Hoe gingen de toezichthouders om met de slaven? Het waren eigenlijk een beetje de zielige figuren, want de maatschappij was natuurlijk verdeeld in heel veel slaven en heel weinig blanken. Voor Suriname en de buurkolonies was dat soms wel 85%, dus dat was heel ongelijk. Binnen die slavengemeenschap had je natuurlijk ook weer een hiërarchie. Het laagst stonden de vrouwen, de veldslaven, degenen die op het land werkten. Wat hoger stonden de ambachtsslaven: degene die timmerden, smid waren en daarboven stonden dan weer de zwarte toezichthouders/opzichters. Dat waren slaven maar dat waren opzichters. En straften die dan ook de andere slaven? Ja, en dat was dus de hiërarchie. Ook een aantal slaven werkten in het huis van de blanken, die waren eigenlijk een beetje wit. Dan krijg je natuurlijk de blanke gemeenschap. Aan de top staat natuurlijk de gouverneur van de kolonie, dat is de baas. Daar onder staat de rechter, het hoofd van de politie, enzovoorts. En dan krijg je in de kolonie de blanken. Dat waren voor een groot deel mensen die niet uit Nederland kwamen. Dat waren Duitsers, Fransen, Amerikanen, ze kwamen overal vandaan en ze hadden een plantage, ze hadden geld geleend of hun eigen geld erin gestoken en een plantage gekocht. Meestal was het zo dat er op grote plantages tientallen, soms wel honderden slaven toch nog behoefte was aan vrije blanke opzichters. Dus niet alleen zwarte slavenopzichters, maar eigenlijk ging dat om 3 a 4 man. Dat waren eigenlijk zielige figuren, want in de blanke hiërarchie stonden ze erg laag en de slaven namen ze eigenlijk nooit echt serieus omdat ze dat wisten. En dat waren meestal soldaten van wie het contract was afgelopen die hoopten om ooit zelf een plantage te krijgen. Het waren ook mensen die in Europa in de schulden waren geraakt en hoopten om in Suriname rijk te worden. Maar het waren eigenlijk altijd personen die niet echt gelukt waren in de maatschappij. Maar kon je dan alleen toezichthouder worden als je niet was geslaagd in de maatschappij? Nee, je solliciteerde bij een planter. En dan kon het zo zijn dat de planter een agent had in Nederland die dan de opdracht kreeg om uit te kijken naar benodigde mensen. En dan betaalde de planter de overtocht, omdat de meeste mensen daar het geld niet voor hadden. Woonden zij zelf dan ook op de plantage? Ja, op de plantage stonden dan een aantal huizen, een stel hutten voor de slaven die apart stonden en de negerhutten werden genoemd. Deze waren vaak door de slaven zelf gebouwd. Dan was er een groot huis, waar de planter woonde. Dat was overigens niet vreselijk luxe. En in de bijgebouwen waar de machines stonden om het suikerriet te persen of de koffiebonen de sorteren was wel een zolder en daar werd dan de blanke officier gehuisvestigd. Dus het was niet bepaald een luxe leven wat de blanke officieren leidden? Nee, in tegendeel. Het salaris was iets hoger dan dat van een soldaat maar verder was er niets bijzonders. Hadden zij dan wel privileges? Nouja, ze waren natuurlijk wel vrij, ze waren geen slaaf. Maar ze moesten hard werken. Ze moesten ’s morgens vroeg opstaan om te zien of de slaven wel waren opgestaan en in ploegen weer aan het werk gingen en ze moesten kijken of de slaven goed het suikerriet kapten en de koffiebonen plukten enzovoorts. Hoe keken de slaven dan tegen deze opzichters aan? Nou het waren een beetje zielige jongens natuurlijk en de meesten bleven ook alleen, maar sommigen kregen een vriendin onder de slavenbevolking. Maar echt serieus werden ze noch door de blanke bovenlaag genomen noch door de slaven. Maar zij moesten ook straffen uitdelen, werden zij toen dat gebeurde dan wel serieus genomen? Nee, dat veranderde niks. Het was geen plezierig werk ofzo, zij