en handreikingen te geven voor gedifferentieerde instructie als onderdeel van
de Ferwerter les.
De begeleiding in het kader van School aan Zet is in 2015 afgesloten. Ferwert gaat nu zelfstandig
verder als lerende organisatie.
In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor de pilot laptopklas 1HV en in januari 2016 is de
nodige hardware aangeschaft. De ICT coördinator is in 2015 vertrokken en niet volledig
vervangen. Dit werkt vertragend in het plannen van de ICT ontwikkeling. Met name hierdoor is er
geen scholing geweest voor gebruik van de ELO en het digitaal toetsen. Dit laatste blijft beperkt tot
een enkele collega.
Vmbo-GT
In 2015 stond deze afdeling bij de 7 beste Vmbo-scholen van Nederland in het lijstje van Elzeviers
magazine. Ook werd Vmbo-GT Topschool in de vergelijkingssite van de keuzegids Middelbare
scholen. De leiding en het team mogen trots zijn op deze waarderingen!
Met onze kernwaarden zijn we ontwikkelend bezig. Een innovatief idee vanuit de sectie
Godsdienst/levensbeschouwing waarbij een handige waardenkaart is ontwikkeld, haalde de
regionale pers.
Het gesprek over waarden en normen kan op die wijze nog beter worden gevoerd met de
leerlingen.
Het kernteam is onder leiding van de teamleiders bezig met de oriëntatie op 21e eeuwse
vaardigheden. Hoe deze zijn in te bouwen in een nieuw aan te bieden lesprogramma, passend in
het sectorakkoord, is kern van onderzoek en gesprek.
Vanuit de sectie LO is het initiatief gekomen om het sportgebeuren binnen het lesprogramma meer
te differentiëren. Daarmee was het idee voor de sportklas geboren en kan hopelijk LO2 in de
toekomst onderdeel worden van het lesprogramma.
10
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Sinds jaar en dag is Vmbo-GT bezig als lerende organisatie om professionaliteit en kwaliteit samen
te laten gaan. De sfeer in het team en in de school is hartelijk en veilig. De opbrengsten zijn de
laatste jaren op een goed niveau. Wel is er een specifiek verbeterpunt met betrekking tot de
schoolcultuur, zo blijkt uit het onlangs gehouden MTO. Dit betreft de professionele
aanspreekcultuur. Daar moet verder aan gewerkt worden.
In het onderwijs gaan we voor verbetering en vernieuwing waar dat zinvol lijkt. Op zaken waar het
beter kan wordt de aandacht gevestigd en jaarlijks besproken met de betreffende sectie.
Op het gebied van ICT is Vmbo-GT altijd een voortrekker binnen het Dockinga College geweest.
Een reeks van jaren werken we reeds op deze locatie met laptops in de klas. In 2015 hebben we
daar chromebooks aan toegevoegd. Intussen zijn er enkele vakken die ertoe overgaan om vooral
de computer als les- en werkboek te gebruiken.
Hiermee is een trend gezet waarbij onderwijs geven via de digitale weg een vaste kern binnen ons
onderwijs is geworden.
Havo/vwo
De ontwikkeling van een gezamenlijke onderwijskundige visie naast het realiseren van een
intensievere en professionele samenwerking in teams en secties vormen in 2016 in combinatie met
het herstel van (onderling) vertrouwen de belangrijkste speerpunten voor de locatie havo/vwo.
De locatie havo/vwo wil op grond van de missie van de school Talent Stimulerend Onderwijs
bieden en de leerlingen tevens een goede basis en voorbereiding bieden op het academische denken werkniveau dat van hen verwacht wordt op hbo en universiteit. Dit vraagt om de ontwikkeling
van effectieve studievaardigheden gericht op de eisen van de 21e eeuw naast een opleiding die
(vak)inhoudelijk een adequate aansluiting biedt op het tertiair onderwijs dus het realiseren van een
doorlopende leerlijn vo/hbo-universiteit. Aan de secties is daarom de opdracht gegeven de
vakspecifieke didactiek te beschrijven aan de hand van een (vak)kijkwijzer. Tenslotte is het de
bedoeling dat de secties in de vakkenclusters de vakoverstijgende (gemeenschappelijke)
kenmerken bepalen en deze vastleggen in een alfa-/bèta-/gamma-kijkwijzer.
In 2015 is een werkgroep Determinatie van start gegaan met het doel de mogelijkheden te
onderzoeken voor een betere, effectievere determinatie. Aandachtspunten daarbij vormen o.a. de
voorspellende waarde van de behaalde resultaten bij de kernvakken, de potentiele examenvakken
en niet-examenvakken.
De locatie havo/vwo werkt met het oog op de kwaliteit van onderwijs, zorg en begeleiding
opbrengstgericht. Deze manier van werken is voor een belangrijk deel “data driven”.
In 2015/2016 is een start gemaakt met de samenwerking met de vwo-afdeling van het Lauwers
College. Dit om te kunnen anticiperen op de krimp en als gevolg hiervan te kleine groepsgrootte bij
een aantal profielvakken. De eerste gesprekken zijn vooralsnog gericht op de concrete uitwerking
van een beperkt vakkenaanbod dat middels afstandsleren gerealiseerd wordt.
In december 2015 is de locatie havo/vwo gestart met een pilot i-Pad klas in een 2-havo klas.
Leerlingen en docenten zijn druk aan het experimenteren met de mogelijkheden die het werken
met een I-pad biedt, met name als extra leermiddel. In de loop van dit schooljaar wordt de pilot
geëvalueerd en worden voorbereidingen getroffen voor een vervolg.
Een intensievere en professionele samenwerking in teams en secties vraagt om een transparante
en effectieve organisatiestructuur. Dit met het oog op het realiseren van kwalitatief uitstekend
onderwijs, een adequate begeleiding en een doeltreffende zorg. Bij de start van schooljaar
2015/2016 is daarom gekozen voor een wijziging in de bestaande teamstructuur nl. de vorming
van drie teams voor brugklas, 2 t/m 5-havo en 2 t/m 6-vwo.
Teams en secties hebben een gelijkwaardige positie binnen de nieuwe organisatiestructuur en zijn
in onderwijskundig opzicht complementair aan elkaar. De teams richten zich met name op de
pedagogische aspecten van het doorlopend mentoraat terwijl de secties zich vooral richten op de
vakinhoudelijke aspecten van de doorlopende leerlijn. Van zowel de teams als de secties wordt een
inhoudelijke bijdrage verwacht aan de onderwijskundige profilering van havo, atheneum en
gymnasium. Uiteraard dienen zij zich ook te richten op de onderwijsresultaten in de verschillende
leerjaren en het eindexamen (opbrengstgericht werken).
Het Dockinga College verkeert op dit moment in een transitiefase: van een overwegend centrale
sturing wordt fasegewijs overgegaan naar het decentraal leggen van verantwoordelijkheden en
middelen zodat locaties kunnen opereren als zelfstandige eenheden.
11
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.3 Kwaliteit van het onderwijs
In 2015 is het Dockinga College bezocht door de inspectie in het kader van een pilot
‘Bestuursgericht Toezicht 2020’.
Het meerdaagse bezoek bestond uit:
 Gesprek met de directeur-bestuurder en de directie over de resultaten van de school en de
mate waarin de school wet- en regelgeving naleeft (dec 2014);
 Bezoek aan alle locaties waar lessen zijn bezocht, gesprekken met de locatieleiding en met
leerlingen, ouders en medewerkers zijn gevoerd (maart 2015);
 Eindgesprek met directie en directeur-bestuurder (maart 2015);
 Beoordeling van de financiële positie van het Bestuur ten opzichte van de door de dienst
Rekenschap van de Inspectie gehanteerde criteria.
Bij het eindgesprek heeft de Inspectie onderstaand oordeel uitgesproken:
Voldoende kwaliteit: alle afdelingen basisarrangement.
Enkele
-
kernwoorden:
Alle afdelingen voldoende eindoordeel op ‘OK’ (3-jaarsoordeel);
Nadere aandacht voor opbrengsten, rendement en CE cijfers;
Onderwijsleerproces: voldoende, met per locatie de nodige aandachtspunten;
Kwaliteitszorg: op aspectniveau voldoende vormgegeven, bij enkele afdelingen meer
aandacht voor 13.2 en 13.3;
Schoolklimaat: voldoende voor leerlingen;
LOB: (ruim) voldoende.
Over de financiële positie van de school werd opgemerkt:
Uit de geactualiseerde meerjarenbegroting 2015/2020 blijkt dat deze begroting financieel sluitend
is. In deze meerjarenbegroting is het (voorgenomen) nieuwe beleid verwerkt. Zo is de
stelselwijziging ten aanzien van de verantwoording van het groot onderhoud (vrijval voorziening
groot onderhoud en activering groot onderhoud via de componentenmethode) in de
meerjarenbegrotingen opgenomen.
De omvang van het beschikbare eigen vermogen is (meer dan) toereikend te noemen om de door
het bestuur geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen.
Door de verdere ontwikkeling en verbetering van de Planning & Control cyclus bij het Dockinga
College is de organisatie meer “in control” gekomen.
(Bron: Inspectieverslag 24-05-2015)
Examenresultaten (meerjarig) in percentage:
2012
2013
2014
2015
VMBO B
96,0
96,7
93,5
97,0
VMBO K
83,0
87,9
89,5
90,0
VMBO T
93,0
98,0
93,0
95,0
Ferwert
96,6
89,0
88,6
91,7
HAVO
89,4
88,9
84,9
89,0
VWO
88,5
94,1
93,2
95,7
2.4 Onderwijstijd
De invoering van de nieuwe Wet op de Onderwijstijd per 1 augustus 2015, heeft nog geen
veranderingen op het Dockinga College te weeg gebracht. In de wet is opgenomen dat een
transitieplan dient te worden opgesteld waarin is aangegeven hoe wijzigingen in de onderwijstijd
werkdruk verlagend voor medewerkers kunnen zijn. Het transitieplan is opgesteld en aan de (P)MR
aangeboden.
12
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.5 ICT
In 2015 is op alle locaties een forse investering ten aanzien van de ICT gedaan. Zo is op alle
locaties een krachtig Wifi netwerk geïnstalleerd en zijn vele devices (PC, laptop, IPad en notebook)
voor de locaties geïnvesteerd. Zo wordt invulling gegeven aan de plannen in het ICT Beleidsplan en
de daaraan gerelateerde locatieplannen.
Op dit moment worden de devices aan leerlingen en medewerkers ter beschikking gesteld op basis
van een gebruikersovereenkomst.
2.6 Passend Onderwijs
Sinds 1 augustus 2014 is de wet op het Passend Onderwijs in werking getreden. Het Dockinga
College maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Fryslân-Noard. Aan alle wettelijke
voorschriften, zowel binnen het samenwerkingsverband als binnen het Dockinga College, is
voldaan. De uitvoering van de lichte ondersteuning aan alle leerlingen ligt bij de individuele
medewerkers en is niet of nauwelijks anders dan in het verleden. Zware ondersteuning ligt
voornamelijk bij Bureau Advisering en Begeleiding (BAB). BAB is gevestigd in de VAKschool, maar
staat ten dienste van alle locaties.
Wij constateren dat steeds meer leerlingen behoefte hebben aan enige vorm van ondersteuning.
Veelal is die ondersteuning ook noodzakelijk buiten het specifieke aandachtsterrein van een
onderwijsinstelling; anders functioneert een leerling mogelijk niet goed in zijn/haar leerproces. Om
die reden is een schoolmaatschappelijk werker aangesteld voor 0,8 fte. De bekostiging van deze
functionaris wordt verzorgd door de extra subsidie die het Dockinga College van de gemeente
Dongeradeel en gemeente Ferwerderadiel ontvangt, in combinatie met de jaarlijkse eigen bijdrage
van het Dockinga College aan schoolmaatschappelijk werk, zoals dit al jaren het geval is.
Door deze aanstelling kan er voor hetzelfde geld meer uren voor schoolmaatschappelijk werk
worden ingezet.
2.7 Leerlingen
Het aantal leerlingen over de afgelopen vijf jaar per teldatum is als volgt weer te geven:
Onderwijseenheden
VMBO-beroepsgericht (VAKschool)
VMBO-theoretisch (Vmbo-GT)
Ferwert
Onderbouw H/V
Bovenbouw H/V
VAVO (uitbesteding)
Totaal
1-10-2011
416
371
231
533
497
8
2.056
1-10-2012
428
337
202
509
474
10
1.960
1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015
424
437
452
349
356
357
221
211
200
486
456
480
471
477
476
11
7
7
1.962
1.944
1.972
2.8 Toelatingsbeleid
Aangemelde leerlingen worden toegelaten tot de school voor zover de leerling plaatsbaar is in één
van de leerroutes die de school aanbiedt. In de afweging wordt het advies in de informatie van de
school van herkomst, de wens van de ouders/verzorgers en de cito- en/of
drempeltestonderzoeksgegevens betrokken. Alle toeleverende basisscholen maken gebruik van de
‘Friese Plaatsingswijzer’. Advisering en plaatsing vindt plaats op basis van deze in het
leerlingvolgsysteem vastgelegde registratie van de ontwikkeling van kinderen vanaf groep 6.
Ouders ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te
gaan.
2.9 Klachten
Ten behoeve van de klachtenregeling is een contract gesloten met Buro Vertrouwenspersonen uit
Leeuwarden. Vanuit dit bureau wordt de rol van Vertrouwenspersoon in het kader van de
klachtenregeling ingevuld.
In 2015 is geen beroep gedaan op de inzet van de vertrouwenspersoon. Het jaarverslag van de
vertrouwenspersoon wordt aan de (P)MR aangeboden.
Veelal worden klachten snel besproken en naar tevredenheid afgehandeld en komen zij niet terecht
bij de vertrouwenspersoon. In 2015 zijn twee klachten bij het bestuur ingediend en naar
tevredenheid van alle betrokkenen opgelost.
13
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.10 Prestatiebox
In 2015 heeft het Dockinga College aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde
prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord
2013-2016.
Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van
uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (lees gebruik van ICT; ambitie 2) onderwijs. Tevens is veel tijd
en geld geïnvesteerd in het partnerschap in de regio (ambitie 4).
De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende
organisatie (ambitie 5) is voortgezet.
Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname
aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human
Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een
start gemaakt.
Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van
professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving,
zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015.
14
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
3 Personeel & Organisatie
3.1 Arbeidsvoorwaarden
In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad
heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een CAO-loos tijdperk is ingetreden. In de CAO VO
2014-2015 was een nieuw element opgevoerd: 50 uur voor leeftijd bewust personeelsbeleid, door
de medewerker zelf in te vullen. Sparen voor maximaal vier jaar behoort daarbij ook tot de
mogelijkheden. Bij het opstellen van de begroting 2015 heeft het Dockinga College besloten een
voorziening hiervoor te vormen. De dotatie was gebaseerd op 7 maanden van 2015 want het was
te verwachten dat in een nieuw af te sluiten CAO VO deze spaarmogelijkheid zou verdwijnen.
Achteraf blijkt deze inschatting niet juist en had de dotatie over 12 maanden berekend moeten
worden.
In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten.
Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05%
loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto. Helaas worden de
hiermee gepaard gaande kosten niet volledig vergoed door de ophoging van de GPL (= gemiddelde
personele last) en is dit dus een tegenvaller in 2015.
3.2 Professionalisering
Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een
voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere
medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende. In 2015
is veel scholing ingezet. Het totale budget aan deskundigheidsbevordering is met € 15.000,overschreden.
3.3 Werkdruk
Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de
werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden.
In dit transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een
andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter
instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden. De PMR heeft de directeur-bestuurder
verzocht de inzet van deze activiteiten vooralsnog niet mee te laten tellen voor de onderwijstijd.
De directeur-bestuurder heeft daarmee ingestemd, met de kanttekening dat er dan ook geen
ruimte is om in 2016 werkdruk verlagende maatregelen te nemen.
3.4 Bekwaamheidsdossier
Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker
opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers. Medio 2016
wordt dit project afgerond; dat is zes maanden later dan beschreven in de begroting 2015.
3.5 Professionalisering midden managers
Ten behoeve van de professionalisering van het middenmanagement, is de vastgelegde
functiebeschrijving van teamleiders het uitgangspunt. Kern is dat het teamleiderschap een mix is
van uitvoerend- en beleidsvoorbereidend werk. Samen met de teamleiders wordt het traject
“midden management in positie” van de VO Raad gevolgd. Teamleiders doen aan
professionalisering en worden ook opgenomen in het (verplichte) schoolleidersregister. Een deel
van de professionalisering geschiedt via Fricolore.
3.6 Ambitieuze docenten
Voor docenten die wellicht de ambitie hebben door te groeien naar de functie van midden manager
heeft de Fricolore Academie een kennismakingscursus ingericht. Binnen het Dockinga College is
geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Andere Fricolore scholen hebben er ook nauwelijks
gebruik van gemaakt en derhalve is de cursus niet gestart.
3.7 Formatie
De ingezette formatie voor het schooljaar 2015-2016 heeft het toegestane budget overschreden.
Door de stijging van het aantal leerlingen is er in ieder geval behoefte aan meer formatie, terwijl
deze nog niet wordt bekostigd (pas vanaf 1 januari). Maar zelfs zonder de stijging van de formatie
vanwege de groei van het leerlingenaantal, is er sprake van een (beperkt) teveel aan ingezette
formatie. Voor 2016 betekent dit ongeacht een daling of stijging van het leerlingenaantal dat de
formatie verlaagd is met 1,9 fte.
15
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
3.8 Ontwikkelingen in het personeelsbestand
16
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
17
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Functiemix 2015
Peildatum 31 december 2015
In juli 2014 zijn maatwerkafspraken gemaakt over de functiemix in overleg met de MR en met
toestemming van de vakbonden. De daarbij vastgestelde minimum percentages te realiseren
functies LC en LD (LC minimaal 22% en LD minimaal 22%) zijn in 2015 gerealiseerd en zelfs meer
dan het vastgestelde minimum.
3.9 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag
Het Dockinga College beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe medewerkers,
naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag van nieuw
aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen.
