VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 2 – WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen WE ZIJN AL ZO GROOT De leerlingen meten en tekenen elkaars lichaamslengte. P. 04-05 Getallenkennis VOLG DE WEG De leerlingen lezen getallen (in cijfers en letters). P. 06-07 Bewerkingen HI HI, GRAPJE! De leerlingen zetten eenvoudige situaties om in formules. P. 08-09 Toepassingen BOTER, KAAS en EIEREN De leerlingen spelen drie op een rij. METEND REKENEN wiskunde E 4 W ij 45’ 30’ Wat moet je doen? Hoe groot ben je? Meet en teken! BEWERKINGEN MEETKUNDE 3 zijn al zo groo t ! Doe het zo! 1 Hoe groot ben je? Meet precies. Kijk naar prent . 2 Schrijf de lengte op. Voorbeeld: Karen = 1 m 24 cm 3 Teken de lengte precies. Schrijf op het papier. Kijk naar prent ■. 4 Wissel van rol. Corrigeer je werk e Je juf of meester meet na. Kijk na. 2 Materiaal Klaar? e Een meterstok, e Leg je neer naast jouw lengte. Je vriend gaat met een potlood meetlint en meetlat e Een groot papier e Een pen TOEPASSINGEN 1x De lln. meten en tekenen elkaars lichaamslengte. 15’ F 1 GETALLENKENNIS ■ rond je lichaam. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 4 4 METEND REKENEN wiskunde 4 Doel(en) Materiaal 4 4 4 Differentiatie 4 Controle en verbetering 4 4 GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. meten en tekenen elkaars lichaamslengte. e e e De leerlingen weten dat het resultaat van een meting in lengte uitgedrukt kan worden. Ze kunnen een lengte meten. Ze kunnen het metriek stelsel i.v.m. lengte opbouwen en de meter (m) en centimeter (cm) lezen en gebruiken. e Ze kunnen meetresultaten lezen en noteren met meer dan één standaardmaateenheid. Overzichtsblad 4 4 Wij zijn al zo groot! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 E Hulpkaart Aanpak Tips 1x Leerinhouden wiskunde nrs. 1, 2 , 3 en 4. 15’ F e e e Meetgerei: meterstok, meetlint en meetlat Schrijfgerei Stroken lang papier (bv. behangpapier) e e Je kunt zwakkere kinderen laten coachen door een medeleerling (*). Je kunt ook tekenopdrachten geven: teken je vriend 50 cm groot, 10 cm groot … (***). 45’ 30’ Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. Meet zelf de lengte van de kinderen na. Controleer en stimuleer het nauwkeurig meten. Versier de lichaamscontouren creatief tijdens een les beeldende vorming. Hang de resultaten in de klas op en vul ze aan. Zo kun je hun evolutie volgen. Laat de leerlingen zelf ontdekken hoe ze 1 m + … cm zullen tekenen. Laat hen hun oplossingsstrategie verwoorden. Tijdens het evaluatiemoment laat je hun meettechnieken aan elkaar vertellen en vergelijken m.b.t. snelheid en juistheid. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 METEND REKENEN wiskunde GETALLENKENNIS MEETKUNDE TOEPASSINGEN 1x 3 Doe het zo! 1 Begin bij de . Zoek 19 zo: ne-gen-tien. Kleur de vakjes. Kijk naar prent . 2 Zoek nu ook deze getallen: 28 – 36 – 45 – 57 – 63 – 72 – 84 – 91 – 100 Zoek telkens in een vakje ernaast. Kleur de vakjes. 3 Kleur deze getallen op het 100-veld. fee dom gen tien acht gek hop reep stok tak 2 Materiaal e Een blad met het rooster e Een kleurpotlood e Vraag een ? Goed zo! aan je juf of meester voor het 100-veld. Klaar? e Steek je blad in je ne aap bal den eend Corrigeer je werk e Leidt de weg naar Voeg de lettergrepen uit het rooster samen en vind de getallen! BEWERKINGEN Volg de weg 45’ 30’ Wat moet je doen? 1 De lln. lezen getallen (in cijfers en letters). 15’ F 1 E ! Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 en mop uur 4 4 METEND REKENEN wiskunde Doel(en) Materiaal 4 4 4 4 Differentiatie Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Tips 4 4 4 1 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. lezen getallen (in cijfers en letters). e e e Overzichtsblad 4 E Volg de weg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 GETALLENKENNIS De leerlingen kunnen geschreven getallen in cijfers omzetten. Ze kunnen getallen tot en met 100 correct lezen. Ze kunnen gegeven getallen aanduiden op het 100-veld. 1x Leerinhouden wiskunde nr. 10. e e e Een kleurpotlood Het blad met het rooster: kopieerkaart 12 (elke keer voor elk kind te kopiëren) De verbetersleutel: kopieerkaart 13 (de eerste keer kopiëren en lamineren) e e Je kunt de oefeningen per twee laten uitvoeren (*). Je kunt de getallen die moeten gezocht worden afplakken op de keerzijde, zodat de kinderen ze blind moeten zoeken (***). Wiskunde 4 –Getallen lezen Deze opdracht kun je vergelijken met ‘Volg de weg’ uit het eerste leerjaar. De leerlingen komen je om een verbetersleutel vragen. Afhankelijk van het tijdstip in het jaar zal het al dan niet nodig zijn om te differentiëren of de hulpkaart te laten gebruiken. