Taal en logica Docenten: Prof.dr. Alexander Ollongren, emeritus hoogleraar informatica, LIACS, en gasthoogleraar sterrenkunde, Universiteit Leiden. Deze docent geeft regelmatig colleges voor HOVO. Dr. Theo Janssen,docent aan het Institute for Logic Language and Computation, Universiteit van Amsterdam. Geeft colleges aan de opleiding kunstmatig inteligentie. Dr. Peter Hendriks, oud-docent van de opleiding Slavistiek, Universiteit Leiden 30 Logica wordt traditioneel omschreven als de leer van het correcte redeneren. Kenmerkend voor de hedendaagse logica is het ontwikkelen van formele talen voor de bestudering van allerlei typen redeneringen en informatie-uitwisseling. De verschillende abstracties die hiervoor nodig zijn worden op symbolische wijze voorgesteld, zodat we met symbolische logica te maken hebben. Op die manier hoopt men de vaagheid en meerzinnigheid van woorden en zinnen uit natuurlijke taal te vermijden en zekerheid van in taal uitgedrukte kennis te bereiken. In deze reeks colleges ligt de nadruk op deze vertaalslag van natuurlijke taal naar logische taal. Er zal worden getracht enig licht te werpen – niet op de aloude dubieuze vraag of taal al dan niet ‘logisch’ is – maar op de vraag hoe logica gebruikt kan worden om betekenis van natuurlijke taal te beschrijven en te begrijpen. Hieronder volgen enige voorbeelden van onderwerpen uit de cursus. We beginnen met de grondlegger van de logica in de westerse traditie: Aristoteles. Hij onderzocht syllogismen, redeneervormen van het type: 'Ieder mens is sterfelijk', en 'Socrates is een mens', dus 'Socrates is sterfelijk'. Iets later, in de Stoa, onderzocht men redeneervormen die gebaseerd zijn op voegwoorden. Stel we weten dat 'Als Jan komt, dan komt Marie' en 'Marie komt niet', dan concluderen we 'Jan komt niet'. Tegenwoordig worden situaties onderzocht waar meerdere personen bij betrokken zijn. Dan is niet alleen je kennis van de reële situatie van belang, maar ook wat de kennis van de andere deelnemers daarover is, en wat de kennis van de deelnemers over elkaars kennis is. Zo is daar de vraag wat er gebeurt als een deelnemer publiekelijk naar waarheid zegt dat bewering B het geval is. Is het dan ook zo dat daarna iedereen weet dat B het geval is? Het antwoord is, verrassend genoeg, ontkennend. 8 dinsdagen, 23 februari t/m 13 april 15.00-17.00 uur Leiden, Snelliusgebouw 202,- (inclusief cursusmateriaal en koffie/thee) Werkvorm: colleges, ondersteuning met PowerPointmateriaal. Zelfstudie: enkele uren per week. Vereisten: geen scholing in formele logica vereist. Cursusmateriaal: reader en grote delen van de Powerpointpresentaties.