Zoals in paragraaf 1.3 is beschreven maakt het Dockinga College deel uit van de onderwijsgroep
Fricolore. Binnen het platform Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van
medewerkers die boventallig zijn, met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief
binnen het mobiliteitscentrum om ex-medewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel
mogelijk naar nieuw werk te begeleiden.
18
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
4 Facilitaire Dienstverlening
4.1 Nieuwbouw
In het jaar 2015 is veel aandacht besteed aan de nieuwbouwtrajecten in gemeente Ferwerderadiel
en gemeente Dongeradeel. Na vele jaren van verzoeken om nieuwbouw bij de gemeente, zijn
plannen ingediend bij beide gemeenten, waarbij het Dockinga College alternatieve financiering
heeft voorgesteld. In oktober is de gemeenteraad van Ferwerderadiel in aanwezigheid van veel
leerlingen, ouders en medewerkers toegesproken, om een pleidooi te houden voor het
voortbestaan van de locatie te Ferwert. Daarvoor is nieuwbouw van de locatie rand voorwaardelijk.
In december 2015 is de gemeenteraad van Ferwerderadiel akkoord gegaan met het voorstel van
het Dockinga College en zal nieuwbouw worden gerealiseerd. In gemeente Dongeradeel is het
einde van het besluitvormingstraject in zicht.
4.2 Onderhoudssystematiek
In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het
reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en
met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan
wordt in de exploitatie meegenomen.
4.3 Onderhoudsgelden
Vele jaren geleden is de verantwoordelijkheid voor nieuwbouw en renovatie van
onderwijsgebouwen van de landelijke overheid, overgegaan naar de gemeenten. Het daarvoor
beschikbare geld was niet geoormerkt en helaas hebben vele gemeenten dit geld ook gebruikt voor
andere doeleinden dan onderwijsgebouwen.
In 2013 heeft de Tweede Kamer besloten dat een deel van deze gelden in 2015 niet meer via een
uitkering uit het gemeentefonds naar de gemeenten gaat, maar rechtstreeks naar de
schoolbesturen. Het beschikbare bedrag is aan de lumpsum van de scholen toegevoegd. Wij
hebben in de begroting het beschikbare bedrag zichtbaar gemaakt, naar verwachting circa
€ 220.000,-. Aan het einde van 2015 blijkt dat de toevoeging van dit bedrag aan de lumpsum een
ophoging betekent van ongeveer € 30.000,-. Dit is derhalve een forse tegenvaller.
4.4 Uitgevoerd onderhoud
In 2015 is er binnen de dienst facilitair een aantal zaken in gang gezet en afgerond.
Voor de volgende zaken zijn er nieuwe contracten afgesloten/ dan wel bestaande contracten
verlengd:

Frisdrank/snoepautomaten;

Inspectie machines;

Onderhoud installaties;

Keukenapparatuur;

Onderhoud zonwering;

Onderhoud zuurkasten;

Hardware (1e jaar afgerond, verlengd met minimaal 3 jaar).
Hieronder een opsomming van activiteiten vanuit de dienst facilitair:
 Na een Europese aanbesteding is er voor schoonmaak en glasbewassing een nieuw
contract afgesloten. De Europese aanbesteding voor “leerlingenvervoer”, voor alle locaties
is gestart;
 Op de locatie Parklaan is in samenwerking met de Grontmij de pilot energiemonitoring
geëvalueerd Door verbruik en stooklijnen in beeld te krijgen, wordt hier een lichte
kostenbesparing gerealiseerd. Er is een contract afgesloten voor 3 jaar;
 Er is een nieuwe stoombevochtiger aangebracht voor de muziekschool;
 Verouderde blusmiddelen zijn vervangen;
 Verouderde kleefmagneten (brandveiligheid) zijn vervangen;
 Divers (technisch) onderhoud is volgens MOP 2015 uitgevoerd.
Daarnaast is op alle locaties van het Dockinga College een draadloos netwerk gerealiseerd.
Tevens is de tweejaarlijkse “schouw” van de locaties afgerond als basis voor de
meerjarenonderhoudsplanning (MOP) 2016-2025.
Alle locaties zijn geïnspecteerd op brandveiligheid en door de brandweer goedgekeurd. Voor het
beheer van de brandmeldinstallaties zijn meerdere medewerkers opgeleid. Nieuwe
ontruimingsplattegronden zijn op alle locaties (met uitzondering van locatie Ferwert) opgehangen.
19
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
In 2015 hebben wij ruimte geboden aan een stagiair van de Hanze Hogeschool. De stageopdracht
was het in kaart brengen van de inkoopprocessen om de mogelijkheid van een centrale inkoop
verder te onderzoeken. Helaas is de stage niet gelukt en is er geen eindproduct van de opdracht
afgeleverd.
De BHV-cursussen zijn na overleg met de externe aanbieder en Koos Blom in 2014 naar een hoger
niveau getild, in 2015 is dit proces verder gegaan. Verder hebben overal ontruimingsoefeningen
plaatsgevonden en zijn er op elke locatie nog steeds voldoende opgeleide BHV-ers.
20
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
5 Financiën & Administratie
5.1 Kengetallen
Kengetallen budgetbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Norm (inspectie)
Liquiditeit / Current ratio
(vlottende activa/kortlopende schulden)
2,4
2,6
>0,75
Rentabiliteit
(resultaat / totaal baten + rentebaten *
100%)
-2,6
1,6
Tussen 0 en 5
Weerstandsvermogen
(eigen vermogen / totaal baten + rente
baten * 100%)
26,4
21,8
Geen norm
Liquiditeit / Current ratio
Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit
(current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte
termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen.
Rentabiliteit
De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is
om het resultaat te behalen (de totale baten).
Weerstandsvermogen
Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee
globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te
kunnen afdekken.
Kengetallen vermogensbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Norm (inspectie)
Solvabiliteit 1
(eigen vermogen / totaal vermogen *
100%)
62,9
51,2
Tussen 25 en 40
Solvabiliteit 2
(eigen vermogen + voorzieningen / totaal
vermogen * 100%)
69,2
70,7
>30
Kapitalisatiefactor
(totaal vermogen – waarde gebouwen en
terreinen / Totaal baten + rente baten *
100%)
41,9
41,0
>35
Transactiefunctie
(kortlopende schulden / totaal baten *
100%)
13,0
12,5
<20,4
Financieringsfunctie
(overige materiële vaste activa / totaal
baten * 100%)
0,4
8,5
<29,6
58,1
59,0
Bufferfunctie
100% - uitkomst kapitalisatiefactor
>10
Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien
dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet.
21
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al
haar verplichtingen te voldoen.
Kapitalisatiefactor
De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan,
waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is
overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50
schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader
verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin
het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de
berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde
van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een
kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor
kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de
grootte van onze organisatie geldt voor het Dockinga College een signaleringswaarde van 35%.
Transactiefunctie
Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te
voldoen.
5.2 Financiële positie
Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten,
alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar.
Jaarrekening
2014
Begroting
2015
Jaarrekening
2015
verschillen
begr./real.
Begroting
2016
BATEN
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Som der baten
€
14.501.477
€
247.989
€
1.026.614
€ 15.776.080
€
14.713.700
€
147.500
€
869.098
€ 15.730.298
€
14.901.538
€
122.850
€
857.162
€ 15.881.550
€
€
€
€
187.83824.650
11.936
151.252-
LASTEN
Salarissen
Overige personele lasten
Personele lasten
€
12.519.238
€
571.553
€ 13.090.791
€
12.300.000
€
437.451
€ 12.737.451
€
12.694.895
€
889.269
€ 13.584.164
€
€
€
394.895- €
12.591.461
451.818- €
642.771
846.713- € 13.234.232
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Materiële lasten
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
543.573
842.956
1.353.958
2.740.487
€
€
€
€
20.178
67.419
11.022
98.619
Totaal lasten
€ 15.557.290
€ 15.576.557
€ 16.324.651
€
748.094-
€ 16.075.105
Primair bedrijfsresultaat
€
218.790
€
153.741
€
443.101-
€
596.842
€
25.193
Financiële baten
Financiële lasten
Financieel resultaat
€
€
€
39.689
3.267
36.422
€
€
€
35.600
2.400
33.200
€
€
€
26.812
3.433
23.379
€
€
€
8.788 €
1.033- €
9.821
€
25.050
2.500
22.550
Totaal resultaat
€
255.212
€
186.941
€
419.722-
€
451.147
698.065
1.317.287
2.466.499
563.751
910.375
1.364.980
2.839.106
606.663
€
15.032.053
€
196.600
€
871.645
€ 16.100.298
€
€
€
€
€
520.198
851.700
1.468.975
2.840.873
47.743
Planning & Control cyclus
Het Dockinga College en de overige scholen van de Personele Unie hebben in 2015 gewerkt
volgens een nieuwe Planning & Control cyclus.
Maandelijks is in een vergadering van de directie met de stafhoofden, de uitputting van de
budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie zoals
deze door de “cockpits van InSite” (Afas) beschikbaar is.
Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan
het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een
vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe
begrotingsjaar.
Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet
ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de
gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een
prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de
resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen.
22
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Met name de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer
invloedrijke component van de prognose worden.
Wel is voor 2015 aan te geven in hoeverre er afwijkingen zijn tussen de realisatie van 2015 en de
prognoses na 4 maanden en 8 maanden.
Vier maanden prognose.
De vier maandenprognose voorzag een groter positief resultaat dan in de begroting was voorzien.
In ieder geval kan worden opgemerkt, dat op het moment van de vier maanden prognose een
aantal ontwikkelingen nog niet bekend was. Daarbij valt te denken aan de gevolgen van het
Loonakkoord en het opzeggen van de CAO VO (zie 3.1). Ook was het bij de vier maanden prognose
niet bekend dat uiteindelijk de extra huisvestingsgelden geen € 220.000,- zouden zijn, maar krap
€ 30.000,-.
Conclusie: er is een (te) groot verschil tussen de forecast en de realisatie op 31-12-2015.
Acht maanden prognose.
De acht maanden rapportage gaf een verwacht tekort van € 320.000,- te zien. Grotendeels te
verklaren door het niet volledig compenseren van het Loonakkoord door de Rijksoverheid, een
groter personeelsbestand dan in het formatieplan was opgenomen (zie 3.7) onder andere vanwege
de groei van het aantal leerlingen en het noodzakelijk aanstellen van medewerkers op interim basis
(zie 2.2 HV). Uiteindelijk geven de gerealiseerde cijfers een nog slechter beeld te zien dan de
prognose in september (€ -320.000,- > €-419.000,-); verschil is bijna € 100.000,-. Terwijl de
uitgaven voor “Huisvesting” en “Instellingslasten” uiteindelijk € 170.000,- lager zijn gerealiseerd
dan in september werd verwacht.
Het niet ontvangen van de huisvestingsgelden, zoals hierboven beschreven, hebben het benaderen
van de prognose van september niet mogelijk gemaakt.
Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de
investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig.
5.3 Administratie Lauwers College
In september 2015 is aan het bestuur van het Lauwers College te Buitenpost het aanbod gedaan
de loon- en financiële administratie voor hen te gaan verzorgen. Uiteraard tegen betaling. Na
intensief overleg heeft het bestuur van het Lauwers College hiertoe besloten en vanaf 01-01-2016
zal het bestuursbureau de loon- en administratie voor het Lauwers College ook gaan verzorgen.
Vanwege de verregaande automatisering kan dit zonder dat er uitbreiding van formatie moet
plaatsvinden. Daardoor verlagen de kosten van het bestuursbureau voor het Dockinga College en
draagt dit bij aan de, helaas nog steeds noodzakelijke. bezuinigingen (zie 3.7).
5.4 Treasury beleid (beleggen en belenen)
Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan.
Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de
criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek
2010’.
Het bestuur van de Vereniging voor Chr. Voortgezet Onderwijs in N.O. Friesland is zich terdege
bewust van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op
langere termijn waarborgen. Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de
vereniging vallende school - beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de
overheid. Het is dan ook gepast om (tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te
zetten.
In de statuten van de vereniging zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op
dit gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten.
In het treasury statuut wordt beschreven welke treasury taken en –verantwoordelijkheden van
toepassing zijn voor de vereniging. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die
bij deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn.
Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en
belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009,
kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012.
De primaire doelstelling van de vereniging is het werkzaam zijn tot oprichting en instandhouding
van één of meer christelijke scholen voor voortgezet onderwijs, vastgelegd in art. 3 van de
statuten. Als gevolg hiervan is treasury ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling.
23
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over
de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij
worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn:
het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn;
het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen;
het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer;
(in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten.
Liquiditeit en solvabiliteit
De vereniging is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo
nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken.
Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede
informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de
kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen.
De vereniging zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn
verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct
beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk
beleggingsresultaat.
Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale
kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1
maand.
In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het
aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan,
zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te
beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn afhankelijk van de te verwachten inkomsten en
uitgaven op basis van liquiditeitsplanning.
Besluitvorming
Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut
worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd
administratie van het bestuursbureau. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de
uitvoering van het treasurybeleid binnen de randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit
treasury statuut. De directeur-bestuurder neemt beleggingsbesluiten behorend tot categorie B,
desgewenst na advisering of een voorstel daartoe van het hoofd administratie. Het
toezichthoudend algemeen bestuur houdt toezicht.
5.5 Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en
schulden, als financiële derivaten verstaan.
Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke
postgewijze toelichting in de jaarrekening.
De belangrijkste financiële risico’s waaraan de vereniging onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en
het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van
vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s,
liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente
opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer.
Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele
bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op balansdatum waren er geen significante
concentraties van kredietrisico.
De vereniging maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden
zijn aan activiteiten te beheersen.
5.6 Horizontale verantwoording
Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer
plaats door de jaarstukken (het bestuursverslag en de jaarrekening) ter goedkeuring voor te
leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook het bestuursverslag wordt besproken met
belanghebbende partijen. Daartoe behoren onder andere ouderraden en de
medezeggenschapsraad. Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te
worden als een niet onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het
systeem biedt mogelijkheden om op basis indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen
vergelijken.
24
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
6 Continuïteitsparagraaf
Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen
KENGETAL
Aantallen leerlingen
Personele bezetting in FTE:
- Formatie directie
- Formatie docenten
- Formatie ondersteunend personeel
- Te verwachten mutaties
Totaal FTE
2015
2016
2017
2018
1972
1924
1910
1895
4,4
132,4
53,2
0,0
190,0
3,4
129,5
52,2
0,0
185,1
3,4
123,2
51,2
0,0
177,8
3,4
120,8
50,8
0,0
174,9
Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar.
Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar.
In de komende jaren zal het leerlingaantal op onze school dalen vanwege de krimp in het aantal
leerlingen. Daar zijn wij ons zeer van bewust. Wij stemmen om die reden de daling in het aantal
leerlingen af, op een te verwachten daling van de personeelskosten vanwege natuurlijk verloop en
door actief beleid. Daarbij wordt omscholing ook gebruikt als middel om toekomstige “tekort”
vakken te bestrijden vanuit de “overschotvakken”.
Het te verwachten natuurlijk verloop is dermate van omvang dat bij gelijkblijvende
pensioengerechtigde leeftijd er een balans is tussen inzet personeel en aantal leerlingen.
Meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015
goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur.
Balans
Materiële vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Totaal activa
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserves publiek
Bestemmingsreserves privaat
Voorzieningen
Kortlopende schulden
Totaal passiva
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2015
1.742.345
599.311
4.348.481
6.690.137
4.205.716
1.994.639
362.501
1.848.576
420.737
2.063.684
6.690.137
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2016
1.862.345
600.000
4.211.114
6.673.459
4.253.459
1.953.459
400.000
1.900.000
420.000
2.000.000
6.673.459
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2017
1.950.000
600.000
4.440.014
6.990.014
4.570.014
2.150.014
420.000
2.000.000
420.000
2.000.000
6.990.014
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2018
2.005.000
600.000
4.798.656
7.403.656
4.983.656
2.443.656
440.000
2.100.000
420.000
2.000.000
7.403.656
Staat van baten en lasten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo fin. bedrijfsvoering
Totaal resultaat
2015
€
14.901.538
€
122.850
€
857.162
€ 15.881.550
€
13.584.164
€
543.573
€
842.956
€
1.353.958
€ 16.324.651
€
443.101€
23.379
€
419.722-
2016
€
15.032.053
€
196.600
€
871.645
€ 16.100.298
€
13.234.232
€
520.198
€
851.700
€
1.468.975
€ 16.075.105
€
25.193
€
22.550
€
47.743
2017
€
14.855.303
€
196.600
€
871.645
€ 15.923.548
€
12.714.643
€
598.000
€
851.700
€
1.465.200
€ 15.629.543
€
294.006
€
22.550
€
316.555
2018
€
14.771.807
€
196.600
€
871.645
€ 15.840.052
€
12.504.060
€
628.000
€
851.700
€
1.465.200
€ 15.448.960
€
391.093
€
22.550
€
413.642
De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt:
Bekostiging stelsel VO
De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve
wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor het Dockinga College.
Wel staan ook de huisvestingsplannen (zie onder) in het teken van efficiënt omgaan met m2 en
bijbehorende exploitatie, mede vanwege deze onzekere factor.
25
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Huisvesting
Zoals beschreven in het bestuursverslag wordt nieuwbouw van vier locatie van het Dockinga
College voorzien. Eén locatie in de gemeente Ferwerderadiel (is al zeker) en drie locaties in de
gemeente Dongeradeel op de Campus Dokkum rond de Parklaan (besluit wordt verwacht medio
2016).
De financiering van de nieuwbouw geschied via een variant van de doordecentralisatie. Daartoe
zijn twee aparte business cases opgesteld. Deze zijn niet in deze meerjarenbegroting verwerkt. Er
is wel een meerjarenbegroting opgesteld waarin de beide business cases zijn verwerkt. In de
begroting 2017 en in het bestuursverslag van 2016 zal deze meerjarenbegroting zeker zichtbaar
worden gemaakt. Er zijn geen negatieve effecten van beide business cases in de
meerjarenbegroting voorzien.
Investeringen
Zoals uit de businesscases zal blijken investeert het Dockinga College geen eigen middelen in de
realisatie van de nieuwbouwprojecten.
Rond de inrichting van de nieuwbouw zijn nog geen besluiten genomen; wellicht dat daar wel in
wordt geïnvesteerd.