kwamen daardoor niet plots hoger in de hiërarchie. Ze moesten inderdaad ook als er een slaaf ongehoorzaam was of als er een overtreding was begaan lijfstraffen uitvoeren. Dat was in Europa trouwens ook nog. Wanneer je bijvoorbeeld op een schip voer en je had als matroos een overtreding begaan, dan werd je ook geslagen. Dat gebeurde ook in het leger, eigenlijk overal wel. Hoe was dan de band tussen de plantage-eigenaar en zo’n blanke officier? Nouja, je zou denken dat die ’s avonds niets te doen hebben en dan gemeenschappelijk iets gaan doen zoals een kaartje leggen, maar dat heb ik eigenlijk zelden gevonden. De blanken werden dus gehuisvest maar zij hadden een beetje hun eigen leven. Die planters hadden natuurlijk geld, of ze hadden geld geleend en ze waren toch heer en meester over die plantage, en zij voelden zich toch te goed om met die arme jongens, ook al kwamen ze uit Europa, gemeenschappelijk vrije tijd door te brengen. Hadden zij nog wel iets in te brengen als het aankwam op het behandelen van de slaven? Wat iedereen altijd verwonderd is eigenlijk dat zo veel slaven door zo weinig mensen worden geregeerd. De slaven hadden elke dag in opstand kunnen komen en de blanken dood kunnen slaan en dan zijn ze ervan af. Maar gebeurt toch eigenlijk niet. Dat is wel interessant om over na te denken. Maar dat komt dus voor een groot deel doordat die slaven ook weer in groepen waren onderverdeeld. Dus die zwarte officieren voelden zich eigenlijk ook weer te goed om gemene zaak te maken met die veldslaven. Ze hadden vaak betere huisvesting dan de rest van de slaven, ze kregen meer uitgedeeld zoals kleding en tabak, ze hadden vaak ook meer dan een vrouw en ze waren eigenlijk toch wel de elite. Juist doordat die slavengemeenschap zo verdeeld was konden ze geen gemene zaak maken en bleef het aantal opstanden redelijk beperkt. In Suriname is het aantal opstanden zelfs relatief klein en als de slaven ontevreden zijn dan lopen ze eerder weg dan dat ze in opstand komen. Als ze weglopen, wat gebeurt er dan als ze weer teruggevonden worden? Dat is een goede vraag, als het om mannelijke slaven ging dan werden ze gestraft, want dan was het duidelijk dat ze zelf waren weggelopen en dat was altijd merkwaardig want dan kregen ze een ijzeren bal aan hun voet of iets dergelijks, maar dan konden ze dus ook niet werken. Dus dat was, tja, onhandig. Je leest wel eens dat ze verminkt werden door de planter, maar daar heb ik eigenlijk nooit goed onderzoek naar gedaan. Dat lijkt mij ook niet logisch. Klopt, maar het beste was dan ook om de slaaf te verkopen, kijken of je er van af kunt komen. Als het om vrouwen ging, dan konden zij zeggen “nee, wij zijn niet vrijwillig weggelopen, wij zijn gestolen door de weggelopen slaven die de plantage kwamen overvallen die wapens maar ook vrouwen meenamen. Wij moesten wel.” Dan dacht de planter dat het wellicht zou kunnen, maar helemaal tevreden was hij er natuurlijk nooit mee. Er zijn ook vrouwen natuurlijk gewoon teruggegaan. Maar dan moet je dus bij die gevluchte bosnegers gaan wonen, die voortdurend in trek waren, want de koloniale legers waren steeds op zoek naar dorpjes van bosnegers om deze plat te branden en de velden om te ploegen zodat de bosnegers geen eten hadden. Dus je moest wel echt kiezen voor dat leven. Op de plantage wist je wat je had, het was niet alles, maar je kreeg regelmatig te eten, er was medische verzorging enzovoorts. Maar wat de blanke officieren betreft, of die echt heel veel bijgedragen hebben aan opstanden of niet opstanden, het is natuurlijk zo dat slaven in opstand kwamen als zij zich onterecht behandeld voelden. Als de blanke officieren dat deden, dan had de planter een probleem. Ook las ik dat sommige