Antwoordmodel toets sociale vaardigheden (218,9

advertisement
Antwoordmodel
Beoordelingsformulier
Toets learning4u BOL opleiding
Naam student
Proeve B/ werkproces 1.1
Studentnummer
Datum toets
Boek
Boeken:
Methodisch Begeleiden
Communicatie en Organisatie
Docent
Handtekening Docent
maandag 24 juli 2017
Sociale vaardigheden
Thema 10 Werken met groepen
Thema 12 Functioneren in groepen
Ben de Geus
Handtekening Student
Punten Cijfer
30
9,0
29
8,3
28
7,7
27
7,0
26
6,4
25
5,7
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
1
Antwoordmodel
Boek Methodisch Begeleiden, thema 10 Werken met groepen
1. Welke uitspraak over formele groepen is juist?
Formele groepen worden door individuen opgericht.
Ontstaan op basis van vrijwilligheid.
Worden door een instelling of organisatie gevormd.
Wisselen vaker van samenstelling dan informele groepen.
2. Welke uitspraak over primaire en secundaire groepen is juist?
In secundaire groepen is veel intimiteit.
In secundaire groepen is er een duidelijke gevoelsband.
Primaire groepen bevredigen de behoefte aan sociaal contact.
Primaire groepen hebben een groot zelfregulerend vermogen.
3. Wat is een interne functie van groepen?
Leden kunnen zich identificeren met de samenleving.
Ze maken de samenleving overzichtelijk.
Ze bieden een instelling de gelegenheid om controle uit te oefenen.
Ze verschaffen iemand het bewustzijn tot een bepaalde groep te
behoren.
4. Welke uitspraak over groepsprocessen is juist?
Het overdragen van een groepscultuur op individuele leden heet:
socialisatie.
De sociale structuur van een groep verandert in de loop der tijd niet meer.
Exposure is een manier om je als groep naar buiten toe te profileren.
Een beginnend groepslid vraagt zich nog niet af welk persoonlijk nut de
groep voor hem kan hebben.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
2
Antwoordmodel
5. Welke vraag zal een individueel lid zich NIET stellen in
verband met zijn socialisatieproces?
Hoeveel macht heb ik in de groep?
Welke rol kan ik hebben?
Wat gaan we doen?
Wat kan deze groep voor mij betekenen?
6. Welk mechanisme kan optreden als een groep van buitenaf wordt
bedreigd?
De interactie tussen de leden neemt af.
Afwijkend gedrag van groepsleden wordt beter geaccepteerd.
De aard van de interactie verandert.
Er wordt minder nadruk gelegd op het naleven van normen en waarden.
7. Welke uitspraak over de groepsstructuur en -cultuur is ONJUIST?
De onderlinge samenhang van een groep noemen we groepscohesie.
De effectiviteit van een groep neemt af naarmate de omvang van de groep
toeneemt
In grote groepen neemt de rol van de leider af omdat de taken beter
verdeeld kunnen worden.
Groepscohesie uit zich onder andere in solidarideit en loyaliteit.
8. Op welke manier kun je een groep analyseren?
Je maakt een sociogram van de groep en je analyseert de gegevens die
hieruit komen. Dan trek je conclusies.
Je stelt vast wat het doel is van de analyse, je verzamelt
systematisch informatie en trekt conclusies.
Je verzamelt systematisch informatie over de groep, analyseert die samen
met de andere groepsleden en trekt gezamenlijk conclusies.
Je stelt het doel van de analyse vast, maakt een sociogram en trekt
conclusies.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
3
Antwoordmodel
9. Welke uitspraak over het sociogram is juist?
Je brengt er de onderlinge relaties tussen groepsleden mee in beeld.
Het is geen veel gebruikt hulpmiddel maar wel geschikt.
Sociopijlen geven alleen positieve relaties aan.
Sociopeilen geven het tweerichtingsverkeer tussen de verschillende
groepsleden aan.
10. Welke uitspraak over de sterkte/zwakte-analyse en het trekken van
conclusies uit een analyse is juist?
Het begrip sterkte/zwakte-analyse komt oorspronkelijk uit de sociologie.
Na een sterkte/zwakte-analyse maak je per onderdeel een nieuwe
Het trekken van conlusies richt je op de individuele groepsleden.
Aan het eind breng je verbanden aan tussen alle informatie die je in
beeld hebt gebracht.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
4
Antwoordmodel
Boek Communicatie en Organisatie, thema 12 Functioneren in
groepen.
1. Welk antwoord is juist? Formele groepen:
Bestaan op basis van vrijwillige bijdrages.
Zijn groepen die niet door het management zijn samengesteld.
Ontstaan door het combineren van taken en functies.
Ontstaan vanwege individuele redenen.
2. Welk antwoord is juist? Primaire groepen kenmerken zich door:
Oppervlakkige contacten en weinig onderlinge beïnvloeding.
Onderling vertrouwen en weinig onderlinge beïnvloeding
.
Oppervlakkige contacten en een sterke emotionele band
Onderling vertrouwen en een sterke emotionele band.