Vooralsnog worden investering met betrekking tot de huisvesting met grote terughoudendheid
gerealiseerd, gelet op het verdwijnen van drie locaties.
Ongetwijfeld zal een steeds intensiever ICT gebruik leiden tot meer investeringen in de hardware.
Wij voorzien daar geen probleem voor de meerjarenbegroting.
Contractactiviteiten en 3e geldstromen
Naast bestaande activiteiten zal er in Ferwert zeker een 3e geldstroom ontstaan. Het nieuwe
schoolgebouw krijgt een bredere functie dan alleen onderwijs en derde partijen zullen een
vergoeding voor medegebruik gaan betalen. Ook dit is niet in de meerjarenbegroting verwerkt.
Mutaties van reserves
De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en
overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval
is geweest.
Overige rapportages
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en
controlesysteem
Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling.
De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren.
Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning
& Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar
(met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s
worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig
is.
Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens
Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op
het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe
gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet.
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen
meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in
financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de
periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld).
26
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Ontwikkeling leerlingaantallen
Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een
bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen
voor een ongunstige verdeling van de leerlingen over de locaties.
Hoog
Groot
€ 400.000,Onzekere financiering
Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het
niet ondenkbaar dat de rijksbijdragen afnemen door bijvoorbeeld het
wegvallen van de subsidie prestatiebox.
Gemiddeld
Groot
€ 300.000,Aanpassen huisvesting
Een gedeelte van de huisvesting is niet meer acceptabel. Daarom zijn
aanvragen voor nieuwbouw ingediend bij de gemeenten. Mogelijk vloeit
daaruit voort dat de school daar eigen middelen voor moet bijdragen.
Gemiddeld
Groot
€ 1.000.000,Verliezen huisvesting
Een gedeelte van onze huisvesting gaat verloren door brand. Hoewel onze
gebouwen tegen brand zijn verzekerd zijn er altijd aanvullende kosten om het
betreffende gebouw weer op hetzelfde niveau te krijgen als voorheen.
Laag
Groot
€ 350.000,Vigerende regelgeving
Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de
voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en
Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet
WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het
verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang
krijgen.
Gemiddeld
Groot
€ 500.000,Imagoschade
In de tijd van social media is het niet ondenkbaar dat een incident op school
vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de
school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen.
Gemiddeld
Groot
€ 400.000,-
Conclusie:
Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen
vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen.
Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de
belangrijkste risico’s op te kunnen vangen.
Rapportage toezichthoudend orgaan
Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het
bestuursverslag.
27
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
7 Gegevens
Postadres
Postcode/Plaats
Telefoon
Fax
E-mail
Bestuursnummer
:
:
:
:
:
:
Postbus 66
9100 AB DOKKUM
0519 - 229600
0519 - 229609
[email protected]
40065
Contactpersoon
Functie
Telefoon
Fax
E-mail
:
:
:
:
:
Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA
Hoofd Dienst Financiën & Administratie
0519 - 229600
0519 - 229609
[email protected]
Naam:
Ver. voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
Internetsites:
Ver. voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
Brinnummer
00ZX
Sector
VO
www.dockinga.nl
28
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Bestuursverslag
Stichting voor Chr.
Praktijkonderwijs in N.O.
Friesland
29
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Verslag algemeen toezichthoudend bestuur
Het bestuur van de Stichting Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland, de Vereniging
Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting Inspecteur Boelensschool
te Schiermonnikoog, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het one-tiermodel is er
binnen het bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders
(aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/
directeur-bestuurder).
De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities
vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder.
Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare
procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene
ledenvergadering.
Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige
expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van
functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van
de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen
bestuur.
Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014
gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden
vergoeding per vergadering afgesproken.
Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI).
De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015:
 Voorzitter/lid remuneratiecommissie/
Mevr. A. Hekkema
Portefeuillehouder onderwijs
 Secretaris/lid remuneratiecommissie/
Mevr. H.C.G. van Asten
Portefeuillehouder P&O
 Penningmeester/
Portefeuillehouder Financiën
Dhr. R.J. Admiraal
 Portefeuillehouder Juridische zaken
Mevr. Y. de Groot-Krikke
 Portefeuillehouder Identiteitszaken
Dhr. T. van der Kooi
In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Tijdens de reguliere vergaderingen
van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens eigen vastgestelde agenda’s
vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs NO Friesland en dan de
Stichting Inspecteur Boelensschool. Onderwerpen die zijn besproken zijn:
 De kwaliteit van het onderwijs;
 De resultaten van het onderwijs;
 De bedrijfsvoering;
 Het HRM beleid;
 Strategie;
 Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur);
 Krimp;
 Samenwerken in de regio.
Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en
bespreken zij de voortgang in de organisatie.
Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden
bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de
afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College,
de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht.
Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een
studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van
het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het
toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance
handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de
zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn.
Mevr. A. (Anne) Hekkema
Voorzitter
30
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
1 Strategie en bestuur
1.1 Krimp
In Noord-Oost Friesland heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt. Vanaf 2015 zal de krimp
ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen van het aantal leerlingen.
Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet te keren. In Nederland is
het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de bekostiging vanuit het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer leerlingen, des te meer bekostiging.
Iedere individuele actie om meer leerlingen te werven zal ten koste gaan van collega-scholen.
Ieder schoolbestuur zal zich moeten beraden op de vraag of de concurrentiestrijd het antwoord is
op de krimp.
Per 1 april 2015 werd, op basis van het aantal nieuwe aanmeldingen voor klas 1, duidelijk in
hoeverre de JJ Boumanschool met Krimp te maken zou krijgen.
Het totaal aantal leerlingen van de JJ Boumanschool op 01-10-2015 (de teldatum) is 207 (was op
01-10-2014: 198 leerlingen).
1.2 Samenwerken
De JJ Boumanschool is een school met een regiofunctie. Gezien de krimp in het totaal aantal
potentiële leerlingen zal ook de JJ Boumanschool met krimp te maken gaan krijgen. De directie en
het bestuur zijn overtuigd van de noodzaak tot samenwerken met collega-scholen en besturen.
De acht schoolbesturen die in onze regio de handen ineen hebben geslagen, zijn dan ook
onverminderd verder gegaan op de weg van het gezamenlijk zoeken naar antwoorden op de
vraagstukken van krimp.
1.3 Fricolore
De JJ Boumanschool maakt onderdeel uit van de Fricolore onderwijsgroep; een
samenwerkingsverband van 17 scholen voor christelijk en interconfessioneel voortgezet onderwijs
in Friesland, de Noordoostpolder en de kop van Overijssel.
Ten aanzien van de inkoop van materiaal, de werving en selectie van personeel, HRM beleid,
deskundigheidsbevordering en kwaliteitsverbetering werkt de onderwijsgroep intensief samen.
Door deze samenwerking worden door de leden van de onderwijsgroep uitgaven bespaard:
Een opsomming van de besparingen:
 Werving en selectie: waardoor er individueel geen advertenties worden ingekocht
(€ 5.000,- per advertentie);
 HRM beleid: begeleiding vanuit het mobiliteitscentrum, waardoor ex-medewerkers met een
uitkering eerder naar een nieuwe baan worden begeleid en zo de duur van de uitkering
bekort;
 Deskundigheidsbevordering: door het met elkaar in standhouden van de Fricolore Akademy
kan goedkoper dan bij marktpartijen en in ieder geval dicht bij huis, scholing worden
ingehuurd.
1.4 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie
De JJ Boumanschool maakt onderdeel uit van de Personele Unie met het Dockinga College te
Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op Schiermonnikoog.
Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit:
31
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Het organogram van de JJ Boumanschool is als volgt weer te geven:
32
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2 Onderwijs, kwaliteit & zorg.
2.1 Onderwijsontwikkeling
Onderwijsaanbod praktijkvakken
De kernopdracht van het Praktijkonderwijs is om leerlingen uit te laten stromen naar de
arbeidsmarkt. Hiertoe dient het Praktijkonderwijs aan te sluiten bij de regionale arbeidsmarkt,
waarbij voor zowel jongens als meisjes voldoende uitstroommogelijkheden zijn gecreëerd.
De publicatie Basiscijfers Jeugd van het UWV/ Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
(2015) toont aan dat er ten aanzien van de lagere opleidingsniveaus, naast het reeds bestaande
praktijkvakaanbod, behoefte is aan arbeid in de sectoren Winkel & Handel, Horeca en Toerisme,
Schoonmaak.
Om voldoende aansluiting te houden bij de regionale arbeidsmarkt is er voor een verbreding van
het aantal praktijkvakken gekozen.
Na een oriëntatie op het vak Winkel & Handel en een positief afgeronde evaluatie in de eerste helft
van 2015, is het vak Winkel & Handel met ingang van cursusjaar 2015-2016 opgenomen in de
lessentabel.
Daarnaast is er vanuit het vak Consumptief in het vierde kwartaal van 2015, gestart met de
horeca-pilot KAS en BAS (Koken assistent en Bediening assistent). In het eerste kwartaal van 2016
zal deze pilot worden geëvalueerd. Bij een positieve evaluatie zal voor cursusjaar 2016-2017 een
implementatieplan worden gemaakt.
Het opleiden van leerlingen naar het branchecertificaat Schoonmaak werd gerealiseerd vanuit de
lesvrije taken in het taakbeleid. Het gevolg hiervan was dat slechts kleinere aantallen leerlingen in
staat konden worden gesteld het branchecertificaat te behalen. Met ingang van cursusjaar 20152016 is er voor gekozen Schoonmaak als vak op te nemen in de lessentabel. Hierdoor kunnen
meer leerlingen toegeleid worden naar het branchecertificaat Schoonmaak.
Uit het onderzoek naar de regionale arbeidsmarkt kwam naar voren dat er ten aanzien van de
lagere opleidingsniveaus in de Motorvoertuigenbranche onvoldoende vraag is naar lager
opgeleiden. Dit gegeven heeft de school doen besluiten het vak Motorvoertuigentechniek niet
verder te verkennen.
Door een uitbreiding van het aantal praktijkvakken is een verbreding gerealiseerd en daarmee een
bredere uitstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt.
Branchegericht opleiden en Praktijkverklaringen
Om de leerling anderzijds steviger toe te rusten voor de arbeidsmarkt is het beleid er op gericht de
leerling vakinhoudelijk extra mogelijkheden te bieden. Daar waar mogelijk is er binnen het
praktijkvak gekozen voor een vakinhoudelijke verdieping; hetgeen concreet betekent dat de
leerlingen deels branchegericht gecertificeerd kunnen worden. In 2015 is er teambreed gericht op
gestuurd het branchegericht denken te stimuleren. In onderstaand schema is te zien in welke
sectoren en soorten certificaten zijn behaald:
Sector
Agrarisch werk
Schoonmaak
Transport &Logistiek
Metaal
Algemeen
Soort certificaat
Melkersdiploma (machinaal)
Klauwverzorging
Schoonmaak groothuishouding
Trekker certificaat
Verreiker/hoogwerker
Minikraan/ shovel
MAG lassen niveau 1
MAG lassen niveau 2
VCA
Aantal leerlingen
5
4
4
10
5
5
8
2
20
Het branchegericht opleiden is, vanwege de moeilijkheidsgraad van de theoretische leerstof, echter
alleen voorbehouden aan de cognitief beter presterende leerling.
Om die leerlingen die (cognitief gezien) niet in staat zijn een branchegericht certificaat te behalen
toch de nodige kansen te bieden is er, vanuit het Borisproject, de mogelijkheid een
‘praktijkverklaring’ te behalen. In samenwerking met het bedrijfsleven en de school toont de
leerling aan competent te zijn in een aantal werkprocessen, overeenkomstig de
kwalificatiestructuur van het MBO. De eerste praktijkverklaringen zijn uitgereikt in de sectoren
Metaal en Groenvoorziening.
33
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.2 Organisatieontwikkeling
Borging doorgaande leerlijnen en leerstofinhoud
In 2015 is de organisatiestructuur van de JJ Boumanschool, en daarmee het functiebouwwerk,
gewijzigd. Hierbij is enerzijds het uitgangspunt geweest de sterke elementen van de oude
organisatiestructuur te behouden en anderzijds de verantwoordelijkheden breder en dieper in de
organisatie te leggen met als doel de verantwoordelijkheden en de risico’s te spreiden en te
dempen.
In de huidige organisatiestructuur is de wijze waarop de aansturing rond de fasen is gerealiseerd
ongewijzigd gebleven; de fase-coördinator is verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie van
de fase en geeft leiding aan het faseteam.
Voor de vakinhoudelijke borging zijn docenten aangesteld met een extra taak; de zogenaamde
procesbegeleiders. Zij dragen zorg voor de doorgaande leerlijnen en het leerstofaanbod.
Voor de volgende vakgebieden zijn procesbegeleiders aangesteld: Praktijk, AVO en ICT.
De procesbegeleiderstaak Stage is nog vacant.
Vergaderstructuur
Als gevolg van de gewijzigde organisatiestructuur is de vergaderstructuur en de vergaderfrequentie
gewijzigd. Wekelijks vindt er een vergadering plaats; er wordt frequenter en meer gericht
vergaderd.
De volgende vergaderingen zijn opgenomen in de gewijzigde vergaderstructuur:
personeelsvergaderingen, leerling besprekingen, vakinhoudelijke vergaderingen (AVO, Praktijk en
ICT) en fasevergaderingen (de organisatie per fase).
Inspectiebezoek
In het eerste kwartaal van 2015 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek uitgevoerd
om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van
wet- en regelgeving. De conclusie van de Inspectie luidt als volgt:
“Op basis van het onderzoek kennen wij aan JJ Boumanschool het basisarrangement toe omdat
zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen
van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te
Intensiveren”.
In het kader van de pilot gedifferentieerd toezicht is eveneens onderzocht of de afdeling voldoet
aan de concept-beslisregel voor het oordeel ‘goed’. Deze concept-beslisregel houdt in dat een
school op alle indicatoren van het kernkader voldoende moet zijn. Ook moet de kwaliteitszorg
voldoende zijn, en daarbij draagt de school zelf een aantal onderwerpen aan waarop ze aangeeft
trots te zijn. Ten minste vier indicatoren van het totale kwaliteitsprofiel moeten met het oordeel
'goed' worden gewaardeerd. De school voldoet aan deze concept-beslisregel en is daarmee in onze
ogen een goede school. Dit oordeel heeft geen consequenties voor het arrangement voor de
JJ Boumanschool, omdat wij in deze fase formeel nog geen arrangement ‘goed’ kennen. De school
houdt hiermee het basisarrangement.
Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld.
Gelet op de aangetroffen kwaliteit, de bereidheid om kritisch te blijven kijken naar alle processen
op school, spreken wij ons vertrouwen uit in de verdere schoolontwikkeling” (bron: Rapport van
bevindingen kwaliteitsonderzoek JJ Boumanschool PRO, hfst. 2 Conclusies en
toezichtarrangement).
2.3 Leerlingen
Het aantal leerlingen over de afgelopen vier jaar per teldatum is als volgt weer te geven:
Onderwijseenheden
JJ Boumanschool
1-10-2012
189
1-10-2013
207
1-10-2014 1-10-2015
198
207
2.4 Toelatingsbeleid
Aangemelde leerlingen kunnen worden toegelaten tot de school indien zij beschikken over een
toelaatbaarheidsverklaring, uitgegeven door het Samenwerkingsverband Fryslân Noard. Ouders
ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te gaan.
2.5 Klachtenbeheersing
De JJ Boumanschool heeft ook in 2015 gezorgd voor een goed en veilig onderwijsklimaat. Klachten
zijn conform de geldende procedures afgehandeld en hebben geen consequenties met zich
meegebracht.
34
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.6 Prestatiebox
In 2015 heeft de JJ Boumanschool aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde
prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord
2013-2016.
Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van
uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (ambitie 2) onderwijs, met name door de uitbreiding van het
aantal praktijkvakken en branchegerichte certificering. Tevens is veel tijd en geld geïnvesteerd in
het partnerschap in de regio (ambitie 4).
De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende
organisatie (ambitie 5) is voortgezet.
Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname
aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human
Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een
start gemaakt.
Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van
professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving,
zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015.
35
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
3 Personeel & Organisatie
3.1 Arbeidsvoorwaarden
In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad
heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een CAO-loos tijdperk is ingetreden.
In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten.
Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05%
loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto. Helaas worden de
hiermee gepaard gaande kosten niet volledig vergoed door de ophoging van de GPL (= gemiddelde
personele last) en is dit dus een tegenvaller in 2015.
3.2 Professionalisering
Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een
voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere
medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende.
De professionalisering heeft op alle niveaus binnen de schoolorganisatie plaats gevonden: het
gehele team, delen van het team, individuele docenten en de schoolleiding.
Scholing MT
Er is een start gemaakt met het opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot de
gesprekkencyclus; actualisering formats, tijdsplanning en borging. Een en ander zal in 2016
worden gerealiseerd.
Als voorbereiding op de gesprekkencyclus en om de gesprekkencyclus op adequate wijze uit te
kunnen voeren heeft het MT een cursus gevolgd met betrekking tot de gesprekkencyclus.
Scholing directie
De directie heeft zich verder bekwaamd op het gebied van financiën door middel van het volgen
van een leergang onderwijsfinanciën.
Teamontwikkeling
In het kader van ‘de lerende organisatie’ heeft het gehele team de training Human Dynamics
gevolgd.
Om te kunnen komen tot een meer professionele en coachende rol naar leerlingen en elkaar als
collega's te waarderen in elkaars kwaliteiten, is er vanuit de training gekeken naar de eigen
talenten en kwaliteiten. Vanuit de eigen talenten en kwaliteiten, zullen ook de kwaliteiten en
talenten van collega's en leerlingen zichtbaarder worden.
Een betere afstemming op elkaar. Weten wat de 'persoonlijke dynamieken' zijn, bij jezelf en de
ander, geven handvatten voor de ontwikkeling naar de meer professionele rol van de docent en
naar een meer professionele organisatie. Een organisatie waarin een cultuur van het van elkaar
willen leren en het geven/ontvangen van feedback het uitgangspunt is.
3.3 Functiemix
In het kader van de functiemix zijn vijf docenten benoemd in een LC-functie. Het totaal aantal
docenten in een LC-functie komt daarmee op 9 (7,9 fte). Hiermee wordt voldaan aan het wettelijk
minimum aantal te benoemen aantal LC-docenten.
