Wat heb ik aan die innovatie?

advertisement
Wat heb ik aan die innovatie?
Kosten/baten analyse
voor mainstreaming
Sjiera de Vries
Waarom een kosten/baten analyse?
Equal = innovatie
 Goed voor jezelf, maar ook voor anderen!
 Mainstreamen!

Centrale vraag bij overdracht:
wat levert het op?
 Inzicht in kosten en baten nodig

Aan wie wil ik overdragen?
Bijvoorbeeld:
 Gemeente
 Uitvoeringsinstelling (CWI, UWV)
 Opleidingsinstelling
 Werkgever
 Maatschappelijke instellingen
Meer partijen



Vaak meer partijen betrokken bij overdracht
Kosten worden soms door andere partij
gedragen, die zelf niet direct
baten heeft
Soms ook tegenstrijdig: baten
voor de een (goedkoper) zijn
kosten voor ander (verlies banen)
Ieder zijn eigen belangen
Wat is voor de ander het meest interessant? Bijv.
 Uitkeringsinstantie: kostenbesparing
 Gemeenteraadslid: afname criminaliteit
 Onderwijsinstelling: meer diploma’s
 Presenteer je ‘winst’ in termen die aansluiten
Waarmee vergelijken?
Winst is vaak vooral relatief:
Is de nieuwe methode:
 Beter dan een oude methode
 Beter dan een andere nieuwe methode
 Beter dan als je niets doet
Verschillende soorten kosten



Ontwikkelkosten
niet relevant voor wie overneemt
wel evt. kosten voor aanpassing eigen situatie
Eenmalige kosten
aanschaf materiaal, trainen docenten
Terugkerende kosten
inzet personeel, gebruik materiaal
Verschillende soorten kosten (2)
Directe kosten: alles waarvoor je een rekening
krijgt zoals drukkosten, aanschaf materiaal etc.
 Indirecte kosten: het is er, maar kan niet meer
voor iets ander gebruikt worden, bijv. tijd,
locaties
 ‘Gevoelsmatige’ kosten: immateriële
investeringen zoals inspanning, frustratie etc.
 Zelfde indeling bij baten

Wat is veel?





Probeer kosten en baten te specificeren
Zo veel mogelijk meetbaar: euro’s, uren etc.
Zo veel mogelijk vergelijkbaar: kosten per
deelnemer, ipv kosten per programma
Kan niet altijd natuurlijk:
Wat is waarde betere reputatie?
Zoeken! Bijv. betere reputatie = meer
kandidaten, meer kans op vervolgsubsidie
Oeps, vergeten….





Denk ook aan:
Tijd: vergaderen, informeren, inwerken
Emoties: wordt het er leuker door?
Posities: wie moet ‘macht’ inleveren, wie krijgt
meer invloed en wat betekent dat
De buitenwereld: hoe zal die reageren en wat
betekent dat (pers, ouders, politiek)
Samen zoeken



Presenteer je project: wat kan de
ander verwachten aan baten, tegen welke
kosten?
Andere partijen vragen aanvulling: welke
informatie hebben ze nog nodig voor besluit?
Samen zoeken:
1 Welke informatie is meest inzichtelijk?
2 Hoe verzamel je die informatie over project?
Download