slaven wegliepen en niet meer gevonden werden, doordat zij zich in het bos verstopten. Ja, tien procent van de slaven in Suriname leefden in het bos. Overleefden zij dat dan? Ja, je kan op een stukje grond gewassen aanbouwen en dan kun je daar gewoon leven. Maar sommige slaven waren toch ook gebrandmerkt? Ja, dat hadden de meeste slaven wel. Als zij dan terug werden gevonden, wat gebeurde er dan, als ze al een tijd in het bos hadden geleefd? Nou dat is dus het probleem met straf geven, en dan probeerden de plantage-eigenaren die slaven weer te verkopen. Werden ze dan dus wel weer meegenomen uit het bos? Ja, ze werden door het koloniale leger aan de eigenaar teruggeven. Het was op de plantage echt geven en nemen. Als je daar met twee a drie mensen zit tegenover honderdvijftig slaven, dan kun je op je kop gaan staan, maar je moet met elkaar die zaak zien te runnen. Kunt u ons ook nog iets vertellen over het proces van het selecteren van de slaven? De Europese schepen, dus ook de Nederlandse, die voeren naar de west kust van Afrika. Daar waren Afrikaanse makelaars die slaven verkopen aan boten en meestal waren er dan Europese artsen aan boord van die schepen, die dan de slaven keurden, want ze wilden natuurlijk geen oude of zieke slaven kopen. Wat gebeurde er dan met deze oude of zieke slaven? Die bleven in Afrika, die gingen niet mee, want die hadden toch geen kans om die reis te overleven. Daarvoor moest je kerngezond zijn. Gebeurde het dan niet dat gezonde slaven deden alsof ze ziek waren zodat ze niet mee hoefden? Eigenlijk gebeurde het omgekeerde: die makelaars probeerden zieke slaven zo netjes mogelijk er uit te laten zien. Ze werden gewassen, de haren van de dames werden gekamd en geolied. Als ze diarree hadden dan werd dat gestopt, als ze grijze haren hadden werden die er uitgetrokken enzovoorts. Als ze maar op het moment dat die Europese arts naar hen keek ze er goed uit zagen. En had de makelaar dan een commissie die de slaven selecteerde? Ja, hij kocht de slaven natuurlijk weer van een andere makelaar, en hij wilde natuurlijk winst maken. De slaven werden overgescheept en eenmaal aangekomen wilde de makelaar zelf ook weer de slaven uitzoeken. Hij wilde ook als het even kon geen zieke slaven hebben. Vooral jonge mannen waren erg gewild. Hoe ging dat dan met de vrouwen? De Europeanen wilden eigenlijk geen vrouwen, want in der tijd werd in Europa al het zware veldwerk door mannen gedaan. De Afrikanen zeiden dat ze ook vrouwen moesten kopen, want die kunnen ook prima op het veld werken. De vraag was bovendien zo groot dat de Europeanen maar op Afrikaanse wijze zou je kunnen zeggen hun plantages hebben bevolkt. Dus veertig procent van de functies en dan vooral lagere functies waren vrouwen. Soms hoor je wel eens dat de plantage-eigenaren die vrouwen voor zichzelf wilden hebben. Kunt u hier iets over vertellen? Nou, er zijn allerlei verhalen over de planters. Kijk, je had de planter en die liet als dat kon zijn familie uit Europa overkomen. Het klimaat, geen school, er zijn verscheidene redenen waarom de planters liever in Europa bleven en vaak stelden ze dan een directeur aan op de plantage. Een andere optie was om naar Paramaribo te gaan en dan ook een directeur op die plantages te zetten. De directeur was dus eigenlijk een beter betaalde blanke officier. Hij verdiende niet veel geld, maar goed. En die was meestal niet getrouwd. Meestal kreeg hij dan een vriendin onder de slavenbevolking. De gedachte was dat hij door die vriendin van geruchten uit het slavendorp te weten kwam. Broeide er een opstand, waren er mensen die elkaar naar het leven stonden, moest hij ingrijpen. Dat was de gedachte erachter. Is het dan ook niet een statussymbool? Nee, want