3.4 Werkdruk
Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de
werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden.
In dit transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een
andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter
instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden.
3.5 Bekwaamheidsdossier
Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker
opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers.
36
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
3.6 Ontwikkelingen in het personeelsbestand
37
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
38
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Functiemix 2015 peildatum 31 december 2015
Zoals in 3.3 is beschreven voldoet de JJ Boumanschool aan het minimum percentage LC functies in
het kader van de Functiemix. LD functie worden niet uitgegeven.
3.7 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag
De JJ Boumanschool beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe medewerkers,
naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag van nieuw
aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen.
Zoals in paragraaf 1.3 is beschreven maakt de JJ Boumanschool deel uit van de onderwijsgroep
Fricolore. Binnen het platform Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van
medewerkers die boventallig zijn, met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief
binnen het mobiliteitscentrum om ex-medewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel
mogelijk naar nieuw werk te begeleiden.
39
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
4 Facilitaire Dienstverlening
4.1 Onderhoudssystematiek
In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd, zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het
reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en
met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan
wordt in de exploitatie meegenomen.
4.2 Buitengevel
De voorzijde van het schoolgebouw is intern aan roestvorming onderhevig. Dit is reeds geruime tijd
aan de gang en vraagt om een uitermate grote investering. Er wordt onderzocht in hoeverre dit
verschijnsel bij het ter beschikking stellen van het pand in 2009, bekend was bij partijen. Overleg
hierover vindt plaats met de gemeente Dongeradeel.
4.3 Uitgevoerd onderhoud
De tweejaarlijkse “schouw” van de locatie is afgerond en dient als basis voor de
meerjarenonderhoudsplanning (MOP) 2016-2025. Divers (technisch) onderhoud is volgens het MOP
2015 uitgevoerd.
Een nieuwe ketel ten behoeve van de centrale verwarming is geplaatst.
De conciërge heeft een cursus BedrijfsHulpVerlening (BHV) gevolgd en met succes afgerond. Ook
heeft hij de cursus ‘beheerder brandmeldinstallatie’ afgerond.
5 Financiën & Administratie.
5.1 Kengetallen
Kengetallen budgetbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Liquiditeit / Current ratio
(vlottende activa/kortlopende schulden)
12,2
10,0
Rentabiliteit
(resultaat / totaal baten + rentebaten *
100%)
9,0
9,3
Weerstandsvermogen
(eigen vermogen / totaal baten + rente
baten * 100%)
121,0
105,5
Norm (inspectie)
>0,75
Tussen 0 en 5
Geen norm
Liquiditeit / Current ratio
Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit
(current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte
termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen.
Rentabiliteit
De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is
om het resultaat te behalen (de totale baten).
Weerstandsvermogen
Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee
globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te
kunnen afdekken.
40
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Kengetallen vermogensbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Norm (inspectie)
Solvabiliteit 1
(eigen vermogen / totaal vermogen *
100%)
92,0
89,8
Tussen 25 en 40
Solvabiliteit 2
(eigen vermogen + voorzieningen / totaal
vermogen * 100%)
93,9
92,7
>30
130,3
96,5
>60
Transactiefunctie
(kortlopende schulden / totaal baten *
100%)
8,0
8,7
<20,4
Financieringsfunctie
(overige materiële vaste activa / totaal
baten * 100%)
2,3
10,3
<29,6
-30,3
3,5
Kapitalisatiefactor
(totaal vermogen – waarde gebouwen en
terreinen / Totaal baten + rente baten *
100%)
Bufferfunctie
100% - uitkomst kapitalisatiefactor
>10
Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien
dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet.
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al
haar verplichtingen te voldoen.
Kapitalisatiefactor
De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan,
waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is
overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50
schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader
verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin
het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de
berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde
van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een
kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor
kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de
grootte van de JJ Boumanschool geldt voor ons een signaleringswaarde van 60%.
Transactiefunctie
Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te
voldoen.
41
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
5.2 Financiële positie
Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten,
alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar.
Jaarrekening
2014
Begroting
2015
Jaarrekening
2015
BATEN
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Som der baten
€ 2.457.526
€
3.456
€
184.303
€ 2.645.285
€ 2.405.000
€
23.000
€
63.800
€ 2.491.800
€ 2.464.460
€
4.786
€
73.946
€ 2.543.192
€
€
€
€
59.46018.214
10.14651.392-
LASTEN
Salarissen
Overige personele lasten
Personele lasten
€ 1.723.763
€
259.722
€ 1.983.485
€ 1.757.000
€
172.380
€ 1.929.380
€ 1.761.650
€
134.896
€ 1.896.546
€
€
€
4.650- € 1.844.094
37.484 €
145.243
32.834
€ 1.989.337
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Materiële lasten
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
46.916
138.676
253.828
439.420
€
€
€
€
6.084
16.074
6.372
28.530
€
€
€
€
Totaal lasten
€ 2.424.725
€ 2.397.330
€ 2.335.966
€
61.364
€ 2.494.004
Primair bedrijfsresultaat
€
220.560
€
94.470
€
207.226
€
112.756-
Financiële baten
Financiële lasten
Financieel resultaat
€
€
€
28.924
312
28.612
€
€
€
26.000
470
25.530
€
€
€
23.783
275
23.508
€
€
€
Totaal resultaat
€
249.172
€
120.000
€
230.734
€
44.039
106.365
290.836
441.240
53.000
154.750
260.200
467.950
verschillen
begr./real.
2.217
195
2.022
110.734-
Begroting
2016
€ 2.568.823
€
24.900
€
39.150
€ 2.632.873
60.967
167.800
275.900
504.667
€
138.869
€
€
€
22.500
351
22.149
€
161.018
Planning & Control cyclus
De JJ Boumanschool heeft in 2015 gewerkt volgens een nieuwe planning & control cyclus.
Maandelijks is in een vergadering van de directie met de stafhoofden de uitputting van de
budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie zoals
deze door de “cockpits van InSite” (Afas) beschikbaar is.
Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan
het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een
vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe
begrotingsjaar.
Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet
ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de
gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een
prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de
resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen. Met name
de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer
invloedrijke component van de prognose worden.
Ten aanzien van het resultaat is een grillig verloop te constateren:
Voorzien resultaat in Begroting 2015: € 120.000,Prognose resultaat na 4 maanden:
€ 205.000,Prognose resultaat na 8 maanden:
€ 147.000,Resultaat 2015:
€ 230.000,Door ervaring met de Planning & Control cyclus zal dit verloop minder grillig worden.
De baten zijn ultimo 2015 hoger ten opzichte van de begroting doordat gedurende 2015 de
Gemiddelde Personeelslast (GPL) bedragen met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 opnieuw
zijn vastgesteld. Daarin zijn diverse landelijke beleidsmaatregelen (extra middelen, maar ook
kortingen vanwege taakstellingen) verwerkt. Ook de extra middelen voor huisvesting
(overgeheveld vanuit het gemeentefonds) zijn daarin verwerkt.
De overige overheidsbijdragen zijn hoger dan in de begroting is meegenomen als gevolg van niet
verwachte extra bijdragen van cluster2-leerlingen (Kentalis) en het regionaal programma van de
middelen voor Voortijdig School Verlaten (VSV).
42
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
De overige baten zijn daarentegen (naar de prognose ten tijde van de 8 maandrapportage) lager
dan begroot. Het betreft onder andere minder opbrengsten van leerlingen en minder uitkeringen
dan verwacht (met name zwangerschapsuitkeringen).
De overige personele lasten zijn ultimo 2015 lager dan begroot. Tijdens de 4- en 8
maandrapportage was al geprognotiseerd dat in de begroting deze post te hoog was opgenomen.
De huisvestingslasten zijn ultimo 2015 lager dan begroot doordat minder onderhoud is uitgevoerd
dan was gepland, zie hiervoor ook hoofdstuk 6.
Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de
investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig.
5.3 Treasury beleid (beleggen en belenen)
Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan.
Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de
criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek
2010’.
Het bestuur van de Stichting voor Chr. Praktijk Onderwijs in N.O. Friesland is zich terdege bewust
van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op langere
termijn waarborgen. Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de
stichting vallende school - beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de overheid.
Het is dan ook gepast om (tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te zetten.
In de statuten van de stichting zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op dit
gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten.
In het treasury statuut wordt beschreven welke treasurytaken en –verantwoordelijkheden van
toepassing zijn voor de stichting. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij
deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn.
Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en
belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009,
kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012.
De primaire doelstelling van de stichting is het werkzaam zijn tot oprichting en instandhouding van
een christelijke school voor praktijkonderwijs, vastgelegd in art. 3 van de statuten. Als gevolg
hiervan is treasury ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling.
Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over
de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij
worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn:
het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn;
het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen;
het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer;
(in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten.
Liquiditeit en solvabiliteit
De stichting is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo
nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken.
Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede
informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de
kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen.
De stichting zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn
verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct
beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk
beleggingsresultaat.
Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale
kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1
maand.
In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het
aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan,
zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te
beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn, afhankelijk van de te verwachten inkomsten en
uitgaven, op basis van liquiditeitsplanning.
43
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Besluitvorming
Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut
worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd
administratie van het bestuursbureau. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de
uitvoering van het treasurybeleid binnen de randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit
treasury statuut. Het toezichthoudend algemeen bestuur houdt toezicht.
5.4 Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en
schulden, als financiële derivaten verstaan.
Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke
postgewijze toelichting in de jaarrekening.
De belangrijkste financiële risico’s waaraan de stichting onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en
het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van
vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s,
liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente
opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer.
Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele
bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op de balansdatum waren er geen significante
concentraties van kredietrisico.
De stichting maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden
zijn aan activiteiten te beheersen.
5.5 Horizontale verantwoording
Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer
plaats door de jaarstukken (het bestuursverslag en de jaarrekening) ter goedkeuring voor te
leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook het bestuursverslag wordt besproken met
belanghebbende partijen. Daartoe behoren onder andere ouderraden en de
medezeggenschapsraad. Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te
worden als een niet onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het
systeem biedt mogelijkheden om op basis indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen
vergelijken.
44
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
6 Continuïteitsparagraaf
Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen
KENGETAL
Aantallen leerlingen
Personele bezetting in FTE:
- Formatie directie
- Formatie docenten
- Formatie ondersteunend personeel
- Te verwachten mutaties
Totaal FTE
2015
2016
2017
2018
207
200
199
198
2,0
23,2
2,7
0,0
27,9
2,0
23,2
2,7
0,0
27,9
2,0
23,2
2,7
0,0
27,9
2,0
22,2
3,0
0,0
27,2
Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar.
Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar.
In de komende jaren zal het leerlingaantal op onze school dalen vanwege de krimp in het aantal
leerlingen. Daar zijn wij ons zeer van bewust. Wij stemmen om die reden de daling in het aantal
leerlingen af, op een te verwachten daling van de personeelskosten vanwege natuurlijk verloop en
door actief beleid.
Het te verwachten natuurlijk verloop is dermate dat bij gelijkblijvende pensioengerechtigde leeftijd
er een balans is tussen inzet personeel en aantal leerlingen.
Meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015
goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur.
Balans
Materiële vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Totaal activa
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Voorzieningen
Kortlopende schulden
Totaal passiva
2015
€
883.480
€
55.993
€ 2.436.240
€ 3.375.713
€ 3.106.528
€ 1.914.971
€ 1.191.557
€
64.856
€
204.329
€ 3.375.713
2016
€
860.000
€
56.000
€ 2.611.546
€ 3.527.546
€ 3.267.546
€ 2.072.546
€ 1.195.000
€
60.000
€
200.000
€ 3.527.546
2017
€
865.000
€
56.000
€ 2.698.431
€ 3.619.431
€ 3.359.431
€ 2.164.431
€ 1.195.000
€
60.000
€
200.000
€ 3.619.431
2018
€
870.000
€
56.000
€ 2.769.116
€ 3.695.116
€ 3.435.116
€ 3.315.616
€
119.500
€
60.000
€
200.000
€ 3.695.116
2015
€ 2.464.460
€
4.786
€
73.946
€ 2.543.192
€ 1.896.546
€
46.916
€
138.676
€
253.828
€ 2.335.966
€
207.226
€
23.508
€
230.734
2016
€ 2.568.823
€
24.900
€
39.150
€ 2.632.873
€ 1.989.338
€
60.967
€
167.800
€
275.900
€ 2.494.005
€
138.868
€
22.150
€
161.018
2017
€ 2.511.723
€
24.900
€
39.150
€ 2.575.773
€ 1.989.338
€
73.000
€
167.800
€
275.900
€ 2.506.038
€
69.735
€
22.150
€
91.885
2018
€ 2.510.523
€
24.900
€
39.150
€ 2.574.573
€ 1.989.338
€
88.000
€
167.800
€
275.900
€ 2.521.038
€
53.535
€
22.150
€
75.685
Staat van baten en lasten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo fin. bedrijfsvoering
Totaal resultaat
De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt:
Bekostiging stelsel VO
De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve
wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor de JJ Boumanschool.
Wel staan ook de huisvestingsplannen (zie onder) in het teken van efficiënt omgaan met m2 en
bijbehorende exploitatie, mede vanwege deze onzekere factor.
45
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Huisvesting
Vanwege uitbreiding van het aanbod van vakken in het nieuwe schooljaar is uitbreiding van de
huisvesting gewenst. Op dit moment is dit nog volop in de onderzoeksfase. Daarnaast is er rondom
het gebouw (kozijnen, gevel, pui) de nodige onderhoud nodig. Ook dit is nog in onderzoeksfase.
Beide, nog in te schatten huisvestingskosten, zijn niet meegenomen in de begroting 2016
respectievelijk de meerjarenbegroting voor 2017. Dit zal in de forecast bij de 4 of
8- maandrapportage meegenomen worden zodra de inschatting van de kosten bekend zijn.
Investeringen
De investeringen voor de huisvesting zullen uit eigen middelen worden geïnvesteerd. Andere
investeringen zijn nog niet bekend.
Contractactiviteiten en 3e geldstromen
Contactactiviteiten en 3e geldstromen zijn niet aanwezig bij de JJ Boumanschool.
Mutaties van reserves
De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en
overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval
is geweest.
Overige rapportages
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en
controlesysteem
Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling.
De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren.
Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning
& Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar
(met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s
worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig
is.
Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens
Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op
het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe
gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet.
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen
meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in
financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de
periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld).
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Ontwikkeling leerlingaantallen
Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een
bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen
voor een ongunstige verdeling van de leerlingen over de locaties.
Hoog
Groot
€ 400.000,Onzekere financiering
Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het
niet ondenkbaar dat de rijksbijdragen afnemen door bijvoorbeeld het
wegvallen van de subsidie prestatiebox.
Gemiddeld
Groot
€ 300.000,46
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Aanpassen huisvesting
Een gedeelte van de huisvesting is niet meer acceptabel. Daarom zijn
aanvragen voor nieuwbouw ingediend bij de gemeenten. Mogelijk vloeit
daaruit voort dat de school daar eigen middelen voor moet bijdragen.
Gemiddeld
Groot
€ 1.000.000,Verliezen huisvesting
Een gedeelte van onze huisvesting gaat verloren door brand. Hoewel onze
gebouwen tegen brand zijn verzekerd, zijn er altijd aanvullende kosten om
het betreffende gebouw weer op hetzelfde niveau te krijgen als voorheen.
Laag
Groot
€ 350.000,Vigerende regelgeving
Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de
voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en
Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet
WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het
verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang
krijgen.
Gemiddeld
Groot
€ 500.000,Imagoschade
In de tijd van social media is het niet ondenkbaar dat een incident op school
vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de
school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen.
Gemiddeld
Groot
€ 400.000,-
Conclusie:
Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen
vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen.
Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de
belangrijkste risico’s op te kunnen vangen.
Rapportage toezichthoudend orgaan
Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het
bestuursverslag.
47
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
7 Gegevens
Postadres
Postcode/Plaats
Telefoon
Fax
E-mail
Bestuursnummer
:
:
:
:
:
:
Postbus 147
9100 AC DOKKUM
0519 - 294137
0519 - 220877
[email protected]
42606
Contactpersoon
Functie
Telefoon
Fax
E-mail
:
:
:
:
:
Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA
Hoofd Dienst Financiën & Administratie
0519 - 229600
0519 - 229609
[email protected]
Naam:
Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs
in N.O. Friesland
Brinnummer
Sector
05NE
PRO
Internetsites:
Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland
www.jjboumanschool.nl
48
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Bestuursverslag
Stichting Inspecteur
Boelensschool
Schiermonnikoog
49
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Verslag algemeen toezichthoudend bestuur
Het bestuur van de Stichting Inspecteur Boelensschool, de Vereniging Christelijk Voortgezet
Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost
Friesland, is ondergebracht in een Personele Unie. Volgens het one-tiermodel is er binnen het
bestuur een functionele scheiding tussen toezichthoudende bestuurders
(aangeduid als algemeen bestuur) en uitvoerende bestuurders (aangeduid als dagelijks bestuur/
directeur-bestuurder).
De toezichthoudende taak van het algemeen bestuur betreft alle, op basis van beleidsnotities
vastgestelde, activiteiten van de directeur-bestuurder.
Het algemeen bestuur bestaat uit vijf leden die, op basis van hun expertise via een openbare
procedure werving en selectie, zijn voorgedragen ter benoeming aan de algemene
ledenvergadering.
Binnen het algemeen bestuur is er sprake van een portefeuilleverdeling op basis van de aanwezige
expertise. Tevens is er een remuneratiecommissie, met als belangrijkste taak het houden van
functioneringsgesprekken met de directeur-bestuurder, het toezien op de arbeidsvoorwaarden van
de directeur-bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het algemeen
bestuur.
Ten aanzien van de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt de cao voor Bestuurders 2014
gevolgd. Ten aanzien van de bezoldiging van leden van het algemeen bestuur is er een bescheiden
vergoeding per vergadering afgesproken.
Het algemeen bestuur is lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI).
