Kolonialisme en slavernij

advertisement
Geschiedeniswerkplaats – 2hv – 2.5
Kolonialisme en slavernij
Begrippen
Driehoekshandel - handel tussen drie werelddelen, Afrika, Amerika en Europa
Kapitaal - groot bedrag aan geld
Kolonialisme - overheersing van een kolonie door een land om eraan te verdienen
Koloniseren - vestigen van mensen in een ander land
Ministerie - afdeling van het bestuur van een staat
Plantage - groot landbouwbedrijf in de tropen met meestal één bepaald product
Trans-Atlantische slavenhandel - handel in en vervoer van slaven over de Atlantische
oceaan
West - West-Indië, het Caraïbisch gebied en de landen eromheen
Plantageproducten - suiker, tabak, cacao en koffie
Jaartallen
1543 - Spaanse koning verbood indianenslavernij
Tijdvak 5 ontdekkers en hervormers: 1500 - 1600
Samenvatting
In Europa kwam Amerika bekend te staan als een land van overvloed.  hierdoor gingen
honderdduizenden Spanjaarden naar Amerika.  Grote delen van Midden- en Zuid-Amerika
werden door hen gekoloniseerd.
- Spaanse kolonisten kregen relaties met indiaanse vrouwen  zo ontstond een
gemengde samenleving.
Kolonialisme: Spanje overheerste zijn overzeese gebieden om eraan te verdienen.  vanuit
een speciaal ministerie in Madrid werden kolonies gecontroleerd.
Zilvermijnen
- In Mexico en in de Andes werden zilvervoorraden gevonden
- Spanje betaalde zijn oorlogen hiermee.
- Elk jaar voer een grote zilvervloot naar Spanje
- Werk in de mijnen was zwaar, slechte werkomstandigheden.
Plantages
-
Spaanse en Portugese kolonisten stichtten plantages.
Plantages zijn grote landbouwbedrijven waarop meestal één product verbouwd
werd.
Bijvoorbeeld: suiker, tabak, cacao en koffie
Werk op plantages was zwaar, slechte werkomstandigheden.
Slavernij
www.maaikezijm.com
-
-
Spanjaarden dwongen eerst indianen om voor hen te werken.  dat mislukte,
indianen waren te zwak en stierven door uitputting en ziekte.  1543 verbood
Spaanse koning indiaanse slavernij
Er werd daarna gebruik gemaakt van zwarte slaven.  zij waren sterker en konden
het zware werk wel aan.  Vanaf de 16e eeuw haalden Europeanen miljoenen
zwarte slaven uit Afrika voor het werk in de kolonies in Afrika.
 In de 17e bleef de vraag naar slaven groeien  dat kwam omdat de productie van de
plantagegoederen ook groeide.
De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa,
Afrika en Amerika.
Hoe ging dat in zijn werk?
Europese handelaren vertrokken uit Europa met producten zoals wapens, textiel, glas en
sieraden.  aan de Afrikaanse westkust kochten ze goud, ivoor en slaven.  slaven werden
daarna vervoerd naar Amerika en daar vervolgens weer verkocht  vervolgens werden de
schepen weer geladen met producten die voor Europa waren.
Slaven werden slecht behandeld.  ze werden door wrede opzichters met geweld in
bedwang gehouden.  sommigen vluchtten het oerwoud in.  indianen en zwarten kregen
relaties waardoor de cultuur nog meer gemengd werd.
Door de Europese expansie ontstond ook een uitwisseling van planten en dieren.
Aardappel: vanaf de 18e eeuw werd de aardappel, die oorspronkelijk uit de Andes kwam, in
Europa het voedsel van de armen.
Paarden koeien en varkens: Europeanen namen deze mee naar Amerika.
www.maaikezijm.com
Download