Griffie Commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid Datum commissievergadering : -- DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : Directie/afdeling : Nummer commissiestuk : Datum : Bijlagen : 1026572 mevrouw mr. M.D. Palte Directie Economie & Mobiliteit EMG-0189 31 augustus 2004 1 Onderwerp: Uitspraak hoger beroep Bergsche Maasveren Voorstel van GS aan PS: ter bespreking in het kader van uw: x ter kennisneming Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier der Staten, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink Bijlage: 1. Uitspraak Raad van State vertegenwoordigende rol>onderdeel A kaderstellende rol>onderdeel B controlerende rol>onderdeel D uitvoerende rol>onderdeel C Notitie ten behoeve van de commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid inzake de uitspraak van de Raad van State op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van Breda inzake de Bergsche Maasveren Onlangs heeft de provincie de uitspraak ontvangen van de Raad van State inzake het door ons ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van Breda waarin het beroep van de provincie tegen het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat om tarieven voor de Bergsche Maasveren in te gaan voeren, ongegrond is verklaard. Het hoger beroep is ongegrond verklaard. In relatie tot het door ons ingestelde hoger beroep stelt de Raad van State in haar uitspraak: “Anders dan appellanten betogen, heeft de rechtbank terecht en op goede gronden geoordeeld dat het besluit van de Minister niet in strijd is met het vertrouwensbeginsel. De schending van het vertrouwen dat is gewekt door het langdurig hanteren van een vaste gedragslijn kan, zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, gerechtvaardigd worden geacht, gelet op de veranderde feiten en omstandigheden. Voorts kan, nu de invoering van tarieven niet elk gebruik van veren betreft maar is beperkt tot het gebruik door personenauto’s en vrachtauto’s, niet worden geoordeeld dat de Minister bij zijn besluitvorming onvoldoende rekening heeft gehouden met het gewekte vertrouwen.” De door anderen ingestelde hoger beroepen zijn uiteindelijk ook allen ongegrond verklaard. Tegen de uitspraak van de raad van State is verder geen rechtsgang meer mogelijk. Hiermee is het besluit van de Minister om tarieven in te gaan voeren voor de Bergsche Maasveren onherroepelijk geworden. De uitspraak is als bijlage hierbij gevoegd en wij verzoeken u hier van kennis te nemen. 's-Hertogenbosch, 31 augustus 2004 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant -2-