De taakverdeling binnen het algemeen bestuur was in 2015:
 Voorzitter/lid remuneratiecommissie/
Mevr. A. Hekkema
Portefeuillehouder onderwijs
 Secretaris/lid remuneratiecommissie/
Mevr. H.C.G. van Asten
Portefeuillehouder P&O
 Penningmeester/
Portefeuillehouder Financiën
Dhr. R.J. Admiraal
 Portefeuillehouder Juridische zaken
Mevr. Y. de Groot-Krikke
 Portefeuillehouder Identiteitszaken
Dhr. T. van der Kooi
In 2015 zijn zeven reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Tijdens de reguliere vergaderingen
van het algemeen bestuur wordt achtereenvolgens en volgens eigen vastgestelde agenda’s
vergaderd over de CVO NO Friesland, Stichting Chr. Praktijkonderwijs NO Friesland en dan de
Stichting Inspecteur Boelensschool. Onderwerpen die zijn besproken zijn:
 De kwaliteit van het onderwijs;
 De resultaten van het onderwijs;
 De bedrijfsvoering;
 Het HRM beleid;
 Strategie;
 Huisvesting (veelvuldig en vaak in aanwezigheid van de huisvestingsadviseur);
 Krimp;
 Samenwerken in de regio.
Maandelijks voert de voorzitter van het algemeen bestuur overleg met de directeur-bestuurder en
bespreken zij de voortgang in de organisatie.
Het algemeen bestuur hecht aan een zichtbare aanwezigheid binnen de organisatie. Om die reden
bezoekt het algemeen bestuur met enige regelmaat de drie scholen binnen de Personele Unie en de
afzonderlijke locaties van het Dockinga College. In 2015 zijn alle locaties van het Dockinga College,
de JJ Boumanschool en de Inspecteur Boelensschool bezocht.
Op 14 oktober 2015 heeft het toezichthoudend bestuur samen met de directeur-bestuurder een
studiebijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond in het teken van de professionalisering van
het toezicht. Onder leiding van dhr. M. Bos van bureau ScoliX zijn verschillende onderdelen van het
toezichthouden besproken. Er zijn afspraken gemaakt over het samenstellen van een governance
handboek waarin in ieder geval zijn opgenomen het toezichtkader en de regeling van de
zelfevaluatie. Eind 2016 zal dit handboek governance gereed zijn.
Mevr. A. (Anne) Hekkema
Voorzitter
50
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
1 Strategie en bestuur
1.1 Krimp
In Noord Oost Friesland en op Schiermonnikoog heeft de krimp het primair onderwijs al bereikt.
Vanaf 2015 zal de krimp ook in het voortgezet onderwijs zichtbaar zijn door het structureel dalen
van het aantal leerlingen. Voor de sector voortgezet onderwijs is dit een gegeven en het tij is niet
te keren. In Nederland is het aantal leerlingen dat een school bezoekt, bepalend voor de
bekostiging vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Simpelweg hoe meer
leerlingen des te meer bekostiging. Voor de Inspecteur Boelensschool geldt de beleidsregel
uitzonderingsscholen. Op 7 oktober 2010 is de Beleidsregel uitzonderingsscholen VO in werking
getreden om de bekostiging van uitzonderingsscholen uniform en transparant te regelen en te
harmoniseren. In deze beleidsregel staat onder welke voorwaarden een school als
uitzonderingsschool aangemerkt kan worden en recht heeft op
(structurele)uitzonderingsbekostiging. Een van deze voorwaarden is dat de school structureel
een leerlingaantal moet hebben dat zich onder de geldende opheffingsnorm bevindt.
Het aantal leerlingen van de Inspecteur Boelensschool was op de teldatum 01-10-2015: 27. Drie
minder dan de door het ministerie vastgestelde ondergrens van 30 leerlingen. Indien de Inspecteur
Boelensschool drie jaar achter elkaar onder de 30 leerlingen telt, zal de extra ‘waddensubsidie’ in
de omvang van drie fte worden geschrapt. In een dergelijke situatie is het voortbestaan van de
Inspecteur Boelensschool in het geding. Dit zou na 2020 aan de orde kunnen zijn.
1.2 Samenwerken
In 2015 is contact gezocht met het bestuur van de basisschool Yn de Mande, om gezamenlijk een
traject in te zetten waardoor de onderwijsvoorzieningen PO en VO in stand kan worden gehouden.
Met dat doel is een bestuurlijke visie opgesteld en met de wethouder besproken. Gezamenlijk
hebben de gemeente, het bestuur van Yn de Mande en het bestuur en directie van de Inspecteur
Boelensschool in juni 2015 de gemeenteraad geïnformeerd over dit voornemen.
Na de zomervakantie is er vanwege intern beraad bij partijen enig vertraging in dit proces
opgelopen.
In december is in het kader van de subsidieregeling ‘regiegelden leerling daling’ een vergoeding
voor het aanstellen van een regievoerder bij het ministerie van OCW ingediend en deze subsidie
van € 79.600,- is verleend.
1.3 Juridische en organisatiestructuur van de Personele Unie
De Inspecteur Boelensschool te Schiermonnikoog maakt onderdeel uit van de Personele Unie met
het Dockinga College te Dokkum en de JJ Boumanschool te Dokkum.
Het organogram van de Personele Unie ziet er als volgt uit:
51
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2 Onderwijs, kwaliteit & zorg
2.1 Ambities en kernwaarden
Zoals voorgenomen in de begroting 2015 zijn we het kalenderjaar 2015 gestart met een studiedag
voor het voltallige team over onze kernwaarden. De kernwaarden hebben vervolgens hun plek
gekregen in het activiteitenplan 2015-2016. Het bestuursakkoord is afgelopen en overgegaan in
het sectorakkoord. De daarin verwoorde ambities zijn gedeeld met het team en vervolgens
opgenomen in het activiteitenplan en scholingsplan 2015-2016.
Om onze ambities te kunnen realiseren is door diverse collega’s scholing gevolgd en hebben we
ook als team ons door middel van scholing verder ontwikkeld. Enkele voorbeelden ter illustratie:
Zo is het team door collega’s geschoold in de aanwezigheidsregistratie en andere mogelijkheden
van Magister, waardoor de plek van dit systeem in ons dagelijks werk steeds vanzelfsprekender
wordt. De rekendocenten zijn naar scholing rekenen geweest.
In juni heeft het team scholing gevolgd in NLP bij dhr. C. Blom van het Dockinga College.
2.2 Rekenen
Reeds enkele jaren worden aan de IBS rekenlessen gegeven om de leerlingen goed voor te
bereiden op de verplichte rekentoets. Alle vierde klas leerlingen hebben de toets uiteindelijk met
een voldoende afgesloten.
2.3 Examen 2015
Het is dit jaar weer gelukt alle kandidaten met een diploma (Theoretisch) of certificaten
(Beroepsgericht) van school te laten gaan. We kunnen trots zijn op deze 100% score. Dit jaar vond
de diplomering weer plaats in het Dorpshuis.
2.4 Doorstroom
Alle leerlingen zijn bevorderd naar het volgende leerjaar, dit geldt ook voor de leerlingen die in klas
3 Vmbo t+ volgen.
In verband met wijzigingen in de toelating bij de ROC’s zijn de afspraken over doorstroom van
onze beroepsgerichte leerlingen opnieuw vastgelegd. Zowel met de Friese als met de ROC’s in
Groningen en Drenthe.
52
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
2.5 Onderwijstijd
Op voorstel van dhr. Glazenborg en met instemming van de medezeggenschapsraad (MR) is de
lessentabel klas 1 en 2 aangepast: de uren M&N zijn onderverdeeld in M&N, Biologie en
Natuurkunde.
2.6 Inspectie
In december 2014 is de inspectie op bezoek geweest. Op grond van de door de school
aangeleverde gegevens was er geen noodzaak voor nader onderzoek en kreeg de school weer het
basisarrangement.
2.7 ICT
Door het betere systeembeheer is het aantal klachten over het digitale systeem drastisch
afgenomen en kan ICT beter worden ingezet tijdens de lessen. Daarmee is ook het gebruik van
Magister weer uitgebreid. Met de komst van een nieuw draadloos netwerk is de weg vrij gemaakt
voor het inzetten van laptops in ons onderwijs bij klas 1. Door leveringsproblemen konden de
laptops pas tegen het eind van 2015 daadwerkelijk worden ingezet. De gemeente Schiermonnikoog
heeft een bijdrage geleverd door de laptoptassen te betalen.
Alle personeelsleden hebben een I-pad in bruikleen gekregen om dit instrument te gebruiken in
hun werk in de klas (bijvoorbeeld door middel van Apple tv) en tijdens overleg (papierloos
vergaderen).
2.8 Buitenschoolse activiteiten en Werkweken
Het programma van buitenschoolse activiteiten en werkweken is geëvalueerd en heeft geresulteerd
in een nieuw aanbod voor de leerlingen. Centraal hierbij staat beperking van de kosten en
verruiming van het aanbod. Hiervoor is nauwe samenwerking met het Dockinga College te Ferwert
gezocht. In het afgelopen jaar is klas 1 weer mee geweest naar Zoetermeer te skiën. Klas 2 heeft
deelgenomen aan de werkweek op Ameland. Als voorbereiding daarop heeft er uitwisseling plaats
gehad tussen IBS en het Dockinga College te Ferwert. En klas 3 is naar Berlijn geweest met
Ferwert.
De jaarlijkse Cultuur & Sport dag had dit jaar als Leeuwarden waar de leerlingen een bezoek
hebben gebracht aan het Frysk Museum en de Elfstedenschaatshal. De uitwisseling met Dockinga
College, locatie Ferwert is inmiddels een vaste waarde in het onderwijsaanbod van de Inspecteur
Boelensschool.
2.9 WAD-VO
Het overleg met de collega scholen van de Friese Wadden eilanden heeft weer 5 keer plaats
gevonden in Leeuwarden. Doel is ervaringen uitwisselen en kijken waar we elkaar kunnen
versterken. Ook is er weer overleg geweest met de Inspectie.
2.10 Bestuur
Tijdens het cursusjaar heeft dhr. M.M.A.M. Klaverkamp inmiddels diverse keren onze school
bezocht.
Met dhr. Duijf van de provincie is overleg gevoerd over mogelijke samenwerking IBS en Yn de
mande.
Er is overleg gevoerd met het bestuur van de basisschool en met de gemeente om te verkennen
welke acties nodig zijn om het onderwijsaanbod op het eiland overeind te houden.
2.11 Passend onderwijs
Ook in 2015 hebben we samen verder invulling gegeven aan de opdracht van Passend onderwijs.
Vooral in de nieuwe eerste klas is sprake van extra ondersteuning van de leerlingen. De ervaringen
zijn zeer bemoedigend.
2.12 Huisvesting
Onder leiding van ons hoofd huisvesting en beheer is het gebouw van binnen en buiten aangepakt.
Er was sprake van achterstallig onderhoud. Het gebouw kan weer een tijdje vooruit. Zie ook
hoofdstuk 4.
2.13 Diversen
Aan het begin van het jaar hadden we weer een geslaagde introductie deels op school deels op het
strand onder leiding van de mentor.
De leerlingen hebben op vrijwillige basis weer meegedaan met de Survival in Ferwert.
Onze vierde klas leerlingen hebben de Scholenmarkt voor klas 4 in Dokkum bezocht.
53
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Klas 2 heeft samen met hun mentor dhr. van Halm een schoolfeest georganiseerd, dit was in een
locatie buiten de school.
De school heeft deelgenomen aan onderzoek door Cedin in verband met leerlingenvervoer door de
gemeente.
Samen hebben we onder stralende omstandigheden het jaar afgesloten met een lunch bij Wantij.
2.14 Personeel
In het personeelsbestand hebben zich geen bijzondere ontwikkelingen voorgedaan.
Het ziekteverzuim lag onder het landelijk gemiddelde.
Aan het eind van de cursus is in goed onderling overleg afscheid genomen van de conciërge en is
de vacature niet vervuld. Zie verder 3.5 voor ontwikkelingen in het personeelsbestand.
2.15 Leerlingen
Het aantal leerlingen over de afgelopen vier jaar per teldatum is als volgt weer te geven:
Onderwijseenheden
Inspecteur Boelensschool
1-10-2012
46
1-10-2013
44
1-10-2014 1-10-2015
38
27
2.16 Toelatingsbeleid
Aangemelde leerlingen worden toegelaten tot de school voor zover de leerling plaatsbaar is en één
van de leerroutes die de school aanbiedt. In de afweging wordt het advies in de informatie van de
school van herkomst, de wens van de ouders/verzorgers en de cito- en/of drempeltest
onderzoeksgegevens betrokken. De toeleverende basisschool maakt gebruik van de ‘Friese
Plaatsingswijzer’. Advisering en plaatsing vindt plaats op basis van deze in het leerlingvolgsysteem
vastgelegde registratie van de ontwikkeling van kinderen vanaf groep 6.
Ouders ontvangen een schriftelijk plaatsingsbesluit. Zij hebben het recht hiertegen in beroep te
gaan.
2.17 Klachtenbeheersing
De Inspecteur Boelensschool heeft ook in 2015 gezorgd voor een goed en veilig onderwijsklimaat.
Klachten zijn conform de geldende procedures afgehandeld en hebben geen consequenties met
zich meegebracht.
2.18 Prestatiebox
In 2015 heeft de Inspecteur Boelensschool aanvullende middelen ontvangen in de zogenaamde
prestatiebox. Deze middelen zijn ingezet ter realisatie van de doelen uit het bestuursakkoord 20122015, aangevuld met middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord, vertaald in het Sectorakkoord
2013-2016.
Zoals uit voorgaande teksten duidelijk is geworden is veel geïnvesteerd in het creëren van
uitdagend (ambitie 1) en eigentijds (lees gebruik van ICT; ambitie 2) onderwijs. Tevens is veel tijd
en geld geïnvesteerd in het partnerschap in de regio (ambitie 4) door de gezochte samenwerking
met de samenwerkingsschool Yn de Mande.
De reeds eerder ingezette professionalisering van de organisatie en ontwikkeling naar een lerende
organisatie (ambitie 5) is voortgezet.
Ten aanzien van medewerkers is veel geïnvesteerd in opleiding en professionalisering. Deelname
aan het registreren in het Lerarenregister is gestimuleerd. Met de koppeling van het Human
Resources beleid en de strategische doelen van de school ook in het kader van de “krimp” is een
start gemaakt.
Zoals uit het “Verslag van het algemeen toezichthoudend bestuur” blijkt is de ontwikkeling van
professionalisering van het toezicht en het afleggen van verantwoording naar de samenleving,
zoals gestart in 2014 voortgezet in 2015.
54
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
3 Personeel & Organisatie
3.1 Arbeidsvoorwaarden
In 2015 zijn partijen niet tot overeenstemming voor een nieuwe CAO VO gekomen. De VO Raad
heeft de lopende CAO VO opgezegd, waardoor een cao loos tijdperk is ingetreden.
In juli 2015 heeft de Rijksoverheid het zogenaamde “loonakkoord” met de vakbonden gesloten.
Ambtenaren (dus ook onderwijs medewerkers) ontvangen in 2015 en 2016 in totaal 5,05%
loonsverhoging en in september een eenmalige uitkering van € 500,- bruto.
3.2 Professionalisering
Iedere medewerker heeft recht op een persoonlijk budget voor professionalisering van € 600,(onderwijzend personeel) of € 500,- (onderwijs ondersteunend personeel) bij een
voltijdsaanstelling. Bij een deeltijdaanstelling is dit naar rato van de aanstelling. Iedere
medewerker treedt over de inzet van dit budget in overleg met zijn/haar leidinggevende.
De professionalisering heeft op alle niveaus binnen de schoolorganisatie plaats gevonden. Het in de
begroting opgenomen bedrag is niet volledig gebruikt. Eén van de redenen is dat scholing vaak
extern gevolgd dient te worden en dat is soms logistiek een probleem.
In ieder geval zal in 2016 het team van de Inspecteur Boelensschool regelmatig aansluiten bij
scholingsactiviteiten van het Dockinga College te Dokkum.
3.3 Werkdruk
Als gevolg van de invoering van de Wet op de Onderwijstijd is in relatie tot de verlaging van de
werkdruk het Transitieplan opgesteld en aan de (P)MR aangeboden.
In dit Transitieplan is een overzicht van activiteiten opgesteld, waardoor onderwijstijd op een
andere wijze wordt ingezet en er ruimte is voor werkdruk verlagende maatregelen. Deze lijst is ter
instemming (zoals vereist) aan de PMR aangeboden
3.4 Bekwaamheidsdossier
Vanuit de stafdienst P&O is de ontwikkeling van het bekwaamheidsdossier van iedere medewerker
opgestart. Er is een forse stap gezet op weg naar digitale dossiers van medewerkers.
3.5 Ontwikkelingen in het personeelsbestand
55
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
56
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Functiemix 2015 peildatum 31 december 2015
57
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Op de Inspecteur Boelensschool hebben alle onderwijsgevende medewerkers sinds 2014 een LC
functie. Om die reden is er geen LD functie uitgegeven en voldoet de school aan de minimumeisen
van de Functiemix.
3.6 Beleid ter voorkoming van uitkeringen na ontslag
De Inspecteur Boelensschool beschikt over een zorgvuldige procedure beoordeling nieuwe
medewerkers, naast het begeleiden van nieuwe medewerkers. Daarmee wordt geprobeerd ontslag
van nieuw aangestelde collega’s op basis van kwaliteit, zoveel mogelijk te voorkomen.
De Inspecteur Boelensschool maakt deel uit van de onderwijsgroep Fricolore. Binnen het platform
Personeel & Organisatie worden vacatures en het aanbod van medewerkers die boventallig zijn,
met elkaar verbonden. Daarnaast is een medewerker actief binnen het mobiliteitscentrum om exmedewerkers die gebruik maken van een uitkering, zo snel mogelijk naar nieuw werk te
begeleiden.
58
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
4 Facilitaire Dienstverlening
4.1 Onderhoudssystematiek
In 2015 is de onderhoudssystematiek gewijzigd zoals voorgesteld in de begroting 2015. Het
reguliere jaarlijkse onderhoud verloopt via de exploitatie. Onderhoud boven een bepaald bedrag en
met een meerjarig karakter wordt via de investeringen gerealiseerd en de afschrijving hiervan
wordt in de exploitatie meegenomen.