volgens de blanke gemeenschap hoorde je netjes getrouwd te zijn. Het was absoluut niet de bedoeling dat dit gebeurde, maar goed, het was een vreemd land, het weer was warm, alles was anders, dus liet men dat maar zo. Maar als er reizigers waren die de plantages langsgingen dan werd daar vaak zeer laatdunkend over geschreven. Hoe zat het met de kinderen op de plantages? De kinderen op de plantages moesten natuurlijk worden verzorgd. Dit gebeurde eigenlijk door negermama’s die te oud waren om te werken op de plantage zelf. En als de kinderen de borst kregen van de moeder dan konden zij worden meegenomen in het veld. De planter had er natuurlijk belang bij dat de kinderen overleefden. Vanaf welke leeftijd moesten kinderen op de plantage gaan werken? Net als in Europa eigenlijk moesten de kinderen vanaf een jaar of zeven, acht toch wel al wat gaan doen. Opvallend was ook dat in Suriname in de 19e eeuw iets bijzonders gebeurd is met de plantages. De planters hadden zo veel hypotheken opgenomen, het lijkt wel op de Nederlandse huizenmarkt vandaag de dag, dat ze met geen mogelijkheid de rente konden betalen op den duur, want de suikerprijzen en de koffieprijzen gingen omlaag, steeds meer gebieden in het Caribisch gebied, denk aan de Franse koloniën zoals Saint Domingue, het latere Haïti dat ging geweldige hoeveelheden koffie en suiker produceren. Waren er bepaalde rechten van de slaven waar de toezichthouders rekening mee moesten houden? Dat is natuurlijk nooit vastgelegd, maar het was een kwestie van geven en nemen. Je kunt wel zeggen ‘we gaan midden in de nacht opstaan om suikerriet te kappen’, maar dat werd niet gewaardeerd. Dan had de blanke jongen de volgende dag toevallig een been gebroken, of wat nog erger was en ook veel gebeurde is dat het eten werd vergiftigd. Dat wilde je niet als blanke, je wilde graag overleven. Dus was het zo dat de slaven meestal in ploegen aan het werk gingen bij zonsopgang maar tegen een uur of twee, drie was het meestal wel gedaan, want het was erg heet en ze moesten ook in de namiddag nog hun eigen stukjes grond verbouwen. De slaven begrepen wel dat ze in sommige periodes harder en langer moesten doorwerken, vooral om het suikerriet wat dan vers gekapt was zo vlug mogelijk te laten uitpersen, want dat sap moest ingedikt worden, in tonnetjes gedaan en dat werd dan weer naar Europa verscheept. Maar als je dat vroeg moest je in het seizoen dat dat niet het geval was meer vrije tijd geven. En zaterdag en zondag hebben de slaven vrij. Het is natuurlijk al heel bijzonder dat men in die tijd twee dagen per week vrij had, dat was in Nederland al onwerkelijk. Maar nogmaals, het was bijzonder hard werken op de plantages. Wat deden de slaven dan in hun vrije tijd? Hun eigen stukje grond verzorgen, op zondag was er markt en daar konden ze dan kippen en wat ze overhadden van hun stukje grond kopen en verkopen. Het was natuurlijk ook heel gezellig om daar heen te gaan, maar ze moesten wel een pas hebben van hun eigenaar dat ze van de plantage af mochten. Was dat dan streng beveiligd? Ach welnee, er waren talloze klachten dat de slaven nooit een pas hadden met verhalen als dat de meester ziek was en niet kon tekenen. Je zou dan ook enorm veel politieagenten moeten hebben om dat allemaal in de gaten te houden, dus nee dat was allemaal niet zo strikt. Kon je als buitenstaander gemakkelijk op een plantage binnenkomen? Jahoor, dat was geen probleem. Er waren ook geen hekken of iets dergelijks dus je kon zo weglopen. Het bos was vlakbij, dus als je ruzie had met iemand dan kon je daar wachten of het bijgelegd kon worden en als dat niet lukte dan ging je echt weg. En dan probeerde je aan te sluiten bij zo’n ploegje wat dan in het bos woonde.