jaar: 1989 nummer: 12 Je beschikt over drie identieke weerstanden met dezelfde weerstandswaarde en over een bron die een constante spanning levert. Je schakelt de eerste weerstand over de bron en meet het in deze weerstand ontwikkelde vermogen dat gelijk is aan Pl. In een tweede stap schakel je parallel met de eerste weerstand een tweede weerstand en meet vervolgens het vermogen ontwikkeld in de eerste weerstand. Men vindt hiervoor P2. In de derde stap vergroot je het circuit verder door een derde weerstand in serie te schakelen met de eerste weerstand. Weer meet je het in de eerste weerstand ontwikkelde vermogen en vindt nu P3.Hoe verhouden zich de vermogens na elke stap? P1 : P2 : P3 o a. 1:1.1/4 o b. 1:1:1 o c. 1:1/4:1/4 o d. 1:1:1/2 jaar: 1990 nummer: 25 Een elektrische centrale kan een vermogen leveren van 5.10+6 W. De transmissielijn die deze energie naar de verbruiker moet brengen heeft een elektrische weerstand van 8 en wordt opeen potentiaal van 125 kV gebracht. Hoeveel procent van het oorspronkelij jaar: 1993 nummer: 30 Men beschikt over 10 identieke weerstanden met een waarde van elk 1 . Deze weerstanden worden op een dusdanige wijze gecombineerd dat een maximaal vermogen geleverd wordt door een spanningsbron van 3 V waarop deze combinatie wordt aangesloten. De spanningsbron mag als ideaal beschouwd worden. Dit maximaal vermogen is dan gelijk aan O a. O b. O c. O d. 300 W 90W 9W 0,9 W jaar: 1996 nummer: 24 Twee constantaartdraden dl en d2 zijn parallel geschakeld. In beide draden wordt dezelfde hoeveelheid warmte ontwikkeld. De diameter van dl is de helft van de diameter van d2. De verhouding l2/l1 van de lengte van de draden is: 0 a. 1. 0 b. 4. 0 c. 0,25. 0 d. 0,50. jaar: 1996 nummer: 26 Een weerstand van 1 wordt ondergedompeld in 100 ml water en vervolgens met een bron (12 V ems. en 5 inwendige weerstand) verbonden. De soortelijke warmtecapaciteit van water cwater = 4186 J/kg K. De warmtecapaciteit van de beker is verwaarloosbaar. Hoelang zal het ongeveer duren vooraleer de temperatuur van het water met 10° C gestegen is? O a. 9 minuten. O b. 17 minuten. O c. 26 minuten. O d. 35 minuten. jaar: 1998 nummer: 25 Een batterij met elektromotorische spanning Uo en inwendige weerstand R i stuurt een stroom doorheen een veranderlijke belastingsweerstand R Het vermogen P dat in die weerstand R ontwikkeld wordt, is weergegeven in de grafiek. De beste benadering voor Uo en R i is dan: O a. O b. O c. O d. Uo = 4,5V en Ri=1,75 Uo = 6,0 V en R i =1,25 Uo = 7,5V enRi=0,75 Uo = 9,0 V en R i = 0,25 jaar: 1999 nummer: 06 Gegeven een spanningsbron E met inwendige weerstand r (weerstandswaarde r). Op deze spanningsbron wordt een uitwendige weerstand R aangesloten: Het elektrische vermogen P dat in deze weerstand in warmte wordt omgezet kan, als functie van de weerstandswaarde R, het best voorgesteld worden door de grafiek: jaar: 1999 nummer: 13 Een verwarmingskacheltje bevat twee identieke weerstandsdraden die in parallel zijn geschakeld. Bij een netspanning van 240 V levert het kacheltje een vermogen af van 1920 W. Eén van de weerstandsdraden geraakt defect. De hersteller vervangt de defecte draad door een draad met dezelfde samenstelling maar met de halve lengte en de halve diameter van de oorspronkelijke draad. Dan wordt bij 240 V het afgegeven vermogen van het herstelde kacheltje gelijk aan: O a. O b. O c. O d. 1200 W. 1440 W. 1920 W. 2880 W. jaar: 2000 nummer: 08 De lampjes A branden door bij een spanning groter dan 100 V De lampjes B branden door bij een spanning groter dan 50 V In welke schakeling wordt het meeste licht geproduceerd? O a. fig. A. O b. fig. B. O c. fig. C. O d. fig. D.