4.2 Uitgevoerd onderhoud
In 2015 is een interne verbouwing uitgevoerd. Tevens heeft een inhaalslag met betrekking tot het
achterstallig onderhoud plaatsgevonden.
Er is een nieuwe brandmeldinstallatie aangebracht. De gehele school is voorzien van een draadloos
netwerk. Er is ook een nieuw schoonmaakcontract afgesloten.
5 Financiën & Administratie
5.1 Kengetallen
Onderstaand treft u een overzicht aan van een aantal kengetallen. De basis van de kengetallen zijn
de cijfers afgeleid van de jaarrekening.
Kengetallen budgetbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Norm (inspectie)
Liquiditeit / Current ratio
(vlottende activa/kortlopende schulden)
6,8
8,1
Rentabiliteit
(resultaat / totaal baten + rentebaten *
100%)
0,9
13,0
Tussen 0 en 5
Weerstandsvermogen
(eigen vermogen / totaal baten + rente
baten * 100%)
75,5
67,4
Geen norm
>0,75
Liquiditeit / Current ratio
Eén van de belangrijkste financiële kengetallen in het kader van budgetbeheer betreft de liquiditeit
(current ratio). Het geeft aan in hoeverre de instelling aan haar financiële verplichtingen op korte
termijn (zo'n 3 maanden) kan voldoen.
Rentabiliteit
De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en het vermogen dat geïnvesteerd is
om het resultaat te behalen (de totale baten).
Weerstandsvermogen
Een ander belangrijk kengetal betreft het weerstandsvermogen; een verhoudingsgetal waarmee
globaal wordt aangegeven in hoeverre voldoende eigen vermogen aanwezig is om risico’s te
kunnen afdekken.
59
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Kengetallen vermogensbeheer
31-12-2015
31-12-2014
Norm (inspectie)
Solvabiliteit 1
(eigen vermogen / totaal vermogen *
100%)
85,9
83,3
Tussen 25 en 40
Solvabiliteit 2
(eigen vermogen + voorzieningen / totaal
vermogen * 100%)
87,9
89,2
>30
Kapitalisatiefactor
(totaal vermogen – waarde gebouwen en
terreinen / Totaal baten + rente baten *
100%)
78,6
77,4
>60
Transactiefunctie
(kortlopende schulden / totaal baten *
100%)
10,7
8,8
<20,4
Financieringsfunctie
(overige materiële vaste activa / totaal
baten * 100%)
6,5
6,7
<29,6
21,4
22,6
Bufferfunctie
100% - uitkomst kapitalisatiefactor
>10
Alle kengetallen voldoen ruimschoots aan de normen van de inspectie. De kengetallen laten zien
dat de organisatie er op dit moment financieel gezond uitziet.
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om ook op langere termijn aan al
haar verplichtingen te voldoen.
Kapitalisatiefactor
De commissie Don heeft aangegeven voor het onderwijs een beoordelingskader voor te staan,
waarbij het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ een belangrijke plaats inneemt. Deze aanbeveling is
overgenomen door OCW, waarna de Inspectie in 2010 een eerste onderzoek onder 50
schoolbesturen heeft ingesteld en mede aan de hand daarvan het financieel beoordelingskader
verder heeft doorontwikkeld. Het begrip kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: de mate waarin
het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de
berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: balanstotaal, minus de waarde
van gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten. Als bovengrens geldt een
kapitalisatiefactor van 35% voor grote instellingen (vanaf 12 mln. jaarlijkse baten), 60% voor
kleine instellingen (tot 6 mln. jaarlijkse baten) en een signaleringsgrens van 52,5%. Gelet op de
grootte van de IBS geldt voor ons een signalerings-waarde van 60%.
Transactiefunctie
Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te
voldoen.
60
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
5.2 Financiële positie
Onderstaand treft u een overzicht aan van de gerealiseerde cijfers per categorie baten en lasten,
alsmede de vergelijkende cijfers, de begroting en de begroting volgend boekjaar.
Jaarrekening
2014
Begroting
2015
Jaarrekening
2015
verschillen
begr./real.
Begroting
2016
BATEN
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Som der baten
€
€
€
€
845.865
5.886
18.514
870.265
€
€
€
€
800.300
5.000
26.935
832.235
€
€
€
€
821.860
784
9.256
831.900
€
€
€
€
21.5604.216
17.679
335
€
€
€
€
744.990
3.660
9.500
758.150
LASTEN
Salarissen
Overige personele lasten
Personele lasten
€
€
€
525.603
104.705
630.308
€
€
€
523.000
126.605
649.605
€
€
€
536.040
109.495
645.535
€
€
€
13.040- €
17.110 €
4.070
€
504.259
119.671
623.930
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Materiële lasten
€
€
€
€
22.839
20.258
89.658
132.755
€
€
€
€
26.800
52.400
109.810
189.010
€
€
€
€
22.488
55.295
106.596
184.379
€
€
€
€
4.312
2.8953.214
4.631
€
€
€
€
35.854
44.310
89.700
169.864
Totaal lasten
€
763.063
€
838.615
€
829.914
€
8.701
€
793.794
Primair bedrijfsresultaat
€
107.202
€
6.380-
€
1.986
€
8.366-
€
35.644-
Financiële baten
Financiële lasten
Financieel resultaat
€
€
€
7.044
111
6.933
€
€
€
6.600
220
6.380
€
€
€
5.327
85
5.242
€
€
€
1.274
135
1.138
€
€
€
4.000
60
3.940
Totaal resultaat
€
114.135
€
-
€
7.227
€
7.227-
€
31.704-
Planning & Control cyclus
De Inspecteur Boelensschool heeft in 2015 gewerkt volgens een nieuwe planning & control cyclus.
Maandelijks is uitputting van de budgetten onderwerp van overleg geweest. Daarbij is gebruik
gemaakt van de informatie zoals deze door de ‘cockpits van InSite’ (Afas)”beschikbaar is.
Na 4 maanden is een rapportage opgesteld met een “forecast” naar 31-12. Op basis hiervan kan
het formatieplan van het nieuwe schooljaar worden beïnvloed. Na 8 maanden wordt een
vergelijkbare rapportage met forecast tot 31-12 opgesteld en deze heeft invloed op het nieuwe
begrotingsjaar.
Het is te vroeg om na één jaar te spreken over een effect. Met het werken met een forecast moet
ervaring worden opgedaan. Het is van belang om bij de prognose na vier en/of acht maanden, de
gerealiseerde uitgaven niet met een cijfermatige factor te vermenigvuldigen om zo tot een
prognose te komen. Van nog groter belang is de kennis over het verloop in de historie van de
resterende maanden en het zicht hebben op aangegane en aankomende verplichtingen. Met name
de kennis uit het verleden ontbreekt nu nog, maar dat zal met de jaren een steeds meer
invloedrijke component van de prognose worden.
Ten aanzien van het resultaat is een grillig verloop te constateren:
Voorzien resultaat in Begroting 2015: €
nihil
Prognose resultaat na 4 maanden:
€
1.803,Prognose resultaat na 8 maanden:
€ -30.902,Resultaat 2015:
€
7.227,Door ervaring met de P&C cyclus zal dit verloop minder grillig worden.
De baten zijn ultimo 2015 hoger ten opzichte van de begroting doordat gedurende 2015 de
Gemiddelde Personeelslast (GPL) bedragen met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 opnieuw
zijn vastgesteld. Daarin zijn diverse landelijke beleidsmaatregelen (extra middelen, maar ook
kortingen vanwege taakstellingen) verwerkt. Ook de extra middelen voor huisvesting
(overgeheveld vanuit het Gemeentefonds) zijn daarin verwerkt.
De overige baten zijn daarentegen (naar de prognose ten tijde van de 8 maandrapportage) lager
dan begroot. Het betreft minder uitkeringen dan verwacht (met name zwangerschapsuitkeringen).
61
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
De salariskosten (incl. vervangingen) zijn ultimo 2015 lager dan begroot. Tijdens de 4
maandrapportage was al geprognotiseerd dat in de begroting maandelijks € 1.000,- teveel aan
salariskosten was opgenomen. De overige personele lasten zijn lager dan begroot door een sterke
vermindering van verblijfskosten van personeel op het eiland.
Naast bovenstaande zijn er geen andere majeure zaken in de ontwikkeling van de baten, de
investeringen, de financiering en andere ontwikkelingen in de cijfers aanwezig.
5.3 Treasury beleid (beleggen en belenen)
Het treasurybeleid wordt uitgevoerd conform het geldende treasury-beleidsplan.
Het beleid is er op gericht overtollige liquiditeiten weg te zetten in producten die voldoen aan de
criteria genoemd in ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek
2010’.
Het bestuur van de Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog is zich terdege bewust van
haar verantwoordelijkheden met betrekking tot de financiën en wil bedrijfsvoering op langere
termijn waarborgen.
Een aanzienlijk deel van de - voor de onder het bevoegd gezag van de stichting vallende school beschikbare financiële middelen worden verkregen vanuit de overheid. Het is dan ook gepast om
(tijdelijk) overtollige financiële middelen risicomijdend in te zetten.
In de statuten van de stichting zijn geen bepalingen opgenomen over het voeren van beleid op dit
gebied. Dit statuut dient dan ook als aanvulling op de statuten.
In het treasury statuut wordt beschreven welke treasurytaken en –verantwoordelijkheden van
toepassing zijn voor de stichting. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij
deze taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn.
Het statuut is geënt op de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ‘Regeling beleggen en
belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’ (OCW-regeling d.d. 16-09-2009,
kenmerk FEZ/CC-2009/150185) en is vastgesteld in de bestuursvergadering van 20-03-2012.
De primaire doelstelling van de stichting is de instandhouding van een school voor voortgezet
onderwijs te Schiermonnikoog, vastgelegd in art. 2 van de statuten. Als gevolg hiervan is treasury
ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling.
Dat neemt niet weg dat het van wezenlijk belang is om in de organisatie afspraken te maken over
de wijze waarop wordt omgegaan met beschikbare liquiditeiten en tevens welke doelen daarbij
worden nagestreefd. De doelen die gesteld worden zijn:
het waarborgen van de liquiditeit op korte en lange termijn;
het vastleggen van liquiditeitsoverschotten in beleggingen;
het verzorgen van een kosteneffectief betalingsverkeer;
(in voorkomende gevallen) het realiseren van zo laag mogelijke financieringskosten.
Liquiditeit en solvabiliteit
De stichting is er van verzekerd te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. En zo
nodig ook altijd middelen moeten kunnen aantrekken.
Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede
informatievoorziening vanuit de organisatie noodzakelijk. Het gaat daarbij met name om de
kasstromen die de bedrijfsprocessen met zich meebrengen.
De stichting zal enerzijds voldoende middelen moeten aanhouden om aan haar korte termijn
verplichtingen te kunnen voldoen, maar zal anderzijds een zo laag mogelijk saldo van direct
beschikbare en dus liquide middelen willen nastreven ten behoeve van een zo gunstig mogelijk
beleggingsresultaat.
Ter financiering van de kortstondige liquiditeitsbehoefte (korter dan een jaar) zal er een totale
kredietfaciliteit van tenminste 8% van de jaaromzet aangehouden worden, voldoende voor 1
maand.
In geval van tijdelijk overtollige middelen moet een afweging worden gemaakt tussen het
aanhouden van (een deel van) de beschikbare liquide middelen, dan wel het beleggen daarvan,
zodanig dat deze zonder al te veel kosten weer liquide te maken zijn. De hoogte van het te
beleggen bedrag en de termijn van uitzetting zijn afhankelijk van de te verwachten inkomsten en
uitgaven op basis van liquiditeitsplanning.
Besluitvorming
Het treasury-statuut wordt vastgesteld door het bestuur. Voorstellen tot wijziging van het statuut
worden gedaan door de directeur-bestuurder, desgewenst na advisering van het hoofd
administratie van het bestuursbureau.
62
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Organisatie treasury
De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid binnen de
randvoorwaarden zoals die zijn vastgelegd in dit treasury statuut. Het toezichthoudend algemeen
bestuur houdt toezicht.
5.4 Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en
schulden, als financiële derivaten verstaan.
Voor de toelichting van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de specifieke
postgewijze toelichting in de jaarrekening.
De belangrijkste financiële risico’s waaraan de stichting onderhevig is zijn het liquiditeitsrisico en
het kredietrisico. Het beleid is gericht op het minimaliseren van risico’s ten aanzien van
vermogens- en rente resultaten bijvoorbeeld ten aanzien van renterisico’s, koersrisico’s,
liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s. Het beleid is mede gericht op optimalisering van rente
opbrengsten en optimalisering van het kasbeheer.
Periodiek worden liquiditeitsbegrotingen opgesteld. Door tussentijdse monitoring en eventuele
bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst. Op balansdatum waren er geen significante
concentraties van kredietrisico.
De stichting maakt geen gebruik van financiële derivaten om de financiële risico’s die verbonden
zijn aan activiteiten te beheersen.
5.5 Horizontale verantwoording
Horizontale verantwoording van het door het bestuur gevoerde financiële beleid vindt onder meer
plaats door het jaarverslag (incl. de daarin opgenomen jaarrekening) ter goedkeuring voor te
leggen aan de algemene ledenvergadering. Ook wordt het jaarverslag besproken met
belanghebbende partijen. Daartoe behoren o.a. ouderraden en de medezeggenschapsraad.
Tenslotte dient het project ‘vensters voor verantwoording’ vermeld te worden als een niet
onbelangrijk fenomeen in het kader van horizontale verantwoording. Het systeem biedt
mogelijkheden om op basis van een twintigtal indicatoren schoolresultaten met elkaar te kunnen
vergelijken.
63
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
6 Continuïteitsparagraaf
Kengetallen personele bezetting en verwachte leerlingaantallen
KENGETAL
Aantallen leerlingen
Personele bezetting in FTE:
- Formatie directie
- Formatie docenten
- Formatie ondersteunend personeel
- Te verwachten mutaties
Totaal FTE
2015
2016
2017
2018
27
33
33
34
0,6
6,0
1,9
0,0
8,5
0,6
6,0
1,9
-0,9
7,6
0,6
6,0
1,0
0,0
7,6
0,6
5,9
1,0
0,0
7,5
Aantal leerlingen betreft de stand per tel datum 1 oktober betreffende jaar.
Personele bezetting in FTE betreft de stand per 31 december betreffende jaar.
Na 2018 is een daling van het leerlingenaantal tot onder de 30 leerlingen te verwachten. Daarmee
is het voortbestaan van de school in het geding. In paragraaf 1.1 en 1.2 is hier aandacht aan
geschonken.
Meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting is ontleend aan de planning & control cyclus en is op 8 december 2015
goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur.
Balans
Materiële vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Totaal activa
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Voorzieningen
Kortlopende schulden
Totaal passiva
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2015
132.221
9.711
593.861
735.793
631.840
588.913
42.927
14.642
89.311
735.793
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2016
150.000
10.000
545.136
705.136
600.136
556.136
44.000
15.000
90.000
705.136
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2017
150.000
10.000
562.752
722.752
617.752
573.752
44.000
15.000
90.000
722.752
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2018
150.000
10.000
573.168
733.168
628.168
584.168
44.000
15.000
90.000
733.168
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2015
821.860
784
9.256
831.900
645.535
22.488
55.295
106.596
829.914
1.986
5.241
7.227
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2016
744.990
3.660
9.500
758.150
623.930
35.854
44.310
89.700
793.794
35.6443.940
31.704-
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2017
787.790
3.660
9.500
800.950
612.264
41.000
44.310
89.700
787.274
13.676
3.940
17.616
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
2018
780.590
3.660
9.500
793.750
612.264
41.000
44.310
89.700
787.274
6.476
3.940
10.416
Staat van baten en lasten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal baten
Personele lasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo fin. bedrijfsvoering
Totaal resultaat
De belangrijkste verwachte ontwikkelingen zijn als volgt:
Bekostiging stelsel VO
De bekostigingssystematiek voor het VO zal worden gewijzigd. Op dit moment is de definitieve
wijziging niet bekend en daarom ook niet de consequenties voor de Inspecteur Boelensschool.
Huisvesting
Er zijn geen voorgenomen bouwprojecten of wijzigingen in het huisvestingsbeleid.
Investeringen
Er zijn geen voorgenomen investeringen bekend.
64
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Contractactiviteiten en 3e geldstromen
Contactactiviteiten en 3e geldstromen zijn niet aanwezig bij de Inspecteur Boelensschool.
Mutaties van reserves
De mutaties van reserves, onderscheiden naar algemene reserves, bestemmingsreserves en
overige reserves, en voorzieningen zullen naar verwachting niet anders zijn dan in 2015 het geval
is geweest.
Overige rapportages
Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en
controlesysteem
Een integraal risicomanagement systeem met interne beheersmaatregelen is nog in ontwikkeling.
De eerste stap hierin is het samenstellen van een werkgroep die de risico’s gaat inventariseren.
Verwacht mag worden dat medio 2017 een dergelijk systeem onderdeel uitmaakt van de Planning
& Control cyclus. Op dit moment wordt conform de Planning & Control cyclus twee keer per jaar
(met de begroting en de jaarrekening) een risicoanalyse uitgevoerd waarin de belangrijkste risico’s
worden bepaald. Hierin wordt tevens vastgesteld of er voldoende weerstandsvermogen aanwezig
is.
Verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens
Veel persoonsgegevens worden digitaal opgeslagen. Vanwege het daaruit voortvloeiende risico op
het lekken van datagegevens wordt in 2016 een zogenaamde 0-meting gehouden door een daartoe
gespecialiseerd bedrijf. Op basis van de daaruit voortvloeiende rapportage worden acties ingezet.
Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
Onderstaand worden de belangrijkste risico’s in beeld gebracht. Daarin zijn zowel de kansen
meegenomen dat een risico zich voordoet als de gevolgen daarvan. De risico’s zijn vertaald in
financiële zin voor de middellange termijn (een periode van circa 6 jaar, gelijklopend met de
periode waarover de begroting en meerjarenraming wordt samengesteld).
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Ontwikkeling leerlingaantallen
Het risico is aanwezig dat de leerling bezetting afwijkt van de prognose. Een
bijstelling in de formatie is niet direct mogelijk. Daarnaast kan dit ook zorgen
dat de school niet meer in aanmerking komt voor aanvullende bekostiging
door gedurende drie jaar lang een lagere leerling bezetting te hebben dan 30.