3. Welk antwoord is juist? Wat zijn de drie interne functies van groepen?
Individuele identiteit van groepsleden onderstrepen, creëren van een
referentiekader en zich van anderen kunnen onderscheiden.
Individuele identiteit van groepsleden garanderen, creëren van veiligheid
Sociale identiteit van groepsleden scheppen, creëren van veiligheid en zich
van anderen kunnen onderscheiden
Sociale identiteit van groepsleden scheppen, creëren van een
referentiekader en zich van anderen kunnen onderscheiden.
4. Groepen hebben veel positieve functies, maar ook negatieve functies.
Wat is een negatieve functie van een groep?
Verbreding van visie
.
Ontstaan van afwijkende subculturen
Verbeterde acceptatie
.
Verbreding van kennis en vaardigheden.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
5
Antwoordmodel
5. Welke uitspraak over toetreden tot een groep is NIET juist?
Als je nieuw bent in een groep, kun je veel inbrengen en bijdragen.
In het begin vraag je je af of je afstand moet houden of dat er een basis
voor vertrouwelijkheid is.
Als je in het begin in een groep komt, ken je de normen en waarden van een
groep nog niet
.
Het is van belang erachter te komen welke teamleden veel macht hebben.
6. Welk antwoord is NIET juist? Voordelen van een team zijn:
De cliënt ziet meerdere gezichten.
Overleg kost veel tijd.
Ondersteuning door teamgenoten wordt mogelijk.
Er is meer deskundigheid.
7. Welke uitspraak over een team is juist?
Teams zijn meestal niet symmetrisch samengesteld maar asymmetrisch
.
Teams kunnen complementair of symmetrisch zijn samengesteld
.
Symmetrische teams functioneren beter dan complementaire teams.
Asymmetrische teams functioneren beter dan complementaire teams.
8. Welk antwoord is juist? Een dromer in een team:
Is theoretisch maar niet altijd bruikbaar.
Is creatief maar besluiteloos.
Is praktisch maar minder sociaal vaardig
.
Is actief maar ongeduldig.
9. Welke hieronder genoemde groep is een secundaire groep?
Gezin.
Leerlingen in een klas.
Goede buren.
Een hechte vriendenkring.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
6
Antwoordmodel
10. Wat zijn aspecten van het socialisatieproces?
Identificatie, teamrollen, nut en acceptatie.
Identificatie, subcultuur en acceptatie.
Identiteit, subcultuur, macht en acceptatie
.
Identiteit, macht, nut en acceptatie.
11. Welk antwoord is juist? Een denker in een team:
Is theoretisch maar zijn theorieën zijn niet altijd bruikbaar.
Is creatief maar besluiteloos.
Is praktisch maar minder sociaal vaardig.
Is actief maar ongeduldig.
12. Welk antwoord is juist. Wat is de minder sterke kant van een
'beslisser'?
Met mensen omgaan
.
Knopen doorhakken.
Ongeduldigheid.
Besluiteloosheid.
13. Welk antwoord is juist? Wat is GEEN TEAMROL?
Voorzitter.
Organisator.
Doener.
Planner.
14. Wat past het beste bij de teamrol 'afmaker'?
Rustig en introvert.
Onrustig en extravert.
Rustig en dominant.
Intelligent en introvert.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
7
Antwoordmodel
15. Wat past het beste bij de teamrol 'groepswerker'?
Sociaal en ondersteunend.
Sociaal en naar binnen gericht
.
Extravert en zorgelijk.
Extravert en onrustig.
16. Welk antwoord is juist? De onderlinge samenhang binnen een team
wordt ook wel genoemd:
Contradictie
Cohesie.
Coherentie.
Configuratie.
17. Welk antwoord is juist? Wat zijn verschijnselen die wijzen op een
goede samenwerking?
Subgroepvorming, solidariteit en teamgeest.
Subgroepvorming, teamgeest en trots.
Teamgeest, solidariteit en trots.
Teamgeest, solidariteit en vertrouwen in de samenleving.
18 Welke uitspraak over een secundaire groep is NIET JUIST?
Een secundaire groep heeft een groot onderling vertrouwen en een
duidelijke gevoelsband.
Zakelijke problemen zijn vaak goed bespreekbaar in een secundaire groep.
Een secundaire groep voorziet niet of minder in elementaire behoeften als
geborgenheid en veiligheid.
Je vrienden zijn een secundaire groep zijn.
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
8
Antwoordmodel
19. Welke uitspraak over de samenhang in een team is juist?
Vorming van subgroepen in een team bevordert de samenhang.
Trots en solidariteit zijn verschijnselen van een goede samenhang in
een team.
Samenhang in een team wordt ook wel teamgeest genoemd.
Hoe kleiner de samenhang binnen een team des te beter zullen de
doelstellingen gerealiseerd worden.
20. Welk antwoord is juist? Wat is een nadeel van een team?
Pieken zijn in drukte lastig op te vangen.
Er is minder deskundigheid.
Kwetsbaar samenwerkingsverband.
Ondersteuning blijkt toch vaak onmogelijk.
Einde toets
Vink het juiste antwoord aan. De maximale score is 1.
9
Download