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 15’ F 45’ 30’ METEND REKENEN wiskunde B o te 45’ 30’ Wat moet je doen? Zet een O of een X op het rooster tot je 3 op een rij hebt. 2 Materiaal e Roosters om op te spelen e Twee uitveegstiften en een doekje e Een BEWERKINGEN MEETKUNDE 3 TOEPASSINGEN E 2 1x De lln. spelen drie op een rij. 15’ F 1 GETALLENKENNIS r, kaas en eiere n Doe het zo! 1 Wie begint? 2 Zit zo: kijk naar prent . Zet een O of een X in het eerste rooster. 3 De volgende mag. Speel in hetzelfde rooster! 4 O X Wie wint? X O OOO of XXX op één rij! X 5 Speel daarna op de andere roosters. Corrigeer je werk e Kijk goed naar elkaar. Klaar? e Veeg alles weg. Speel dan nog een keer! Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 4 4 METEND REKENEN wiskunde 4 4 4 4 4 Doel(en) MEETKUNDE TOEPASSINGEN e 2 Differentiatie Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Tips De leerlingen ontdekken een strategie om dit spel te winnen of op ex aequo te laten eindigen. Leerinhouden wiskunde toepassingen. 1x Roosters om op te spelen: kopieerkaart 97 (de eerste keer één keer kopiëren en lamineren OF elke keer kopiëren) e Twee uitveegstiften en een doekje (als je lamineert) e Een dobbelsteen e Wijs elk kind een O of een X toe, zodat ze niet mogen kiezen (***). Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. De leerlingen controleren elkaar. Kopieer de figuren eventueel op A3 zodat ze aan bord kunnen gebracht worden. 4 4 E De lln. spelen drie op een rij. Overzichtsblad Materiaal 4 BEWERKINGEN Boter, kaas en eieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 GETALLENKENNIS Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 15’ F 45’ 30’ METEND REKENEN wiskunde GETALLENKENNIS Lees het rekenverhaal. Is de bewerking juist of fout? Oefen eerst samen. Probeer dan je vriend te foppen. 2 Materiaal e 10 kaartjes e 1 blad met juist of fout e Pen en papier 7 MEETKUNDE 3 Doe het zo! Deel 1: oefen samen. 1 Verdeel de kaarten eerlijk. 2 Lees het verhaal. Past de bewerking erbij? Leg het verhaal bij juist of fout. Kijk naar prent . 3 Klaar? Verbeter samen. Kijk naar prent ■. Deel 2: fop je vriend. 1 Maak nu zelf 6 rekenverhalen voor je vriend. Schrijf er een bewerking bij. Juist of fout, dat maakt niet uit. 2 Wissel jullie kaarten. 3 Leg deze kaarten bij juist of fout. 4 Kun jij je vriend foppen? Kijk samen na. ■ Corrigeer je werk e Kijk je werk na met de TOEPASSINGEN 1x Hihi, grapje ! 45’ 30’ Wat moet je doen? E De lln. zetten eenvoudige situaties om in formules. 15’ F 1 BEWERKINGEN . Klaar? e Ruim alles netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 4 4 METEND REKENEN wiskunde Doel(en) Materiaal 4 4 4 Differentiatie 4 4 7 MEETKUNDE TOEPASSINGEN e De leerlingen kunnen optellen en aftrekken volgens standaardprocedures en de optelling verwoorden en noteren (som ≤ 100). e Ze kunnen eenvoudige situaties omzetten in formules. 10 kaartjes: kopieerkaart 39 (de eerste keer kopiëren, lamineren en verknippen) 1 blad met FOUT of JUIST: kopieerkaart 40 (de eerste keer kopiëren en lamineren) De verbetersleutel: de niet-verknipte versie van kopieerkaart 39 (de eerste keer kopiëren en best lamineren) e Pen en papier e e e e Laat kinderen minder of meer oefeningen maken (*) of (***). De kinderen lezen de rekenverhalen en kijken of de bewerking bij dit verhaal past. Ze leggen het kaartje in de juiste kolom (juist of fout). In het tweede deel maken de leerlingen zelf rekenverhalen voor elkaar. Ze proberen elkaar te foppen door er enkele foute bewerkingen bij te schrijven. Voorzie kladpapier voor het uitrekenen. Aanpak Controle en verbetering 1x Leerinhouden wiskunde nr. 13. Hulpkaart 4 4 E De lln. zetten eenvoudige situaties om in formules. Overzichtsblad 4 BEWERKINGEN Hihi, grapje! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 GETALLENKENNIS De leerlingen verbeteren en helpen elkaar. Ze gebruiken de verbetersleutel voor deel 1. Voor deel 2 controleer je best de rekenverhalen die de kinderen zelf maakten. Tips Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 2de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009 15’ F 45’ 30’