Hoog
Groot
€ 200.000,Onzekere financiering
Gelet op de huidige economische situatie en het rigide overheidsbeleid is het
niet ondenkbaar dat de overheid op zeker moment maatregelen neemt om
het aantal kleine scholen in Nederland verder in te perken, waardoor de
school geen bestaansrecht meer zou hebben.
Gemiddeld
Groot
€ 200.000,Vigerende regelgeving
Het is mogelijk dat op een zeker moment niet helemaal wordt voldaan aan de
voorschriften. Daarnaast is een nieuwe ontwikkeling zoals de Wet Werk en
Zekerheid (WWZ) een risico voor de kwaliteit van ons onderwijs. Deze wet
WWZ maakt ons personeelsbestand minder flexibel. Daarnaast kan het
verplicht uitkeren van een transitie vergoeding financieel een grote omvang
krijgen.
Gemiddeld
Groot
€ 50.000,65
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Risico
Omschrijving
Kans
Impact
Geschat bedrag
Imagoschade
In de tijd van ‘social media’ is het niet ondenkbaar dat een incident op school
vergaande gevolgen heeft op het internet. Daardoor is het imago van de
school kwetsbaar en kunnen de leerling aantallen snel afnemen.
Gemiddeld
Groot
€ 50.000,-
Conclusie:
Het eigen vermogen is primair bestemd voor het afdekken van risico’s. Echter binnen het eigen
vermogen zijn onderdelen aanwezig waaraan verplichtingen kleven, de publieke middelen.
Ultimo 2015 is voldoende eigen vermogen beschikbaar om de noodzakelijke buffer van de
belangrijkste risico’s op te kunnen vangen.
Rapportage toezichthoudend orgaan
Voor de rapportage van het toezichthoudend orgaan wordt verwezen naar elders in het
bestuursverslag.
7 Gegevens
Postadres
Postcode/Plaats
Telefoon
Fax
E-mail
Bestuursnummer
:
:
:
:
:
:
Postbus 22
9166 ZP SCHIERMONNIKOOG
0519 - 531620
0519 - 531977
[email protected]
90897
Contactpersoon
Functie
Telefoon
Fax
E-mail
:
:
:
:
:
Mevrouw M.S.B van der Woerdt RA MSc EMA
Hoofd Dienst Financiën & Administratie
0519 - 229600
0519 - 229609
[email protected]
Naam:
Stichting Inspecteur Boelensschool
Schiermonnikoog
Brinnummer
Sector
02XQ
VO
Internetsites:
Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog
www.boelensschool.nl
66
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Geconsolideerde
jaarrekening




Geconsolideerde balans
Geconsolideerde staat van baten en lasten
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Toelichting op de geconsolideerde balans
en de staat van baten en lasten
67
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Geconsolideerde balans per 31 december 2015
(na resultaatbestemming)
Toelichting
31.12.2015
€
31.12.2014
€
1
2.758.046
2.685.542
Vorderingen
2
647.530
557.535
Liquide middelen
3
Actief
Vaste activa
Materiële vaste activa
Vlottende activa
7.378.582
7.495.256
10.784.158
10.738.333
Passief
Eigen vermogen
4
Algemene reserve
4.498.523
4.527.221
Bestemmingsreserve publiek
1.164.510
1.326.731
Bestemmingsreserve privaat
2.281.051
2.271.893
7.944.084
8.125.845
Voorzieningen
5
500.235
348.743
Kortlopende schulden
6
2.339.839
2.263.745
10.784.158
10.738.333
68
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015
Toelichting
2015
€
Begroting
2015
€
2014
€
7
8
9
18.187.858
128.420
756.979
19.073.257
17.919.000
175.500
769.833
18.864.333
17.804.867
257.331
1.035.105
19.097.303
10
11
12
13
16.059.175
612.977
1.036.927
1.598.067
15.241.436
643.551
1.117.525
1.619.990
15.620.540
518.024
824.688
1.587.499
19.307.146
18.622.502
18.550.751
-233.889
241.831
546.552
52.128
65.110
71.967
-181.761
306.941
618.519
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Overige baten
Totaal baten
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Totaal resultaat
14
69
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015
Het saldo van de geldmiddelen is in 2015 afgenomen met € 116.674,-. De oorzaak hiervan blijkt
uit onderstaande analyse van de kasstromen.
(Volgens de indirecte methode)
Saldo baten en lasten
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen
- Mutatie voorzieningen
- Veranderingen in vlottende middelen:
. mutatie operationele vorderingen
. mutatie operationele schulden
Nieuw opgenomen leningen
Aflossing langlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie geldmiddelen
-233.889
546.552
612.978
151.492
518.024
-171.444
114.724
-661.775
-13.901
516.680
55.921
-3.793
-547.051
346.081
75.657
-3.690
52.128
568.808
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Desinvesteringen materiële vaste activa
Overige mutaties financiële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
2014
€
-89.995
76.094
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
2015
€
-685.482
0
0
71.967
418.048
-389.676
0
257
-685.482
0
0
-389.419
0
0
0
0
-116.674
28.629
70
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Geconsolideerde grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling
Algemeen
De Vereniging voor Christlijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland staat aan het hoofd van
de Personele Unie. De vereniging heeft een Personele Unie met de Stichting voor Christelijk
Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland te Dokkum en de Inspecteur Boelensschool op
Schiermonnikoog.
De Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland en de Stichting voor
Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland zijn statutair gevestigd aan de Woudweg 140
te Dokkum. De Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog is statutair gevestigd aan het
Kerkelaantje 1 te Schiermonnikoog.
Activiteiten
De activiteiten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland
richten zich op het verzorgen van voortgezet onderwijs in de regio Noord-Oost Friesland.
De activiteiten van de Stichting voor Christelijk Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland richten
zich op het verzorgen van Praktijkonderwijs in Noord-Oost Friesland.
De activiteiten van de Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog richten zich op het
verzorgen van voortgezet onderwijs op Schiermonnikoog.
De activiteiten van de binnen de Personele Unie participerende rechtspersonen richten zich op het
verzorgen van voortgezet onderwijs in de regio Noord-Oost Friesland.
Groepsverhoudingen
Het bestuur van de binnen de Personele Unie participerende rechtspersonen hecht er aan de drie
organisaties financieel strikt gescheiden te houden. Dat sluit aan bij de werkwijze van OCW om de
verantwoording per werkgever te laten plaatsvinden. Anderzijds is, gelet op de wettelijke
voorschriften, consolidatie verplicht op basis van RJ 217.202. Een geconsolideerde balans en
exploitatierekening is derhalve opgemaakt voor aanlevering aan het Ministerie van OCW.
Naam
Statutaire
zetel
Art. 2:403
BW
Deelname
Consolidatie
ja/nee
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O.
Friesland
Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs
in N.O. Friesland
Stichting Inspecteur Boelensschool
Dokkum
Nee
50,0%
Ja
Dokkum
Nee
41,4%
Ja
Schiermonnikoog
Nee
8,6%
Ja
Grondslagen voor de consolidatie
In de geconsolideerde jaarrekening van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in
Noord-Oost Friesland zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende
organisaties en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden
uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is
opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van de
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Noord-Oost Friesland.
De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen
rechtspersonen en organisaties zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder
eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen
en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening
tot uitdrukking gebracht.
71
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde
jaarrekening
De jaarrekening over 2015 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in
Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is de richtlijn 660 van de Raad voor de
Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en
verslaggevingsvoorschriften geformuleerd.
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van
historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders
wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden
slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke
verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen
indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Rapporteringsvaluta
De bedragen in de tabellen worden gepresenteerd in euro’s. Als gevolg van afrondingen zijn in
sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten de betrouwbaarheid van de
jaarrekening niet aan en zijn geen belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en
schulden, als financiële derivaten verstaan.
In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het
betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële
instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de
toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per
balanspost. De Personele Unie kent geen financiële derivaten.
Stelselwijziging
Met ingang van het verslagjaar 2015 is besloten om de verwerking en presentatie van de
voorziening onderhoud te wijzigen. Tot en met 2014 zijn de kosten van onderhoud gebouwen
gedekt uit een voorziening die jaarlijks werd gevoed met een vaste dotatie. Met ingang van
verslagjaar 2015 is overgegaan tot de componentenmethode voor uitgaven voor
onderhoudsprojecten boven de € 5.000,- per project per gebouw. Kosten van onderhoud beneden
€ 5.000,- worden rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.
Deze maatregel leidt tot een stelselwijziging per 1-1-2015. Daarbij is de voorziening onderhoud
gebouwen opgeven en is het saldo daarvan toegevoegd aan de algemene reserve. De in de
afgelopen jaren uitgevoerde onderhoudsprojecten boven de € 5.000,- zijn alsnog geactiveerd.
Daartegenover staat een bestemmingsreserve geplaatste onder het eigen vermogen, welke in de
komende jaren gelijkmatig afloopt met de betreffende afschrijving. De stelselwijziging heeft effect
op de materiële vaste activa en het eigen vermogen. De cijfers van het voorgaande boekjaar zijn
ter wille van de vergelijkbaarheid aangepast. Het eigen vermogen per 1 januari 2014 is
herberekend en vastgesteld op € 8.125.845,-. Ten opzichte van de jaarrekening 2014 betekent dit
een toename van € 1.270.090,-. De materiële vaste activa is toegenomen met € 172.615 waar
tegenover een bestemmingsreserve ad. € 172.615,- staat. Het jaarresultaat 2014 volgens de
vergelijkende cijfers is als gevolg van de stelselwijziging ten opzichte van de jaarrekening 2014
niet gewijzigd.
72
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Onderstaand is de verwerking per balanspost en het resultaat effect in schema weergegeven per
31-12-2014 en per 01-01-2015 na stelselwijziging:
Materiële vaste activa
Gebouwen en Terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Totaal materiële vaste activa
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserve publiek
Bestemmingsreserve privaat
Totaal eigen vermogen
31-12-2014
€
Na
stelselwijziging
01-01-2015
€
Verschil
€
844.138
1.387.518
281.270
2.512.926
1.016.753
1.387.518
281.270
2.685.541
-172.615
0
0
-172.615
-3.429.746
-1.154.116
-2.271.893
-6.855.755
-4.527.221
-1.326.731
-2.271.893
-8.125.845
1.097.475
172.615
0
1.270.090
Voorzieningen
Personeelsvoorzieningen
Overige voorzieningen
Voorziening onderhoud gebouwen
Totaal voorzieningen
-348.743
-348.743
0
-1.097.475
-1.446.218
0
-348.743
-1.097.475
-1.097.475
Totaal resultaat effect
-5.789.047
-5.789.047
0
Geconsolideerde grondslagen voor waardering van activa en
passiva
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De
afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op
basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele
restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname.
Gebouwen en terreinen
Het bevoegd gezag is juridisch eigenaar van de gebouwen en terreinen. Omdat het economisch
eigendom niet berust bij het bevoegd gezag, zijn de gebouwen en terreinen niet als zodanig
geactiveerd. Echter de uit eigen middelen gefinancierde investeringen in nieuwbouw, dan wel
investeringen in grote renovaties worden wel geactiveerd. Daarbij geldt een ondergrens van
€ 70.000,- per jaar.
De investeringen in schoolgebouwen (nieuwbouw) zijn indertijd voor een deel gefinancierd uit á
fonds perdu beschikbaar gestelde middelen, voor een deel uit daartoe (door het rijk
gegarandeerde) afgesloten geldleningen en voor een deel uit eigen middelen.
Op de voor nieuwbouw aangewende en geactiveerde eigen middelen vindt afschrijving plaats in 15
jaarlijkse termijnen; voor renovatie geldt een afschrijvingstermijn van vijf jaren.
73
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Per 31-12-2015 geldt voor de in gebruik zijnde gebouwen de volgende verzekerde-, resp. WOZwaarde per 01-01-2015:
Gebouw
Woudweg 140/140-A
Woudweg 146
Rondweg 45
Bird.str.weg 125A
Parklaan 3/5
Great Sminia 38, Ferwert
Birdaarderstraatweg 82
Kerkelaantje 1
Totaal
Verz.-waarde
€ 3.065.100,€ 3.623.000,€ 15.252.100,€ 3.067.200,€ 7.454.200,€ 2.591.700,€ 4.662.300,€
872.200,€ 40.587.800,-
WOZ-waarde
€ 1.852.000,€ 1.591.000,€ 3.927.000,€ 5.069.000,€ 1.175.000,€ 2.248.000,€
577.000,€ 16.439.000,-
Inventaris
Inventarisaanschaffingen worden eveneens geactiveerd. Daartoe worden gerekend: pc's en andere
hardware, meubilair en alle andere materiële goederen met een aanschafprijs van € 400,- en
hoger.
De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd:
Installaties 5 %
- Audio visuele apparatuur 10 %
Meubilair
5%
- Huishoudelijke apparatuur 10 %
Hardware 20 %
- Overige
10 %
Software 20 %
Leermiddelen
Leermiddelen, die meerdere jaren worden gebruikt, worden geactiveerd. Zowel in het eerste als in
de drie daarop volgende jaren wordt 25 % afgeschreven.
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens
gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn
gelijk aan de nominale waarde.
Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering
gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de
vorderingen.
Dit betreffen vorderingen met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar.
Overlopende activa
De overlopende activa betreffen vooruit betaalde bedragen die aan opvolgende perioden worden
toegerekend en nog te ontvangen bedragen, voor zover ze niet onder de andere vorderingen zijn
te plaatsen.
Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe
beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer
dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de organisatie worden verwerkt onder de
financiële vaste activa.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is opgedeeld in een privaat deel en een publiek deel. Private middelen zijn
middelen afkomstig van leden van de vereniging of zijn rechtsvoorgangers, dan wel van ouders.
Het publieke deel van het eigen vermogen is afkomstig van overheidsorganen of andere
publiekrechtelijke instellingen.
Reserves worden gewaardeerd per balansdatum, nadat de resultaatverdeling heeft
plaatsgevonden. Resultaten op de primaire bedrijfsactiviteiten komen ten gunste dan wel ten laste
van de ‘Algemene Reserve’.
Naast een Algemene Reserve kunnen bestemmingsreserves worden gevormd voor diverse
doeleinden. De organisatie kent de volgende bestemmingsreserves:
een bestemmingsreserve ouderkapitaal. Dit betreft private middelen afkomstig van
rechtsvoorgangers van de huidige vereniging;
een bestemmingsreserve ouderbijdragen. Dit betreft nog niet bestede ouderbijdragen
(private middelen);
74
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
-
-
-
-
een bestemmingsreserve middelen St. Vakonderwijs (private middelen). Deze reserve is
ontstaan door opheffing van de Stichting Vakonderwijs Dokkum, waarbij het restvermogen
is toegekend aan de Vereniging voor Chr. V.O. in N.O.F.;
nazorgfonds: deze reserve is in 2014 gerealiseerd naar aanleiding van de opheffing van de
Stichting Nazorgfonds. Ten laste van deze bestemmingsreserve komt jaarlijks ad. € 4.500,bestedingen voor het verlenen van geldelijke steun ten behoeve van de zorg voor kinderen
die de JJ Boumanschool te Dokkum bezoeken. Voor zover mogelijk dient de aard van de
bestedingen te liggen in de recreatieve sfeer;
een bestemmingsreserve BAPO. Deze reserve is gevormd om daarmee de verplichtingen in
het kader van de BAPO duidelijk afgescheiden te houden van de Algemene Reserve. De
bestemmingsreserve BAPO wordt gewaardeerd tegen 90% van de door het zittend
personeel gespaarde rechten;
een bestemmingsreserve onderhoud gebouwen. Deze reserve is per 1.1.2015 ontstaan
door het opheffen van de voorziening onderhoud gebouwen. De geactiveerde kosten voor
onderhoudsprojecten boven € 5.000 zijn alsnog geactiveerd waar tegenover deze
bestemmingsreserve is geplaatst welke in de komende jaren gelijkelijk afloopt met de
betreffende afschrijvingen;
eigen bijdrage nieuwbouw: deze eigen bijdrage in nieuwbouw (gerealiseerd in 2011) vloeit
in 40 jaar tijd terug naar de algemene reserve.
Voorzieningen
Pensioenen
De organisatie kent één pensioenregeling. Dit betreft een Nederlandse regeling en wordt
gefinancierd door afdrachten aan een pensioenuitvoerder, te weten het bedrijfstakpensioenfonds
ABP. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de “verplichting aan de
pensioenuitvoerder benadering”. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te
betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord.
De werkgever heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een
tekort bij ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De pensioenregeling is
daarom verwerkt als een “verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering” en heeft alleen de
verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Spaarverlof
De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren
60 klokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen.
Jubileumvoorziening
Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van ambtsjubilea is een voorziening
gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde vanwege de lange looptijd van de
verplichtingen. Betaalde bedragen inzake jubileum worden ten laste van deze voorziening
gebracht.
Voorziening LPB
Deze voorziening is gerealiseerd vanwege de nieuwe regeling Levensfasebewust Personeels Beleid
(LPB) die per 01-08-2014 de oude BAPO-regeling heeft vervangen.
Iedere medewerker heeft per schooljaar recht op 50 uren Persoonlijk Budget. De voorziening heeft
betrekking op die PB-uren, die worden gespaard voor een latere verlofopname.
Een uur wordt gewaardeerd op de loonkosten per jaar/1659, uitgaande van het bedrag dat hoort
bij de hoogste trede van de betreffende loonschaal. De tarieven zijn vastgesteld op basis van de
actuele loonkosten per 1 januari 2016.
Kortlopende schulden
Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar.
Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Overlopende passiva
De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden
worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende
schulden zijn te plaatsen.
75
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Grondslagen voor de bepaling van het geconsolideerde resultaat
Bij de bepaling van het exploitatieresultaat gelden de volgende beginselen: lasten (en baten) zijn
toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Rijksbijdragen
De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare
doelsubsidies zonder verrekenings-clausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking
hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het
overschot geen verrekenings-clausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten
verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de
subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder
de overlopende passiva.
Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekenings-clausule) worden ten gunste van de
staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten
komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de
bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de
kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
Overige exploitatiesubsidies
Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het
jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen, waarin de opbrengsten zijn gederfd, dan
wel waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroom overzicht wordt op basis van de indirecte methode opgesteld.
