Geschiedeniswerkplaats-Hv2-2.6 Afrika en de slavenhandel Samenvatting Slavernij was een gewone zaak in Afrika en in de Turkse en Arabische gebieden. Europeanen stichtten handelsposten langs de Afrikaanse westkust om in slaven te handelen en de Arabieren deden hetzelfde aan de oostkust. Toen de Portugezen in de 15e eeuw langs de West-Afrikaanse kust voeren, gingen ze meedoen aan de slavenhandel. De Portugezen verkochten de zwarte slaven in eigen land. Ze handelen ook in goud en ivoor. Slavenhandel was ook normaal voor de Europeanen, want de Afrikaanse bevolking was voor een groot deel slaaf. Zwarte slaven gingen al ver voor het ontstaan van de Islam naar Arabië en NoordAfrika om daar op de plantages. In ruim duizend jaar haalden moslims ongeveer 11 miljoen zwarte Afrikanen naar de Arabische en Turkse gebieden. De Islam keurde de slavernij goed, maar had er wel regels voor. De moslims moesten redelijk behandeld worden. Mannelijke slaven diende vaak als militair of werkte in het huishouden. De meeste slaven in de Islamitische wereld waren vrouwen. Zij werkte ook in het huishouden of diende als minnares. Bij overvallen op Afrikaanse dorpen gebeurde het wel dat de mannen en de oudere vrouwen werden gedood, terwijl de meisjes en jonge vrouwen in een grote karavaan naar de slavenmarkten in Arabië of Noord-Afrika werden gebracht. Een speciale groep slaven waren de Eunuchen (gecastreerde mannen). Omdat Eunuchen geen seksuele relaties of familie konden krijgen, daardoor werden ze gezien als de meest betrouwbare dienaren. Er waren ook blanke slaven in de Islamitische wereld. Vrouwen uit Rusland waren bijvoorbeeld zeer geliefd in het Ottomaanse rijk. Grote delen van Spaanse/Italiaanse kusten werden ontvolkt doordat ze waren gevlucht of als slaaf weggevoerd. De barbarijse zeerovers hadden sinds de 16e eeuw ongeveer een miljoen Europeanen tot slaaf gemaakt. Gemaakt door: Ruben, Dennis en Nino