Geschiedeniswerkplaats – 1hv – 4.2 De Romeinse samenleving Begrippen Brood en spelen: gratis graan en vermaak voor de Romeinse bevolking Gladiator: zwaardvechter voor volksvermaak Landbouw: akker en veeteelt Landbouwstedelijke samenleving: samenleving waarin de meeste mensen leven van landbouw, terwijl een minderheid van de bevolking in steden leeft van onder meer ambachten en handel Latifundia: grote landbouwbedrijven waarop slaven werkten Proletariaat: bevolkingsgroep van bezitloze armen Welvaart: als het goed gaat met een land Samenvatting Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen: 3000 v.C. tot 500 n.C. In de landbouwstedelijke samenleving van het Romeinse rijk ontstonden verschillen tussen arm en rijk. Door armoede trokken mensen naar de stad. Deel van de bevolking was slaaf. Rijk - Woonde in villa’s Veel bezittingen Hadden mensen in dienst Soms rijk geworden door handel Bezit van veel landbouwgrond Arm - Groot deel van de bevolking was arm Leefden in krotten of hutjes Slechte leefomstandigheden Om er voor te zorgen dat het volk rustig bleef brood en spelen - Gratis graan - Colosseum: spectaculaire shows gladiatorengevechten Handel - Economie profiteerde van de Pax Romana (Vrede) - Muntgeld en het goede wegenstelsel waren ook gunstig. Kruiden en parfum uit Arabië Parels uit de Rode Zee Hout uit Noord-Europa www.maaikezijm.com Landbouw - Door de oorlogen werden veel boeren geruïneerd mannen waren lang weg van huis, land werd verwoest - Er ontstonden grote landbouwbedrijven met slaven latifundia Slaven - 2e en 1e eeuw v.C. veel slaven Rome voerde veel oorlogen en krijgsgevangene werden als slaven verkocht. Werkten in de landbouw, mijnen of in huizen van rijken Hoogopgeleide slaven werkten als leraar (!) of boekhouder Slavenopstanden Spartacus (blauwe tekst) trok plunderend door Italië. www.maaikezijm.com