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
Ontvangen en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele
activiteiten.
76
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Toelichting op de geconsolideerde balans
per 31 december 2015
1 Materiële vaste activa
Het volgende overzicht geeft het verloop over 2015 van de materiële vaste activa:
Inventaris
Andere vaste
Gebouwen &
-terreinen
en
apparatuur
bedrijfsmiddelen
Totaal
€
€
€
€
5.093.975
4.898.347
525.006
10.517.328
-4.077.222
1.016.753
-3.510.829
1.387.518
-243.736
281.270
-7.831.787
2.685.541
Bij: investeringen
Af: afschrijvingen
170.546
-191.250
262.006
-290.682
252.930
-131.045
685.482
-612.977
Mutaties boekjaar
-20.704
-28.676
121.885
72.505
5.264.522
5.160.353
777.936
11.202.811
-4.268.473
-3.801.511
-374.781
-8.444.765
996.049
1.358.842
403.155
2.758.046
Aanschafwaarde per
1 januari
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari
Aanschafwaarde per
31 december
Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per
31 december
2 Vorderingen
Debiteuren
Vorderingen gemeente / provincie
Overige vorderingen
Overlopende activa
Totaal vorderingen
31.12.2015
€
31.12.2014
€
10.869
267.273
169.837
199.551
647.530
7.818
253.306
113.971
182.440
557.535
31.12.2015
€
31.12.2014
€
17.166
1.400
248.707
267.273
16.214
1.400
235.691
253.306
De vorderingen op gemeente / provincie is als volgt te specificeren:
Verkeerseducatie
Provincie Fryslân subsidie Frysk e.d.
Gemeente Dongeradeel
Totaal vorderingen gemeente / provincie
77
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
De overige vorderingen is als volgt te specificeren:
Vorderingen personeel
Vordering leden en donateurs
Voorraad drukwerk Douma
Rentevergoedingen
Te vorderen omzetbelasting
Vorderingen externen
Vorderingen overig
Totaal overige vorderingen
31.12.2015
€
31.12.2014
€
677
220
13.202
44.089
164
93.627
17.858
169.837
1.139
415
16.328
59.485
421
13.713
22.470
113.971
31.12.2015
€
31.12.2014
€
198.700
851
199.551
179.216
3.224
182.440
31.12.2015
€
31.12.2014
€
5.528
5.123.054
2.250.000
7.378.582
4.038
4.491.217
3.000.000
7.495.255
De overlopende activa is als volgt te specificeren:
Vooruitbetaalde kosten
Kruisposten
Totaal overlopende activa
3 Liquide middelen
Kasmiddelen
Tegoeden op bank- en girorekeningen
Schatkistbankieren
Totaal liquide middelen
4 Eigen vermogen
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Stand per 1 januari
Resultaat verslagperiode
Stand per 31 december
Algemene
reserve
Bestemmings
-reserve
publiek
Bestemmings
-reserve
privaat
Totaal
€
€
€
€
4.527.221
-28.698
4.498.523
1.326.731
-162.221
1.164.510
2.271.893
9.158
2.281.051
8.125.845
-181.761
7.944.084
Het verloop van de bestemmingsreserve publiek is als volgt:
Stand per 1
januari
BAPO
Onderhoud gebouwen
Eigen bijdrage nieuwbouw
Totaal bestemmingsreserve
publiek
Overige
mutaties
Stand per
31 december
€
Resultaat
verslag
periode
€
€
€
371.043
172.615
783.073
-60.450
-66.913
-34.858
0
0
0
310.593
105.702
748.215
1.326.731
-162.221
0
1.164.510
78
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Het verloop van de bestemmingsreserve privaat is als volgt:
Stand per 1
januari
Ouderkapitaal
Ouderbijdragen
Vakonderwijs
Nazorgfonds
Totaal bestemmingsreserve
privaat
Overige
mutaties
Stand per
31 december
€
Resultaat
verslag
periode
€
€
€
1.931.102
231.645
18.356
90.790
17.153
-3.495
0
-4.500
0
0
0
0
1.948.255
228.150
18.356
86.290
2.271.893
9.158
0
2.281.051
5 Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
Personeelsvoorzieningen
€
Stand per 1 januari
Dotaties
348.743
197.215
Onttrekkingen
Stand per 31 december
-45.723
500.235
Het verloop van de personeelsvoorzieningen is als volgt:
Stand per
1 januari
Spaarverlof
Jubileum voorziening
Voorziening LPB
124.659
156.670
67.414
348.743
Hiervan is de verplichting
Spaarverlof
Jubileum voorziening
Voorziening LPB
Totaal
Dotaties
Vrijval
€
Onttrekkin
gen
€
€
Stand per
31 december
€
0
39.675
157.540
197.215
-10.931
-34.792
0
-45.723
0
0
0
0
113.728
161.553
224.954
500.235
< 1 jaar
€
1 < 5 jaar
€
>5 jaar
€
Totaal
€
15.000
18.600
0
33.600
60.000
67.429
224.954
352.383
38.728
75.524
0
114.252
113.728
161.553
224.954
500.235
6 Kortlopende schulden
Crediteuren
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Schulden ter zake van pensioenen
Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
31.12.2015
€
31.12.2014
€
162.001
762.023
186.174
158.783
1.070.858
2.339.839
204.485
679.655
204.283
75.867
1.099.455
2.263.744
79
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
De belastingen en premies sociale verzekeringen is als volgt te specificeren:
Te betalen sociale lasten
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
31.12.2015
€
31.12.2014
€
762.023
762.023
679.655
679.655
31.12.2015
€
31.12.2014
€
12.358
32.252
2.825
111.348
158.783
3.804
26.075
2.262
43.728
75.868
31.12.2015
€
31.12.2014
€
778.885
83.596
83.676
124.701
1.070.858
729.147
87.856
141.760
140.692
1.099.454
De overige kortlopende schulden is als volgt te specificeren:
Nog te betalen salarissen
Inhouding lief en leed
Actiegelden onderwijseenheden
Nog te betalen kosten
Totaal overige kortlopende schulden
De overlopende passiva is als volgt te specificeren:
Vakantiegeld en vakantiedagen
Te verrekenen met personeel
Nog te besteden gelden
Vooruit ontvangen subsidies
Totaal overlopende passiva
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Vordering CFI ingeval van liquidatie
In 2005 is een ontstane vordering op het CFI, in verband met de overgang van cursus jaar
bekostiging naar kalenderjaar bekostiging, volledig afgeboekt vanwege de beschouwing destijds
dat deze gedurende de bestaansperiode van de instelling als oninbaar moest worden beschouwd.
Dat neemt echter niet weg dat, in het geval de instelling ooit in een liquidatiesituatie terecht mocht
komen, de instelling het recht wil blijven houden om een beroep te doen op de betreffende
vordering.
De schuld aan het personeel, betreffende de opgebouwde aanspraken op vakantietoeslag en
bindingstoelage tot en met december en de op balansdatum verschuldigde afdracht
pensioenpremies en loonheffing over de maand december bedraagt, gespecificeerd:
€
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Pensioenpremies
Reservering vakantietoelage
Reservering bindingstoelage
Totaal
762.023
186.174
460.305
55.097
1.463.599
Het maximale bedrag dat als vordering op OCW hiervoor kan worden opgenomen bedraagt 7,5%
van de personele lumpsum, zijnde een bedrag van € 1.114.598,-.
Conclusie hieruit is dat het verschil tussen genoemde bedragen ad. € 349.001,- als een
tekortkoming geldt bij liquidatie.
80
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Kosten voor gemene rekening (i.h.k.v. de Personele Unie)
De gezamenlijke kosten, die verband houden met het besturen van de drie schoolorganisaties en
de ondersteuning die vanuit het bestuursbureau geleverd wordt, worden d.m.v. een vooraf
vastgestelde verdeelsleutel toegerekend aan de drie afzonderlijke scholen, volgens het leerstuk:
‘kosten voor gemene rekening’. De afspraak is vastgelegd in een overeenkomst, welke
geaccordeerd is door de Belastingdienst. Dat houdt ook in dat op de betreffende prestaties geen
BTW-plicht van toepassing is. De verdeelsleutel ligt vast voor een periode van tenminste vijf jaar
(het ingangsjaar is 2012). Vereniging voor Chr. Voortgezet onderwijs in N.O. Friesland is
penvoerder. Voor de Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O. Friesland is het percentage
vastgesteld op 4,5%. Voor de Stichting Inspecteur Boelensschool is het percentage vastgesteld op
4%.
Verantwoording ouderbijdragen
De Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland, de Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs in N.O.
Friesland en de Stichting Inspecteur Boelensschool hebben zich geconformeerd aan de
‘gedragscode schoolkosten’, een door besturenorganisaties, ouderorganisaties en schoolmanagers
vastgesteld protocol, waarin afspraken zijn vastgelegd over het bewerkstelligen van zoveel
mogelijk transparantie van schoolkosten waartoe ouders een financiële bijdrage leveren. Dat houdt
ook in dat eventuele positieve verschillen tussen baten en lasten m.b.t. de door ouders
bijeengebrachte gelden met hen verrekend worden dan wel beschikbaar blijven.
Werkweken
Excursies en andere activiteiten
Leerling cursussen
Verstrekkingen
Totaal
Baten
€
Lasten
€
Verschil
€
355.512
217.521
4.380
25.486
602.899
377.152
182.022
12.751
24.645
596.570
-21.640
35.499
-8.371
841
6.329
De baten overstijgen de lasten met een bedrag van 6.329 euro. Daarnaast vindt er ook personele
inzet plaats voor het verzorgen van alle buitenschoolse activiteiten. Een verrekening met de ouders
is daarom niet aan de orde.
Meerjarige verplichtingen
De volgende meerjarige verplichtingen zijn aan de orde als gevolg van Europese aanbestedingen:
- Elektrische levering
: betreft prijs per kwh, looptijd t/m 31-12-2020;
- Gas levering
: betreft prijs per m3, looptijd t/m 31-12-2020;
- Schoonmaak
: betreft een omvang van € 221.000 (excl. BTW) op jaarbasis t/m
31-08-2018;
- Leermiddelen
: betreft een korting in % op de prijzen van leermiddelen voor
leveringen in cursusjaar 2013/2014 t/m 2016/2017;
- Kopieer/ printapparatuur
: betreft een omvang van € 33.372,- (excl. BTW) op jaarbasis t/m
31-07-2017 + een prijs per afdruk;
- ICT
: betreft raamovereenkomst hardware t/m 30-06-2019.
81
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en
lasten over 2015
7 Rijksbijdragen
Rijksbijdragen OCW
Overige subsidies OCW
VO/VSO Zorgbudget
Totaal Rijksbijdragen
2015
€
2014
€
16.859.776
1.218.904
109.178
18.187.858
16.507.198
1.254.274
43.395
17.804.867
2015
€
2014
€
26.216
54.462
0
47.742
128.420
27.539
12.940
5.399
211.452
257.331
2015
€
2014
€
111.269
94.042
329.576
222.092
756.979
135.313
211.279
350.925
337.588
1.035.105
2015
€
2014
€
11.909.670
1.511.222
1.571.693
1.066.590
16.059.175
11.544.137
1.443.604
1.780.863
851.935
15.620.540
2015
€
2014
€
194.888
201.540
670.162
1.066.590
93.696
147.160
611.079
851.935
8 Overige overheidsbijdragen en subsidies
Gemeentelijke bijdragen en vergoedingen
Provinciale bijdragen en vergoedingen
Vergoeding bouwschade
VSV Doelstelling
Totaal overige overheidsbijdragen en subsidies
9 Overige baten
Verhuur
Detachering personeel
Ouderbijdragen
Overige baten
Totaal overige baten
10 Personeelslasten
Lonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Overige personele lasten
Totaal personeelslasten
De overige personele lasten is als volgt te specificeren:
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige personele lasten
Totaal overige personele lasten
82
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
11 Afschrijvingen
Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Totaal afschrijvingen
2015
€
2014
€
191.250
290.682
131.045
612.977
136.001
279.679
102.344
518.024
2015
€
2014
€
46.051
237.467
336.239
348.615
28.777
39.778
1.036.927
47.861
1.855
349.760
335.903
38.325
50.984
824.688
2015
€
2014
€
572.453
87.648
906.882
31.084
1.598.067
515.445
54.075
967.717
50.262
1.587.499
2015
€
2014
€
24.805
0
448
0
25.253
24.926
0
6.402
0
31.328
2015
€
2014
€
55.921
-3.793
52.128
75.657
-3.691
71.966
12 Huisvestingslasten
Huurlasten
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige
Totaal huisvestingslasten
13 Overige lasten
Administratie en beheerslasten
Inventaris en apparatuur
Leer- en hulpmiddelen
Overige
Totaal overige lasten
Specificatie kosten honorarium accountant:
Onderzoek jaarrekening
Andere controleopdrachten
Fiscale adviezen
Andere niet-controlediensten
Totaal accountantslasten
14 Financiële baten en lasten
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
Rentelasten en soortgelijke kosten
Totaal financiële baten en lasten
83
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Bijlagen bij de
geconsolideerde
jaarrekening



Model E: Verbonden partijen
Model G: Verantwoording van subsidies
Model H: Wet Normering bezoldiging
topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector
84
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Model E: Verbonden partijen
Meerderheidsdeelneming
Naam
Juridische
vorm
Statutaire
zetel
Code
activiteiten
Eigen vermogen
31-12-2015
€
Resultaat
jaar 2015
€
Art. 2:403
BW
Consolidatie
ja/nee
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O.
Friesland
Stichting voor Chr. Praktijkonderwijs
in N.O. Friesland
Stichting Inspecteur Boelensschool
Vereniging
Dokkum
Overige
4.205.716
-419.722
Nee
Ja
Stichting
Dokkum
Overige
3.106.528
230.734
Nee
Ja
Stichting
Schiermonnikoog
Overige
631.840
7.227
Nee
Ja
Naam
Juridische
vorm
Statutaire
zetel
Code
activiteiten
Onderwijsgroep Fricolore U.A.
Vereniging
Heerenveen Overige
SWV Fryslân-Noard
Stichting
Leeuwarden Overige
Minderheidsdeelneming
85
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Model G: Verantwoording van subsidies
G1 Subsidie zonder verrekeningsclausule
Omschrijving
Naam
Beschikkings
nummer
Datum
toewijzing
Bedrag
toewijzing
€
Ontvangen in
verslagjaar
€
Prestatie
Afgerond
Prestatie
Niet afgerond
Studieverlof 2015
Dockinga
College
707277-1
22-6-2015
20.497,80
8.540,27
-
x
G2A Subsidie met verrekeningsclausule aflopend per ultimo verslagjaar
Omschrijving
Naam
Beschikkings
nummer
Datum
toewijzing
Bedrag
toewijzing
Ontvangen t/m
verslagjaar
Lasten t/m
verslagjaar
€
€
€
Bedrag
toewijzing
Ontvangen in
verslagjaar
Lasten in
verslagjaar
€
€
€
Te verrekenen
ultimo
verslagjaar
€
N.v.t.
G2B Subsidie met verrekeningsclausule doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving
Naam
Beschikkings
nummer
Datum
toewijzing
Nog te besteden
ultimo
verslagjaar
€
N.v.t.
86
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Model H: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Leidinggevend topfunctionaris*
Bestuurders met een dienstbetrekking
Naam
Functie
Dhr. M.M.A.M. Klaverkamp
Directeurbestuurder
Aanvang
functie
Einde
functie
Taakomvang
(FTE)
01-01
31-12
1,0
Beloning
€
Belastbare
onkosten
vergoeding
€
Beloning
betaal op
termijn
€
Totale
bezoldiging
€
122.143
1.227
15.569
138.563
Toezichthoudend topfunctionaris*
Einde
functie
Beloning
€
Belastbare
onkosten
vergoeding
€
Beloning
betaal op
termijn
€
Totale
bezoldiging
€
Naam
Functie
Aanvang
functie
Mevr. A. Hekkema
Voorzitter
01-01
31-12
0
1.095
0
1.095
Mevr. H.C.G. van Asten
Secretaris
01-01
31-12
0
482
0
482
Dhr. R.J. Admiraal
Penningmeester
01-01
31-12
0
285
0
285
Dhr. T. van der Kooi
Lid
01-01
31-12
0
377
0
377
Mevr. Y. de Groot-Krikke
Lid
01-01
31-12
0
753
0
753
* De verloning van de leidinggevend topfunctionaris en de beloning van de toezichthoudend topfunctionaris geschiedt bij de Vereniging voor Christelijk
Voortgezet Onderwijs in N.O. Friesland (Dockinga College) en wordt middels de verdeelsleutel voor de kosten voor gemene rekening naar de in de
Personele Unie zittende organisaties doorbelast.
87
Vereniging voor Chr. V.O. in N.O. Friesland
te Dokkum
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen controleverklaring van de onafhankelijke
accountant.
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat
Op basis van artikel 23 lid 3 van de statuten staat het resultaat ter beschikking van de algemene
ledenvergadering.
Artikel 23 lid 3 van de statuten luidt als volgt:
Het bestuur brengt aan de algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het
verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering met
ten hoogste vijf maanden, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en
over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten met toelichting (in
deze statuten ook te noemen: “de jaarrekening”) ter goedkeuring aan de algemene
ledenvergadering voor.
Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of
meer van de bestuurders dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2014
De jaarrekening 2014 is vastgesteld in de algemene ledenvergadering gehouden op 23 juni 2015.
De algemene ledenvergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het
daartoe gedane voorstel.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2015
De directeur-bestuurder stelt voor het resultaat over het boekjaar 2015 ten bedrage van € 181.761
ten laste van de onderstaande reserves te brengen:
€
Het exploitatie resultaat over 2015 bedraagt
Onttrekking bestemmingsreserve BAPO
Onttrekking bestemmingsreserve onderhoud gebouwen
Onttrekking bestemmingsreserve eigen bijdrage nieuwbouw
Onttrekking bestemmingsreserve ouderbijdrage
Dotatie bestemmingsreserve ouderkapitaal
Onttrekking bestemmingsreserve nazorgfonds
Resteert: afname algemene reserve
-181.761
60.450
66.913
34.858
3.495
-17.153
4.500
-28.698
Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
88
Download