MI VIDA LOCA Lessen week 2 Wat gaan we doen? • Herhalen laatste les • Test woordenkennis (steekproef) • Bekijken aflevering 2 en 3 en bijbehorende thema’s • Lezen om uitspraak te oefenen • Spreken Thema’s Uitspraak alle letters 2. Un, uno, el en la (onbepaalde en bepaalde lidwoorden) 3. Mannelijke en vrouwelijke woorden 4. Accenten op letters 1. Gespreksthema’s: Wie ben je? Bestellen De weg wijzen Soy en eres (ik ben en jij bent) A: ¡ Hola! B: ¡Hola, buenos días! A: Soy….. Y tu quién eres? B: Soy…….. A: ?Dónde vives? B: Vivo en……… B: ¿Y tu? A: Vivo en ………… Een liedje met eres eres Uitspraak • Iech wil haal greeg speens spraken, maag dan Moes iech nug wal aam mij luidspreek • Is everybody geppy? Yeah! warken. La vida loca, deel 2 • la vida loca deel 2 Uitspraak C (thé) C= • • • Engelse th voor een e of een i: cerdo (varken) circulo once C = K voor alle andere letters: ¿ Cómo te llamas? !La cuenta por favor! Uitspraak van cu • Cu = kw • La cuenta por favor • ¿Cuál? (welke?) • ¿Cuánto? (hoeveel?) • ¿Cuándo? (wanneer?) Uitspraak letter j (gota) J=g • San Juan • Junio/Julio (juni/juli) • bajo (klein) Uitspraak letter H (atsje) • H = niet uitgesproken • ¡ Hola! ¿ Qué tal? • Mi hermano, mi hermana Uitspraak ll (eje) • LL = j • Lloret de Mar • Calle San Juan • Sevilla Uitspraak Q (koe) •Q=k • Let op! • Quien = kjen • Te quiero = te kjerro • Quiero una cerveza = kjerro • Dus! U na q wordt niet uitgesproken Uitspraak V en B (bé) • V=B en B= gewoon B • ¿Vale? (ok) • Te veo luego (laterrr!) • Vamos a la playa. • Todo bien? • Barcelona Z = (theta) • Z = engelse th • Quiero una cerveza • Vivo en Zaragoza • Coca-cola zero G (= gé) • G= g voor e en i • Es urgente (het is dringend) • Gibraltar • G = Engelse g (goal)in alle andere gevallen. • ¿Algo más? (wenst u nog iets?) • Me duele la gargante (ik heb pijn in mijn keel) Uitspraak B •B=B • ¿Todo bien? R en R (erre) • De r rolt niet tussen twee medeklinkers, maar wel als er RR staat of aan het begin van het woord. • Regalo • Terraza • Quiero Uitspraak ñ (enje) • De Ñ wordt uitgesproken als nj. • España • Mañana Uitspraak en klemtoon (acentuación) • Het is vervelendalshetregentindegevangenis. • De uitspraak is afhankelijk van de klemtoon. • Wat is een klemtoon? Geschreven accent Staat er op het woord een geschreven accent? Ja Dan ligt de klemtoon op het geschreven accent. Colón Teléfono Número Nee Het accent in het Spaanse woord ligt in de regel op de voorlaatste lettergreep als het woord eindigt op een klinker, s of n. De vette letters geven aan waar de klemtoon valt. • Voorbeelden: por favor Geen geschreven accent • Staat er een geschreven accent op het woord? • Nee • Kijk dan op welke letter het woord eindigt. Je begint dus achteraan. • Eindigt woord op klinker of –n of –s dan ligt klemtoon op voorlaatste lettergreep: • Lujo • Besos • Hablan • Trabajo • Peligroso • Interesante (luxe) (kusjes) (zij spreken) (ik werk, werk) (gevaarlijk) (interessant) Mond open en mond dicht • AAAeeeeiiiiiiiooooouuuuu (prachtig, klinkt mooi) • Bbbmmmnnnnpppprrrrrssttzzz (iets minder, klinkt niet, maar zijn nodig, dus medeklinkers) Dus…. • Waar ligt het accent? • Sencillo • Vamos • Por favor • Madrid • Cena Wanneer accentteken? • Als je een lettergreep moet benadrukken: • Estación (eindigt op n dus normaal op voorlaatste lettergreep, nu niet) • Línea Leestekst (España) • Je krijgt een tekst, lees die tekst in tweetallen. Lees om de beurt een zin en corrigeer elkaar. • Hierna gezamenlijk lezen Mannelijk of vrouwelijk Woorden die eindigen op -o zijn meestal mannelijk Woorden die eindigen op -a, -ión, -d en -z , umbre zijn meestal vrouwelijk. Un, uno, el en la • Mannelijke en vrouwelijke woorden: • El chico, la chica • El hermano, la hermana • Un chico, una chica • Un hermano, una hermana Welk geslacht? • Zet zowel het bepaalde als onbepaalde lidwoord voor het • • • • • zelfstandig naamwoord Hijo Prima Novio Madre Novia Amiga Plato Niño Nombre Canción Costumbre Ciudad Desayuno Almuerzo Cena La vida loca, deel 3 • La vida loca deel 3 Hablamos….. A: ! Hola, buenas tardes, Qué quiere tomar? B: ¡ Hola! Quiero ……….. A: ¿ Algo más? B: Y ………(vul een van de woorden in die je hebt geleerd) por favor. A: ! De acuerdo, gracias! Oefen met 5 verschillende items en draai de rollen om. B: !La cuenta por favor! Me gusta • Ik vind je leuk……………… • me gustas tu